Climate Change is not gender-neutral: realities on the ground. 1 2 Public Hearing on “Women and Climate Change”, European Parliament, 11 October 2011, Presentatie door Irene Dankelman, Nederland Klimaatverandering wordt vaak gezien als een technisch en politiek vraagstuk dat zich op internationaal niveau afspeelt. Daarmee wordt voorbij gegaan aan het menselijk gezicht van veranderingen in ons klimaat. Mensen en hun samenlevingen bepalen voor een groot deel hoe ons hedendaags klimaat zich ontwikkelt. Klimaatveranderingen manifesteren zich op lokaal niveau. En veranderingen in het klimaat dragen vaak bij aan het vergroten van bestaande sociale ongelijkheden. Introductie ‘Ik heb zeven kinderen. […] Ons huisje is ingestort door de overstromingen, en onze gewassen – maïs en gierst – zijn weggespoeld. Honger staart ons in de ogen.’ Mevrouw Atibzel Abaande, 45 jaar, Bawku West District, Ghana . Voor miljarden vrouwen en meisjes in deze wereld bestaan al bij voorbaat minder mogelijkheden, minder kansen en minder zekerheden dan voor veel mannen. Steeds meer zien we dat veranderingen in natuur, milieu en klimaat een versterkend effect hebben op dergelijke gender-ongelijkheden. Aan de andere kant: waar vrouwen en meiden kansen krijgen, blijken ze belangrijke actoren te zijn op de weg naar een duurzamere en rechtvaardiger samenleving. Sociale gevolgen klimaatverandering Velen hebben steeds meer moeite zich te handhaven en te overleven in extremere en minder voorspelbare omstandigheden. Langdurige droogtes, maar ook overstromingen en stijgend zeewater bedreigen de beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwater en water voor landbouw en andere doeleinden. Energievoorziening, vooral voor de ruim 2 miljard mensen die afhankelijk zijn van brandhout en andere biomassa, wordt steeds problematischer. En het aantal locaties dat niet veilig is vanwege natuurrampen neemt schrikbarend toe. De veiligheid van tal van gemeenschappen op de wereld wordt ernstig bedreigd: een veilige woonplek, voedsel- en waterveiligheid, evenals energiezekerheid staan op het spel. Ook gezondheid wordt aangetast – dat gebeurt direct door natuurrampen en indirect door verslechterende leef- en voedselomstandigheden. Er is een schaarste aan veilig water en een toename van ziektedragende vectoren, waardoor bijvoorbeeld malaria en dengue sterk dreigen toe te nemen. Zo vertelde Andrew Githeko, een prominent malariaonderzoeker aan het Kenya Medical Research Institute in 2010: ‘Het is nu duidelijk dat de temperatuurveranderingen in de stad Nairobi hebben geleid tot een groei van het aantal malariaparasieten en -muggen’ (Gitigo Njeru, 2010). Het IPCC stelde (2007): ‘Vooral arme gemeenschappen, die vaak geconcentreerd leven in hoge-risicogebieden, zijn kwetsbaar. Ze hebben een kleiner vermogen om zich aan te passen en zijn afhankelijker van klimaatgevoelige hulpbronnen zoals water en lokaal geproduceerd voedsel’. De kwetsbaarheid en de capaciteit van individuen en gemeenschappen om om te gaan met of zich aan te passen aan klimaatveranderingen is gerelateerd aan de toegang en controle die zij 1 Deels gebaseerd op het artikel: Klimaatverandering heeft een menselijk gezicht. (Irene Dankelman) in: Streven, Juni 2011, pp.565-574 2 N.B. ik zal in mijn presentatie waarschijnlijk wat afwijken van deze tekst. 1 hebben over natuurlijke, sociale, fysieke, politieke en financiële hulpbronnen. Juist mensen die in armoede leven of gemarginaliseerd zijn, zoals vrouwen, kinderen, ouderen, gehandicapten of minderheden, lijden onder veranderingen in het klimaat. Klimaatverandering vergroot gender-ongelijkheid Een van de meest hardnekkige ongelijkheden in onze samenleving betreft de (sociaal geconstrueerde) ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Dit ondanks de vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt in het tot stand brengen van de Millennium ontwikkelingsdoelstelling 3 (rond gender-gelijkheid), die vooral te danken is aan de verbetering van de toegang van meisjes tot onderwijs. Wereldwijd, ook in Nederland en andere Europese landen, bestaat er nog steeds een verschil tussen mannen en vrouwen. Klimaatverandering is niet gender-neutraal! Juist vrouwen zijn degenen die het hardst worden getroffen door veranderingen in de beschikbaarheid en de kwaliteit van natuurlijke hulpbronnen. Als er geen schoon drinkwater of brandstof meer beschikbaar is dichtbij huis, zal er verder gelopen moeten worden – vaak met zware lasten over ruw terrein. Als er minder voedsel beschikbaar is, en je bent gewend om als laatste te eten, zal er minder voor je overschieten. Daarbij zie je dat de vaak gebrekkige gezondheid van vrouwen extra onder druk komt te staan. Zij worden veel blootgesteld aan vervuilende stoffen afkomstig van inferieure brandstoffen en gevaarlijke industrieën. En het feit dat hun lichaam de zorg van de voortplanting draagt, maakt vrouwen vooral gevoelig tijdens en na zwangerschappen, bijvoorbeeld voor malaria. De interface tussen onze leefomgeving (ecosfeer) en de menselijke samenleving (sociosfeer) – waar gender-verhoudingen zich afspelen – wordt extra evident als zich klimaatveranderingen voordoen. Immers: de landbouwproductie komt onder druk, schoon water en (biomassa)energie worden schaars, hittestress en ziekten nemen toe, en klimaatgerelateerde rampen worden frequenter. De lasten en de stressfactoren op vrouwen worden groter, zij krijgen minder kansen om zich daaraan te onttrekken door training of opleiding, en er treedt ook een toename van geweld op. Een veel geciteerde studie van de London School of Economics e.a. (Neumayer en Plümper, 2007) laat zien dat tijdens 141 geanalyseerde natuurrampen in de periode 1981 tot 2002 de kans voor vrouwen om te overleven significant kleiner was dan voor mannen. Hoe sterker de ramp, des te groter is dat effect; en hoe groter de genderongelijkheid, des te groter deze gender-gedifferentieerde impact. Er zijn ook situaties waarin er meer mannelijke slachtoffers zijn, maar die situaties zijn schaars. We zien overal vergelijkbare situaties: tijdens de tsunami in 2004 bleek dat in Bandah Aceh, Indonesië, vrouwen 55 tot 70% van de slachtoffers vormden. (UNIFEM, 2005) Als vrouwen die in armoede leven hun levensbasis verliezen, dreigen zij verder af te glijden in nog grotere armoede. Zo droeg de orkaan Katrina in 2005 in de zuidelijke Golfstaten Louisiana en Mississippi van de Verenigde Staten ertoe bij dat juist alleenstaande vrouwen van AngloAfrikaanse afkomst, die reeds tot de meest achtergestelde groepen behoren, het zwaarst werden getroffen. Er is hier ook sprake van ‘inter-sectionality’: niet alleen gender, maar ook de combinatie met ethniciteit, leeftijd en sociaaleconomisch niveau bepalen in sterke mate de gevoeligheid voor klimaatverandering (Harris, 2010). 2 Een waarschuwing is hier echter op zijn plaats. Ook in deze omstandigheden is de vrouw niet slechts slachtoffer. In bijna alle situaties waar ik bij betrokken was of die ik heb bestudeerd, zag ik vrouwen bijeen komen, zich organiseren. Zij vormen vaak de activisten en leiders in de bestrijding van klimaatproblemen, bij rampenbeheer en in de wederopbouw. Ook zijn zij actief bij het opnieuw en anders vormgeven van hun samenleving. Er zijn tal van voorbeelden waar vrouwen actief werden in klimaatactie en/of bij de aanpassing aan de veranderende klimaatomstandigheden. Een voorbeeld wil ik hier noemen. Sahena Begun woont in het dorp Kunderpara in Bangladesh, dat door steeds sterkere overstromingen wordt getroffen. Maar ze voelt zich geen slachtoffer: ‘We zijn niet geboren om te lijden: we zijn geboren om te vechten’, stelt ze. Tegen de wil van haar familie volgde de nog jonge Sahena, die haar school niet af heeft kunnen maken, een cursus rampenbestrijding en is zij gekozen tot voorzitter van het lokale rampencomité, die geheel uit vrouwen bestaat. Ze leert de vrouwen in het dorp om gereed te zijn voor als zich weer een ramp voordoet. De vrouwen maken draagbare oventjes van klei en slaan die samen met droog brandhout hoog in huis op. Ze bewaren zaden voor na de overstromingen, ze bouwen hun huizen op plateaus. De vrouwen in het dorp zijn nu veel beter voorbereid op weer een natuurramp, al worden die steeds heftiger. (Uit: Oxfam-GB, 2009, Sisters on the Planet (DVD)). Wie verlaat er nu zijn grond? De relatie tussen milieuverandering en migratie is vaak complex. Toch kopte begin dit jaar het Nederlandse dagblad Trouw: ‘50 miljoen “milieuvluchtelingen” rond 2020’ (Trouw, 22 februari 2011). Het artikel verscheen naar aanleiding van het congres van de American Association for the Advancement of Science (AAAS) , waar Cristina Tirado van de University of California stelde: ‘Als mensen moeten leven in niet meer vol te houden omstandigheden, dan migreren ze. William Lacy Swing, directeur-generaal van de International Organization for Migration (IOM), zegt het als volgt: ‘De gevolgen van klimaatverandering voor migratie vormen een enorme uitdaging voor de mensheid. Het aantal stormen, droogten en overstromingen is in de afgelopen 30 jaar verdrievoudigd, met verwoestende gevolgen voor kwetsbare gemeenschappen, met name in ontwikkelingslanden. In 2008 zijn 20 miljoen mensen op de vlucht geslagen voor extreme weersomstandigheden, in vergelijking met 4,6 miljoen interne vluchtelingen ten gevolge van conflicten en geweld in datzefde jaar […]’ (Swing, in: Laczko en Aghazarm, 2009, blz. 5-6). Hij waarschuwt tevens voor een misvatting: alhoewel extreme weersomstandigheden zoals stormen, cyclonen en tornado’s in de media de meeste aandacht krijgen, zullen het in de toekomst waarschijnlijk de langzame klimaatveranderingen zijn, zoals opwarming en droogten, die de meeste problemen veroorzaken. Ook in deze context blijkt er een verschil te zijn voor vrouwen en mannen. Naik (2009) stelt vast dat veel vrouwen na natuurrampen reageren door in hun gemeenschap sociale netwerken te mobiliseren, terwijl mannen neigen weg te trekken, op zoek naar werk of een andere woonplaats. Steeds weer, zo constateert zij, zie je dat mannen vertrekken en vrouwen achterblijven. Dat heeft zowel positieve als negatieve effecten voor de vrouwen: de facto worden zij hoofd van het gezin, wat hen ook meer macht verschaft; aan de andere kant zie je dat ze door de uitbreiding van taken ernstig overbelast raken. Wanneer vrouwen toch migreren, lopen ze tal van extra risico’s. Een recente studie van PLAN laat zien dat steeds meer meisjes in Bangladesh en Ethiopië, door verslechterende leefomstandigheden 3 gerelateerd aan droogten en overstromingen, gedwongen worden tot vroege huwelijken, of zelfs tot prostitutie. Vrouwelijk en mannelijk gedrag Een ander relevant aspect in dit verband is de vraag in hoeverre vrouwen en mannen op verschillende wijze bijdragen aan klimaatverandering. Een aantal recente Europese studies wijzen er op dat juist mannelijk gedrag bijdraagt aan de opwarming van de aarde. De studie van Gerd Johnsson-Latham (2007) uit Zweden laat zien dat vrouwen op een meer duurzame wijze leven en een kleinere ecologische voetafdruk hebben. Vergelijkbare conclusies worden getrokken door de Zweedse Annika Carlsson-Kanyama en de Finse Riita Räty. Zij onderzochten het gedrag van mannen en vrouwen in tien dagelijkse activiteiten in Duitsland, Griekenland, Noorwegen en Zweden. Zij concluderen bijvoorbeeld dat mannen meer vlees eten dan vrouwen en dat ze vaker over een langere afstand auto rijden. Dit alles leidt tot een hogere CO2-uitstoot (IPS, 2011) Ook hier vormen sociaal geconstrueerde rollen weer een belangrijke factor. Tot slot Ik heb geprobeerd te laten zien dat de sociale dimensies van klimaatverandering, en in het bijzonder de gender dimensies daarvan, urgent aandacht behoeven. Daarbij is het van belang dat deskundigen en politici erkennen dat de klimaatverandering niet alleen een technisch en politiek vraagstuk, maar vooral ook een sociaal probleem betreft. En dat zij in onderzoek, beleid, programma’s en projecten juist de groepen die het meest kwetsbaar zijn extra aandacht geven, hen compenseren voor klimaatschade en veiligheid bieden. Dat kan niet zonder naast mannen vrouwen, naast volwassenen kinderen, naast welgestelden armen en vluchtenden te horen en te betrekken bij planning en uitvoering van beleid. Want het is in hun stem dat u de realiteit van het veranderend klimaat kunt verstaan. 4