Toets 5de jaar aso hoofdstuk 1: vrijheid 1) In hoeverre zijn we als mens vrij? En wat betekent vrijheid voor een mens? Leg zo goed mogelijk uit door zoveel mogelijk van de leerstof te betrekken in je antwoord. (4) We zijn als mens vrij in die zin dat we altijd een mogelijkheid hebben om keuzes te maken. We kunnen altijd ja of neen zeggen. (1) We worden in onze keuzes wel sterk beïnvloed door een aantal factoren (1)(biol., psych., tijdsconditie, geografische, sociale)(1). Zo worden we soms door een situatie gedwongen te kiezen voor iets. Maar ook al vallen bepaalde mogelijkheden weg, toch blijven er altijd keuzemogelijkheden over. Enerzijds is het leuk dat we altijd keuzes mogen maken. Zo voelen we ons vrij en kunnen we ons eigen leven opbouwen, maar het is tegelijkertijd een levenstaak die zwaar en moeilijk is. Kiezen is immers altijd ook een stukje verliezen.(1) Dit (onze vrijheid) heeft wel tot gevolg dat we nooit kunnen zeggen dat we iets moeten. We kiezen immers altijd zelf of we iets doen en of we ja of neen zeggen. 2) Welke twee negatieve gebeurtenissen uit Sartres leven hebben hem geïnspireerd bij het schrijven van zijn boeken? (2) Periode dat hij lesgaf in Le Havre (filosofie) De walging (1) Periode dat hij gevangen genomen was door de Duitsers in Tweede WO inspiratie voor filosofische werken. (1) 3) Wie is Chomsky en wat zegt hij over het recht op vrije meningsuiting? Akkoord? Waarom wel/niet. (4) Chomsky: een professor in de taalkunde, bekend om zijn meningen omtrent westerse democratie. (1) Het is een recht dat in elke situatie moet gewaarborgd blijven, zelfs waar historische onjuistheden worden verkondigd die zelfs kwetsend en onmenselijk zijn. Niemand mag het zwijgen worden opgelegd. Wie het recht op vrije mening verdedigt, verdedigt in de eerste plaats het recht van mensen die men veracht. (2) Persoonlijk antwoord. (1) Toets 5de jaar aso hoofdstuk 1: vrijheid (bis) 1) In hoeverre zijn we als mens vrij? En wat betekent vrijheid voor een mens? Leg zo goed mogelijk uit door zoveel mogelijk van de leerstof te betrekken in je antwoord. (4) We zijn als mens vrij in die zin dat we altijd een mogelijkheid hebben om keuzes te maken. We kunnen altijd ja of neen zeggen. (1) We worden in onze keuzes wel sterk beïnvloed door een aantal factoren (1)(biol., psych., tijdsconditie, geografische, sociale)(1). Zo worden we soms door een situatie gedwongen te kiezen voor iets. Maar ook al vallen bepaalde mogelijkheden weg, toch blijven er altijd keuzemogelijkheden over. Enerzijds is het leuk dat we altijd keuzes mogen maken. Zo voelen we ons vrij en kunnen we ons eigen leven opbouwen, maar het is tegelijkertijd een levenstaak die zwaar en moeilijk is. Kiezen is immers altijd ook een stukje verliezen.(1) Dit (onze vrijheid) heeft wel tot gevolg dat we nooit kunnen zeggen dat we iets moeten. We kiezen immers altijd zelf of we iets doen en of we ja of neen zeggen. 2) Wat is het verband tussen wet en vrijheid? Zonder wet, geen vrijheid. De wet waarborgt de vrijheid. Je weet ongeveer waar je je kan aan verwachten. Dit geeft een gevoel van veiligheid vrijheid. Zonder wetten, ontstaat er een nieuwe wet: de wet van de sterkste. Niemand is nog vrij. Sommigen hebben niets vrijheid, anderen alle vrijheid. Te veel weten of zinloze wetten kunnen wel een gevoel van onvrijheid geven. Dus belangrijk is een goed evenwicht. (2) 3) Wie is Chomsky en wat zegt hij over de westerse democratie? Leg uit. Akkoord? Waarom wel/niet. (4) Chomsky: een professor in de taalkunde, bekend om zijn meningen omtrent westerse democratie. (1) De democratie zoals ze functioneert is geen echte democratie. De mensen die regeren worden verkozen door het volk, maar ze behoren allemaal tot de elite (intellectuelen) en zullen er voor zorgen dat in de eerste plaats de rechten van die elite gewaarborgd blijven. Ook al behoor je als politieker niet tot die elite in oorsprong, eens een hoge positie in de politiek zal je er al snel toe behoren en dan zal je automatisch geen dingen meer wensen die ingaan tegen de belangen van de elite (jezelf). (2) Pers. antwoord: Misschien akkoord, maar : Wat is het alternatief? Rechtstreekse democratie is ook bijna onmogelijk. (1)