Climate change and transport policy

advertisement
Hoofdstuk 2:
Groene mobiliteit – onze vervoerswijze veranderen in plaats van het
klimaat
Inleiding
Het gebruik van vervoer is in de afgelopen vijftien jaar met 30% toegenomen. De
vervoerssector is de enige sector waarin de uitstoot van CO2 sinds 1990 is gestegen.
Alle andere sectoren hebben hun CO2-uitstoot teruggebracht. Door het toegenomen
aandeel van de vervoerssector ligt de totale CO2-uitstoot in de EU27 echter nog steeds
dicht bij het niveau van 1990.
De Groenen zijn zich ten volle bewust van de noodzaak van mobiliteit. We moeten
echter efficiënter worden in de keuze voor vervoerswijzen. We dienen voor de meest
passende vorm van vervoer te kiezen en, indien mogelijk, het gebruik van vervoer te
verminderen. Onnodig wegtransport over lange afstanden binnen Europa zou
bijvoorbeeld ontmoedigd kunnen worden ten gunste van meer lokaal transport als de
werkelijke kosten voor de maatschappij (o.a. geluidsoverlast, vervuiling, ongevallen)
in de prijs van wegtransport tot uiting zouden komen. Meer aandacht voor de
consumptie van lokale producten zou hierbij kunnen helpen. Goede ruimtelijke
ordening en uitgebreide openbaarvervoersnetten, ten slotte, kunnen de tijd, afstand en
milieueffecten van het dagelijkse forensenverkeer verminderen.
Dit is vooral belangrijk in het licht van het rapport van het Intergouvernementeel
Panel over klimaatverandering uit 2007, waarin staat dat we, om 50% kans te hebben
de opwarming van de aarde tot 2°C te beperken, de CO2-uitstoot tegen 2050 met 5080% moeten verminderen, in plaats van met 20% tegen 2020, zoals de huidige EUdoelstelling luidt.
Op dit moment is het vervoer afhankelijk van uit aardolie vervaardigde brandstoffen,
die spoedig op zullen raken. Biobrandstoffen zijn geen oplossing. Voorstanders
beweren dat biobrandstoffen koolstofneutraal zijn, dat wil zeggen dat wanneer zij
voor brandstoffen worden gebruikt, ze alleen de CO2 uitstoten die voor de groei van
het gewas is gebruikt, en dus geen extra CO2 aan de atmosfeer toevoegen. Vaak is dit
echter niet het geval als de CO2 die vrijkomt tijdens het cultiveren, oogsten en
verwerken ook wordt meegerekend. Dan blijken biobrandstoffen even slecht te zijn
als conventionele brandstoffen. Bovendien zullen biobrandstoffen ons niet stimuleren
minder vervoer te gebruiken en over te gaan op duurzamere vervoerswijzen.
We hebben een vergaande omslag nodig in ons denken over de manier waarop we
vervoer gebruiken. De Groenen willen prioriteit geven aan maatregelen ter
bevordering van mobiliteit die zowel op milieugebied als op economisch en sociaal
gebied duurzaam is. Er dient bijvoorbeeld een verschuiving plaats te vinden naar een
frequenter gebruik van openbaar vervoer, carpoolen/autodelen, fietsen en wandelen in
stedelijke gebieden, waarbij het gebruik van vervoerswijzen die het slechtst op
milieugebied presteren, ontmoedigd dient te worden. Deze verschuiving dient
vergezeld te gaan van maatregelen ter bevordering van elektrische vervoerssystemen
in stedelijke gebieden. De Groenen zijn ook vóór de invoering van belasting op
1
luchtvaartkerosine en een EU-regeling voor handel in emissierechten die alle vormen
van vervoer omvat.
De kosten van vervoer zijn niet alleen beperkt tot de uitstoot van CO2. Vervoer
veroorzaakt geluidsoverlast, luchtvervuiling, verkeersongevallen, verkeersdrukte en
opstoppingen in stedelijke gebieden, en de infrastructuur tast het landschap aan en
fragmenteert stedelijke gebieden. Dit alles heeft geleid tot een verslechtering van onze
levenskwaliteit, onder andere als gevolg van meer stress en langere reistijden. De
Groenen willen dat alle financiële, maatschappelijke en milieukosten in de prijs van
vervoer tot uiting komen. Een werkelijk duurzame vervoerstrategie kan niet alleen
klimaatverandering beperken, maar ook de levenskwaliteit voor iedereen aanzienlijk
verbeteren en tegelijkertijd meer 'groene' banen creëren.
Belangrijke feiten en cijfers
In 2008 kwam 27,4% van alle CO2-uitstoot in de EU27 voor rekening van het vervoer
(een toename van 61% ten opzichte van 1990) en alleen al het gebruik van
personenauto’s in stedelijke gebieden was verantwoordelijk voor 10% van het totaal
aan CO2-uitstoot binnen de EU. De helft van alle autoritten binnen de EU slaat op een
afstand van minder dan vijf kilometer. Een groot aantal daarvan had vermeden
kunnen worden of op duurzamere wijze afgelegd kunnen worden, bijvoorbeeld per
openbaar vervoer, lopend of op de fiets.
De luchtvaart is de snelst groeiende bron van CO2-uitstoot, met een toename van 87%
ten opzichte van 1990. Het aantal vluchten is tussen 1990 en 2006 verdubbeld en
volgens prognoses zal dit aantal tegen 2020 opnieuw verdubbelen en tegen 2030
verdriedubbelen. De gevolgen van luchtvervoer voor het klimaat zijn daarnaast twee
tot vier maal zo groot als die van de CO2-uitstoot alleen omdat vliegtuigen nog andere
broeikasgassen uitstoten waarvan het effect op grote hoogte wordt versterkt.
De scheepsvaart (waaronder ook trawlers voor de visvangst en cruiseschepen vallen)
is de op een na snelst groeiende bron van CO2-uitstoot, en is op dit moment
verantwoordelijk voor 5% van de mondiale broeikasgasemissies. De scheepvaart
maakt nog steeds gebruik van brandstoffen die bij de wet verboden zijn voor auto's en
vrachtwagens en het is van cruciaal belang dat er normen worden vastgesteld voor de
kwaliteit van scheepvaartbrandstoffen en dat de prestaties van scheepsmotoren
worden verbeterd zodat ze geschikt zijn voor minder vervuilende brandstoffen.
Consequenties als er geen actie wordt ondernomen
In de periode van 1990 tot 2005 werden verbeteringen in andere sectoren tenietgedaan
door de toename in emissies door de vervoersector. Als we nu geen actie ondernemen,
lopen we het risico helemaal geen afname in EU-emissies te realiseren. Dit zou
rampzalige gevolgen hebben voor de strijd tegen klimaatverandering en voor de
toekomst van onze planeet.
De idee dat het gebruik van biobrandstoffen een manier is om klimaatverandering en
de afname van olievoorraden te beperken, is een misvatting. De door de Commissie
voorgestelde verplichte doelstelling om brandstoffen voor het vervoer tegen 2020
voor 10% uit biobrandstoffen te laten bestaan, zal tot grotere voedselonzekerheid,
2
meer hongersnood, een afname in biodiversiteit en een toename in landerosie leiden.
Hierdoor zal de klimaatsverandering alleen maar toenemen en de gevolgen ervan
zullen verergeren, waardoor het risico op conflicten, klimaatvluchtelingen en armoede
groter wordt.
Haalbaarheid binnen het EU-kader
De EU is sinds 2002 bevoegd om een gemeenschappelijk vervoersbeleid te voeren.
Pure wetgeving op het gebied van vervoer wordt door middel van de
medebeslissingsprocedure aangenomen, waarbij het besluit van de Raad in eerste en
tweede lezing met gekwalificeerde meerderheid wordt genomen en in derde lezing
met gewone meerderheid.
Wat de Groenen hebben bereikt 2004-2009

Bevordering van het openbaar vervoer 1. De Groenen hebben de ontwikkeling
van het openbaar vervoer boven het particuliere wegverkeer gestimuleerd door met
succes te lobbyen voor een spoorwegproject (Rail Baltica) in plaats van een
wegenproject (Via Baltica) in hetzelfde gebied, onder de auspiciën van het transEuropees vervoersnetwerk (TEN-V), een initiatief van de Europese Unie ter
bevordering van het vervoer van personen en goederen binnen de EU. Een van de
belangrijkste doelen daarvan is te bereiken dat er voor elke fase van een reis de
geschiktste wijze van vervoer wordt gekozen. Daarbij gaat het om wegen,
spoorwegen en binnenwateren.

Bevordering van het openbaar vervoer 2. Naar aanleiding van een lobby van de
Groenen is in de nieuwe verordening over de rechten van treinpassagiers het
beginsel opgenomen dat spoorwegbedrijven ervoor moeten zorgen dat passagiers
hun fiets in de trein mee kunnen nemen, ook over de grens en in
hogesnelheidstreinen. We zijn erin geslaagd de vergoeding voor een vertraging van
een uur te verhogen naar 25 procent van de prijs van het treinkaartje, in plaats van
naar 20 procent. We hebben ervoor gezorgd dat spoorwegbedrijven eenvoudig te
gebruiken reisplanners en boekingsystemen moeten aanbieden.

De Groenen hebben duidelijk gemaakt dat het gebruik van biobrandstoffen voor
het vervoer geen levensvatbare gedachte is – zonder een algemene aanpak van
het vervoer zal die doelstelling de marktgekte naar niet-duurzame productiepatronen
leiden en daardoor het milieu schaden, de voedselveiligheid en de onafhankelijke
voedselvoorziening bedreigen en tot verschillende vormen van sociale druk leiden. In
plaats daarvan hebben de Groenen aangedrongen op het loslaten van de 10 procentdoelstelling en het extra stimuleren van elektrische auto's en treinen die rijden op
hernieuwbare energie en op andere, uit afval en restafval gewonnen,
brandstoffen. Verder hebben ze voor de eerste keer de gedachte van indirecte
veranderingen in het landgebruik geïntroduceerd, die essentieel is voor de
beoordeling van de werkelijke effecten van biobrandstoffen op het klimaat en voor
een revisieclausule in 2014, waarmee duidelijk gemaakt moet worden of die
doelstelling wel of niet op een duurzame manier bereikt kan worden.

De Groenen hebben een onderzoek laten uitvoeren waarmee de CO2-voetafdruk
van de maandelijkse verhuizing van het EP naar Straatsburg en weer terug
werd aangetoond – er ontstaat een jaarlijkse CO2-uitstoot van 19 000 ton (gelijk aan
20 000 retourvluchten van Londen naar New York) en er wordt 200 miljoen euro per
jaar belastinggeld verspild. Wij hopen dat deze gegevens de Raad zullen overhalen
Brussel als de enige zetel van het Europees Parlement aan te wijzen, zodat de
geloofwaardigheid van de EU met betrekking tot het tegengaan van
klimaatverandering hersteld wordt.
3

Hoewel de meerderheid ervoor terugschrok om de doelstelling zonder nadere
evaluatie bindend te maken, waren het de Groenen die zorgden voor een streefcijfer
op de middellange termijn van 95 gram per kilometer in 2020 voor de CO 2-uitstoot
van een gemiddelde auto, ondanks de grote druk vanuit de bedrijfstak, die leidde tot
de afzwakking van de 2012-doelstelling (130 gram per kilometer in het
oorspronkelijke voorstel van de Commissie uit 2007).

Betaling van de werkelijke vervoerskosten De Groenen vinden dat we de
werkelijke prijs voor ons vervoer moeten betalen – niet alleen brandstof,
wegenbelasting en kosten voor aankoop en onderhoud van de auto, maar ook de
kosten van aantasting van het milieu en het landschap, lawaai, luchtverontreiniging,
niet door een verzekering gedekte ongevallen etc. De Groenen zijn erin geslaagd de
kosten van luchtverontreiniging, lawaai en ongevallen te laten opnemen in de
Eurovignet-richtlijn, waarin de regels voor het gebruik van wegen door vrachtauto's
worden vastgesteld.

Ondanks verzet vanuit de sector zijn er eindelijk maatregelen genomen met
betrekking tot de luchtvaart en de effecten ervan op het klimaat, namelijk door
opname in het emissiehandelssysteem; vanaf 1 januari 2012 vallen alle vliegtuigen
die vertrekken van vliegvelden in de EU onder deze regeling en vanaf 2013 ook alle
vliegtuigen die in de EU aankomen. Dankzij de Groenen is de internationale
scheepvaart – een andere, groeiende bron van veel emissies – verplicht zich aan
soortgelijke maatregelen, die in 2013 van kracht worden, te houden, mocht de
Internationale Maritieme Organisatie niet met een regeling op de proppen komen die
streng genoeg is.

De Groenen hebben de discussies over het vervoersbeleid verbreed door middel
van onderzoeken en conferenties en benadrukt dat we een hogere energie-efficiëntie
en minder vervuiling moeten combineren met een verschuiving van sterk vervuilende
naar duurzamere vervoerswijzen. We hebben bijvoorbeeld opdracht gegeven tot
verscheidene onderzoeken, onder andere tot een document over niet-gemotoriseerd
vervoer als onderdeel van onze klimaatveranderingscampagne "Groene mobiliteit",
waarin uiteengezet wordt hoe het vaker gebruiken van de fiets en het openbaar
vervoer, samen met wandelen, kan bijdragen aan het tegengaan van
klimaatverandering en de verbetering van onze leefomgeving.

Financiering van duurzaam toerisme: door bewustmaking en door te lobbyen bij de
Europese Commissie en het Parlement hebben de Groenen meer dan 300 miljoen
euro bijeengebracht voor de financiering van de Iron Curtain Trail, een toeristische
fietsroute van 6800 kilometer langs het voormalige IJzeren Gordijn, van Finland tot
het noordelijkste puntje van Turkije.

De Groenen hebben zich ook ingespannen voor EU-financiering, krachtens het
zevende kaderprogramma voor onderzoek naar en ontwikkeling van duurzaam
oppervlaktevervoer, van zaken als verkeersvermijding, sociaal-economische
vervoerskosten, verkeersveiligheid en intermodaliteit (bijvoorbeeld standaardisering
van computerprogramma's en -apparatuur, zodat treinen etc. in verschillende
lidstaten van de rails gebruik kunnen maken).
Wat de Groenen nog willen bereiken

Betere vervoerswijzen, vooral openbaar vervoer: wij willen nog steeds dat
spoorwegverbindingen in het TEN-V voorrang krijgen boven wegverbindingen en
bepleiten grotere en betere duurzame investeringen in de infrastructuur van het spoor
in plaats van in de infrastructuur van wegen, dat wil zeggen meer financiering voor
projecten als de Rail Baltica eerder dan voor de Via Baltica.
4

Meer maatregelen om de impact van het luchtvaartverkeer op het klimaat te
beperken: alle effecten van het luchtvaartverkeer op het klimaat moeten in het
emissiehandelssysteem (ETS) door middel van een vermenigvuldiger verantwoord
worden, tenzij de Commissie een krachtens de bestaande wetgeving verplicht
voorstel doet om gelijkwaardige maatregelen te nemen ter beperking van vluchten
waarbij NOx uitgestoten wordt. NOx-emissies hebben, naast een plaatselijk negatief
effect op de gezondheid, aanzienlijke effecten op het klimaat op grotere hoogte. De
EU moet bovendien een eind maken aan de privileges van de luchtvaart ten opzichte
van andere vormen van vervoer met betrekking tot brandstofbelasting en btw.

EU-maatregelen om tegen 2013 een bovengrens te stellen aan de CO2-uitstoot
van de internationale scheepvaart: de Groenen zijn het er volledig mee eens dat in
de overeenkomst over het pakket maatregelen inzake klimaatveranderingen 2013 als
termijn is opgenomen voor het invoeren van maatregelen voor scheepvaartemissies
waarmee de EU 2020-klimaatdoelstellingen op de sector toegepast worden.
Veilinginkomsten of andere heffingen uit de internationale scheepvaart en luchtvaart
zouden moeten bijdragen aan de financiering van aanpassingen aan en het
tegengaan van klimaatveranderingen in ontwikkelingslanden.

Bevorderen van ambitieuze langetermijndoelstellingen voor de CO 2-uitstoot
van auto's: de doelstelling voor 2020 van een gemiddelde CO2-uitstoot per auto van
95 gram per kilometer moet bindend gemaakt worden, met een differentiatie die
gebaseerd is op de 'voetafdruk' van het voertuig, en er moeten ambitieuzere
langetermijndoelstellingen geformuleerd worden. De mazen en de kortingen op
boetes in de bestaande wetgeving moeten verdwijnen en de motorrijtuigenbelasting
moet opgehangen worden aan de milieuprestaties van de auto om de markt in de
richting van minder vervuilende en zuiniger auto's te sturen.

De biobrandstofdoelstelling van 10 procent laten vallen: in de volgende
wetgevingsperiode moeten voorbereidingen getroffen worden voor de geplande
evaluatie van de biobrandstofdoelstelling in 2014. Wij willen alleen biobrandstoffen
die de voedselproductie niet in gevaar brengen en die voldoen aan strenge
maatschappelijke en milieutechnische duurzaamheidscriteria, onder andere door een
zorgvuldige beoordeling van de effecten die ze op het klimaat en de biodiversiteit
hebben. Het is absoluut noodzakelijk dat effecten op het klimaat die te maken hebben
met indirecte veranderingen in het gebruik van land, door ontbossing en verdringing
van de verbouw van voedingsmiddelen en veevoer, opgenomen worden in de
berekening van de kosten van de levenscyclus van broeikasgasemissies van
biobrandstoffen. Bovendien moeten de duurzaamheidscriteria aangescherpt worden
om de biodiversiteit beter te kunnen waarborgen en ze moeten zodanig zijn dat ze op
elk gebruik van biomassa voor de opwekking van energie toegepast kunnen worden.
Meer in het algemeen zijn we voorstander van een duurzaam vervoersbeleid van de
EU, waardoor het vervoer doeltreffender wordt en er uiteindelijk minder verkeer komt,
zodat de EU in staat zal zijn haar klimaatdoelstellingen te verwezenlijken en de
afhankelijkheid van energie te verminderen en tegelijkertijd rekening houdt met de
voedselveiligheid in de wereld.

Aanvaarding van het principe ‘de vervuiler betaalt’ en het meerekenen van alle
externe kosten bij de bepaling van de transportprijs. De Eurovignet-richtlijn zal steeds
verder ontwikkeld worden en nu we er in de eerste ronde van de onderhandelingen in
geslaagd zijn sommige externe kosten (luchtvervuiling, lawaai en niet door een
verzekering gedekte ongevallen) erin op te nemen, willen we ervoor zorgen dat alle
externe kosten erin opgenomen worden en dat de onderliggende details in voldoende
mate een afspiegeling vormen van de werkelijke kosten van het wegverkeer.

Duurzame plannen voor stedelijke ontwikkeling, die gekoppeld zijn aan
cofinanciering en doelstellingen van de EU en aan wetgeving over milieu, klimaat en
veiligheid
5
Referentiedocumenten
- Vervoersstatistieken
http://ec.europa.eu/dgs/energy_transport/figures/pocketbook/2007_en.htm
http://ec.europa.eu/maritimeaffairs/contributions_post/327skysails.pdf
- Bevoegdheid inzake vervoer in de EU-Verdragen
VEU eerste deel (de beginselen), artikel 3 septies "Gemeenschappelijk beleid op het gebied van
vervoer" en titel 5, de artikelen 70-80.
http://eur-lex.europa.eu/nl/treaties/dat/12002M/pdf/12002M_NL.pdf
- Eurovignet-richtlijn
http://eurlex.europa.eu/smartapi/cgi/sga_doc?smartapi!celexplus!prod!DocNumber&type_doc=Directi
ve&an_doc=1999&nu_doc=62&lg=nl
- Mededeling over de EU-doelstellingen ten aanzien van het klimaat (2007)
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2007:0002:FIN:NL:PDF
- Positie van de Groenen met betrekking tot biobrandstoffen
http://www.greens-efa.org/cms/topics/dokbin/166/[email protected]
- Website van de Groenen over TEN-V
http://ten.greens-efa.org/
- Studie van de Groenen inzake één zetel
http://www.greens-efa.org/cms/topics/dokbin/180/[email protected]
Nuttige websites
Het IPCC baseert zich op werk van honderden wetenschappers over de hele wereld, en brengt
intercollegiaal getoetste rapporten uit die beschouwd worden als naslagwerken binnen de wetenschap
op het gebied van klimaatverandering. Het doel van het IPCC is beleidsmakers te informeren over de
oorzaken van klimaatverandering, de potentiële gevolgen en de mogelijke maatregelen.
http://www.ipcc.ch/
Contactpersonen voor de Groenen in het Europees Parlement
- Adviseur op het gebied van transport en toerisme: Paul Beeckmans: Tel 0032 284 3114
[email protected]
- Adviseur op het gebied van milieukwesties: Terhi Lehtonen: Tel 0032 284 3052
[email protected]
-Adviseur op het gebied van energie: Michel Raquet: Tel 0032 2 284 2358
[email protected]
6
Download