Verwerkingsopdrachten Aan de slag als zorghulp; niveau 1 ISBN 97890 8524 1683 (Tweede druk) Thema 28 Veiligheid en veiligheidsvoorschriften Verwerkingsopdrachten thema 28 Aan de slag als zorghulp; niveau 1 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je nadenkt over veiligheid en veiligheidsvoorschriften. 1 Waar gebeuren, denk jij, de meeste ongevallen? 2 Wat voor soort ongevallen gebeuren vaak bij ouderen? 3 En wat voor ongevallen gebeuren snel bij kinderen? 4 Heb je weleens een ongelukje in huis meegemaakt? Wat voor ongelukje? 5 Ben jij kritisch met het beoordelen van mankementen in huis, aan gereedschap? 6 Repareer of vervang je spullen als ze kapot zijn, of heb je vaak iets van: ‘dat komt morgen wel’? 7 Heb je een cursus EHBO gedaan? Weet je wat je moet doen bij ongevallen? Verwerkingsopdrachten thema 28 Aan de slag als zorghulp; niveau 1 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Schrijf achter elk woord de betekenis. Geef een voorbeeld bij elk woord. 8 BIG 9 voorbehouden handelingen Verwerkingsopdrachten thema 28 Aan de slag als zorghulp; niveau 1 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 10 Noem drie situaties die voor ouderen in huis gevaarlijk zijn. 11 Noem drie situaties in huis die voor kinderen gevaarlijk zijn. 12 Waar moet je op letten als je met schoonmaakmiddelen werkt? 13 Noem drie gevaren bij elektrische apparaten. 14 Wat staat er in de wet BIG? 15 Mag jij medicijnen geven aan cliënten? Waarom wel of niet? Verwerkingsopdrachten thema 28 Aan de slag als zorghulp; niveau 1 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en oefenen Opdracht 4 16 Lees onderstaand artikel over veiligheid in en om huis met betrekking tot kinderen. Er zijn wat woorden weggelaten. Kun je zelf een woord invullen op de lege plaatsen? Veiligheid in en om uw huis Ongevallen in huis worden vaak onderschat. Per jaar moeten ongeveer 60.000 kinderen naar de eerste hulp voor behandeling, omdat ze een 1……… in of om het huis hebben gehad. Baby's, peuters en kleuters gaan vaak op onderzoek uit en doen niets liever dan klimmen, alles vastpakken en in hun 2 ……….. stoppen. Daardoor ontstaan er soms gevaarlijke situaties. Vaak worden deze ongevallen afgedaan als toeval of noodlot, maar niets is minder waar. Vaak hadden deze ongevallen voorkomen kunnen worden door simpele maatregelen die u kunt treffen in uw eigen huis. Ongelukjes voorkomen in en om huis Woonkamer Zorg er voor dat er zo min mogelijk 3…………….rondslingert op de grond. Klem tafelkleden vast aan tafel zodat je kind zich er niet aan kan optrekken zodat er koffie of thee over hem heen valt. Voorkom schuivende kleden en opkrullende tapijten. Let goed op kabels en elektriciteitdraden. Zorg dat ze goed geïsoleerd zijn en dat het koper niet te zien is. Gebruik kinderveilige 4 …………………. Houdt kleine spulletjes zoals knoopjes en spelden buiten bereik. Laden en deuren dichthouden. Badkamer/douche en wc Ruim altijd uw scheerspullen, make-up op. Houdt shampoo en zeep buiten bereik van kleine kinderen. Doe de badkamerdeur nooit op 5…………. Voorkom uitglijden en gebruik een anti slip matje voor het bad. Laat onder geen omstandigheden kleine kinderen/baby’s alleen in bad ook niet met ouder broertje of zusje, voorkom verdrinking en brandwonden door te 6 …………water. Keuken Ruim altijd gebruikte spullen zoals vorken, lepels en messen op. Laat geen plastic zakken rondslingeren in de keuken. Zet schoonmaakmiddelen in 7…………..kastjes of berg deze hoog op. Als u aan het koken bent, laat uw kind dan zo ver mogelijk uit de buurt. Laat geen stelen van koekenpannen of steelpannetjes buiten het fornuis steken. Zet geen hete pannen op de grond. Gebruik geen lucifers in het bijzijn van Verwerkingsopdrachten thema 28 Aan de slag als zorghulp; niveau 1 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp kleine kinderen. Doe scherven en blikken deksels in een oude krant en gooi het gelijk in de vuilnisbak. Leer uw kind dat het niet in de 8 ……………..mag graaien. Tuin Ook in de tuin gebeuren vaak ongelukjes. Pas op met vijvers en giftige planten. Zorg voor een degelijk tuinstel en zorg dat de tafel en stoelen goed zijn uitgeklapt. Zorg er voor dat uw kind niet eet van paddenstoelen en 9…………….. Zorg er voor dat het gras vrij is van stenen, spijkers. U begrijpt dat dit een selectie is van maatregelen die u kunt treffen, om een veilige leefruimte te creëren voor uw kind. Schuur /garage Laat geen gereedschap en gevaarlijke stoffen rondslingeren, ruim deze direct op en het liefst achter slot en grendel. Je kunt ook een stevig wandrek gebruiken maar dat bevordert weer klimmen. Als je toch een wandrek gebruikt, bevestig deze dan aan de muur. Laat gevaarlijke stoffen altijd in de originele 10 ………………zitten, dus niet in bijvoorbeeld een limonadefles. Dit voorkomt vergissingen van uw kind. Als u bijvoorbeeld olie hebt geknoeid op de grond, ruim dit dan gelijk op en gooi er zand over. Verwerkingsopdrachten thema 28 Aan de slag als zorghulp; niveau 1 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Verwerkingsopdrachten thema 28 Aan de slag als zorghulp; niveau 1 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp