De afgelopen dagen heeft er in deze krant een discussie

advertisement
De afgelopen dagen heeft er in deze krant een discussie plaatsgevonden naar
aanleiding van enkele uitspraken van een Bossche pastoor over de Paus. De pastoor
in kwestie meent dat de Paus dictatoriaal en manipulatief is, en vaagheid in plaats
van duidelijkheid creëert. Ook de nieuwe bisschop van Den Bosch krijgt een veeg uit
de pan: die spreekt te veel over hartelijkheid en bruggenbouwen, en te weinig over
de waarheid. Anderen blijken de Paus – en de bisschop van Den Bosch – juist wel te
waarderen.
Als Rooms-Katholiek heb ik deze discussie met enige verwondering gelezen.
Katholieken zouden over de Paus en bisschoppen niet moeten spreken als waren
het popsterren (deze vind ik wel cool, die niet). Waarom niet? Als katholieken hebben
wij het grondvertrouwen dat de Heilige Geest de Kerk leidt en nooit in de steek laat.
Tijdens het conclaaf bidt de hele kerk om de Geest, en in die zin is een pauskeuze
een proces waarin de hele kerk, en het college van kardinalen in het bijzonder, zich
onder leiding van de Geest stelt. Dat hebben we in 2013 ook gedaan, en dat
betekent iets voor hoe je de uitkomst van het conclaaf dan ontvangt. Wij geloven dat
de Heilige Geest via de Paus – en de bisschoppen – tot ons spreekt. Dat betekent
niet dat een katholiek nooit onaangenaam geraakt kan worden door iets wat een
Paus of bisschop zegt. Het tegendeel blijkt. Maar het betekent wel dat ook in zo’n
geval een katholiek altijd in tweede instantie zich de vraag zal stellen: ‘Wat heeft de
Geest mij hierdoor te zeggen?’ Dát de Geest ons iets te zeggen heeft, staat niet ter
discussie.
Om aan een protestant duidelijk te maken wat ik bedoel, mag ik hier misschien een
parallel trekken met de Bijbel. Protestanten én katholieken geloven dat de Geest tot
ons spreekt door de Bijbel. Natuurlijk spreekt het ene Bijbelboek je meer aan dan het
andere, maar de goede reactie is dan niet: ‘De Openbaring van Johannes deugt niet,
want ik kan er niets mee.’ En ook niet: ‘De wetten van Leviticus zijn wreed; die
hadden niet in de Bijbel moeten staan.’ Steeds weer vragen wij ons als gelovigen af,
wat God ons door de Bijbeltekst te zeggen heeft.
Dat is géén fundamentalisme! Als er staat ‘Hindert Uw oog U, rukt het uit’ en ik heb
een hardnekkig vuiltje in mijn oog, dan is er geen haar op mijn hoofd die eraan denkt
mijn oog uit te rukken. Bijbelteksten moeten worden geïnterpreteerd vanuit het
geheel van de openbaring. Voor katholieken geldt hetzelfde voor uitspraken van de
Paus (waarmee ik niet wil zeggen dat die hetzelfde gezag hebben als de Schrift): zij
wéten dat door die uitspraken God tot hen spreekt, en daarom zullen zij altijd weer
proberen, in die uitspraken de stem van de Geest te ontdekken. Mijn ervaring is, dat
als je zo luistert naar de woorden van de Paus, er steeds weer wat te leren valt. Paus
Johannes-Paulus II ontmaskerde het secularisme, Paus Benedictus XVI het
relativisme. En Paus Franciscus? Die keert zich tegen het intellectualisme: de
gedachte dat welke overtuigingen wij voor waar houden belangrijker is dan wat wij
doen. ‘Discussieer in alle vrijheid door,’ zo lijkt hij te zeggen, ‘maar zorg in ieder geval
dat je eendrachtig dóet wat je gelooft.’ Zo leert de Geest ons steeds opnieuw, wat wij
op dat moment nodig hebben.
Marcel Sarot
Hoogleraar fundamentele theologie Tilburg University
Download