LEERSTOFOVERZICHT GROEP 5 Schooljaar 2012-2013 1 INLEIDING In dit overzicht willen wij u zicht geven op de leerstof van groep 5 op "De Bottel". Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van dit boekje, stap dan gerust een keer binnen. Dit geldt natuurlijk ook in de loop van het schooljaar (graag na schooltijd). Is het onderwerp wat “zwaarder” of heeft het meer tijd nodig, maak dan even een afspraak. Marion Schreurs-Heijnen Mieke Vorstermans Leerkrachten groep 5 LEERSTOFGEBIEDEN De leerstof is grofweg te verdelen in de volgende gebieden: Cursorische vakken: rekenen, taal, lezen en schrijven. Wereldoriënterende vakken:aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkennis en algemene wereldoriëntatie (W.O.) Expressievakken: tekenen, handvaardigheid, dramatische expressie en muziek. Overige vakken: verkeer, godsdienst en gym. De verschillende vakken en onderwerpen die binnen deze leerstofgebieden aan de orde komen zijn: LEZEN Het lezen zoals dat in groep 5 gebeurt, is als volgt in te delen: Technisch lezen: Technisch lezen gebeurt 4x per week een half uur. Dit gebeurt onder het gezamenlijk leesmoment. Wij gebruiken de methode “Estafette” voor Technisch lezen. De verdeling van de kinderen op leesniveau gebeurt met behulp van de Avi-toetsen (deze toetsing vindt 2 tot 3 x per jaar plaats). Alle kinderen lezen minimaal 1x per week hardop in met een maatje op hun niveau; in de andere leesles lezen ze voor zichzelf. De kinderen lezen ook zelfstandig boeken die ze zelf kiezen. Verder hebben wij zelf geïnvesteerd in goed te gebruiken extra oefenmaterialen voor het versnellen in leestempo. Het bavi-lezen is een vorm van lezen. In deze tijd mogen de kinderen zelf kiezen in welk boekje ze lezen. Het Avi-niveau speelt dan ook geen rol. Als het boekje te moeilijk is leggen ze het vanzelf wel terug. Ze leren wanneer een boek uit is het zgn. leesblad in te vullen. Deze bladen kunnen bewaard worden in hun klapper. Aandachtspunten bij het “hardop”-lezen zijn o.a.: nauwkeurig lezen, interpunctie en zinsmelodie. Begrijpend en studerend lezen: We gebruiken de methode “Nieuwsbegrip”. Nieuwsbegrip is een aanpak waarbij leerlingen een tekst lezen over een actueel onderwerp. Aan de actuele tekst zijn woordenschat- en leesbegripoefeningen gekoppeld, die betrekking hebben op strategieën. De achterliggende gedachte van Nieuwsbegrip is dat de actualiteit de leerlingen zal motiveren om de tekst te lezen. Er wordt gewerkt met blokken van vijf weken 2 waarin per tekst een bepaalde strategie centraal staat. De leerlijn van Nieuwsbegrip bestaat uit de volgende strategieën: voorspellen, ophelderen van onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen en relaties/verwijswoorden. Bij Nieuwsbegrip hoort ook een internetsite voor leerlingen, dit vormt samen NieuwsbegripXL. Via het internetadres www.nieuwsbegripxl.nl komen de leerlingen op de site van de uitgeverij. Hier maken de leerlingen met de klas een magazine. Zij putten daarbij inspiratie uit de onderwerpen van Nieuwsbegrip; ze maken een nieuwsquiz, een fotostrip, geven hun mening over hun stelling, schrijven een recept of gebruiksaanwijzing, een verhaal of een gedicht, een briefje of een verslag. Hier kunnen ze thuis ook aan werken. Daaraan voorafgaand doen de leerlingen woordenschatoefeningen met een selectie van woorden uit de Nieuwsbegriples. Daarnaast staan er strategielessen op en extra lessen. De eerste zijn bedoeld om de strategieën aan te leren. In de extra lessen worden andere tekstsoorten aangeboden dan in het huidige Nieuwsbegrip. TAAL Wij werken met de nieuwe taalmethode “TAAL IN BEELD”. Dagelijks krijgen de kinderen les uit deze methode en komen de volgende onderdelen iedere week aan bod: - Woordenschat, - Spreken/Luisteren, - Taalbeschouwing en – Schrijven. De methode werkt met een duidelijke opbouw: verkenning, instructie, aan de slag en terugkijken. De kinderen krijgen deels klassikaal les en deels werken zij hier zelfstandig aan. Er kan gedifferentieerd gewerkt worden naar behoefte van begeleiding. De methode bestaat uit 8 blokken van 4 weken. Aan het eind van ieder blok volgt toetsing en aan de hand daarvan herhaling of plustaken. SPELLING Naast de nieuwe taalmethode werken wij met de spellingmethode “SPELLING IN BEELD”. Deze is gekoppeld aan de methode “Taal in Beeld”. Ook de methode Spelling bestaat uit 8 blokken van 4 weken. Iedere week staan er woorden centraal. Deze komen terug in de Spellinglessen, maar ook tijdens andere momenten in de week. Na het signaaldictee kan het zijn dat uw kind oefenwoorden mee naar huis krijgt om ze te oefenen voor het controledictee. Dit kunnen de kinderen natuurlijk zelf doen door de woorden te bekijken, af te dekken en daarna te schrijven, maar het effect is natuurlijk veel groter als u kans ziet de woorden (of een aantal eruit) echt te dicteren! Ook kan het zijn dat uw kind wekelijks oefenstof voor spelling mee naar huis krijgt. U wordt door de groepsleerkracht hierover geïnformeerd. SCHRIJVEN We werken met de methode, ‘Novoskript’. In groep 3-4-5 wordt er veel gewerkt aan de ontwikkeling van de schrijfmotoriek. Ook worden in groep 5 de hoofdletters aangeleerd. De methode splitst de schrijflessen uit in lessen motoriek en lessen schrijven: Motoriek: Om goed te kunnen schrijven moeten kinderen geoefend zijn in het coördineren van grote en kleine bewegingen. Gecoördineerde bewegingen zorgen niet alleen voor een goed leesbaar handschrift, maar ook voor een ontspannen schrijfhouding en een correcte potloodgreep. 3 Kinderen hebben veelzijdige bewegingservaringen nodig, met het totale lichaam, met rechts of met links en symmetrisch met twee handen. Dergelijke bewegingen bevorderen de opbouw van een neutraal netwerk waarbij de rechter en de linker hersenhelft intensief samenwerken. Schrijven: Hierbij is het belangrijk om kinderen een functioneel persoonlijk handschrift te laten ontwikkelen waarmee zij duidelijk kunnen leren communiceren. In groep 5 leren de kinderen de hoofdletters van het verbonden schrift schrijven. De schrijfmotoriek van de kinderen wordt geobserveerd. Zo kan vastgesteld worden wie extra motorische oefening nodig heeft. De kinderen werken met verschillend schrijfgerei. Het is belangrijk dat het kind ervaart met welk schrijfgerei hij of zij het prettigst schrijft en de beste resultaten behaalt. REKENEN In “De wereld in getallen” wordt er gewerkt in blokken die zijn opgebouwd rondom een thema. Ieder blok bestaat uit 15 taken die binnen 5 weken worden behandeld. Iedere 2 dagen wordt er ongeveer 1 rekentaak behandeld. Iedere week wordt er 1 les besteed aan een projecttaak, dit zijn vaak de leukere rekenlessen. Ze gaan b.v over meten, oppervlakte, ruimtelijke oriëntatie (b.v. bouwsels van blokken met plattegrond, aantal, e.d.), afstanden, geld, klok en tijd. Een overzicht van wat er in het eerste blok aan bod komt: Tellen: verder en terugtellen (t/m 1000), ordenen van getallen, getallen samenstellen. Automatisering: tafels, sommen over het tiental (7+8, 14-9). Handig rekenen: b.v. 42-39, 15+6+15+4. Optellen en aftrekken t/m 100: 54+36, 70-46. Optellen en aftrekken t/m 1000: b.v. 200+300; 490-50. Delen: groepjes maken, introductie van het deelteken. Geld: honderdjes, tientjes, euro’s. Lengte: kennismaken met de meter, schattend meten, meten met de liniaal. Tijd: klokkijken. De kinderen leren werken met de digitale klok. Het is goed om dit ook met uw kind thuis te oefenen. Meetkunde: plaats en richting bepalen en tekenen van een route op een rooster. Verhoudingen: afstand-tijd. Taak 12 is een toets om te kijken in hoeverre de minimum- en basisstof wordt beheerst. De taken 13 en 15 zijn bedoeld voor de kinderen die nog eens extra oefening nodig hebben. De taken 13+ en 15+ zijn voor de kinderen die de stof beheersen. Na 12 volgende taken idem. In de rekenles werken we met niveaugroepen. Deze worden gemaakt op basis van vroegere toetsresultaten. De Plusgroep werkt veelal buiten de methode om met ‘somplex’. De blokgroep werkt zelfstandig na een korte instructie. De instructiegroep krijgt een langere instructie en behoeft dus ook meer aandacht. De groepen kunnen gedurende het jaar wisselen/veranderen. TEMPOTOETS TAFELTJES: Omdat we van mening zijn dat de kinderen in groep 5 de tafeltjes moeten kennen, zal regelmatig de tempotoets tafeltjes worden gemaakt. Daarnaast kunnen de tafeltjes ook op andere manieren worden geoefend, b.v. met diverse rekenmaterialen, op de computer en rekenkaarten (keuzetaak). De eerstvolgende weken worden de tafeltjes van 1 t/m 5 en 10 getoetst, daarna ook die van 6, 7, 8 en 9. Deze tempotoets Tafeltjes wordt regelmatig afgewisseld met de tempotoets optellen/aftrekken, om ook deze bewerkingen te blijven trainen op tempo. Later in het jaar zal de tempotoets van de deelsommen erbij komen. Wij noteren op de toetsblaadjes steeds de gemiddelde groepsscore om u een indruk te geven van het niveau van uw kind t.o.v. de groep bij het automatiseren van de tafeltjes, maar van veel groter belang is natuurlijk de persoonlijke score en het streven om die steeds te verbeteren. 4 GESCHIEDENIS In groep 5 vindt voor deze leerlingen een eerste echte kennismaking met de geschiedenis plaats. Daar wordt de methode “Bij de tijd” voor gebruikt. De methode hanteert de 10 tijdvakken, met bijbehorende “iconen” die de laatste jaren gebruikelijk zijn in de Nederlandse geschiedschrijving. U zult een en ander zien op de klassikale tijdbalk, die in de loop van het jaar “aangekleed” zal worden met platen over de behandelde lessen. In groep 5 komen de volgende tijdvakken aan de orde: Tijd van jagers en boeren (-3000 v Chr.) Tijd van monniken en ridders (500 – 1000) Tijd van regenten en vorsten (1600 – 1700) Tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900) Tijd van wereldoorlogen (1900 – 1950) Hierbij staat in groep 5 natuurlijk Nederland centraal. Ook brengen we in het kader van Geschiedenis een bezoek aan museum De Locht en hebben we een project hieromtrent. AARDRIJKSKUNDE Voor aardrijkskunde maken we gebruik van de methode “Hier en daar.” De leerstof wordt aangeboden in de vorm van een 10-tal thema’s, als: Mensen; Wonen; Werken; Vrije tijd; Natuur; e.a. In de methode komen ook sociale aspecten aan de orde, zoals de thema’s Samenleven; Een werkplek; Milieuzorg. Er wordt ook regelmatig aandacht besteed aan de begrippen plattegrond en kaart, met daarbij een verwerking en toepassing in de opdrachten. Dit is natuurlijk vooral een voorbereiding op het kaartgebruik in de hogere groepen. Al deze aardrijkskundige zaken zullen, waar mogelijk, worden behandeld in relatie met andere vakken, zoals geschiedenis en natuuronderwijs. NATUURONDERWIJS Het natuuronderwijs komt aan bod binnen onze nieuwe methode “In vogelvlucht!”. Daarbij oriënteren leerlingen zich op zichzelf, de omgeving, dieren, planten en natuurverschijnselen en ook op de wijze waarop mensen met elkaar en met de natuur omgaan, hoe ze problemen oplossen en betekenis geven aan hun bestaan. Onderwerpen die bijvoorbeeld aan bod komen zijn; het eigen lichaam, eten en gegeten worden, licht en spiegels, internet, het weer en vlinders. We proberen zoveel mogelijk met concreet materiaal aan het werk te gaan en buiten op ontdekking uit te gaan. WERELDORIËNTATIE Naast de lessen natuuronderwijs en w.o. kijken we iedere vrijdagmiddag naar een uitzending van de schooltelevisie: ”Nieuws uit de natuur”. 5 TEKENEN Aan de hand van gerichte opdrachten wordt er met verschillende materialen gewerkt (o.a. houtskool, vetkrijt, verf ,kleur-/ potlood). HANDVAARDIGHEID In de handvaardigheidslessen komen diverse technieken en materialen aan bod. Tevens hebben we ook dit schooljaar de crea-middagen, waarbij de kinderen kunnen intekenen op een groot aantal activiteiten, die overwegend creatief zijn. DRAMATISEREN Bij de verschillende leerstofgebieden, met name bij taalactiviteiten, vinden momenten plaats, waar kinderen komen tot dramatische expressie, b.v. in de vorm van bewegen/dans, bewegingen/gezichtsuitdrukkingen nadoen, naspelen van een verhaal of situatie (toneel) en pantomime. MUZIEK De muzieklessen worden gegeven door een docent van Kunstencentrum Jerusalem. Vorig jaar zijn de kinderen in groep 4 begonnen met de ‘muziekcursus’ Muziek in de klas. Dit zal dit jaar verdergaan in groep 5. Deze muzieklessen worden gecoördineerd vanuit het kunstcentrum Jerusalem in Venray. De muzieklessen hebben als doel om de kinderen een brede muzikale basis aan te bieden. Een basis van waaruit doorstroming naar het instrumentale vervolgonderwijs in principe mogelijk is. Verder zingen we regelmatig in de groep en laat de leerkracht de kinderen kennismaken met enkele muziekstromingen en muziekinstrumenten. GODSDIENST We gebruiken de methode “ Beloofd blijft beloofd”. Deze methode gaat in 6 thema’s over de Bijbel, de Kerk en over eigen ervaringen. De stof is verdeeld over 3 verschillende boekjes. De onderwerpen in groep 5 zijn: Een eigen naam, een eigen gezicht. - David. - Dopen. – Jezus van Nazareth. – Groeien naar het licht. – Bewoonbaar maken. Uiteraard wordt ook jaarlijks aandacht besteed aan de kerkelijke feesten en komen er Bijbelverhalen aan bod uit de Kinderbijbel. VERKEER Wij werken op school met de methode “Op Voeten en Fietsen”. Deze wordt uitgegeven door Veilig Verkeer Nederland. Achtmaal per jaar komt een nieuwe krant uit met informatie en opdrachten rondom een onderdeel uit de kerndoelen van het primair onderwijs voor verkeer, in samenwerking met de praktijk. De situaties zijn voor de kinderen zeer duidelijk en herkenbaar. Ook zijn opdrachten en de nieuw opgedane kennis direct toepasbaar in de praktijk. 6 GYMNASTIEK Op onze school werken we met de gymmethode Planmatig Bewegingsonderwijs. De kinderen hebben 2 keer in de week gymles. De gymlessen zijn op woensdagmorgen en vrijdagmiddag. Als het weer daartoe uitnodigt, wordt de les op vrijdagmiddag op de speelplaats gegeven in de vorm van slagbal. ZELFSTANDIG WERKEN/LEREN Zelfstandig werken is, net als in de overige groepen, structureel ingevoerd in groep 5. De kinderen werken aan de hand van een weektaak. Per dag staan er de vakgebieden die aan bod komen en waarvan de kinderen zelfstandig opdrachten kunnen verwerken. Vooral tijdens de combinatiegroepmomenten maken wij gebruik van de weektaak. De instructiemomenten zullen meer in de enkele groep plaatsvinden. De bedoeling van het Z.W. is dat de kinderen leren om zelfstandiger (met de lesstof) bezig te zijn en ook zelfstandiger bepaalde beslissingen te kunnen nemen, waar ze hun eigen verantwoordelijkheid voor (leren) dragen. Hierbij worden de gemaakte werkafspraken nadrukkelijk gehanteerd. Kinderen kunnen ook aangesproken worden op hun taakgedrag en hierbij wordt de weektaak erbij gepakt. Ze moeten invullen welke taken ze klaar hebben. Wanneer de kinderen de Moettaken klaar hebben bestaat de mogelijkheid tot extra oefening en er zijn in de klas allerlei extra materialen voorhanden. Verder staat er regelmatig ook een huiswerkopdracht op, zoals het oefenen van de tafeltjes of het werken met Nieuwsbegrip op de computer thuis. TOETSING Binnen de methodes (m.n. taal/lezen spelling en rekenen, maar ook aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis) zullen veelal, na een bepaald onderwerp of hoofdstuk, toetsen worden afgenomen. Deze zijn erg belangrijk om een beeld te krijgen van hoe de kinderen of groep deze leerstof hebben begrepen en/of beheersen. Deze gegevens zullen dan ook worden gebruikt bij het maken van het rapport. Naast deze (subjectieve) “methode-gebonden toetsen”, zullen er in groep 5 ook methodeoverstijgende (genormeerde/objectieve) toetsen worden afgenomen. Toetsen die in de loop van het jaar zullen worden afgenomen, zijn: AVI: bepalen van het leesniveau (technisch lezen). D.M.T. (Drie Minuten Toets; toetst eveneens technisch lezen, maar nu door middel van woordrijen, waardoor de lezer geen houvast heeft aan de tekst. Vooral voor zgn. "radende lezers" is deze toets naast de Avi-toets van belang. T.T.R.: tempotoets rekenen Begrijpend Lezen van Cito Begrijpend Lezen dmv NieuwsbegripXL-toetsen Spelling van Cito Taal en Spelling dmv methodetoetsen Rekenen - Wiskunde van Cito Rekenen dmv methodetoetsen Woordenschat van Cito 7 De gegevens die deze toetsen opleveren zullen ook worden gebruikt bij het bepalen van het rapportpunt. Voor de afnamemomenten na de niet-methode-gebonden toetsen verwijs ik u naar de Toetskalender. WERKEN MET DE COMPUTER Bij steeds meer moderne methodes komen aanvullende computerprogramma’s voor oefening, verrijking of toetsing. Van de computers zullen we ook dit jaar weer veel gebruik gaan maken. De computer neemt een wezenlijk onderdeel in van het lesaanbod en de noodzakelijke oefening. Dit zal voornamelijk plaatsvinden in het computerlokaal. De computer zal veelal worden gebruikt als aanvulling op de leer- en oefenstof om: - Herhaling en Plustaken van de Taal- en Spellingmethode - Oefenen van de verschillende onderdelen van de rekenstof - Bepaalde sommen nog eens te herhalen/oefenen - Nieuwsbegrip XL Daarnaast kunnen de kinderen ook gebruik maken van Internet (Onderwijsnet) als er bepaalde informatie nodig is. 8