Thema 18 Algemene psychiatrie - Profi

Verwerkingsopdrachten
Bewegingsagoog; SB 4
ISBN 97890 85241 13 3
Thema 18 Algemene psychiatrie
Verwerkingsopdrachten thema 18
Bewegingsagoog; SB 4 pagina 1
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opwarmen en oriënteren
Opdracht 1
Het doel van deze opdracht is dat je voorkennis over algemene psychiatrie opfrist.
Beantwoord de volgende vragen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Waar denk je aan bij psychiatrie?
Welke psychiatrische ziekteproblemen ken je?
Heb je wel eens van psychopathologie gehoord?
Heb je in je werk of op je stage te maken gehad met mensen met een
psychiatrische achtergrond?
Welke richtlijnen had je?
Welke consequenties had dat voor de begeleiding?
Wat is het verschil tussen psychologische hulpverlening en psychiatrische
hulpverlening?
Waar leg jij de grens tussen psychisch gezond en psychisch ziek?
Verwerkingsopdrachten thema 18
Bewegingsagoog; SB 4 pagina 2
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Herkennen en onderscheiden
Opdracht 2
Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit
thema kent.
Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
 het begrip in eigen woorden te formuleren;
 een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast.
9. DSM
10. GGZ
11. Intramurale zorg
12. Extramurale zorg
13. PAAZ
14. RIAGG
15. APZ
16. PUK
17. Psyche
18. iater
19. Regressie
20. Fixatie
21. Continuüm of continuïteitsgedachte
22. Psychisch gezond
23. Evenwichtsgedachte
24. Draagkracht
25. Draaglast
26. Biologische psychiatrie
27. Neurotransmitters
28. Traumatische ervaringen
29. Pathologie
30. Psychopathologische verschijnselen
31. Wanen
32. Obsessies
33. Stoornissen in de oriëntatie
34. Afasie
35. Echolalie
36. Neologismen
37. Affectvervlakking
38. DSM-IV-R
39. Multi-axiale codering
Verwerkingsopdrachten thema 18
Bewegingsagoog; SB 4 pagina 3
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
40. Schizofrenie
41. Paranoïde psychose
42. Manische depressiviteit
43. Manisch
44. Somatoforme stoornissen
45. Somatoform
46. Abasie
47. Mutisme
48. Gedragsstoornissen
49. Pervasief
50. Pervasieve stoornissen
51. Oppositioneel-opstandig gedrag
52. PDD-NOS .
Verwerkingsopdrachten thema 18
Bewegingsagoog; SB 4 pagina 4
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Begrijpen
Opdracht 3
Beantwoord de volgende vragen.
53. Welke vormen van psychiatrische hulpverlening zijn er?
54. Wat ziet het aanbod van een algemeen psychiatrisch ziekenhuis er
tegenwoordig vaak uit en hoe is de zorg globaal georganiseerd?
55. Hoe gaat men in een APZ te werk?
56. Wat doet een PAAZ?
57. Hoe is het onderwijs voor kinderen met psychiatrische problemen geregeld?
58. Waar staat het begrip GGZ voor?
59. Waarom is het zo moeilijk een goede definitie te geven van het begrip
‘psychische nood’?
60. Hoe kan er desondanks een diagnose gesteld worden of beoordeeld worden
of bepaald gedrag zorgelijk is?
61. Wat is de continuïteitsgedachte?
62. Wat is de evenwichtsgedachte?
63. Hoe ontstaan psychische problemen?
64. Wie stellen bij psychopathologische verschijnselen de diagnose?
65. Hoe komt men tot een diagnose?
66. Hoe is het DSM-IV voor psychiatrische ziektebeelden opgebouwd?
67. Hoe kunnen psychiatrische ziektebeelden worden ingedeeld? Geef kort aan
wat bedoeld wordt.
Verwerkingsopdrachten thema 18
Bewegingsagoog; SB 4 pagina 5
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Verwerkingsopdrachten thema 18
Bewegingsagoog; SB 4 pagina 6
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Onderzoeken en toepassen
Opdracht 4 Bewegingsagogische begeleiding
68. Noteer wat je als bewegingsagoog kunt bijdragen aan de
begeleiding/behandeling van psychiatrische patiënten.
Verwerkingsopdrachten thema 18
Bewegingsagoog; SB 4 pagina 7
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp