Psychische schade door diefstal Een chef bij een leverancier van horeca-apparatuur krijgt onterecht ontslag. Hij raakt arbeidsongeschikt door psychische schade. Een man werkt al tien jaar als chef bij een leverancier van horeca-apparatuur. Na een grootschalige diefstal krijgt hij degradatie en moet inkomende goederen schoonmaken. Hij meldt zich een dag later ziek. De bedrijfsarts stelt psychische schade vast. Kort daarop krijgt de werknemer ontslag op staande voet. Hij zou in een telefoongesprek zijn directeur hebben bedreigd. Het gerechtshof acht het ontslag onterecht. Het telefoongesprek was niet bedreigend en de werkgever moet loon doorbetalen. Dit mede omdat de werknemer niets met de diefstal te maken had en hij dus ten onrechte degradatie had gekregen. Het hof vindt dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingezet voor de re-integratie en wijst de loonvordering toe. Er volgt een tevergeefse re-integratie. De werknemer houdt ernstige klachten door de psychische schade en is niet in staat om zijn werk te hervatten. Hij ontvangt een WIA-uitkering op basis van 100 procent arbeidsongeschiktheid en wil vergoeding van zijn schade. De kantonrechter stelt vast dat de kern van de zaak ligt in de degradatie en het onterecht gegeven ontslag op staande voet. Dat heeft de werknemer psychische klachten bezorgd die hij tot op heden heeft. Op grond van art. 7:611 BW moet een werkgever zich als goed werkgever gedragen. Dat brengt met zich mee dat een werkgever er in beginsel voor moet zorgen dat hij een beslissing – zoals degradatie of ontslag op staande voet – zorgvuldig neemt, zowel voor wat betreft de inhoud als de wijze waarop. Dit om de inzetbaarheid van zijn werknemers te garanderen door (psychisch) letsel bij hen te voorkomen Dat heeft hij niet gedaan. Daarop is de werknemer ziek uitgevallen en heeft hij zijn werkgever in het kader van de verzuimbegeleiding geïnformeerd over de aard van de toen bestaande klachten. De werkgever heeft vervolgens onvoldoende aandacht gehad voor de re-integratie. Ook ging hij een gesprek met de werknemer uit de weg. De kantonrechter oordeelt dat de elkaar opvolgende onzorgvuldige en belastende gedragingen van de werkgever geleid hebben tot de ernstige psychische klachten. Dit rechtvaardigt een schadevergoeding op grond van schending van artikel 7:611 BW. De rechter kent daarom een (nader te bepalen) inkomensvergoeding toe over een periode van vier jaar, met daarnaast een bedrag van 5.000 euro als vergoeding voor de immateriële schade. Kantonrechter Utrecht, 21 januari 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:552 Auteur: Rob Poort | Bureaupoort.nl > Bijblijven op het gebied van jurisprudentie? Kom naar de Arbo Wetgeving & Actualiteitendag op 30 april.