Trends 20110203 p18 2034583985

advertisement
VISIE CONCURRENTIE
VIVES VERGELIJKT VLAAMSE CONCURRENTIEPOSITIE MET DUITSE LÄNDER
Vlaamse economie
behoort tot middenmoot
Een meerderheid van Duitse deelstaten heeft een competitiviteitsvoordeel ten
opzichte van Vlaanderen. Vooral de sterke concurrentiepositie van een aantal
Oost-Duitse deelstaten valt op. Oorzaak is de aanhoudende Duitse loonmatiging
van de voorbije jaren.
Brussel vergeleken met de 16 Duitse
regio’s. Uit het onderzoek blijkt dat
Vlaanderen een middenmotor is. Vlaanderen staat op de 9de plaats van 18
regio’s. Als hoofdstedelijke regio staat
Brussel slechts op een 17de plaats terwijl Berlijn (een stad vergelijkbaar met
Brussel) 7de staat.
Uit het Vives-onderzoek blijkt dat
Brussel en Wallonië een concurrentiehandicap van 2 tot 3 procent ten opzicht
van Vlaanderen torsen. Wellicht minder voor de hand liggend is dat rijke
Länder als Beieren en Baden-Württemberg niet zo goed scoren. De loonkosten per eenheid product liggen er
bijna 3 procent hoger dan in Vlaanderen.
Het onderzoek toont ook aan dat van
de negen Duitse regio’s die beter scoren dan Vlaanderen er zes tot het voormalige Oost-Duitsland behoren. Vooral
Thüringen heeft een concurrentievoordeel ten opzichte van Vlaanderen.
De loonkosten per eenheid product liggen er ongeveer 5,5 procent lager.
Anders gezegd: een Vlaams bedrijf dat
naar Thüringen verhuist, wint 5,5 procent aan competitiviteit. Kiest het voor
andere deelstaten als Brandenburg en
Saksen-Anhalt, dan is de concurrentiewinst nog altijd 2,5 procent.
Volgens Joep Konings profiteert Thüringen volop van dat loonkostenvoordeel. “De deelstaat neemt een sterke
positie in de farmasector in en er wordt
volop geïnvesteerd in activiteiten gerelateerd aan zonne-energie. De regio
heeft ook een luchthaven, een beetje
vergelijkbaar met de luchthaven van
Charleroi. Er vindt trouwens arbeidsmigratie van hooggeschoolden plaats
van Beieren naar Thüringen.”
ALAIN MOUTON
Productiviteit maakt
hogere loonkosten niet goed
m de Belgische concurrentiepositie te meten,
wordt ons land steevast
vergeleken met de buurlanden en Duitsland in het
bijzonder. Het Leuvense onderzoeksinstituut Vives gaat een stap verder en
vergelijkt in een nieuwe studie de Belgische regio’s met de Duitse deelstaten of Länder. Hoe competitief zijn
Vlaanderen, Wallonië en Brussel ten
O
18 3 FEBRUARI 2011 | WWW.TRENDS.BE
opzichte van pakweg Beieren of Thüringen? “Een niet onbelangrijke vraag
want concurrentiekracht is belangrijk
voor de kleine en open Vlaamse economie waar de welvaart ontstaat via
exportmarkten”, legt Joep Konings
uit, samen met Luca Marcolin auteur
van de studie. “Concurrentiekracht
tussen landen verbergt echter veel heterogeniteit. Daarom is een regionale
vergelijking op haar plaats.”
Vlaanderen scoort sterk in Europese
innovatierankings en dus zou men bijna
automatisch moeten besluiten dat
Vlaanderen een van de meest competitieve regio’s van Europa is. Het Vivesonderzoek nuanceert dat. Aan de hand
van de loonkosten per eenheid product
of de loonkosten gecorrigeerd voor productiviteit, een cruciale parameter voor
het vaststellen van de concurrentiepositie, worden Vlaanderen, Wallonië en
Het Vives-onderzoek maakt ook een
onderscheid tussen de concurrentiepositie van Vlaanderen in de industrie
en in de dienstensectoren. Daaruit
blijkt dat het concurrentienadeel van
de Vlaamse dienstensectoren kleiner
is. Vlaanderen staat op de vijfde plaats.
Brussel — nochtans vooral een diensteneconomie — behoort tot de minst
presterende regio’s. Berlijn en Hessen
(met het financiële centrum Frank-
VLAAMS CONCURRENTIENADEEL
Bron: Vives
Op de grafiek die de regionale concurrentiepositie meet, is Vlaanderen
het nulpunt en worden de andere regio’s daartegen afgezet
Voormalig Oost-Duitsland
Baden-Württemberg
Brussel
Beieren
Nedersaksen
Rijnland-Pfalz
Wallonië
Noord-Rijn-Westfalen
Bremen
Schleswig-Holstein
Hessen
Hamburg
Berlijn
Saarland
Saksen-Anhalt
Brandenburg
Mecklenburg-Vorpommern
Saksen
Thüringen
-6%
-4%
-2%
0
+2%
+4%
Een Vlaams bedrijf dat naar
Thüringen verhuist, zou 5,5 procent
aan competitiviteit winnen.
furt) beschikken dan weer over zeer
competitieve dienstenbedrijven. OostDuitse regio’s zijn vooral sterk in industrie, minder in diensten. “Dit onderzoek toont aan dat de Duitse econoom Hans-Werner Sinn gelijk heeft
als hij Duitsland een bazaareconomie
noemt”, legt Konings uit. “Volgens
hem wordt Oost-Duitsland een gebied
dat sterk is in industrie, terwijl WestDuitsland meer en meer focust op
diensten.”
Het concurrentievoordeel dat een
aantal Duitse deelstaten de jongste jaren heeft opgebouwd, is terug te brengen tot de loonmatiging die onze oosterburen nu al een aantal jaren aanhouden. Bovendien hebben een aantal
Duitse bedrijven langere werkweken
ingevoerd zonder loonsverhoging. Gevolg is dat de loonkosten per werknemer tussen 2005 en 2008 in alle Duit-
se deelstaten (Bremen uitgezonderd)
minder snel zijn toegenomen dan in
Vlaanderen. Gemiddeld zijn de Duitse
loonkosten per werknemer 6 procent
minder snel gegroeid dan in Vlaanderen. Nu wordt het voordeel van de
Duitse loonmatiging voor een deel gecorrigeerd door een minder sterke
productiviteitsgroei bij onze oosterburen. Afgezien van Brussel en Hamburg ligt de productiviteit in alle onderzochte regio’s lager dan in Vlaanderen. Maar de relatieve daling van de
loonkosten in Duitsland is nog altijd
sterker dan de relatieve daling van de
productiviteit. Anders gezegd: de hogere Vlaamse productiviteit wordt
maar voor een deel gecompenseerd
door de hogere loonkosten. Vlaanderen wordt hier duidelijk uit de markt
geprijsd door vooral Oost-Duitse Länder. z
WWW.TRENDS.BE | 3 FEBRUARI 2011 19
Download