Verwerkingsopdrachten Cliënt en omgeving; saw 3 & 4 ISBN 97890 8524 1485 Thema 27 Islam Verwerkingsopdrachten thema 27 Cliënt en Omgeving; saw 3 & 4 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over de islam opfrist. Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht. 1. Ken je de islam of zijn er mensen in je directe omgeving die moslim zijn? 2. Ben je wel eens in een moskee geweest? 3. Wat doen mensen in een moskee? 4. Hoe wordt God binnen de islam genoemd? 5. Is dat dezelfde God als die van de Christenen? 6. Weet je wat de ramadan is? 7. Wat mag je als moslim dan wel en niet doen? 8. Hoe wordt de ramadan afgesloten? 9. Waarom zouden veel moslima een hoofddoek dragen? 10. Waarom mogen moslims geen varkensvlees eten? Verwerkingsopdrachten thema 27 Cliënt en Omgeving; saw 3 & 4 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 11. Islam 12. Mohammed 13. Allah 14. Koran 15. Sjarie’a 16. Vijf zuilen 17. Haddj 18. Sjahada 19. Salaat 20. Zakaat 21. Ramadan 22. Id al-Fitr 23. Id al-Adha. 24. Djihaad 25. Grote djihaad 26. Soennieten 27. Sji’ieten 28. Islamist 29. Maankalender 30. Polygamie Verwerkingsopdrachten thema 27 Cliënt en Omgeving; saw 3 & 4 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 3 Lees de tintvlakken in paragraaf / het volgende voorbeeld en beantwoord de volgende vragen. Opdracht 4 Lees de tekst over het ontstaan van de islam in 27.2 en beantwoord de volgende vragen. 31. Waarom werd Mohammed profeet? 32. Wat was zijn opdracht? Opdracht 5 Lees de tekst over de vijf zuilen van de islam in 27.3 en beantwoord de volgende vragen. Waar of niet waar? Leg uit waarom. 33. De 1e zuil van de islam is feitelijk dat je getuigt dat je in God gelooft. 34. Vóór het gebed wassen moslims ritueel hun lichaam. 35. De rituele reiniging heeft tot doel de onreinheid weg te wassen. 36. De djihaad kan verschillende betekenissen hebben: ‘inspanning en ijver voor de gemeenschap’ en ‘de strijd tegen ongelovigen’. 37. De djihaad kan ook een militaire dimensie hebben. Opdracht 6 Lees de tekst over verdeeldheid in 27.4 en over gebruiken van de islam in 27.5 en beantwoord de volgende vragen. Hoe zit dat? Lees de situaties en maak de vragen. Situatie 1 Verwerkingsopdrachten thema 27 Cliënt en Omgeving; saw 3 & 4 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Khadisja woont in Nederland en gaat trouwen met een verre neef in Marokko. Zij heeft hem nog nooit ontmoet maar wel veel over hem gehoord. Zij vertrouwt erop dat hij een goede keuze is. 38. Kan een dergelijke situatie voorkomen? Situatie 2 Als Khadisja kinderen krijgt, zal zij hen waarschijnlijk leren zich onopvallend te gedragen. 39. Waarom is dat? Verwerkingsopdrachten thema 27 Cliënt en Omgeving; saw 3 & 4 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en oefenen Opdracht 7 Het doel van deze opdracht is dat je niveaus en aspecten herkent in een praktijksituatie. Lees voor deze opdracht de tips in de praktijk en onderstaande situatie. Maak vervolgens de opdracht. Maak groepjes van 2 á 3 personen. Wijs een woordvoerder aan die verslag doet in de groep. Situatie In het verzorgingshuis wordt een Turkse mevrouw opgenomen. Zij is moslim. Samen met je collega’s bereid je je voor op haar komst. 40. Geef per onderstaand aspect 3 aandachtspunten: gedrag; voeding; kleding; huisregels; communicatie. 41. Maak een lijstje van 7 activiteiten die mogelijk aansluiten bij de wensen en behoeften van mevrouw. Verwerkingsopdrachten thema 27 Cliënt en Omgeving; saw 3 & 4 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp