Verwerkingsopdrachten Gehandicaptenzorg; saw 4 ISBN 97890 8524 1607 Thema 3 Sociaalwetenschappelijke theorieën Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over sociaalwetenschappelijke theorieën opfrist. Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht. 1. Ben je enigszins bekend met sociaalwetenschappelijke theorieën als de gedragsleer, groepsdynamica en theorieën over socialisatie? 2. Wat kunnen cliënten volgens jou aan deze theorieën hebben? 3. Wat kun jij daaraan hebben in je werk? 4. Wat vind jij goed leiderschap? 5. Vind je jezelf een leider? 6. Zitten er mensen in je groep die jij als leiders beschouwd? 7. Welke kenmerken hebben zij? Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 8. Fysiologie 9. Psychopathologie 10. Psychologie 11. Psyche 12. Logos 13. Sociologie 14. Pedagogiek 15. Ontwikkelingspsychologie 16. Methodenleer 17. Persoonlijkheidsleer 18. Genetische factoren 19. Subassertieve mensen 20. Normaal gedrag 21. Positief niet-normaal gedrag 22. Negatief niet-normaal gedrag 23. Neuropsychologie 24. Kokerzien 25. Functieleer 26. Zintuigleer 27. Gedragsleer 28. Interpersoonlijke relatie 29. Objectiviteit 30. Rosenthal-effect 31. Self-fulfilling prophesy 32. Gedrag 33. Drifttheorieën 34. Orale bevrediging 35. Evenwichtstheorieën 36. Hedonistische theorieën Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 37. Hedonisme 38. Fysiologische factoren 39. Socialisatie 40. Groepsdynamica 41. Groepsrollen 42. Rolpatroon 43. Groepscultuur 44. Groepsproces 45. Groepscohesie 46. Systeemtheorie 47. Sociale omgeving 48. Sociale systeem 49. Levend systeem 50. Cliëntsysteem 51. Parentificatie 52. Zondebok 53. Systeemgericht werken 54. Resocialiseren 55. Systeembenadering 56. Systemische benadering 57. Contextuele therapie 58. Relationeel wezen 59. Interacties binnen de relaties 60. Ethiek 61. Situationeel begeleiden of situatiegericht begeleiden 62. Autoritaire leider 63. Laissez-faire leider 64. Democratisch leider 65. Kokerzien Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees de tekst over hoofdgebieden van de psychologie in 3.2.2 en de bestudering van gedrag in 3.2.3 en beantwoord de volgende vragen. 66. Welke hoofdgebieden kent de psychologie? 67. Waarom is de persoonlijkheidsleer zo’n belangrijk onderdeel van de psychologie? 68. Noem 2 voorbeelden van positief, niet normaal gedrag die niet in het boek genoemd zijn. 69. Noem 2 voorbeelden van negatief, niet normaal gedrag die niet in het boek genoemd zijn. 70. Waarom is enige kennis van de neuropsychologie belangrijk als je met ouderen werkt? 71. Waar wordt gedrag ondermeer door bepaald?. 72. Wat zijn problemen bij de bestudering van gedrag? Opdracht 4 Lees de tekst over motivatie en gedrag in 3.3, beantwoord de vraag en maak de opdracht. 73. Wat is het belangrijkste uitgangspunt van de theorie van Freud? 74. Lees onderstaande situatie en geef achter elke zin aan om welke soort factor het gaat die invloed heeft op ons gedrag. Situatie Mirna is een normaal gezond kind van 7 jaar. Haar ouders zijn net verhuisd uit Engeland. Mirna voelt zich nog niet helemaal thuis op school. Het gaat er zo anders aan toe. Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp De kinderen gaan heel anders gekleed en doen zelfs anders. Ze zijn soms erg bazig. Mirna weet niet goed hoe ze aansluiting bij hen kan vinden. Ze gaat de andere kinderen daarom uit de weg. Maar daar voelt ze zich ook niet gelukkig bij; eigenlijk speelt ze altijd heel graag met andere kinderen en is ze zelfs initiatiefrijk. Opdracht 5 Lees de tekst over socialisatie in 3.4 en beantwoord de volgende vraag. 75. Geef in de zelfde situatie als in de vorige opdracht aan om welke problemen bij de socialisatie het bij Mirna gaat. Situatie Mirna is een normaal gezond kind van 7 jaar. Haar ouders zijn net verhuisd uit Engeland. Mirna voelt zich nog niet helemaal thuis op school. Het gaat er zo anders aan toe. De kinderen gaan heel anders gekleed en doen zelfs anders. Ze zijn soms erg bazig. Mirna weet niet goed hoe ze aansluiting bij hen kan vinden. Ze gaat de andere kinderen daarom uit de weg. Maar daar voelt ze zich ook niet gelukkig bij; eigenlijk speelt ze altijd heel graag met andere kinderen en is ze zelfs initiatiefrijk. Opdracht 6 Lees de tekst over groepsdynamica in 3.5 en beantwoord de volgende vragen. 76. Wanneer spreek je van groepsdynamica? 77. Wat kunnen voordelen van het leven in groepen zijn? 78. Wat kunnen nadelen van het leven in groepen zijn? 79. Noem van elke soort groepsverschijnselen een positief voorbeeld uit jouw praktijk. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen) 80. Wanneer is een rolpatroon geen probleem? 81. Wanneer is groepscohesie niet goed? 82. Om welke reden is de systeemtheorie ontwikkeld? 83. Waar gaat de systeemtheorie vanuit? Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp 84. Waarom is het soms belangrijk ook mensen buiten het gezin, bijvoorbeeld de leerkracht, bij de ondersteuning en behandeling te betrekken? 85. Wat ligt ten grondslag aan parentificatie? 86. Wat doen ouders of een gezin als zij een kind tot zondebok maken? 87. Wat hebben systeemgericht werken en (re)socialisatie met elkaar te maken? 88. In welke situaties wordt de contextuele therapie vaak toegepast? 89. Waarom zijn het gezin en de familie of een andere opvoedingsvorm zo belangrijk in de contextuele therapie? 90. Welke dimensies zijn in de theorie van Nagy van belang? Leg kort uit wat daarmee bedoeld wordt. 91. Hoe kenmerkt Nagy een goedlopende relatie? 92. Wat is er volgens Nagy in relaties vaak verstoord? Opdracht 7 Lees de tekst over leiderschap in 3.6 en beantwoord de volgende vragen. 93. Wat wordt onder de functionele benadering van leiderschap verstaan? 94. Wanneer zijn leiders volgens de functionele benadering effectief? 95. Wat zijn de effecten van autoritair, laissez-faire en democratisch leiderschap op groepsleden? Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en oefenen Opdracht 9 Groepsverschijnselen en leiderschap Je bespreekt positieve groepsverschijnselen met elkaar en de invloed van de begeleiders daarop. Werkwijze Vorm groepjes van 4 of 5 personen en wijs een woordvoerder aan. Neem je antwoord op opdracht 79 erbij. Presenteer de positieve voorbeelden van de verschillende groepsverschijnselen uit de praktijk aan elkaar. Kies er 3 uit waarbij de invloed van de begeleider(s) duidelijk aanwezig was. Degenen die deze 3 hebben ingebracht leggen uit hoe de begeleiders in die situatie gehandeld hebben. Bespreek met elkaar: o wat maakte de aanpak van de begeleider succesvol: het gaat om kenmerken van de begeleider; o welk soort leiderschap werd toegepast: autoritair, democratisch, laissezfaire; o was er sprake van situationeel leiderschap: waarom wel of niet; o zou er nog meer uit de situatie te halen zijn geweest door een andere stijl van begeleiden of een andere aanpak; o hoe zou de situatie verlopen zijn bij een andere stijl van begeleiden of een andere aanpak; o …. Trek met elkaar conclusies uit de discussie. In de groep De woordvoerders brengen de conclusies in de groep. Over de conclusies wordt nagepraat: o zijn jullie het met elkaar eens over de conclusies; o zijn er nog andere mogelijkheden; o is de invloed van de verschillende leiderschapsstijlen duidelijker geworden; o zijn de verschillende leiderschapsstijlen beter te hanteren in de praktijk; o zien jullie situationeel begeleiden als een belangrijke mogelijkheid; o wat zou je nog willen leren; o …… Verwerkingsopdrachten thema 3 Gehandicaptenzorg; saw 4 pagina 8 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp