Verwerkingsopdrachten Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 ISBN 97890 8524 0976 Thema 11 Belangenbehartiging Verwerkingsopdrachten thema 11 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over belangenbehartiging opfrist. Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht. 1. Heb je een cliënt wel eens naar een andere instelling begeleid? 2. Deed je het woord voor hem of haar? 3. Heb je wel eens op een andere manier de belangen van een cliënt behartigd? 4. Op welke manier? 5. Vond je de behartiging geslaagd? 6. Wat zou je willen verbeteren? 7. Hoe analyseer jij problemen van cliënten? 8. Als je zelf een probleem hebt met hoe de cliënt is of gehandeld heeft, wat doe je dan? 9. Los je het alleen op of zoek je ondersteuning van collega’s, of nog anders? Verwerkingsopdrachten thema 11 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 10. Belangen behartigen 11. Pleiten 12. Streefpunt 13. Weerstandspunt 14. BKR 15. Signaleren 16. Ethische kwesties 17. Ethisch dilemma Verwerkingsopdrachten thema 11 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees de tekst over belangen behartigen, wanneer en waarom in 11.2, beantwoord de vraag en maak de opdracht. 18. Wanneer behartig je de belangen van een cliënt niet? 19. Geef een voorbeeld van een cliënt die na advies of instructie van jou in staat was zelf zijn probleem op te lossen. Omschrijf de situatie kort. Geef vervolgens een voorbeeld van een cliënt waarvoor jij de belangen behartigd hebt en leg uit waarom je dat gedaan hebt. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen) 20. Leg de 2 succesfactoren voor het oplossen van problemen in eigen woorden uit. 21. Welk geheugensteuntje kun je gebruiken bij het maken van een plan van aanpak? Opdracht 4 Lees de tekst over pleiten in 11.3 en beantwoord de volgende vragen. 22. Waarom is het opzetten en onderhouden van een goed netwerk belangrijk? 23. Hoe zet je een netwerk op en onderhoud je de contacten? 24. Op welke manier kun je je goed voorbereiden als je iets bij een collegainstelling wilt bepleiten? 25. Wat voor soort gesprek voer je bij het pleiten? 26. Hoe bouw je het gesprek op? 27. Wat zijn belangrijke aandachtspunten in de themafase? Verwerkingsopdrachten thema 11 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opdracht 5 Lees de tekst over bemiddelen in 11.4 en beantwoord de volgende vragen. 28. Wat is het verschil tussen pleiten en bemiddelen? 29. Wat doe je als bemiddelaar? 30. Wat zijn voorwaarden voordat je kunt bemiddelen? Opdracht 6 Lees de tekst over signaleren en onderzoeken in 11.5, beantwoord de vragen en maak de opdracht. 31. Noem 2 problemen in regelgeving of voorzieningen voor cliënten op jouw werk of stage. Leg uit wat je precies gesignaleerd hebt. 32. Kies één van bovenstaande problemen en vul daarvoor aan de hand van de sheet in het boek een signaleringsformulier in. Beschrijf vervolgens aan de hand van het schema van Scholte en van Splunteren de stappen die je gezet hebt. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen) 33. Hoe analyseer je een probleem? 34. Waarom is het niet goed informatie achter te houden uit loyaliteit? Opdracht 7 Lees de tekst over ethische kwesties in 11.6 en beantwoord de volgende vragen. 35. Wat kun je doen bij een ethisch dilemma met betrekking tot een cliënt? 36. Wanneer zijn ethische dilemma’s echt alleen jouw probleem? Verwerkingsopdrachten thema 11 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en oefenen Opdracht 8 Adviseren en belangen behartigen Je denkt na over het maken van een keuze tussen adviseren/instrueren en belangen behartigen. Werkwijze Vorm groepjes van vier of vijf personen. Neem de antwoorden op opdracht 19 erbij. Presenteer de antwoorden aan elkaar. Bespreek elk antwoord: o was de keuze juist om te adviseren, instrueren of belangen te behartigen; o waarom wel of niet; o had je moeite om een keuze te maken; o waarom wel of niet; o wat was het resultaat of effect; o wat had je eventueel anders kunnen doen; o ….. Welke adviezen kunnen jullie elkaar geven? Opdracht 9 Signaleren Je oefent in het gebruik van het signaleringsformulier en het beschrijven van de stappen bij het signaleren. Werkwijze Vorm groepjes van vier of vijf personen en wijs een woordvoerder aan. Neem de antwoorden op opdracht 32 erbij. Presenteer de antwoorden aan elkaar. Bespreek de antwoorden; o waren er problemen bij het invullen van het signaleringsformulier; o waren er problemen bij het invullen van de procedure signalering per stap; o welke oplossingen hebben jullie daarvoor bedacht of kunnen jullie bedenken; o wat vind je van het werken met deze methoden; o hoe zou je het eventueel anders willen; Verwerkingsopdrachten thema 11 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp o …… Trek conclusies uit het gesprek. In de groep De woordvoerders brengen de conclusies in de groep. Hier wordt over nagepraat: o wat waren overeenkomsten; o wat waren verschillen; o wat zijn de achtergronden bij de overeenkomsten en verschillen; o zijn er algemene conclusies te trekken uit dit gesprek; o …. Formuleer 5 tips en aandachtspunten bij deze werkwijzen. Verwerkingsopdrachten thema 11 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp