Bijlage Subsidiabele kosten voor omkadering- en inschakelingspremies Deze bijlage omvat de kosten die kunnen ingebracht worden voor het verwerven van de omkadering- en inschakelingspremies. Een ge-update versie van de richtlijnen omkaderings- en inschakelingspremie mag u kortelings op de website www.werk.be verwachten. Alle subsidiabele kosten dienen apart geregistreerd worden in de boekhouding. Zij maken deel uit van de sui-generisafdeling. 1. Personeelskosten (alleen voor begeleiders) Komen in aanmerking: De loonkosten van de eigen personeelsleden, ook voor tijdelijk eigen personeel, komen in aanmerking Om gesubsidieerd te worden moeten de loonkosten bewezen worden (individuele rekeningen moeten ter controle aan de administratie bezorgd worden). De hieronder vermelde kosten worden als loonkosten aanvaard. - Brutoloon; - Werkgeversbijdrage; - Belastbare vergoedingen die onder het RSZ-stelsel vallen (eindejaarspremie, vakantiegeld); - premies in functie van prestaties. - vergoedingen voor beroepsuitgaven - kosten voor woon-werkverkeer in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten bij de werkgever. Andere looncomponenten (verzekeringskosten, kosten voor arbeidsgeneeskundige dienst, extra legale voordelen,…) kunnen ingebracht worden bij directe werkingskosten en dienen gestaafd te worden met facturen. Komen niet in aanmerking: - forfaitaire vergoedingen die niet op de loonstaat vermeld staan provisies: vakantiegeld, eindejaarspremie kosten van de werknemer voor maaltijdscheques loonkosten tot het bedrag waarvoor reeds een subsidie toegekend werd (vb. gesco, enz.) 2. Directe werkingskosten 2.1. Algemene werkingskosten Uitgaven voor verbruiksmaterialen, hulpgoederen, grondstoffen en gereedschappen worden enkel aanvaard indien zij rechtstreeks verbonden zijn met de werking van het doelgroep- en omkaderingspersoneel. Voorbeeld: beroepskledij, een kruiwagen en een schop worden aanvaard als werkingskost in een project waarin het openbaar groen onderhouden wordt. Een nieuwe zitbank of een picknick-tafel worden niet aanvaard. Voor het omkaderingspersoneel wordt bijvoorbeeld de afschrijving van een nieuwe computer aanvaard. Verbruiksonkosten zoals lunch (broodjes, koude schotels, e.d.) en drank worden niet aanvaard. Boetes, financiële kosten (bijvoorbeeld intresten,...), financiële sancties en proceskosten zijn niet subsidiabel. 2.2 Roerend en onroerend materiaal in huur/leasing: Huur die aan derden moet worden betaald voor het gebruik van gebouwen, lokalen, apparatuur en infrastructuur wordt aanvaard. Indien er geopteerd wordt voor een leasingformule is enkel de kost die de netto aankoop van het goed vertegenwoordigd subsidiabel. Deze moet rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het project (eventueel verdeelsleutel). 2.3. Roerend en onroerend materiaal in afschrijving: Zodra het aankoopbedrag meer dan 250 euro bedraagt, moet er met afschrijvingen gewerkt worden. Het roerend materiaal en de uitrustingsgoederen moeten worden afgeschreven zoals aangegeven wordt in onderstaande tabel: Software Hardware Machines en rollend materiaal Meubilair Installaties, machines en uitrusting Jaar 2 3 5 10 10 Afschrijvingsperiode Maand 24 36 60 120 120 Ook hier is de algemene opmerking in verband met de verdeelsleutel van toepassing. Een voorbeeld: Een computer (afschrijving op 3 jaar) wordt aangekocht (900 EUR) op 01/09/2009. Voor het omkaderingsdossier 2010 (m.b.t. voorschotten 2009) kan dus het volgende bedrag worden ingebracht: (900 EUR)/3 jaar * 4/12de = 100 euro Voor het omkaderingsdossier 2011 kan dan 300 euro worden ingebracht. Noot: - Investeringskosten die niet aanvaard worden zijn onroerende goederen. 3. Indirecte werkingskosten Het betreft kosten die niet rechtstreeks verbonden zijn met de doelgroepwerknemer of het begeleidend personeel. Het zijn kosten die indirect nodig zijn voor het uitvoeren van het werkervaringsproject (bv. nutsvoorzieningen, loonkosten management of ondersteunende diensten). Ofwel opteert u ervoor om deze indirecte kosten, mits inachtname van verdeelsleutels, te bewijzen aan de hand van facturen. Als verdeelsleutel dient de verhouding gebruikt te worden tussen het aantal personeelsleden dat aan het project werkt en het aantal personeelsleden van de volledige organisatie. Indien er een andere verdeelsleutel gebruikt wordt, dan dient er duidelijk gemotiveerd te worden waarom er wordt afgeweken. Ofwel opteert u ervoor om deze indirecte kosten als overheadkosten in te dienen. De overheadkosten kunnen maximaal 15 % van de bewezen loon- en directe werkingskosten bedragen. Deze kosten worden benoemd (bv. verwarmingskosten: x euro) en maken deel uit van de suigenerisafdeling. U dient deze kosten niet te bewijzen met stavingsstukken in het dossier. Deze kosten kunnen niet meer ingebracht worden in andere (dubbelfinanciering !). subsidiedossiers