De laatste phase van de bezetting was de Duitse aftocht. Een groot gedeelte der troepen werd in Duitse schepen onder Britse of Engelse bewaking uit de Hoek naar Wilhelmshafen gebracht. De overige Duitsers moesten naar hun Heimat marcheren. Alleen uitrustingsstukken en persoonlijke eigendommen, voor zover ze in een koffer konden worden gepakt, mochten worden meegenomen, „but certainly nothing reasonably suspect to be of Dutch origin". Zelfs een paar extra schoenen, op grond van ,,christliche Barmherzigkeit" door een Feldwebel gevraagd, werd geweigerd. Na de Duitse aftocht bleef het rommelig in de Hoek. Canadezen en Engelsen sloegen hun tenten bij het dorp op. Spoedig begon men met de bouw van een Transit-camp, waar de manschappen van het bezettingsleger op hun doorreis van of naar Duitsland overnachtten. Het kamp bracht drukte en vertier mede, maar vertraagde de terugkeer naar de gewone gang van zaken. Maar nu de wederopbouw van het verminkte en geschonden dorp deugdelijk ter hand is genomen, gaat het een nieuwe toekomst tegemoet. 1) Het materiaal voor dit overzicht is in 1945/46 in opdracht van de archivaris verzameld door C. Postma, toentertijd adjunct-commies bij het Gem. Archief, waarvoor werden geïnterviewd G. Quint, overste der Marine; A. N. M. de Bruyn, leider der hulp-secretarie; P. J. van Enoo, adjunct-commies ter hulpsecretarie; N. Hoogenboom, opzichter van de Rijks Waterstaat; ds H. Luyendijk, ned. herv. predikant; ds Sybrandy, geref. predikant; kapelaan P. Brinkman; dr K. M. Knip en J. A. van Duin, majoor van politie. De eindredactie is van mej. dr A. Th. C. Kersbergen, met medewerking van de heren De Bruyn en Hoogenboom (1948). 2) 11 Mei des morgens werd aangevangen met het vegen van mijnen. Door twee Engelse treilers werd met behulp van een stalen sleepnet het gedeelte van de mond van de Waterweg tot boven de Berghaven geveegd. Nabij de Semaphore werden twee magnetische mijnen tot ontploffing gebracht. 3) 6 Aug. 1940 ging een Duits Marinevaartuig (Belgische vissersboot) op de Maasvlakte ten onder. 7 September 1941 werd nabij de brulboei bij de Hinderribben door oorlogshandelingen een Duitse treiler (Hafenschutzboot van Hoek van Holland) tot zinken gebracht. 28 October 1941 liep het Duitse convooischip Hertha Engelina Fritzen op de Maasvlakte aan de grond, brak in tweeën en ging verloren. 23 Maart 1942 strandde een Duits Marine vaartuig (vislogger) tegen de afsluitdam van het Zuiderhoofd en moest ter plaatse worden gesloopt. 177