- Scholieren.com

advertisement
Tijdvak 4
De aspecten:
13: De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarichurbane samenleving.
14: De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden.
15: Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht
het primaat behoorde te hebben.
16: De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van
kruistochten.
17: het begin van staatsvorming en centralisatie.
Kernbegrippen:
Ambacht: Het vervaardigen van producten voordat industrie werd ingevoerd. Of: het beroep dat
iemand daarbij heeft.
Centralisatie: Besturen vanuit één centraal punt of het streven daarnaar.
Expansie: Uitbreiden van gebied of invloed.
Geestelijkheid: De stand die bestond uit mensen die gewijd waren als dienaren van de christelijke
God, met name de priesters en monniken.
Handel: Het kopen en verkopen van goederen.
Kruistochten: Militaire ondernemingen om het Heilige land te veroveren of te behouden.
Staatsvorming: Het ontstaan van een groot gebied met een bestuur.
Wereldlijk: Dat wat niet hoort bij de kerk of het geloof.
De samenvatting:
In de tijd van Steden en Staten waren nagenoeg alle West-Europeanen rooms-katholiek.
De mensen geloofde dat god da aarde had geschapen en dat god als plaats vervanger de paus en de
keizer had om over de wereld te heersen. was er vaak onenigheid voer wie nu het hoogste gezag op
aarde toekwam. Des tijd waren er drie standen in: geestelijkheid, adel en burgerij (de boeren).
Omstreeks 1050 veroverden islamitische Seldjoeken, een grote delen van Arabische gebieden en van
Klein-Azië. Het christelijke Byzantijnse Rijk dreigde het slachtoffer te worden van hun
veroveringsdrang. De christenen mochten niet meer in Jeruzalem komen daarom riep Paus Urbanus
II r de kruisvaarders op tot een kruistocht. Hij en zijn opvolgers beloofden de kruisridders dat al hun
zonden zouden worden vergeven waardoor men de hemel kon verdienen. Vechten om Jeruzalem te
bevrijden, en zo vergeving van zonden te verkrijgen, sprak velen aan. In 1097 begon men aan de
verovering van Klein-Azië. Dankzij de verdeeldheid onder de islamitische tegenstanders, konden de
kruisridders in 1099 Jeruzalem veroveren. twaalfde en dertiende eeuw waren er nog verschillende
kruistochten . Vanaf de zevende eeuw nam de productiviteit van de landbouw toe. Dat kwam
doordat de boeren andere trekdieren, gereedschappen en landbouwmethoden gingen gebruiken.
Ook dankzij een verbeterde ploeg kon de grond echt worden opgeploegd, wat de opbrengst van de
akkers vergrootte. En omdat er meer te eten was, groeide ook de bevolking. De steden namen in
aantal en omvang toe en de maatschappij kreeg weer meer een agrarich-urbane (stedelijke)
karakter. In 1128 werd dit beslecht in het voordeel van graaf Diederik van de Elzas, die de steun
kreeg van de Vlaamse steden. De steden wilden wel iets terug voor die steun: meer veiligheid voor
een betere rechtspraak, kanalen graven om de handel te bevorderen en de steden kregen meer
vrijheden, die werden vastgelegd in stadsrechten. In de veertiende en vijftiende eeuw ontstond
tussen Frankrijk en het Duitse Rijk een samenklontering va verschillende graafschappen en
hertogdommen.
Antwoorden op de basis vragen:
KA-13
40.
-De Kooplieden gingen samenwerken. Zij sloten zich aaneen in gilden.
-De verbetering van de wegen waardoor er snel gereisd kon worden.
41. Italië lag gunstig voor de handel tussen het Midden-Oosten en de rest van Europa.
42.a wegwerken van handelsbelemmeringen in Europa.
42.b destijds werkten steden samen en nu staten.
43. De steden groeiden doordat er veel mensen van het platteland naar de steden verhuisden.
44. Omdat de mensen in de steden niet zelfvoorzienend waren moesten er ambachten komen. Zo
werden de ambachtslieden de grootse groep in de steden.
45. Er ontstond een agrariche-urbane samenleving, door de herleving van de handel maar de
meesten mensen waren nog steeds boeren maar steeds meer mensen gingen leven in steden.
KA-14
46. a De stedelingen waren vroeger niet vrij. Ze hadden allerlei regels die handel beperkte. Als de
stedelingen de stads rechten hadden zou de handel beter worden en zou de stad rijker worden.
46. b In ruil voor de stadsrechten eisten de edelen het betalen van belastingen en ze konden
rekenen op militaire hulp en financiële steun van de steden.
47. Als er geen opvolger was buiten de steden uit dat ze één kandidaat te steunen in ruil voor meer
zelfstandigheid en invloed op de het landsbestuur.
48. a Alleen de leden van de gilden mochten het beroep uitoefenen. Dus ze hoefden niet bang te zijn
voor concurrentie
48. b Omdat er strenge regels waren voor de gilden hoe het product er uit moest zien. Het voordeel
dat de burgers hadden was dat ze goede kwaliteit spullen konden kopen bij de gildes
KA-15
49. Over benoeming van bisschoppen, abten en andere geestelijken.
50. Paus Gregorius leek te winnen. Maar Hendrik IV bleef bisschoppen en abten benoemen en liet
zelfs een tegen paus kiezen. Hij verdreef paus Gregorius uit Rome en werd toen zelf paus.
51.Hendrik V erkende het gezag van de Kerk bij e benoeming van de bisschoppen en abten Maar de
paus moest toegeven dat hij niet genoeg macht had om de vorsten af te kunnen zetten.
52. De vorsten hielden vaak rekening met de kerk. Ook zou de geestelijke belangrijke taken in het
bestuur krijgen.
KA-16
36. Na de verovering van Palestina door de islamitisch Arabieren mochten christelijke pelgrims de
heilige plaatsen in Palestina blijven bezoeken. Maar dat mocht niet meer na 11e eeuw een groot deel
van het Midden-Oosten werd veroverd door ween ander islamitisch volk, De Seldsjoeken. Pelgrims
berichten dat zij door de Seldsjoeken slecht werden behandeld.
37.
-De paus beloofde de deel nemers vergeving van hun zonden
-Anderen gingen voor het avontuur en roem
-Misdadigers die mee gingen hoefden hun straf niet onder te gaan
38.
-De kruisvaders stichten tijdens de Eerste Kruistocht in het Midden-Oosten enkele kleine staten.
-De handel nam toe. Kooplieden leverde voedsel en wapens aan de kruisvaders en namen op de
terug weg luxe artikelen mee.
-Nieuwe goederen drongen overal in europa door.
-De beeldvorming over de islamitische wereld veranderde bij de Europeanen en andersom
39.
-Er werden handelsreizen ondernomen om nieuw land te ontdekken
-Er waren wetenschappelijke contanten en activiteiten gelegd om van de kennis die de Arabieren
hadden te kunnen profiteren.
KA-17
53.
-Het besef over gemeenschappelijke ervaringen te beschikken
-Het besef gemeenschappelijke belangen te hebben.
54.
-Hij gaf het grootste deel van zijn grond aan Normandische ridders af maar zorgde dat het maar
kleine stukjes waren.
-Bestuur en rechtspraak kwamen in handen van Koninklijke ambtenaren.
56. Magde Charta zorgde er voor dat de koning geen belasting kan opleggen zonder toestemming en
omdat Magde Charta voor het hele land gold was het een soort van centralisatie.
57. a God heeft de aarde geschapen en aan de mensen toevertrouwt. God houdt het heelal, de
aarde de mens in zijn macht.
57. b
-Nieuwe kennis op het gebied van aardrijkskunde.
-Rond 1350 werd het idee dat de aarde rond is onder geleerden algemeen aanvaart
-Die ideeën over het heelal werden herontdekt.
Antwoorden op Groene vragen:
8. Deze bron is 2 eeuwen na de kruistochten gemaakt wat betekend dat er een ander zicht op is dan
tijdens de kruistochten zelf.
10. a De oorzaak van het herleven van de steden is de groei van de handel.
10. b Door het vertrek naar de steden kregen de leenheren minder macht.
12. De vorsten werden steeds meer afhankelijk van hun leenmannen. De leenmannen vonden dat
hun lenen erfelijk bezit was en zich daar door steeds onafhankelijker ging opstellen.
13. Door de groei van de handel ontstond er een geldeconomie waar door de steden een
belangrijkere rol kregen in de samenleving en de vorsten met hun leger de adel door braken.
14. a over wie de hoogst macht moest hebben in de christelijke wereld.
14. b De paus gebruikt deze afbeelding als propaganda door te laten zien dat de paus de keizer
kroont en dat de paus de macht hoort te hebben.
15.
-het weg trekken van soldaten en bestuurders
-het stoppen van de handel
-minder werk voor handelaren die noodgedwongen boer wornden
-
-samen te gaan weren in gilden
-te zorgen voor bewapende begeleiding
-bescherming tegen rovers en piraten
-verbetering van wegen en bruggen
-het einde van het belasting stelsel
-investering in de muntenstelsel voor een groot
gebied
-daar kon de beste handel worden gedreven
-veel mensen trekken van het platteland naar de stad om werk te zoeken
-de stedelingen geen tijd hebben zelf alles te maken
-en wel het geld hebben om de producten te laten maken
Bronnen:
KA-13
De bron is redelijk betrouwbaar, hij wordt gebruikt als een plaatje bij een groot artikel over de Hanze
steden. De pagina is voor het laatst bewerkt op 11 oktober 2013 dus is hij ook nog erg recent. Er
staat niet bij wie deze bron heeft gemaakt, dus weet ik niet of degene die de bron heeft gemaakt
wel standplaats gebonden is.
KA-14
Deze bron is ook wel betrouwbaar. Het is een foto van stadrechten uit 1122. Het wordt gebruikt op
Wikipedia als een plaatje bij een groot artikel dat over stadrechten gaat. Daarom is het betrouwbaar.
KA-15
Op deze bron zie je iemand van adel en een
geestelijke. Ik weet weer niet wie de bron
heeft gemaakt dus ik kan ook niks zeggen
over de betrouwbaarheid van de bron
KA-16
Op deze bron zie je de verschillende kruistochten van 1000 tot
1500 na Chr. Deze bron is betrouwbaar. Het is een bron bij een
artikel over de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe.
Het gaat over de tijd van 1000 tot 1500 na Chr. , dat is de zelfde
tijd als in het boek.
KA-17
Op deze afbeelding ziet u de Engelse tegen de Franken vechten. De 100 jarige oorlog. Op de ze bron
ziet u 2 grote rijken tegen elkaar vechten. De Bron is betrouwbaar omdat hij in 1428 geschilderd is
en de 100 jarige oorlog duurde van 1337 tot 1453.
Tijdvak 5
De aspecten:
18: Het begin van de Europese overzeese expansie.
19: Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling.
20: De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
21: De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke Kerk in West-Europa tot gevolg had.
Begrippen:
Erfgoed: Materiële overblijfselen die door onze voorouders zijn gebouwd of gemaakt en die nu nog
bestaan en de moeite van het bewaren waard worden gevonden.
Katholicisme: De christelijke kerk zoals die na het schisma in de Middeleeuwen los van de Oosterse
of Grieks-orthodoxe kerk (met Constantinopel als centrum) bestaat, met een paus aan het hoofd.
Protestantisme: Oorspronkelijk een hervormingsbeweging. Later een aparte christelijke stroming,
die zich richtte tegen de misstanden in de katholieke kerk.
Reformatie: Kerkhervorming die leidt tot scheuring in de rooms-katholieke kerk, waarbij het
protestantisme ontstaat.
Renaissance: Letterlijk ‘wedergeboorte’. Tijd waarin men de Grieks Romeinse cultuur herontdekte:
de mens centraal.
Wereldbeeld: Samenhangend Ideeënstelsel over het leven op aarde en het heelal.
Kerkhervorming: De hervorming van de kerk
Samenvating:
Portugal en Spanje maakte veel ontdekking reizen. Hendrik de Zeevaarder is een belangrijk persoon
geweest voor de overzeese expansie. Het schip dat veel werd gebruikt was de karveel was het schip
dat het meest werd gebruikt voor de ze reizen. Met het karveel is ook in 1488 ook de verbinding
tussen de Atlantische en Indische Oceaan gemaakt. Een beroemde ontdekkingsreiziger was ook
Christoffel Columbus die Amerika heeft ontdekt Columbus heeft tot zijn dood gedacht dat hij in Azië
was aangekomen in plaats van Amerika. Spanje en Portugal hadden veel ruzie maar, Met het
Verdrag van Tordesillas verdeelden ze de wereld: Portugal kreeg heel Azië en Spanje kreeg Latijns
Amerika. De belangrijke handelsroute voor de Portugezen was de Carreira da India. Vasco da Gama
had Indië ontdekt. Portugal zijn handelsnetwerk steeds verder uit. Ook kwamen er katholieke
missionarissen met de handelaren mee omdat de bevolking te laten bekeren tot het katholicisme. In
de 16e eeuw nam waarheidsgetrouwe wetenschap de plaats in van traditionele, symbolische
wetenschap. Geleerden kwamen tot de conclusie dat de wereld anders in elkaar stak dan eerder
gedacht werd. Zo werden er ook nieuwe kaarten gemaakt. Erasmus is de belangrijkste
vertegenwoordiger van het Humanisme. De termen Humanisme en Renaissance verwijzen naar een
stroming die eind veertiende eeuw in de steden van Noordwest-Italië ontstond. De Renaissance
omvat de artistieke kant van de stroming. Het Humanisme belichaamt de literaire en filosofische
kant. De ideeën van de humanisten verspreidden zich razendsnel door Europa dankzij reizende
geleerden, studenten en kunstenaars. Doordat er meer boeken en Bijbels konden worden
geproduceerd, namen meer mensen zelf kennis van het geloof en daar door kwamen steeds
kritischer te staan tegenover kerkelijke regels. Erasmus (± 1466-1536) uit Rotterdam was de
belangrijkste humanist van het noorden. Maarten Luther publiceerde 95 stellingen in 1517, waarin
hij het katholicisme bekritiseerde. Hij vond het verkeerd dat geestelijken in luxe leefden, terwijl het
kerkvolk arm was. Luther was tegen de verkoop van ‘aflaten’ door de kerk. Luther brak met de
rooms-katholieke kerk. Hiermee gaf hij het startsein tot de Hervorming (=Reformatie). In de
zestiende eeuw verloor de katholieke kerk het overwicht over de christelijke gelovigen definitief. De
Hervorming startte met Maarten Luther (1483-1546). Hij uitte met zijn stellingen in 1517 kritiek op
het katholicisme. Zo’n twintig jaar na Luther veroorzaakte Johannes Calvijn een tweede radicalere
hervormingsgolf. In 1536 beschreef Calvijn zijn geloofsovertuiging in een boek. Calvijn meende dat
de verlossing van de mens voorbeschikt was. Calvijn vond dat de Bijbel in de landstaal moest worden
uitgelegd tijdens de preek. De Reformatie leidde tot een katholieke tegenactie: de Contrareformatie.
De paus belegde het Concilie van Trente. Er kwamen betere opleidingen voor geestelijken en het
celibaat werd opnieuw vastgesteld. Een eigen geloofsinterpretatie bestond niet. De katholieken
moesten het kerkelijke gezag blijven volgen. De aanval van de katholieke kerk leidde tot bloederige
geloofsoorlogen.
Antwoorden op de gele vragen:
KA-18
1.
-Door de reizen naar Azië en de verslagen van Marco polo
-Door de ontdekkingsreizen van Spaanse en Portugese ontdekkingsreizigers
2. De Portugezen zochten bondgenoten tegen de moslims en ze zochten naar een nieuwe weg naar
Azië. Dan hoefden ze niet meer de specerijen van de moslims te kopen.
3.
-In 1488 bereikten de Portugezen het zuidelijkste punt van Afrika.
-In 1498 ontdektent de Portugezen de weg over zee naar Azië
4. De ontdekking van Columbus hij ontdekte Amerika.
5.
-Spanjaarden legden veel koloniën aan en in die koloniën legeden de Spanjaarden zilvermijnen en
plantages aan.
-Portugezen stichten Brazilië als kolonie en stichten op verschillende plaatsen in Azië, vooral aan de
kusten van India veel handels plaatsen
6. Het doden van indianen en het brengen van slaven uit Afrika om in Amerika te werken op het land
voor de Europeanen.
7. Aan vuurwapens en snelle en grote schepen.
8. a Dat de zon het middelpunt is en niet de aarde. Dat de aarde om de zon draait en niet andersom
8. b Zijn bewering stond tegen de bijbel in. De bewering was moeilijk te begrijpen voor de mensen.
KA-19
KA-21
17. Kenmerkend voor de humanisme is het sterk individueel gericht is en niet volgens goddelijke
voorschriften.
18.
-Ieder mens is belangrijk voor zich zelf en niet voor anderen.
-talenten moesten geuit worden en niet beperkt.
-een mens moet zich zelf niet op de achtergrond te plaatsen.
19. a De mens die zich ontplooide op een zo breed mogelijk vlak.
19. b Leonardo da Vinci , hij was schilder, tekenaar, beeldhouwer en architect
20. Barok en Classicisme
21. a
-De verbreding van classicisme werd groter door de opgravingen in Pompeji en Herculaneum
-De barok ontwikkelde zich door:
-De Contra-Reformatie: om de macht en de grootheid van de Kerk goed tot uiting te laten
komen
-Absolute vorsten wilden hun macht in gebouwen en palijzen uitdrukken
21. b
Barok: De bouwstijl en de inrichtingen in de kerk waren veel overdadiger dan in de Renaissance
Classicisme: Bewondering voor de harmonie
Groene vragen:
1. De stichters zouden gelet hebben op of het makkelijk toegang baar is en of er veel specerijen in de
beurt zijn.
2.
-Omdat Amerika een pas ontdekt continent is waar ze niks van afweten en hopen dat er veel
specerijen en grondstoffen liggen
-Hoe meer land ze hebben hoe meer macht ze hebben, in Azië moeten ze handelen met de
bevolking en in Amerika niet.
4.
-Als er een sterk gezag zou zijn dan had Luther het nooit durven doen om zijn acties onder te nemen
Luther zou dan hard worden gestraft.
-De protestanten is de kerk niet rijk verstiert maar somber, bij de katholieken leeft de paus in rijke
paleizen en zijn de kerken prachtig versiert.
7. a Door de nieuwe schepen en door de ontdekking reizen ontstond er overzeese expansie.
7. b Door de overzeese expansie gingen de wetenschappers steeds meer ontdekken en werd de
belangstelling ook groter.
Bronnen:
KA-18
Op deze bron zie je de overzeese expansie. Over de
betrouwbaarheid van deze bron kan ik zeggen dat het uit
het school boek komt en dat het dan redelijk betrouwbaar
is.
KA-19
Op deze bron ziet u een schilderij van van Rembrandt. De anatomische
les van Nicolaes Tulp. De wetenschappelijke belangstelling verandert de
wetenschappelijke belangstelling is verandert want, er worden niet alleen
meer proefjes voor de kerk gedaan maar ook voor andere doelen. Deze
bron is betrouwbaar want hij komt uit het schoolboek sprekend verleden.
KA-20
Op deze bron ziet u een classicistisch schilderij van Giovanni Paolo
Panini. Op deze bron ziet u duidelijk oude romeinse bouwerken
terug het is een typisch voor beeld van een schilderij uit de
renaissance. Deze bron is betrouwbaar want hij komt uit het boek
sprekend verleden.
KA-21
Op deze bron ziet u maarten Luther zijn stellingen aan de
kerkdeur spijkeren. Dit is het begin van de breuk in het
christendom. Ik weet niet of deze bron betrouwbaar is want
mevr. Van Kerkhoven heeft me een oefenblad gegeven met
deze bron er op.
Tijdvak 6
De aspecten:
23: Het streven van vorsten naar absolute macht.
25: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26: De wetenschappelijke revolutie.
De begrippen: Absolutisme: De koning heeft alle macht.
Economie: Verdeling van schaarse middelen en goederen.
Handelskapitalisme: Ondernemers maken met handel zoveel mogelijk winst.
Kapitalisme: Streven naar winst, waarbij werktuigen, voorraden, machines, gebouwen en producten
eigendom zijn van de ondernemer.
Wereldeconomie: De economieën van afzonderlijke landen raken zo in elkaar verstrikt dat je van
een wereldwijde economie kunt spreken.
Wetenschappelijke revolutie: In de 17e eeuw was niet langer de Bijbel en het gezag van de Kerk de
enige bron van alle kennis, maar het zelfstandig denken, observeren en redeneren.
De samenvatting:
In de 15e eeuw verslechterde de situatie in de landbouw door een stijgende zeespiegel en door
inklinking van de veengronden. Akkerbouw werd onmogelijk door een te hoge grondwaterspiegel en
veel boeren stapten over op rundveehouderij. Eind 16e eeuw durfden Hollandse kooplieden het aan
om te gaan varen op de ‘Oost’. Met Cornelis de Houtman voren zij in 1595 naar Azië. Om in het
vervolg risico’s te spreiden en de concurrentie terug te dringen werd de Verenigde Oost-Indische
Compagnie (VOC) opgericht. Ook in Engeland en Frankrijk ontstonden deze verenigingen en zo
ontstond er concurrentie van land tussen land. Amsterdam was heel belangrijk voor de
wereldeconomie. Amsterdam groeide uit tot een stapelmarkt waar uit geheel de wereld producten
konden worden opgeslagen en vervolgens worden doorverkocht. Kooplieden kochten er aandelen in
schepen of de VOC, ook steeg de werkgelegenheid door de scheepvaart. In Nederland was het
bestuur geregeld met de Staten Generaal. Zij namen beslissingen die voor alle gewesten belangrijk
waren. In de Nederland was eigenlijk nog niet bepaald wie nu precies de hoogste macht had. In
Frankrijk was er het absolutisme. Lodewijk XIV kwam al op zijn vierde aan de macht maar toen
zorgde Mazarin voor het rijk. Het absolutisme groeide al in zijn periode maar toen Lodewijk zelf aan
de macht kwam steeg dit nog veel meer. Lodewijk regeerde met ijzeren hand en tolereerde geen
tegenspraak. Tijdens de renaissance werden er nieuwe ontdekkingen gedaan door het hernieuwde
mens en wereldbeeld, oftewel de Renaissance. Hierdoor gingen mensen heel anders tegen dingen
aankijken en werden oude ideeën opnieuw onderzocht doormiddel van experimenten om de
betrouwbaarheid ervan de vergroten. De Renaissance had de Republiek zo verdraagzaam gemaakt
dat iedereen ook mocht zeggen en denken wat hij of zij wilden. Iedereen werd geaccepteerd. In
West Europa ontstond er een internationale uitwisseling van kennis en onderzoek.
Gele vragen:
KA-23
28.
-Geestelijke konden al langer schrijven en bepaalden wat er geschreven werd .
-Geestelijken deden als enigen aan wetenschap. Zij hielden zich alleen met vakken bezig die met de
godsdienst te maken had
32. a Nederland en Engeland.
32. b Geen arrestatie zonder de kans je te verdedigen voor de rechtbank, een vrije verkiezing.
32. c Het goed keuren van belastingen.
KA-26
22. Door dat er andere wetenschappers kwamen die niet van de kerkwaren en gingen andere vakken
bestuderen die niet met de kerk te maken hadden.
23.
-De vooruit gang op medische platvorm
-Met geweld gepaard gaand verzet van de Kerk, de overheid en sommige bevolkingsgroepen.
-De nieuwe manier van onderzoeken: observeren, experimenteren en redeneren.
24.In de Renaissance waren er systematische experimenten en dat was nieuw.
25. De kerk wilde beletten dar belangrijke kerkelijke opvattingen door de resultaten van onderzoek
werden ondermijnd.
26.
-Ze kregen steun van regeringen.
-Onderzoekers gingen samenwerken in wetenschappelijke kringen.
27.Door de uitvindingen kregen de Europeanen een voorsprong op de rest van de wereld.
KA-25
42. a Door de handel waardoor er veel winst werd gemaakt
42. b Omdat het gevaarlijk was.
42. c Europa.
42. d Nieuwe uitvindingen.
43. Omdat ze in europa niks hadden.
44. Ze zouden worden vermoord of ze moesten hard werken.
45. Amerika, Engeland, New York, Zuid-Amerika, Portugal, Spanje, Nederland
Groene vragen:
8. a
-Omdat de Nederlandse republiek protestants was.
-In de Nederlandse republiek werden ze niet gevolgd.
8. b
-Voor een absolute macht was er eenheid nodig met een geloof.
Bronnen:
KA-23
Op deze bron ziet u Lodwijde XVI geportretterd als absolute koning van Frankrijk.
Het schilderij oogt inderukkwekkender dan zijn beleid. De betrouwbaarheid van
deze bron is groot want hij komt uit het school boek. Sprekendverleden.
KA-25
De eerste Nederlandse Oost-indievaarders bereikten op 22 juni 1596 Bantam.
Deze bron laat een voorbeeld zien welke wereld wijde handscontacten er waren.
Deze bron is betrouwbaar want hij komt uit het schoolboek sprekend verleden.
KA-26
Hier zie je het boek van Isaac Newton. 1687 Isaac Newton met zijn revolutionaire
Philosophiae Naturalis Principia Mathematica, Beginselen van een wiskundige
natuurwetenschap, de kroon gezet op een kleine eeuw pionierswerk Deze bron is
bertouwbaar want de schrijver is Prof. dr. Floris Cohen is historicus en sinds 2006
bijzonder hoogleraar in de vergelijkende geschiedenis van de
natuurwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. In 2007 verscheen van hemDe
herschepping van de wereld. De moderne natuurwetenschap verklaard, waarvoor
hij in 2008 de Eureka! Prijs won. In 2010 publiceerde hij het goed ontvangen Isaac
Newton en het ware weten
Download