Thema 12 Woonbegeleiding - Profi

advertisement
Verwerkingsopdrachten
PW Jeugdzorg saw 4
ISBN 97890 8524 0952
Thema 12 Woonbegeleiding
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 1
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opwarmen en oriënteren
Opdracht 1
Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over woonbegeleiding opfrist.
Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht.
1. Weet je nog wat jij moeilijk vond toen je voor het eerst zelfstandig ging
wonen?
2. Hoe heb je de ‘problemen’ opgelost?
3. Heb je daar hulp bij gekregen van meer ervaren kamerbewoners of van
vrienden en familie?
4. Waar bestond die hulp uit?
5. Welke problemen denk je dat jongeren tegenkomen die zelfstandig gaan
wonen?
6. Welke woonvormen zijn er voor jongeren die nog niet geheel zelfstandig
kunnen wonen?
7. Welke doelgroepen zijn er in de woonbegeleiding?
8. Weet je op welke manier ze begeleid worden?
9. Wat zou jij hen kunnen bieden?
10. Op welke manier zou je hen kunnen motiveren om hun huishouden op
orde te houden?
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 2
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Herkennen en onderscheiden
Opdracht 2
Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit
thema kent.
Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
 het begrip in eigen woorden te formuleren;
 een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast.
11. Woonbegeleiding
12. Residentiële voorziening
13. Semiresidentiële voorziening, ambulante of daghulp
14. Crisisopvang
15. Begeleid wonen
16. Begeleid zelfstandig wonen
17. Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW)
18. Beschermd wonen
19. AMA
20. AMV
21. Gezinshuis
22. Schippersinternaat
23. Seksespecifieke woonvorm
24. Intensief beschermd wonen (IBW).
25. Vertrektraining
26. Ambulant
27. Intensieve Orthopedagogische Gezinsbehandeling (IOG)
28. Woonbegeleider
29. Kernkwaliteiten woonbegeleider
30. Intakegesprek
31. Hulpverleningsplan
32. Begeleidingsgesprek
33. Regiefunctie
34. Ouderbgeleiding
35. Motivatie
36. Intrinsieke motivatie
37. Extrinsieke motivatie
38. Humanistische psychologie
39. Fysiologische behoeften
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 3
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
40. Veiligheidsbehoefte
41. Basisvertrouwen
42. Sociale behoeften
43. Behoefte aan erkenning en waardering
44. Zelfverwezenlijking of zelfontwikkeling
45. Beheersingsoriëntatie
46. Externe beheersingsoriëntatie
47. Interne beheersingsoriëntatie
48. Veranderingsmodel van Porchaska en DiClemente
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 4
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Begrijpen en toepassen
Opdracht 3
Lees de tekst over woonvormen en voorzieningen voor jongeren in 12.2 en
beantwoord de volgende vragen.
49. Welke jongeren zijn met name in residentiële voorzieningen te vinden?
50. Waar is de begeleiding van jongeren met psychiatrische problemen en
verslavingsproblemen op gericht?
51. Waarin verschillen de schippersinternaten van de andere genoemde
instellingen?
52. Waar richt de begeleiding van mishandelde meisjes zich op?
53. Waarom richt ambulante zorg zich vaak op het gezin?
Opdracht 4
Lees de tekst over het hulpverleningstraject in 12.4, beantwoord de vragen en maak
de opdracht.
54. Hoe komen jongeren vaak in het hulpverleningscircuit terecht?.
55. Lees onderstaande situatie en geef aan wat de hulpverlener in de
gesprekken met de jongere zou kunnen doen. (deze opdracht heb je nodig
voor onderzoeken en oefenen)
Situatie
Joyce van 16 is bij Bureau jeugdzorg terechtgekomen omdat zij grensoverschrijdend
gedrag vertoonde. Zij heeft al heel wat vriendjes gehad en kwam uiteindelijk in
handen van een loverboy. Daar werd ze niet gelukkiger van en onder druk van haar
familie heeft zij gekapt met de loverboy. Haar problemen zijn echter nog niet
opgelost. Dat beseft ze zelf gelukkig ook en is daarom in therapie gegaan. Daarnaast
krijgt zij begeleiding om haar leven op orde te brengen. Zij heeft als leerdoelen
geformuleerd:
 Ik wil leren hoe ik goed voor mezelf kan zorgen zodat ik zelfstandig kan gaan
wonen.
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 5
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp

Ik wil leren grenzen te trekken naar anderen zodat ik in de toekomst geen dingen
meer met mij laat doen die ik eigenlijk niet wil.
56. Hoe sluit je de hulpverlening met een cliënt af?
Opdracht 5
Lees de tekst over de wekelijkse begeleiding in 12.5 en beantwoord de volgende
vraag.
57. Wat zijn belangrijke aandachtspunten bij de wekelijkse begeleiding en
waar is die op gericht?
Opdracht 6
Lees de tekst over motivatie in 12.6, beantwoord de vragen en maak de opdrachten.
58. Wat wordt bedoeld met de drie belangrijke pijlers van motivatie?
59. Geef in de volgende voorbeelden aan of het om intrinsieke of extrinsieke
motivatie gaat.
Voorbeelden:
 Lilah doet ontzettend haar best om alle karweitjes op tijd af te krijgen. Dan
mag ze namelijk naar de stad.
 Oh, wat baalde Rens van zijn onvoldoende voor wiskunde. Hij had zo hard
geleerd en hoopte zo een voldoende te halen.
 Lieneke krijgt voor alle taken die ze goed uitvoert een positieve
aantekening op haar weekstaat. Aan het einde van de week krijgt ze een
stempel als ze elke dag een positieve aantekening heeft. Als de kaart vol
is, mag ze een activiteit kiezen.
60. Waar is de behoeftehiërarchie van Maslow op gebaseerd?
61. Waarom is het belangrijk te onderzoeken waar motivatieproblemen
vandaan komen en wat kun je eraan doen om die te verbeteren?
62. Typeer in het kort de verschillende achtergronden van motivatieproblemen
en de aanpak van de begeleider.
Opdracht 7
Lees de tekst over jongeren motiveren in 12.7 en beantwoord de volgende vragen.
63. Waarom is het belangrijk dat jongeren een toekomstperspectief krijgen?
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 6
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
64. Waarom stel je haalbare doelen en hoe doe je dat?
65. Hoe kun je het gevoel van eigenwaarde en competentie versterken?
66. Hoe confronteer je?
67. Wat is de valkuil bij het realiseren van een interne beheersingsoriëntatie?
68. Welke doelen heeft het versterken van het netwerk?
Opdracht 8
Lees de tekst over de relatie woonbegeleider en jongere in 12.8 en maak de
volgende opdracht. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen.
69. Geef 3 aspecten aan van de relatie tussen woonbegeleider en jongere in
het voorbeeld van Joyce in opdracht 55 die in jouw ogen met name van
belang zijn. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen)
Opdracht 9
Lees de tekst over het veranderingsmodel van Prochaska en DiClemente in 12.9 en
maak de volgende opdracht.
70. Joyce in het voorbeeld in opdracht 55 zit in het 4e stadium van het model
van Prochaska en DiClemente: uitvoeren. Zij heeft immers al beslist dat zij
in therapie gaat en begeleiding wil. Bedenk wat er in de laatste drie
stappen volgens het model van Prochaska en DiClemente zou kunnen
gebeuren. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen)
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 7
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Onderzoeken en oefenen
Opdracht 9 Begeleiden
Je oefent in woonbegeleiding.
Werkwijze
 Vorm groepjes van 4 of 5 personen en wijs een woordvoerder aan.
 Neem de antwoorden op de opdrachten 55, 69 en 70 erbij.
 Presenteer de antwoorden per opdracht aan elkaar.
 Bespreek de antwoorden van elke opdracht apart.
 Vergelijk de antwoorden met elkaar:
o wat zijn verschillen en overeenkomsten;
o hoe denken jullie daarover;
o trek conclusies uit de discussie;
o maak samen op elke vraag een antwoord dat in de groep gepresenteerd
wordt.
In de groep
 De woordvoerders presenteren de antwoorden in de groep.
 Er volgt discussie.
 Trek conclusies uit de discussie.
 Formuleer 5 aandachtspunten en tips voor de begeleiding in dit soort situaties.
Verwerkingsopdrachten thema 12 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 8
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Download