Thema 23 Het basisschoolkind - Profi

advertisement
Verwerkingsopdrachten
De sportleider als begeleider; SB 3&4
ISBN 97890 8524 1096
Thema 23 Het basisschoolkind
Verwerkingsopdrachten thema 23
De sportleider als begeleider; SB 3&4 pagina 1
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opwarmen en oriënteren
Opdracht 1
Het doel van deze opdracht is dat je voorkennis over het basisschoolkind opfrist.
Beantwoord de volgende vragen.
1. Werk jij met basisschoolkinderen?
2. Op welke manier houd je bij activiteiten rekening met de lichamelijke
ontwikkeling van basisschoolkinderen?
3. Op welke manier houd je rekening met de cognitieve ontwikkeling?
4. Op welke manier houd je rekening met de sociaal-affectieve ontwikkeling?
5. Evalueer je ook wat de resultaten hiervan zijn?
6. Wat doe je met die resultaten?
7. Praat je wel met collega’s over deze verschillende ontwikkelingsaspecten?
8. Wat bereik je daarmee?
Verwerkingsopdrachten thema 23
De sportleider als begeleider; SB 3&4 pagina 2
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Herkennen en onderscheiden
Opdracht 2
Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit
thema kent.
Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
 het begrip in eigen woorden te formuleren;
 een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast.
9. Kleuter
10. Differentiatiefase
11. Liegen
12. Jokken
13. Schoolrijp
14. Imitatie
15. Identificatie
16. Identificatiefiguur
17. Rollenspel of doen-alsof-spel
18. Fallische fase
19. Jonge schoolkind
20. Oudere schoolkind
21. Groeipijnen
22. Oog-handcoördinatie
23. Abstract denken
24. Fase van voltooiing
25. Coping
26. Prepuberteit
27. Groeispurt
28. Reflecteren
29. Peergroup
30. Pleintjesspel
31. Waarden
32. Normen
33. Pesten
34. Plagen
35. Latentiefase
Verwerkingsopdrachten thema 23
De sportleider als begeleider; SB 3&4 pagina 3
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Begrijpen
Opdracht 3
Beantwoord de volgende vragen.
36. Noem de belangrijkste kenmerken van de lichamelijke ontwikkeling van
kleuters.
37. Wat zijn populaire sporten bij kleuters?
38. Wat is ‘concreet denken’ bij de kleuter?
39. Wat is een belangrijk aandachtspunt bij de taalontwikkeling van kleuters?
40. Kan een kleuter al onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid?
41. Vanaf welke leeftijd zijn kinderen leerplichtig?
42. Geef kort de belangrijkste aspecten van de sociaal-affectieve ontwikkeling van
kleuters aan.
43. Kan de sportleider ook een identificatiefiguur voor kleuters zijn?
44. Wat is de functie van de fantasie voor kleuters?
45. Hoe ontstaat het geweten bij kleuters?
46. Hoe kun je als sportleider de kleuter helpen om de eigen identiteit te
ontwikkelen?
47. Noem kort de belangrijkste kenmerken van de lichamelijke groei en
motorische ontwikkeling van het jonge schoolkind.
48. Is het goed voor de spierontwikkeling van het jonge schoolkind om lang grote
krachtinspanningen te leveren? Leg je antwoord uit.
49. Waarom kan een jong schoolkind langere tijd actief zijn en heeft het
voldoende aan relatief korte pauzes?
Verwerkingsopdrachten thema 23
De sportleider als begeleider; SB 3&4 pagina 4
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
50. Waarom moet je als sportbegeleider tegemoetkomen aan de drang van
kleuters om te bewegen?
51. Wat zijn populaire sporten bij het jonge schoolkind?
52. Leg kort de belangrijkste kenmerken van de cognitieve ontwikkeling van het
jonge schoolkind uit. .
53. Wat betekent de fase van voltooiing voor het kind?
54. Wat zijn in het kort de belangrijkste kenmerken van de sociaal-affectieve
ontwikkeling van het jonge schoolkind?
55. Welke soort spelen zijn met name geschikt voor het jonge schoolkind?
56. Wat zijn kanttekeningen bij de prestatiedrang van het jonge schoolkind?
57. Wat kun je als sportbegeleider doen om het uiten van emoties bij het jonge
schoolkind te bevorderen?
58. Welke copingstrategieën zijn er en wat kan de ontwikkeling daarvan in de weg
staan?
59. Hoe kun je de sociale omgang tussen kinderen reguleren?
60. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de lichamelijke en motorische
ontwikkeling van het oudere schoolkind?
61. Wat betekent de periode van het oudere schoolkind voor de sportprestaties en
de aanpak van de sportbegeleider?
62. Wat zijn populaire sporten bij het oudere schoolkind?
63. Geef de belangrijkste cognitieve ontwikkelingen van het oudere schoolkind
kort aan.
64. Wat betekent het voor de sportleider dat oudere schoolkinderen kritischer
worden? .
65. Geef kort de belangrijkste kenmerken van de sociaal-affectieve ontwikkeling
van het oudere schoolkind aan.
66. Welke soort spel is met name belangrijk bij oudere schoolkinderen en
waarom?
67. Wat kan de sportleider doen om de waarden en normen te helpen
ontwikkelen?
Verwerkingsopdrachten thema 23
De sportleider als begeleider; SB 3&4 pagina 5
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Onderzoeken en toepassen
Opdracht 4 Kenmerken en bijpassende sport en spel
68. Schrijf per leeftijdscategorie (kleuter, jonge schoolkind, oudere schoolkind) de
belangrijkste kenmerken op die van belang zijn voor de sportbeoefening: een
checklist. Maak vervolgens op basis van deze checklist per leeftijdscategorie
een top vijf van geschikte en voor de kinderen aantrekkelijke activiteiten.
Betrek bij deze opdracht de tips in de praktijk.
Verwerkingsopdrachten thema 23
De sportleider als begeleider; SB 3&4 pagina 6
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Download