Intentieverklaring Toonbeelden van de Wederopbouw Afspraken tussen: De Colleges van Burgemeester en Wethouders van de 30 Wederopbouwgebieden, zoals opgenomen als Nationaal belang 10 in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door: - M.J.H. Elferink voor Hengelo binnenstad (1/30) J.C. Knape voor Katwijk aan Zee boulevardzone (2/30) J. Wijsmuller voor Den Haag Atlantikwallzone Kijkduin-Zorgvliet (3/30) H. van den Berg voor Rhenen binnenstad (4/30) P.J. Langenberg voor Rotterdam oostelijke binnenstad (5/30) B. van Hees voor Nijmegen binnenstad (6/30) P.P.M. Ploegaert voor Oostburg (7/30) R. van der Schaaf voor Groningen De Wijert-Noord (8/30) R. van der Weide voor Emmen Emmermeer, Angelslo en Emmerhout (9/30) H.H. Suelmann voor Nagele (10/30) K.H. Ollongren voor Amsterdam Westelijke Tuinsteden (11/30) M.J.H. Elferink voor Hengelo Klein Driene I en II (12/30) N.T. Stukker voor Apeldoorn Kerschoten (13/30) J. Wijsmuller voor Den Haag Mariahoeve (14/30) P.F. Rozenberg MPA voor Leidschendam-Voorburg De Heuvel Prinsenhof (15/30) P.F.C. Jansen voor Utrecht De Halve Maan (16/30) P.J. Langenberg voor Rotterdam Ommoord (17/30) H.C. van Olden voor Den Bosch Plan Zuid (18/30) M.A.E. de Bie voor Breda De Heuvel (19/30) M. Schreurs voor Eindhoven ‘t Hool (20/30) J.M.M. Clemens voor Heerlen Vrieheide (21/30) G.J. van Grootheest voor Maastricht De Pottenberg (22/30) F. Veltman voor De Fryske Marren Haskerveenpolder (23/30) H.H. Suelmann voor Noordoostpolder (24/30) M. van Abbema-Weijtsma voor Vriezenveen (25/30) J.A. Pot-Klumper voor Beltrum I (26/30) D. Vlastuin voor De Groep en omgeving (27/30) (deel gem. Renswoude) G. Boonzaaijer voor De Groep en omgeving (27/30) (deel gem. Utrechtse Heuvelrug) S.A.M. Bos voor Maas en Waal-west (28/30) J. Melse voor Walcheren (29/30) A.G.T. van Aert voor De Scheeken (30/30) (deel gem. Best) H.G.J.M. van Wanrooij voor De Scheeken (30/30) (deel gem. Boxtel) hierna te noemen ‘de gemeenten’. en Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw M. Bussemaker en hierna te noemen ‘het Rijk’. In overweging nemende dat: - Het Rijk als onderdeel van de Visie Erfgoed en Ruimte 30 gebieden in Nederland heeft geselecteerd die in samenhang met elkaar een staalkaart laten zien van de bijzondere karakteristieken van stedenbouw en landinrichting uit de periode van de Wederopbouw (1940-1965); - Deze gebieden in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte zijn opgenomen als onderdeel van Nationaal belang 10, zijnde: ‘ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten’; - Er een groeiende waardering is voor de architectuur, stedenbouw en landschap uit de Wederopbouwperiode; - Het hier gaat om (hoog)dynamische gebieden en er niet zelden substantiële ruimtelijke opgaven in de gebieden verwezenlijkt moeten worden, waarbij afstemming tussen plannen en belangen noodzakelijk is om de ruimtelijke kwaliteit en samen te waarborgen en/of versterken; - Partijen in het kader van het uitvoeringsprogramma van de Visie Erfgoed en Ruimte samengewerkt hebben aan een groot aantal projecten; - Partijen de afgelopen jaren gewerkt hebben aan de nadere uitwerking van de cultuurhistorische waarden, c.q. de ruimtelijke kernkwaliteiten van deze gebieden; - Deze kernkwaliteiten als inspiratiebron kunnen dienen bij ruimtelijke ontwikkelingen als transformatie en revitalisatie. Komen het volgende overeen: - Het Rijk zal zich inzetten het nationaal belang van de Wederopbouwgebieden te blijven borgen in toekomstig omgevingsbeleid in het algemeen en in het kader van de Nationale Omgevingsvisie in het bijzonder; - De gemeenten zullen de kernkwaliteiten zoals die indicatief omschreven staan in de Visie Erfgoed en Ruimte, als onderdeel van een ontwikkelingsgerichte bescherming borgen in ruimtelijk beleid, voor zover dat al niet gebeurd is; - De gemeenten zullen bij de uitvoering van artikel 3.1.6. vijfde lid van het Besluit op de ruimtelijke ordening onder meer aangeven op welke wijze er met cultuurhistorische waarden uit de Wederopbouwperiode rekening is gehouden; - Het Rijk wil de gemeenten hierbij ondersteunen en kan op verzoek van gemeenten adviseren over behoud, herstel, versterking en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de Wederopbouwgebieden. Inwerkingtreding, looptijd en evaluatie: - Deze overeenkomst treedt in werking daags na ondertekening, onder de opschortende voorwaarde dat deze is goedgekeurd (indien en voor zover er sprake is van een goedkeuringseis) door de raad van de betreffende gemeente. - Deze overeenkomst wordt aangegaan tot en met het moment van de inwerkingtreding van de Omgevingswet danwel tot 31 december 2021. - Een half jaar voor het aflopen van de overeenkomst zal het Rijk de overeenkomst evalueren en zal bezien worden of verlenging ervan wenselijk is. kijksd ienst vuur het Cultureel Erfgoed Ministerie ree Undera, a_ttilur WrtettKliky Boxtel, Best en Sint-Oedenrode De Scheeken e Namens de gemeente Boxtel voor wederopbouwgebied 'Dfc-Sce ken', 7 ; H.G.J.M. van Wanrooij 3