Beleggingsvisie 2017 Obligaties kwetsbaar, aandelen aantrekkelijker 2 Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Ook voor 2017 blijven we kansen zien op aandelenbeurzen. De rente kan gaan stijgen. Obligaties zijn al geruime tijd duur. De risico’s voor beleggers liggen met name in de politieke hoek. Hierbij onze beleggingsvisie voor 2017. Hoofdpunten De Europese economie blijft zich herstellen van de crisis. Maar wel langzaam. Zo ligt de werkloosheid over de gehele eurozone bekeken nog steeds op de 10%. Wat niet enkel een economisch, maar in bredere zin ook een maatschappelijk probleem is. Populistische bewegingen kunnen hiervan profiteren, zoals we dat zagen bij het Brexit-referendum. Om de werkloosheid omlaag te duwen en het maatschap­ pelijke ongenoegen te counteren, is forsere economische groei nodig. De ECB kan hier niet veel extra’s meer voor doen. De bal ligt in het kamp van de Europese politiek. We verwachten dat zij hun overheidsbegroting de komende jaren geleidelijk zullen richten op groeibevorderende maatregelen, als een lagere vennootschapsbelasting of infrastructuur­investeringen, en geleidelijk het pad van de bezuinigingen verlaten. Ook het verkiezingsprogramma van Donald Trump dicht dergelijke infrastructuurinvesteringen een centrale plaats toe. Natuurlijk is 2017 te snel om daar al enig effect van te verwachten. Integendeel, de Amerikaanse groei kan de komende maanden iets afzwakken – tot circa 1,5%. De grootste verbetering op de arbeidsmarkt ligt immers achter ons, wat volgens ons ruimte biedt aan hogere rentetarieven vanuit de Federal Reserve. Daarnaast zullen duurdere brandstofprijzen knabbelen aan de particuliere koopkracht. De Chinese economie zien we op het uitgestippelde groeipad blijven. Met weliswaar oplopende schuld­ niveaus. Vooral bij grote staatsondernemingen. Omdat die schulden grotendeels binnenlands gefinancierd zijn, is er voorlopig nog geen acuut gevaar voor een financiële crisis. Maar we houden de vinger aan de pols. Wat is dan, gegeven dit economische kader, onze beleg­gings­strategie? Aan aandelen geven we een neutraal, gemiddeld gewicht in een gespreide portefeuille. Met accenten op de Aziatische groeilanden en Europa. De verwachte rendementen op langere termijn blijven hier relatief aantrekkelijk. Voor de obligatierente is de ruimte voor een opwaartse beweging fors groter dan voor een verdere daling. Dat spreekt voor zich gezien de huidige niveaus. Wij sluiten zelfs niet uit dat die opwaartse beweging forser en sneller zal zijn dan wat markten momenteel verwachten. Van­daar dat we blijven kiezen voor relatief korte looptijden. De belangrijkste risico’s voor financiële markten zijn van politieke aard. Ook tegenvallende economische groei of forser dan verwachte renteverhogingen door de Federal Reserve zijn risico’s. Net als het Chinese schuldenverhaal. 4 Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Economie Europa: een ruimer begrotingsbeleid zou groei kunnen versnellen De Europese economie krabbelt verder op, in een tempo van ongeveer 1.5% per jaar. Enerzijds is dat zwak, ander­zijds is het misschien ook niet slecht. Twee factoren bepalen namelijk het groeipotentieel van een economie: het aantal beschikbare arbeidskrachten en hun produc­ tiviteit. Ook in Europa zet de vergrijzing een rem op de beschikbare beroepsbevolking. Daarnaast is de toename van de productiviteit magertjes. In tegenstelling tot de jaren 90, profiteert Europa niet van een breed inzetbare (ICT-)innovatiegolf die onze manier van werken radicaal omgooit. En vooral efficiënter maakt. Slotsom is dan ook dat een economische groei van 1,5% tot 2% groei in lijn is met datgene wat überhaupt structureel mogelijk lijkt. Toch frustreert het huidige groeitempo. Na een diepe economische duik zoals we die gekend hebben, zou je verwachten dat de herneming met meer schwung gebeurt. Zoals een tennisbal die je keihard neergooit, opveert. Maar dat gebeurt dus niet. De Europese economie houdt stand, voorlopig ook te midden het Brexit-geweld, maar dat is het dan ook. De meest illustratieve parameter hiervoor is wellicht de werkloosheid. Die neemt slechts mondjesmaat af. En dus merken vooralsnog te weinig Europeanen in het dagelijkse leven iets van de economische heropleving. Voor een stuk is dit te wijten aan het versoberingsbeleid van de laatste jaren. Maar dat dekt niet de volledige lading. Ook buiten Europa steken regelmatig groeizorgen de kop op. Denk aan China, de grondstofproducenten of de matige Amerikaanse prestatie in de eerste helft van 2016. Ook de wankele (geo-)politieke situatie op diverse plaatsen knabbelt aan het vertrouwen van consumenten en producenten. Toch heeft het bezuinigingsbeleid zeker een invloed. Als de consument voorzichtig is en bedrijven weinig investeren, blijft enkel de overheid over om de economische vraag enigszins op peil te houden. Doet die dat niet, dan is dat een bijkomende drukkende factor voor de conjunctuur. Dit is geen pleidooi om geld uit te geven, louter om het uitgeven zelf. Het is evenmin een pleidooi om hervor­ mingen, die onze economieën uiteindelijk slagvaardiger moeten maken, af te blazen. Het één hoeft het ander echter niet uit te sluiten: besparen op lopende uitgaven waar het kan, hervormen waar het moet, investeren waar het ten goede komt aan de groei. Traditionele voor­ beelden zijn infrastructuur of onderwijs. De geesten lijken nu langzaam in die richting op te schuiven. Ook landen die de voorbije jaren hamerden op Europese begrotingsdiscipline, vragen zich nu openlijk af of de interpretatie van de begrotingsregels niet wat soepelheid kan gebruiken. Wellicht dat het Brexit-referendum hier een trigger is geweest. Net zoals de verkiezing van president Trump in de VS dat kan zijn. Het lijkt erop dat de politieke bocht voor een stuk gebaseerd is op angst voor de kiezer. Een kiezer die zich in 2017 onder andere mag uitspreken in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Een ruimer begrotingsbeleid kan de groei een duwtje geven. Net als de inflatie(verwachtingen). Zeker nu de bodem van de ECB-munitiekist stilaan in zicht lijkt, is de rol van de centrale bank misschien zo goed als uitgespeeld. Toch blijven in veel Europese landen ook structurele hervormingen nodig. Maar die zijn natuurlijk vaak moeilijk verkoopbaar aan de kiezer. Naast een geleidelijk ruimer begrotingsbeleid, verwachten we steun voor de consumptie vanuit hogere lonen in landen als Duitsland of Nederland. De export kan dan weer een duwtje krijgen vanuit een iets zwakkere euro naarmate het geldbeleid van de ECB en de Amerikaanse FED verder uit elkaar gaan lopen. In de VS verwachten we immers hogere rentetarieven, wat de dollar aantrekkelijker maakt. De Amerikaanse munt kan dus verstevigen. Al bij al gaan we ervan uit dat we volgend jaar opnieuw op 1,5% Europese groei kunnen uitkomen. Met de belangrijkste risico’s in de politieke hoek. Verenigde Staten: groeibijdrage van consument wat lager. Van het economische herstel dat de VS de voorbije jaren liet zien, kan Europa enkel dromen. Wat niet wil zeggen dat het in de VS al volledig business as usual is. De werk­ loos­heid is dan wel fors gedaald, maar die verbetering stokt nu enigszins. Tellen we daarenboven bij het officiële werkloosheidscijfer de onvrijwillig deeltijdsen en de ont­moe­digden op, dan is het onbenutte arbeidspotentieel nog steeds even groot als vlak na de recessie van 2001. Wellicht verklaart dit voor een deel waarom de lonen tot nu toe slechts mondjesmaat toenamen. Hogere rentetarieven door de FED kunnen bovendien de toename van het beschikbare inkomen temperen. Net als een stijging van de olieprijs en de daarop gebaseerde brand­stofkosten. We verwachten bijgevolg dat de bijdrage van de consumptie aan het algemene groeiplaatje zal afzwakken. In zijn verkiezingsprogramma legde Donald Trump de nadruk op overheidsinvesteringen in infrastructuur. Als we minder moeten rekenen op de consument, kan de Amerikaanse economie een dergelijke impuls inderdaad gebruiken. Maar net als in Europa levert dat in 2017 wellicht nog geen significant effect op. Wat het geldbeleid van de FED betreft: de huidige beleidsrente van de centrale bank is te laag in verhouding tot het relatief goede gezondheidsbulletin van de Amerikaanse economie. Die is best sterk genoeg om een hoger renteniveau aan te kunnen. Wellicht volgen er in 2017 dus een aantal opwaartse rentestapjes. Zelfs als de FED hiermee behoedzaam te werk gaat, kan dit toch voor nervositeit op financiële markten zorgen. Wat dan kan doorsijpelen naar het vertrouwen in de reële economie. Zowel bij consumenten als producenten. Als het strakkere geldbeleid de dollar bovendien sterker maakt, is dat een bijkomende economische tegenwind voor de VS. Een stimulerend begrotingsbeleid van president Trump kan de inflatie stuwen, wat de kans verhoogt dat de FED op enig moment forser naar het rentewapen moet grijpen. Samenvattend zijn onze verwachtingen voor de Ameri­kaan­ se groei in 2017 gematigd. We mikken op circa 2% groei. Japan: blijft moeizaam Tijdens de zomermaanden stelde premier Abe een econo­ misch stimuleringsprogramma voor. Dat kan volgend jaar een kleine impuls aan de groei geven. Zonder spectaculair te zijn. Daarvoor is het pakket te klein. Bovendien gaat het grotendeels over uitgaven waartoe al eerder was beslist. In september installeerde de Bank of Japan een nieuw raamwerk voor het monetaire beleid. Daarin stuurt ze niet langer op het volume van het effectenaankoop­ programma, maar op het effectieve resultaat. Concreet wil de centrale bank de inflatie zelfs tot boven de eerdere doelstelling van 2% duwen en ze daar enige tijd houden. Dit is ambitieus. We verwachten dat de weg naar het herstel, zowel van de groei als van de inflatie(verwach­ tingen), moeizaam zal blijven verlopen. Opkomende economieën: schulden in de gaten houden Naarmate 2016 vorderde, verdwenen de zorgen omtrent China wat naar de achtergrond. Het land blijft dan ook netjes op het uitgetekende groeipad. 5 6 Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Toch is er een grote ‘maar’. De groei wordt namelijk vastgehouden via de opbouw van schulden. Op zich is dat geen ramp. Als die schulden tenminste dienen ter financiering van rendabele projecten. Dat is in China maar gedeeltelijk het geval. Zo staan de private investeringen op een laag pitje. De schulden­stroom gaat vooral richting staatsbedrijven. En die zitten vaak in sectoren met overcapaciteit en lage rendabiliteit. Gelukkig heeft China een aanzienlijk spaarpotje. Dat kan eventuele financiële ongelukken opvangen. De relatieve geslotenheid van het financiële systeem maakt ook dat dergelijke ongelukken niet noodzakelijk voor internationale besmetting zorgen. Wat niet wegneemt dat we de vinger vooralsnog maar beter aan de pols houden. Wellicht heeft de Chinese overheid ook weinig alter­ natieven. Het land gaat door een transitie. Op weg naar een economisch model dat sterker leunt op binnenlandse consumptie. Die consumptie neemt inderdaad toe. Fors zelfs: zo’n 10% op jaarbasis. Dat is het goede nieuws. Maar wij zijn niet 100% overtuigd dat de transitie snel genoeg gaat. En of de economie tijdens het veranderingsproces er voldoende vaart in blijft houden. Ook in 2017 zal de impuls dus vooral blijven komen van grootscheepse overheidsinvesteringen. In het kielzog van China kunnen ook de Aziatische economieën op het juiste pad blijven. Bovendien laat de lage inflatie toe een ruimer geldbeleid te voeren. Rente­ver­ hogingen in de VS zijn echter een risico voor de Aziatische groeilanden. De koppeling van hun munt aan de dollar verkleint de marge om een onafhankelijk rentebeleid te voeren. Bovendien leiden hogere Amerikaanse tarieven vaak tot kapitaalvlucht uit groeilanden. Wat dan weer opwaartse druk uitoefent op hun renteniveaus. Op langere termijn kunnen de groeilanden last hebben van een meer protectionistische koers van de Amerikaanse president Trump. Het valt af te wachten in hoeverre zijn uitspraken daarover verkiezingsretoriek waren, of echt in beleidsdaden zullen worden omgezet. Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Aandelenmarkt Aanvaardbare verwachte rendementen Om er maar eens een cliché tegenaan te gooien: beleggen in aandelen doe je voor de lange termijn. Maar net als in de meeste clichés schuilt er ook hier een kern van waarheid in. Rijst vervolgens de vraag: welke rendementen mogen we op de lange termijn verwachten van aandelen? Vanaf de huidige niveaus verwachten we dat het gemiddelde aandeel uit de eurozone en Japan de komende jaren per saldo 5% per jaar zal genereren. In de groeilanden ligt dat percentage op 6% tot 7%. Van Amerikaanse aandelen verwachten we daarentegen niet al te veel. Althans uitge­ drukt in lokale dollars. Met daarbij wél de bedenking dat een ruimer begrotingsbeleid van Trump op de korte termijn voor een positieve verrassing kan zorgen. Mocht hij uiteindelijk ook de beloofde lagere bedrijfsbelasting realiseren, dan kan de rugwind voor de (Amerikaanse) beurs bovendien best een tijdje aanhouden. Maar zo ver zijn we nog niet. Zo is de financiering van Trump’s belastingplannen vooralsnog een knelpunt. Onze verwachtingen voor aandelen liggen iets lager dan vorig jaar, vooral omwille van onze iets voorzichtigere economische groei­voor­uitzichten. Toch zijn de verwachte rendementen voor aandelen over het algemeen nog aantrekkelijk genoeg om een neutrale weging aan te houden in een gespreide porte­feuille. Ook tegenover de lage verwachte obligatie­rendementen, blijven aandelen per saldo aantrekkelijk. Qua regionale spreiding blijft onze voorkeur uitgaan naar groei­landen (Azië) en Europa. De verwachte rendementen in beide regio’s steken ver boven de verwachting in de VS uit. Desondanks schroeven we voor de kortere termijn onze investeringen in groeilanden iets terug. Dat is niet in tegenspraak met het voorgaande. Gemiddeld genomen blijven we immers fors in die regio’s aanwezig voor de langere termijn. Maar het degelijke verloop van de groeimarkten de voorbije maanden, maakt dat we van de hogere koersen profiteren om onze positie in aandelen licht af te bouwen. Een jaar geleden lagen de verwachte rendementen nog rond de 10%. De huidige bereke­ ningen gaan uit van een paar procent minder. Terwijl je als investeerder in dergelijke volatiele markten vaak net iets meer buffer voor tegenslagen wil. Ook de al besproken verwachte acties van de Federal Reserve kunnen deze markten tijdelijk kwetsbaar maken. Vandaar: blijvende aanwezigheid in de veelbelovende groeilanden, maar net iets minder. Ondanks de matige economische groeiverwachtingen, blijven we een accent leggen op Europese aandelen. Door de matige groei bleef de winstgevendheid van de gemiddelde Europese onderneming de laatste jaren achter. Bij de bespreking van de Europese economische situatie, wezen we echter op een aantal tendensen die dit kunnen verhelpen (bijv. budgettaire stimuli en zwakkere euro). Bovendien zijn de meeste beleggers voorzichtig gestemd over het Europese economische verhaal. Dat laat ruimte voor positieve verrassingen. Tot slot, het feit dat we een neutrale weging voor aandelen aanhouden, betekent niet dat we tussentijds niet kunnen ingrijpen. Met name de politieke agenda kan in 2017 voor nervositeit op markten zorgen. Ook de matige wereldwijde groei en de verrassende verkiezing van Donald Trump kunnen periodiek een golf van nervositeit op beurzen veroorzaken. In een dergelijk klimaat is het kwestie van een actief beleid te voeren. 7 8 Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Kapitaalmarkt Korte looptijden voor obligaties Over obligaties kunnen we kort zijn. Staatsobligaties in de eurozone zijn in 2016 enkel maar duurder geworden. Hun verdere koerspotentieel hangt af van de bijkomende acties van de ECB. In ieder geval is het risico asymmetrisch: de ruimte voor hogere rentes is groter dan die voor verdere dalingen. We gaan er zelfs vanuit dat die hogere renteniveaus best wel eens sneller en forser kunnen optreden dan wat markten momenteel verwachten. Zo heeft de ECB al een aantal keer benadrukt dat het huidige beleid niet eeuwig kan worden volgehouden. Wellicht komt er nog een verlenging van het aankoopprogramma dat tot maart 2017 loopt. Maar wel met kleinere maandelijkse bedragen. In ieder geval blijven we voor het vastrentende deel van een gespreide portefeuille kiezen voor relatief korte looptijden. Kortlopende obligaties zijn minder kwetsbaar voor hogere rentes. Bijkomende reden voor deze keuze is het beleid van de Federal Reserve. Trekt die haar beleidstarieven (weliswaar behoedzaam) op, dan kan ook de Amerikaanse obligatie­ rente hoger gaan. Op de iets langere termijn verhoogt de verkiezing van Donald Trump trouwens de kansen op hogere obligatierentes. Zijn plannen werken immers opwaarts in op zowel de inflatie als begrotings­tekorten. Los van de verschillende economische fundamenten in Europa en de VS, kan een stijgende trend in de Ameri­ kaanse obligatierentes overwaaien naar Europa. Verder is er binnen het obligatiedeel van een portefeuille steeds de strategische keuze te maken tussen enerzijds staatsleningen en anderzijds bedrijfsobligaties. Deze laatste zijn interessant indien het verwachte rendement voldoende compensatie biedt voor het risico dat men loopt. In de loop van 2016 bouwden we onze investe­ ringen in bedrijfs­obligaties wat af. Toen de ECB ook bedrijfspapier begon te kopen, stegen de koersen zodanig dat we voor een stuk winst namen. Op dit moment is de extra vergoeding voor kwalitatief bedrijfspapier opnieuw voldoende om een stuk van de vastrentende portefeuille hieraan toe te vertrouwen. Twee grote redenen kunnen ons er in 2017 toe brengen hier verandering in aan te brengen. Ten eerste tegen­ vallende economische groeicijfers, waardoor bedrijfs­ leningen risicovoller worden. Ten tweede het dalen van de extra vergoeding, waardoor we onvoldoende compensatie krijgen voor het bedrijfsrisico. Geldmarkt Lage spaarrente houdt aan De spaarrente was laag, is laag en blijft laag. Er is geen enkele reden om enige verandering te verwachten in 2017. In tegenstelling tot de Amerikaanse FED, denkt de ECB nog lang niet aan hogere beleidstarieven. Onroerend goed & Grondstoffen Neutraal tegenover onroerend goed & geen grondstoffen Het verwachte rendement voor beursgenoteerd onroerend maakt dat we bij onze neutrale houding blijven tegenover deze activaklasse. Grondstoffen vinden we nog steeds niet interessant als rechtstreekse belegging. Veel markten kampen nog steeds met een hoog aanbod en grote voorraden in verhouding tot de verwachte economische groei. Bovendien is het als belegger moeilijk om rechtstreeks in grondstoffen te beleggen. Vaak moet dit gebeuren via afgeleide financiële producten (futures), waardoor het uiteindelijke rendement niet alleen door de dagelijkse prijsschommelingen, maar door een veelheid aan factoren bepaald wordt. Factoren die soms weinig inzichtelijk en dus weinig grijpbaar zijn. Hierdoor is het volgens ons niet interessant om grondstoffen aan de portefeuille toe te voegen. Binnen die grondstoffen maken we wel een kleine uitzondering voor goud. Als bescherming tegen politieke of economische turbulenties, kunnen we daarin tussentijds positie blijven aanhouden. 9 10 Beleggingsvisie 2017 Van Lanschot Bankiers Disclaimer De informatie die is opgenomen in deze publicatie is uitsluitend bestemd voor algemene doeleinden. Met uw individuele specifieke omstandigheden is geen rekening gehouden. De informatie kan niet worden beschouwd als een juridisch, financieel, fiscaal of ander professioneel advies. Wij adviseren u op grond van de informatie niet meteen tot actie over te gaan en voorafgaand aan uw eventuele actie eerst deskundig advies in te winnen. Deze publicatie is geen aanbod en u kunt aan deze publicatie geen rechten ontlenen. Bij de totstandkoming van deze publicatie hebben wij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij de selectie van externe bronnen. Wij kunnen niet garanderen dat de informatie van deze bronnen die in deze publicatie is opge­nomen juist en volledig is of in de toekomst zal blijven. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor druk- en zet­fouten. Wij zijn niet verplicht de informatie die we hebben opgenomen in deze publicatie te actualiseren of te wijzigen. Alle rechten ten aanzien van de inhoud van de publicatie worden voorbehouden, inclusief het recht van wijziging. Het is niet toegestaan de gegevens in de publicatie geheel of gedeeltelijk te reproduceren, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toe­ stemming van F. van Lanschot Bankiers NV. Overige informatie F. van Lanschot Bankiers N.V. is statutair gevestigd aan de Hooge Steenweg 29, 5211 JN te ’s-Hertogenbosch, KvK ’s-Hertogenbosch nr. 16038212 met Btw-identificatie­ nummer NL.004 670632.B.01. F. van Lanschot Bankiers N.V. is als bank geregistreerd in het Wft-register en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB), Postbus 98 1000 AB Amsterdam, en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Postbus 11723 1001 GS Amsterdam. F. van Lanschot Bankiers N.V. kan optreden als aanbieder van betaal-, spaar- en kredietproducten, als bemiddelaar in verzekerings­producten en als aanbieder en/of uitvoerder van beleggingsdiensten. 11/16 Voor eventuele klachten inzake onze financiële dienst­ verlening kunt u zich richten tot uw eigen kantoor van F. van Lanschot Bankiers N.V., de afdeling Klachten­ management van het hoofdkantoor, Postbus 1021, 5200 HC ’s-Hertogenbosch of het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Postbus 93257 2509 AG Den Haag.