Lees- werkwijzer 4.3 De macht van de paus Tijd van steden en staten 1000- 1500 n. Chr. Kenmerkende aspecten Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben. 4.3 De macht van de paus De Kern Waarom waren christenen in het oosten en westen van elkaar vervreemd? Wat zorgde voor een conflict tussen de oosterse en westerse christenen? Hoe heet de scheiding van oosterse en westerse christenen? Waarom ontstond er een conflict tussen de wereldlijke macht en de geestelijke macht? Wat hield de Investituurstrijd in? Strijd om het primaat Wat is het primaat? Hoe had God de macht verdeeld volgens de christenen in de Middeleeuwen? Volgens de paus stond de geestelijkheid boven de wereldlijke macht, waarom vond de paus dat? Het Oosters schisma Geef een andere naam voor het Oost- Romeinse Rijk? Waarover hadden de patriarch van Constantinopel en de paus meningsverschillen? Waarom accepteerde de patriarch van Constantinopel het gezag van de paus niet? Wat hield het Oosters- schisma in? De Investituurstrijd Hoe mocht, volgens het kerkelijk recht, een bisschop worden gekozen? Wat is de investituur? Leg uit hoe de benoeming van een bisschop in de praktijk ging? Welk voordeel had de keizer bij het benoemen van een bisschop als leenman? Waarom zou de paus geen wereldlijke invloed willen op bisschopsbenoemingen? Waardoor verzwakte de positie van Hendrik IV? Waarom liet Hendrik een eigen keizer benoemen? Wat werd er afgesproken in het concordaat van Worms? Onderzoeksvraag Hoe groot was de macht van de paus in de Tijd van steden en staten? Je moet bij dit kenmerkend aspect een Verschijnsel, Ontwikkeling, Gedachte, Gebeurtenis, en een Persoon kunnen noemen