Verwerkingsopdrachten PW Jeugdzorg saw 4 ISBN 97890 8524 0952 Thema 9 Maatschappelijke opvang voor jongeren Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over maatschappelijke opvang voor jongeren opfrist. Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht. 1. Aan welke doelgroep denk je bij de maatschappelijke opvang voor jongeren? 2. Heb je wel eens te maken gehad met dak- en thuislozen? 3. Heb je wel eens met andere doelgroepen te maken gehad als tienermoeders, vluchtelingen, zwerfjongeren, slachtoffers van loverboys en van huiselijk geweld? 4. Zou je met deze doelgroepen willen werken? 5. Waarom wel of niet? 6. Wat stel je je voor bij het werken met deze doelgroepen? 7. Wat vraagt het werken met deze doelgroepen van jou? 8. Welke vaardigheden denk je in het bijzonder nodig te hebben als je met deze doelgroepen werkt? 9. Waar worden deze doelgroepen opgevangen? Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 10. Asielzoeker 11. Vluchteling 12. Alleenstaande minderjarige vluchteling (AMV) of alleenstaande minderjarige asielzoeker (AMA) 13. Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) 14. Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) 15. Inburgeringscursus 16. Dienst Terugkeer en Vertrek 17. Acculturatie 18. Stress 19. Hyperarousel 20. Psycho-educatie 21. Loverboy 22. Take Off 23. Rehabilitatiegericht werken 24. 8-fasenmodel 25. Presentiebenadering 26. Kenniscentrum Opvang en OGGZ 27. Movisie 28. Trimbos Instituut 29. Huiselijk geweld 30. Posttraumatische stressstoornis (PTSS) 31. Algemene familie-eer (seref in Turkije) 32. Seksuele familie-eer (namus in Turkije) 33. Mep-analyse Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees de tekst over alleenstaande minderjarige vluchtelingen in 9.2, beantwoord de vragen en maak de opdracht. 34. Om welke redenen vluchten jongeren vaak uit hun land? 35. Zet achter elk orgaan in het schema van het opvangproces in 9.2.2 wat deze instantie in die fase doet. Kijk eventueel ook op internet. 36. Kan een AMV onder de 18 jaar uitgezet worden? 37. Waar verblijven AMV’s die jonger dan 18 jaar zijn en wie is verantwoordelijk voor hen? 38. Wat gebeurt er met jongeren als zij 18 jaar zijn? 39. Voor wie zijn de inburgeringscursussen bedoeld en wat doen jongeren tijdens die cursus? 40. Wat is de taak van de mentor voor jongeren op een campus? 41. Wat doet de casemanager? 42. Maak checklisten van aandachtspunten voor contacten met een AMV. Kijk hiervoor in de thema’s 9.2.3 tot en met 9.2.6. Maak vier verschillende lijstjes voor de volgende onderwerpen: psychosociale aandachtpunten; persoonlijke situatie/beleving; toekomstperspectief; communicatie; (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen) Opdracht 4 Lees de tekst over slachtoffers van loverboys in 9.3 en beantwoord de volgende vragen. Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 43. Hoe gaan loverboys te werk? 44. Waarom is het voor meisjes niet gemakkelijk eruit te stappen en hulp te zoeken? 45. Welk profiel en welke kenmerken hebben meisjes en vrouwen in het algemeen die slachtoffer worden van loverboys? 46. Wat zijn de gevolgen van het fysieke en psychische geweld van de loverboy? 47. Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de hulpverlener en waarom? 1. Opdracht 5 Lees de tekst over zwerfjongeren in 9.5 en beantwoord de volgende vragen. 48. Waarvoor is het hebben van een vaste woon- en verblijfplaats belangrijk? 49. Welke andere problemen hebben zwerfjongeren vaak? 50. Welke opvangvoorzieningen voor jongeren zijn er en welke hulpverlening wordt daar geboden? 51. Wat zijn de doelen van maatschappelijke opvang? 52. Welke fasen in de begeleiding kun je onderscheiden en wat wordt er in die fasen gedaan? 53. Welke houdingsaspecten van de hulpverlener zijn belangrijk en waarom? 54. Hoe bouw je een goede vertrouwensrelatie op en wat is daarbij belangrijk? 55. Voor welke doelgroep onder zwerfjongeren is outreachend werken belangrijk en waarom? 56. Waarom is activering belangrijk? 57. Wat is rehabilitatiegericht werken? 58. Wat biedt het 8-fasenmodel? 59. Wat zijn de belangrijkste kerngedachten van de presentiebenadering? 60. Waarom zijn er zoveel instanties en personen bij de maatschappelijke opvang betrokken? Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opdracht 6 Lees de teksten over tienermoeders in 9.4, slachtoffers van huiselijk geweld in 9.6 en slachtoffers van eergerelateerd geweld in 9.7 en maak de volgende opdracht. 61. Kies een van de onderwerpen hierboven en bereid daar een presentatie over voor. Zorg dat de onderwerpen goed verdeeld worden over de gehele groep. Maak bij de voorbereiding van de presentatie gebruik van de informatie in de genoemde paragrafen in het boek en kijk eventueel op internet. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen) Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en oefenen Opdracht 7 Je oefent een gesprek met een alleenstaande minderjarige vluchteling. Werkwijze Vorm groepjes van vier personen en wijs een woordvoerder aan. Neem voor deze opdracht de lijstjes uit opdracht 42 erbij. Vergelijk de lijstjes met elkaar en stel in onderling overleg vier definitieve lijstjes samen. (Praat er niet te lang over, het gaat er maar om dat jullie vier checklisten hebben voor het volgende rollenspel) 2 spelen het volgende rollenspel. 2 observeren. Rollenspel Ammon van 16 is als vluchteling vanuit Egypte naar Neerland gekomen. Hij neemt deel aan een inburgeringscursus. Hij is wisselend gemotiveerd. Zijn mentor, Ralf, heeft een gesprek met hem over zijn motivatie, zijn activiteiten, contacten en zijn toekomstperspectief. De rollen Ammon is een tijd geleden aangekomen uit Egypte. Hij voelde zich daar bedreigd omdat hij in opstand was gekomen tegen het regime. Hij is voor moderniseringen en een samenleving die op een meer westerse manier is ingericht. Het islamitische geloof staat dat in de weg, vindt hij, en daarom is Ammon geen moslim meer. Na een demonstratie is hij een aantal dagen gevangen gezet. Toen hij daaruit kwam is hem te verstaan gegeven dat hij in de gaten gehouden zal worden en dat het volgende verblijf in de gevangenis niet zo prettig voor hem zal verlopen. Door deze ervaring is Ammon zo bang geworden en gefrustreerd geraakt dat hij besloten heeft naar Nederland te vluchten, ondanks dat hij hier niemand kent. Hij is geplaatst op een campus en kan in ieder geval tot zijn 18e in Nederland blijven. Dan wordt opnieuw bekeken of hij kan blijven of dat hij terug moet naar zijn eigen land. Dat is afhankelijk van de situatie in zijn land en of zijn veiligheid daar dan gegarandeerd is. Ammon vindt de inburgeringscursus eigenlijk wel leuk omdat hij daar doelgerichte (en dus veilige) contacten met anderen heeft. Soms heeft hij echter een motivatieprobleem: ‘wat heb ik aan die cursus als ik na mijn 18e misschien niet eens mag blijven?’ Ammon mist zijn familie en vooral zijn (politieke) vrienden heel erg. Sinds zijn vertrek heeft hij geen contact meer met hen gehad. Hij is bang dat de telefoons worden afgeluisterd. Hij voelt zich op de campus nog niet helemaal thuis en weet niet bij wie hij aansluiting zal zoeken. Hij is bang dat de andere Egyptenaren die hier zitten, het niet met zijn politieke ideeën eens zijn en dat zij voor problemen voor zijn familie en Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp vrienden in Egypte kunnen zorgen. Met anderen heeft hij vaak een communicatief probleem omdat ze verschillende talen spreken. Ralf heeft zich in dit gesprek tot doel gesteld te achterhalen waarom de motivatie van Ammon in de inburgeringscursus zo wisselend is. Hij heeft al gemerkt dat Ammon weinig persoonlijke contacten buiten de cursus heeft. Daarom wil hij het met hem ook over zijn activiteiten in zijn vrije tijd hebben. In zijn achterhoofd denkt hij aan een Nederlandse contactpersoon voor Ammon die wat met hem optrekt. Het spel Het gesprek duurt ongeveer 10 minuten. Het wordt afgerond met een paar afspraken: bijvoorbeeld over de cursus, de activiteiten en de contacten. Bij het gesprek houdt de mentor rekening met de aandachtspunten in de checklisten. De observatoren De observatoren letten vooral op: of het spel realistisch is; of de punten in de checklist gehanteerd worden. Nabespreking Bij de nabespreking staan de volgende punten centraal: was het een realistisch gesprek; werden de punten uit de checklist gehanteerd; waarom wel of waarom niet; wat ging er goed en waardoor kwam dat; welke problemen waren er bij het spelen van het spel; welke oplossingen kunnen jullie daarvoor bedenken; welke conclusies trekken jullie uit dit spel; welke tips en aandachtspunten kunnen jullie formuleren voor het voeren van dergelijke gesprekken; …. In de groep De woordvoerders doen verslag van de conclusies uit het spel en de tips en aandachtpunten; De tips en aandachtspunten uit alle groepen worden verzameld; Hieruit wordt een top 10 van tips en aandachtspunten samengesteld. Opdracht 8 Je presenteert een doelgroep in de maatschappelijke opvang: tienermoeders, slachtoffers van huiselijk geweld of slachtoffers van eergerelateerd geweld en discussieert met elkaar over de doelgroepen en het werken met deze doelgroepen. Werkwijze Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 8 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Vorm groepjes van drie personen die elk een andere doelgroep hebben voorbereid. Wijs een woordvoerder aan. Ieder presenteert de eigen doelgroep. Tijdens de presentatie mogen vragen om verduidelijking gesteld worden. Praat daarna met elkaar over: o de maatschappelijke oorzaken van de problemen; o de individuele oorzaken van de problemen; o de hulpverlening: is die goed ingericht volgens jullie, waarom wel of niet; o wat vraagt deze hulpverlening van werkers; o zou je in deze sectoren willen werken; waarom wel of niet; o ….. Noteer de belangrijkste conclusies uit de discussie. In de groep De woordvoerders doen verslag van de belangrijkste conclusies uit de discussies. Er volgt een discussie over deze conclusies: o komen ze overeen; o waar zitten verschillen; o hoe denken jullie over die verschillen; o wat zou er eventueel in de hulpverlening moeten veranderen; o wat vraagt de manier van werken van hulpverleners; o welke eigenschappen zou je als hulpverlener moeten hebben; o ….. Verwerkingsopdrachten thema 9 PW Jeugdzorg; saw 4 pagina 9 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp