Huiswerk op onze school Huiswerk is in ons onderwijs een traditie. Moeten we er dan nog bij stilstaan? Zeker wel, want er valt een heleboel over te zeggen en af te stemmen. Huiswerk is meer dan een taak die door een leerkracht aan een kind wordt gegeven. Het startpunt voor een geslaagd huiswerk is niet gewoon de taak zelf, maar veeleer de visie van de school op huiswerk. We moeten dus voor onszelf goed vaststellen vanuit welke inspiratie huiswerk wordt gegeven. Is het een stimulans in leren zelfstandig leren, gaat het over het trainen van een regel of betreft het eerder een inhaaloefening voor wat in de klas niet lukte. We moeten ons de vraag stellen: wanneer leidt huiswerk tot een positieve effect? Voor elke huistaak heeft de leerkracht een goede reden en het is zowel voor leerkracht als ouders nuttig om die te weten. Zo kan er sprake zijn van een goede afstemming tussen school en ouders. Toch zijn er niet alleen positieve geluiden te horen als het gaat om het wel of niet geven van huiswerk. Huiswerk kan ook aanleiding zijn tot ‘ruzie’ over het maken ervan tussen ouders en kinderen. Kinderen zouden gedemotiveerd kunnen raken vanwege het feit dat ze geconfronteerd worden met hun zwakheden. Verder komt het voor dat ouders het huiswerk anders uitleggen dan de leerkracht waardoor de kinderen in verwarring kunnen worden gebracht. Kortom, de keuze voor huiswerk is niet vanzelfsprekend en vraagt om een zorgvuldige benadering. Wanneer wij ons uitspreken vóór huiswerk, dan spelen hier de volgende overwegingen een rol: Huiswerk legt een brug tussen school en thuis. Huiswerk biedt de kans bij uitstek om ouders te betrekken bij het schoolgebeuren. Voor kinderen is het belangrijk dat de ouders achter hun functioneren op school staan, dat ze betrokkenheid en interesse tonen voor het schoolleven van hun kind. Huiswerk brengt een stukje schoolleven mee naar huis en biedt een gelegenheid om in te gaan op wat het kind op school heeft ervaren. De betrokkenheid van ouders is van essentieel belang voor de motivatie van kinderen voor het schoolse, wat op zich een voorwaarde is om tot goede leervorderingen te komen. Met huiswerk wordt de ontwikkeling van bepaalde vaardigheden nagestreefd. In de eerste plaats zien we huiswerk als een inoefenen en herhalen van in de klas behandelde leerstof. Hiermee voorzien we in tijd voor een persoonlijk verwerken en inoefenen van de betreffende leerstof. Dit stelt wel eisen aan de taken die de kinderen krijgen: kinderen moeten het gevoel hebben dat de taak overzichtelijk is, dat ze die aankunnen en binnen een redelijke tijdspanne kunnen oplossen. Differentiëren bij huiswerk betekent dat we rekening proberen te houden met de problemen en niveauverschillen tussen de kinderen. We streven naar een huiswerk op maat, dat van elk kind een gelijkwaardige inspanning vraagt en een maximaal rendement waarborgt. Op dit moment zijn we nog niet zover dat we dit kunnen bieden. De intentie is er. In de komende tijd gaan we proberen, via een geleidelijk proces, om daadwerkelijk een onderscheid in huiswerk te aan te geven in het aantal oefeningen, de soort oefeningen of zelfs in de verschillende vakgebieden voor de kinderen. Met huiswerk willen we ook een ontwikkeling van de studievaardigheden bereiken. We denken hierbij bijvoorbeeld aan begeleiding naar zelfstandig werken. De leerkracht is tijdens het maken van de huiswerktaken niet beschikbaar. Dit betekent dat de ouder de rol van coach op zulke momenten kan overnemen. Door hier een afbouwende positie in te nemen, van aansporen en vragen: “Hoe heeft de juf/meester het uitgelegd?” richting over de schouder meekijken en interesse tonen, zal het kind meer eigen verantwoordelijkheid gaan nemen. Dit kan een gunstig effect hebben op zijn werkhouding, en doorzettingsvermogen. Daarnaast zal het kind leren om zijn huiswerk te plannen, een ander belangrijk effect van huiswerk. In algemene zin leidt dit tot de volgende aanbeveling naar ouders toe: U steunt, motiveert en schept omstandigheden die bevorderlijk zijn. U stelt vragen over hoe lang het kind denkt bezig te zijn, hoe het dit aanpakt, waarom het dit zus of zo zegt. Soms geeft u een kapstokje aan, legt een verband en stelt gerust. U schept met andere woorden een geschikt klimaat. Meer in het bijzonder: - - In het algemeen is het huiswerk van het kind zodanig aangepast aan zijn niveau dat ouders kunnen volstaan met motiveren, interesse tonen of raad geven rond de aanpak. Indien van toepassing: moedig kinderen aan uitleg te vragen aan hun leerkracht. - In de nabijheid zijn helpt het kind. Fouten maken is geen probleem, maar het kind moet het werk wel zelf maken. Maak samen een planning als dit kan helpen. Probeer de leerstof niet geheel uit leggen, geef wel tips of een geheugensteuntje. Stel het huiswerk niet ter discussie in aanwezigheid van het kind. Niet te veel controleren, huiswerk is op een bepaald moment de eigen verantwoordelijkheid van het kind dat zelf leert plannen. Bepalingen: - - Bij aanvang van het schooljaar geven we duidelijk aan wat van ouders en kinderen wordt verwacht in verband met huiswerk. Er worden geen punten gekoppeld aan huiswerk. Indicatie voor tijd: huiswerk mag maximaal een belasting van een half uur per dag vergen. Er worden geen huiswerktaken opgegeven voor het weekend en voor in de vakanties (wel evt. voor de week aansluitend aan de vakantie mits er genoeg ruimte is om dit na de vakantie te maken / leren. We vinden het belangrijk dat er sprake is van een goede afstemming en opbouw in het huiswerk tussen de verschillende leerjaren. Huiswerktaken kunnen in principe alle vak- en vormingsgebieden betreffen. Huiswerk in de verschillende groepen: Groep 3: In groep 3 is het noodzakelijk dat er thuis geoefend wordt met de woordjes die meegegeven worden met de leesinfo-brieven. Door samen gezellig te lezen wordt de leesbeleving gestimuleerd en de leesontwikkeling bevorderd. Geen direct huiswerk dus, maar het dringende verzoek thuis te oefenen met woordjes lezen. Groep 4: De leerlingen krijgen na de herfstvakantie 1keer per week een huiswerktaak mee naar huis. Uitgangspunt: automatiseren van de rekenstof (+ en – en x sommen). Na de carnavalsvakantie wordt dit uitgebreid met één blad rekenstof en één blad spelling. Het bevat telkens stof die aan bod komt in de reguliere lessen. Groep 5: De kinderen in groep 5 krijgen 1 keer per week een huiswerktaak mee naar huis. Uitgangspunt: automatisering van de behandelde leerstof. Vakgebied(en): rekenen en spelling. Voor beide vakgebieden gaat een leerstrategie (en of voorbeeld) of uitlegkaart mee. Groep 6: De kinderen in groep 6 krijgen 2 keer per week een huiswerktaak mee naar huis. Uitgangspunt: automatisering en memoriseren van de behandelde leerstof. Vakgebied(en): spelling, rekenen en wereldoriëntatie. Differentiatie: incidenteel naar hoeveelheid en/of moeilijkheidsgraad. Groep 7: De kinderen in groep 7 krijgen 2 keer per week een huiswerktaak mee naar huis Uitgangspunt: verwerking behandelde leerstof en memoriseren van behandelde leerstof, planning van huiswerk (gebruik agenda). Vakgebieden: taal, spelling, begrijpend lezen, rekenen en wereldoriëntatie (structureel wekelijks). Differentiatie: incidenteel naar hoeveelheid en/of moeilijkheidsgraad. W.O. wanneer een blok af is, dan ook geen rekenen of spelling mee. Groep 8: De kinderen in groep 8 krijgen minstens 3 keer per week een huiswerktaak mee naar huis. Uitgangspunt: oefenopdrachten per kind (op maat), uitwerken verslagen en stelopdrachten, gebruik agenda. Vakgebieden: alle. Differentiatie: huiswerktaken worden (vooral in de 2e helft van het jaar) met kinderen individueel afgestemd en differentiatie in kwaliteit van uitvoering.