Thema 10 Netwerken en sociale kaart - Profi

advertisement
Verwerkingsopdrachten
Sociaal-Cultureel Werk; saw 4
ISBN 97890 8524 0983
Thema 10 Netwerken en sociale kaart
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 1
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opwarmen en oriënteren
Opdracht 1
Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over netwerken en sociale kaart
opfrist.
Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht.
1. Sta jij wel eens stil bij de groepen waar jij in zit: privé, op de opleiding, op je
werk?
2. Denk je wel eens na over de betekenis die zij voor jou hebben?
3. Zie je welke betekenis groepen voor anderen kunnen hebben?
4. Verwijs je mensen wel eens door naar een groep?
5. Om welke redenen doe je dat?
6. Welke betekenis hebben andere organisaties voor jouw werk?
7. Op welke manier netwerk jij op je werk of stage met andere organisaties?
8. Op welke manier draag jij bij aan het werk van andere organisaties of heb
je daar invloed op?
9. Wat heb jij aan de netwerken voor jouw eigen werk?
10. Breng je andere organisaties ook in beeld, bijvoorbeeld in een sociale
kaart?
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 2
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Herkennen en onderscheiden
Opdracht 2
Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit
thema kent.
Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
 het begrip in eigen woorden te formuleren;
 een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast.
11. Sociaal systeem
12. Open systeem
13. Gesloten systeem
14. Transparantie
15. Overregulatie
16. Netwerken
17. Netwerk
18. Sociaal netwerk
19. Convenant
20. Sociale kaart
21. Signaal-verwijskaart
22. Brede sociale kaart
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 3
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Begrijpen en toepassen
Opdracht 3
Lees de tekst over open en gesloten systemen in 10.2 en beantwoord de volgende
vragen.
23. Op welke manier heb je als sociaal-cultureel werker met sociale systemen
te maken?
24. Wat heb je als sociaal-cultureel werker met gesloten systemen te maken?
Opdracht 4
Lees de tekst over netwerken in 10.3 en beantwoord de volgende vragen.
25. Wat is het verschil tussen een netwerk en een werkgroep, activiteitengroep
of actiegroep?
26. Welke doelen dient netwerken in het sociaal-cultureel werk?
27. Beschrijf welke redenen jij in je werk hebt om te netwerken en hoe je dat
vormgeeft. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen)
28. Neem een netwerk in je werk of stage voor ogen. Beschrijf of en hoe dit
netwerk voldoet aan de voorwaarden voor een goed netwerk. Zeg
eventueel ook hoe de situatie zou kunnen verbeteren of veranderen.
Betrek bij deze opdracht ook de tips in 10.4.2 om problemen in netwerken
te voorkomen en op te lossen. (deze opdracht heb je nodig voor
onderzoeken en oefenen)
29. Welke aandachtspunten zijn er voor de eerste bijeenkomst van een
netwerk?
Opdracht 5
Lees de tekst over het opbouwen en onderhouden van netwerkrelaties in 10.4 en
beantwoord de volgende vragen.
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 4
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
30. Leg uit op welke manier je aan het opbouwen van onderling vertrouwen
kunt werken.
Opdracht 6
Lees de tekst over de sociale kaart in 10.5 en beantwoord de volgende vragen.
31. Welke soorten sociale kaarten zijn er en waar zijn ze voor?
32. Welke gegevens neem je op de sociale kaart op en wat zijn daarbij
belangrijke aandachtspunten?
33. Waar let je op als je een sociale kaart gebruikt?
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 5
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Onderzoeken en oefenen
Opdracht 7 Evaluatie van netwerken
Je evalueert samen met medestudenten netwerken uit de praktijk.
Werkwijze

Vorm groepjes van 4 of 5 personen en wijs een woordvoerder aan.

Neem de antwoorden uit opdracht 27 en 28 erbij.

Ieder geeft zijn antwoord op deze opdrachten en legt het antwoord uit.

Tijdens elke bespreking kunnen vragen gesteld worden.

Na afloop van elke bespreking wordt nagepraat:
o hoe kijkt iedereen tegen dit netwerk aan;
o komt een dergelijk netwerk ook in de praktijk van de medestudenten
voor;
o wordt daar op dezelfde manier vorm aan gegeven;
o hoe is die eventueel anders;
o welke problemen zijn er eventueel in het functioneren van het netwerk;
o welke oplossingen zijn daarvoor bedacht of kunnen jullie bedenken
o …..
o trek conclusies uit de discussies.

Formuleer 5 aandachtspunten en tips voor netwerken in de praktijk.
In de groep

De woordvoerders noemen welke netwerken besproken zijn, de conclusies
uit de discussies en de 5 aandachtspunten en tips.

De conclusies worden besproken:
o welke overeenkomsten waren er;
o welke verschillen;
o hoe denken jullie hierover;
o weke algemene conclusies kunnen jullie trekken;
o…

Selecteer de vijf meest genoemde aandachtspunten en tips. Zijn dit ook de
belangrijkste?
Opdracht 8 Een netwerk opzetten
Je zet samen met ‘collega’s’ een netwerk op.
Werkwijze
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 6
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp




Vorm groepjes van 4 of 5 personen en wijs een woordvoerder aan.
Neem het stappenplan in het tintvlak in 10.3.5 erbij.
Lees onderstaande situatie.
Maak samen een stappenplan voor deze situatie.
Situatie
Buurthuis de Vlierbes is in een van de prachtwijken gehuisvest. Mooie naam, maar in
de praktijk is het allemaal niet zo prachtig. Er zijn veel problemen: kinderen lopen
vaak nog laat op straat, op school zijn ze vaak moe en veel kinderen hebben
problemen als leerachterstanden en opgroeiproblemen. Op een conferentie met de
gemeente is dit aan de orde geweest. Naar aanleiding van die conferentie heeft de
welzijnsstichting de opdracht gekregen om met een voorstel voor een netwerk te
komen dat de problemen aan gaat pakken. Josien krijgt de opdracht om een
stappenplan te ontwikkelen.
In de groep

De woordvoerders doen verslag van het stappenplan in de groep.

De stappenplannen worden besproken:
o waarin komen zij overeen;
o op welke belangrijke aandachtspunten voor de praktijk duidt dit;
o waarin verschillen zij;
o wat zijn de achterliggende redenen van de verschillen;
o wat vindt iedereen hiervan;
o welke belangrijke aandachtspunten voor de praktijk kun je hieruit halen;
o welke problemen kwamen jullie bij het uitvoeren van deze opdracht
tegen;
o bespreek deze met elkaar;
o formuleer ook hieruit een aantal belangrijke aandachtspunten voor de
praktijk;
o…

Selecteer de vijf belangrijkste aandachtspunten en/of tips voor de praktijk.
Opdracht 9 Signaal verwijskaart en sociale kaart
Je maakt samen met ‘collega’s’ een signaal-verwijskaart of sociale kaart.
Werkwijze

Vorm groepjes van 4 of 5 personen en wijs een woordvoerder aan.

Kies of jullie een signaal-verwijskaart of sociale kaart willen maken.

Kies voor welke problemen de signaal-verwijskaart is en welke soort sociale
kaart jullie gaan maken.

Put voor de informatie op de kaarten uit je eigen praktijk.

Maak de kaarten. Het gaat vooral om de organisaties en niet om gegevens
als adressen, telefoonnummers, en dergelijke.
In de groep
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 7
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp



De woordvoerders presenteren de signaal-verwijskaart of sociale kaart in de
groep.
Deze worden besproken en becommentarieerd.
Formuleer met elkaar 5 aandachtspunten en tips voor het weken met
signaal-verwijskaarten en sociale kaarten in de praktijk.
Verwerkingsopdrachten thema 10 Sociaal-Cultureel Werk; saw 3 & 4 pagina 8
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Download