‘IBBELIG’ VERWERKEN Lesdoelen - Materiaal Leeftijdsgroep Lesduur Leerplan - - Lesverloop Verwoorden waar je kippenvel van krijgt. Uit een liedtekst de aangename en onaangename geluiden halen en met dit onderscheid als leidraad de teksten op een gepaste manier voorlezen. De liedjestekst in groepjes en op een vrije manier verwerken tot een voorstelling die zich in diverse media kan afspelen. De voorstellingen bekijken, ze evalueren en erover reflecteren Liedjestekst ‘Ibbelig’ > liedbundel (‘t liedjesboek) Deze les kan ook aan de hand van andere liederen over gevoel in dezelfde bundel. Zie ook ‘Idee in muziek”, themaboekje ‘gevoel’ Vanaf 3e lj 50’ VVKBaO: 1.3, 2.1, 4.1, 5.1, 5.2, 9.1, 11.1, 11.2, 12.3 OVSG: Beluisteren: 2.1, Stemvorming: 4 Instrumenten: 1, 2 ARGO: 2.1, 2.2, 2.4, 2.5 Kippenvel - Woordenspin op bord: ‘waar krijg jij kippenvel van?’ - Lkr vraagt: “Waarvan krijg jij kippenvel?” slecht gevoel - met je nagels op het bord krassen - met een krijtje op het bord krassen - met piepschuim spelen - met je nagels krabben op een wollen trui - Kippenvel krijg je van bepaalde zaken die gebeuren of die je hoort. - Je kan niet tegen een bepaald geluid dat wordt gemaakt. - Is geen leuk gevoel. - Lkr vraagt: ”Kan je ook kippenvel krijgen dat een leuk gevoel geeft? Vertel. Geef enkele voorbeelden. goed gevoel - Je kan niet alleen van slechte zaken kippenvel krijgen, ook van mooie dingen. - Dingen die je ontroeren. - Bijvoorbeeld muziek die je heel mooi vindt, een tekst, iemand die iets heel liefs doet voor jou, … - Lln krijgen een kopie van de tekst van het liedje ‘ibbelig’ (zie bijlage) - Lln lezen de tekst voor. - Lkr vraagt: - Waarover gaat de tekst? - Welke geluiden heeft die persoon graag? - Doe eens enkele van deze geluiden na. - Hebben jullie deze geluiden ook graag? - Welke geluiden horen jullie nog graag? - Doe die geluiden eens na. - Hoe voel je je dan als je geluiden hoort die je graag hoort? - Als je dat deel van de tekst leest, hoe lees je dat dan voor? - Lln lezen de tekst even voor op deze manier. - Welke geluiden heeft de persoon in de tekst helemaal niet graag? - Doe deze geluiden eens na. - Hoe weten wij dat die persoon daar niet tegen kan? - Wat wil ibbelig dan zeggen? - Kan je van kippenvel krijgen ibbelig worden? - Waar worden jullie ibbelig van? woordspin wordt aangevuld) - Hoe voel je je dan? - Hoe zou je dit deel van de tekst dan voorlezen? - Lln lezen dit deel van de tekst op deze manier voor. Klassikaal - Lk geeft instructie. Deze tekst is een liedjestekst, maar wij gaan hem vandaag niet zingen. Lln worden in groepjes van vier ingedeeld (5 x groepje 4 personen). Zij moeten de twee hoofdideeën van de tekst (geluiden die ik graag heb, geluiden die ik niet graag heb en hoe voel ik mij daar bij?) op het einde van de les voor brengen. - De lln mogen de tekst op alle mogelijke manieren voorbrengen, dit wordt overlopen met de lln (zij geven enkele ideeën aan) en op bord geschreven als houvast tijdens de voorbereiding. Dit wordt niet heel uitgebreid gedaan, we beperken ons hier tot enkele ideeën. - Lln kunnen gebruik maken van: - stem: vervormen, aanpassen aan de sfeer van de tekst. - lichaam: uitbeelden naargelang de sfeer van de tekst. - tekeningen: geven weer wat er in de tekst gezegd wordt. - kleuren: geven gevoelens weer die in de tekst aanwezig zijn. - voorwerpen: hiermee kan geluid voortgebracht worden dat een gevoel weergeeft, een ritme, een gebeurtenis, … Lln kunnen op volgende manieren iets naar voor brengen: - toneel - levend schilderij - muzikaal (met een klankenspel bvb) -… - Lk legt de nadruk erop de lln mogen experimenteren met alle mogelijke geluiden, beelden, … tot ze het juiste geluid hebben gevonden. Er worden ook duidelijke afspraken gemaakt. Deze brengen de lln aan, lk vult indien nodig aan. afspraken bij samenwerken: - blijft rustig - blijf in je eigen groepje - de andere groepen niet storen - naar elkaar luisteren - durven eigen ideeën vertellen - ideeën van anderen goed kunnen vinden - aanvaarden dat niet al jouw ideeën gebruikt zullen worden - iedereen doet actief mee, zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de voorstelling. - als je hulp van de juf wil, legt iemand zijn rood kaartje op de bank. Groepswerk - Lk deelt de lln in groepjes in, lln zetten zich per groep en bereiden voor. - Lk begeleidt de voorbereiding Voorstelling - Dit is het moment waarop de lln hun voorstelling moeten doen. Hierbij worden eerst enkele afspraken gemaakt, deze komen van de lln, lk vult aan indien nodig. - kijken aandachtig - luisteren aandachtig - - - praten niet - tonen respect voor de klasgenoten Ook krijgen de lln enkele richtvragen waar ze op moeten letten bij het bekijken van de voorstellingen. Na elke voorstelling wordt deze kort geëvalueerd door de klasgenoten en de uitvoerders zelf aan de hand van de richtvragen Vraagjes voor de kijkers: - Wat heb je gezien? - Wat vond je er leuk aan? - Wat vond je er minder leuk aan? (geen kwetsende of heel persoonlijke opmerkingen, de voorstelling is een product van GROEPSWERK) Vraagjes voor de uitvoerders: - Is het gelopen zoals verwacht? - Wat niet en waarom? - Konden jullie goed samenwerken? Lln krijgen een rustig stukje muziek te horen. Na het beluisteren hiervan moeten zij verwoorden welk gevoel ze van deze muziek kregen (kippenvel?).