functiedoel

advertisement
FUNCTIEBESCHRIJVING
ploegbaas
lemer-vitser
PLB/0001
Het Domein Bokrijk vzw
Afdeling Infrastructuur en gebouwen
137.03.51
FUNCTIEDOEL
Je verricht individueel of in ploegverband - steeds in samenspraak met de leidinggevende de
ruwbouwwerken op het domein, de leem- & vitselwerken en de strodaken en rieten daken in het
openluchtmuseum. Je ontvangt jouw opdrachten van de administraties technische dienst
(rechtstreeks) en de cel museum (onrechtstreeks na overleg met de technisch dienst) en op eigen
initiatieven die leiden tot een goed onderhoud van het patrimonium.
Je leidt een team van technische medewerkers en je vormt de link met de administratie en de
opdrachtgever.
Je coördineert de planning op de werkvloer en oordeelt over de prioriteiten van opdrachten in
samenspraak met de opdrachtgever.
Je beoordeelt, begeleidt en coacht jouw medewerkers in hun opdrachten en organiseert hiervoor
functioneringsgesprekken en evaluaties, vorming en intern overleg.
PLAATS IN HET BESTUUR
Directie:
Afdeling, sectie:
Statuut:
Rang:
Salarisschaal:
Domein Bokrijk
Afdeling Infrastructuur en Gebouwen
Statutair
D
D4-D5
RAPPORTERINGSLIJNEN
Directe leidinggevende:
bestuurssecretaris
Hogere leidinggevende:
afdelingschef
RESULTAATSGEBIEDEN
Onderhouden van alle strodaken, rieten daken, leem- & vitselwerken, ruwbouwwerken allerhande:
restauraties, renovaties, nieuw,
Begeleiden van de strodekkers en lemers, opleiden en helpen bij hun activiteiten
Past verschillende uitvoeringstechnieken toe en beoordeelt critisch naar kwaliteit en budget, materiaal
en aangepast gereedschap.
onderhoud van het historisch patrimonium met gebruik van bijzondere technieken en materialen en in
overleg met de cel museum
Organiseren van het ploeggebeuren en samenwerkingsverbanden met de andere uitvoerende
ploegen al
naargelang de opdrachten.
Voert volgens de interne afspraken de nodige functioneringsgesprekken en evaluaties, evenals de
nodige gesprekken met de medewerkers die kunnen leiden naar goede ploeggeest.
Versie: 2017-07-23
…
…
VEREISTE COMPETENTIES
Competentie
Waarneembare kenmerken
1 WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Steeds verbeteren
Steeds verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de
bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen.
Niveau 3
Leert over andere vakgebieden,
methodes, technieken en werkt
actief mee aan het verbeteren van
de werking
van de dienst
-
-
Heeft belangstelling voor 'aanverwante' onderwerpen om
zijn/haar kennis te verruimen
Benut informatie afkomstig uit andere vakgebieden om de
eigen aanpak en werking te optimaliseren
Ziet de impact op de eigen werking van nieuwe processen,
technieken, methodes in andere vakgebieden
Stuurt de eigen werking pro-actief bij in functie van
wijzigingen op het niveau van de afdeling
Zoekt actief naar mogelijke verbeteringen die de eigen
functie en het eigen takenpakket overstijgen
2 WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Sterke klantgerichtheid
De behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat
op reageren, met het oog op het dienen van het algemeen belang
Niveau 3
Onderneemt, binnen de
mogelijkheden van de eigen
functie, acties om de
dienstverlening aan klanten te
optimaliseren
-
-
Onderzoekt op welke punten de eigen dienstverlening aan de
klant kan worden verbeterd
Bevraagt gericht de wensen, behoeften en verwachtingen
van klanten (tevredenheidsenquètes, mondeling
bevragen, ...)
Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening
te verbeteren
Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke
feedback van klanten
Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening
meteen om in de praktijk
Neemt acties om de dienstverlening ten aanzien van
specifieke doelgroepen te optimaliseren,
rekeninghoudend met hun beperkingen en behoeften
(vb. handicap, allochtonen, ...)
3 WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Goed samenwerken
Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op niveau van een team, entiteit of de
organisatie
Niveau 4
-
Vormt gedragen
samenwerkingsverbanden met
en tussen andere diensten
-
-
-
Versie: 2017-07-23
Vormt gedragen samenwerkingsverbanden met en
tussen andere diensten
Creëert structuren om de samenwerking met andere
diensten te verbeteren
Neemt informele initiatieven om de samenwerking met
en tussen andere diensten te verstevigen
Draagt samenwerking uit als belangrijke waarde in de
dienst en daarbuiten en spreekt anderen daarop aan
Creëert een draagvlak voor het oplossen van
problemen, beslissingen en acties die de eigen dienst
overstijgen
Creëert en benut de gepaste communicatiekanalen en
stimuleert het overleg rond aangelegenheden die de
eigen dienst overstijgen
Werkt actief aan het scheppen van een goede
vertrouwensband met andere diensten
…
…
4 WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE
Hoge betrouwbaarheid
Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen. Handelen vanuit respect voor
administratieve regels en vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke
behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische
normen (diversiteit, milieuzorg…)
Niveau 3
Schept gepaste
randvoorwaarden zodat de
deontologische code in de
praktijk kan gebracht worden
-
-
-
Toont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken,
rond sociale en ethische normen en in het omgaan met
diversiteit
Is verantwoordelijk voor een transparante structuur en
inrichting van de dienst
Zorgt ervoor dat iedereen op de hoogte is van de
verwachte normen voor gedrag (bijvoorbeeld: brengt
het onderwerp regelmatig en systematisch ter sprake)
Spreekt anderen aan in geval van onethisch gedrag,
wanneer regels en afspraken niet worden nageleefd,
enz.
5 GEDRAGSGEBONDEN COMPETENTIE
Organisatiebetrokkenheid
Handelen met aandacht voor de doelstellingen en de belangen van de organisatie
Niveau 3
-
Bewaakt en verdedigt op
consequente wijze de belangen, de
opdracht en de handelswijze van de
organisatie
-
-
Durft harde standpunten innemen die ten goede komen van
de hele organisatie, zelfs indien die minder populair zijn
binnen de eigen dienst
Praat over 'wij' in plaats van 'zij' als hij/zij het over de eigen
organisatie heeft
Toont de belangen van de organisatie te onderkennen en
zelf conform te handelen
Legt uit hoe men tot belangrijke beslissingen is gekomen
Verdedigt de keuzes van de dienst/organisatie ten aanzien
van collega's, eigen medewerkers en derden
Identificeert zich naar eigen medewerkers en
"buitenstaanders" toe met de standpunten en/of beslissingen
van de eigen hiërarchie
6 GEDRAGSGEBONDEN COMPETENTIE
Overtuigingskracht
Instemming verkrijgen van anderen via goede argumenten, gepaste beïnvloedingsmethodes en
autoriteit
Niveau 2
Overtuigt omwille van de
inhoud én de wijze waarop de
inhoud wordt gebracht
-
-
Reageert adequaat op negatieve reacties,
weerstanden of tegenargumenten
Toont begrip voor meningen en standpunten van
anderen
Kan enthousiasme losmaken door de manier waarop
hij/zij voorstellen en ideeën aanbrengt en verdedigt
Brengt zijn/haar argumenten scherp onder woorden
Brengt een persoonlijke en genuanceerde
argumentatie naar voren
7 GEDRAGSGEBONDEN COMPETENTIE
Oordeelsvorming
Meningen uiten en zicht hebben op de consequenties ervan, op basis van een afweging van
relevante criteria
Versie: 2017-07-23
…
…
Niveau 2
Neemt standpunten in, met
zicht op de gevolgen daarvan
-
Geeft een gefundeerd oordeel, rekening houdend met
de te verwachten gevolgen
Kijkt ook naar de mogelijke neveneffecten, minder
evidente gevolgen
Motiveert en beargumenteert het eigen oordeel of de
beslissing
Neemt ten aanzien van problemen of situaties een
persoonlijk standpunt in
Neemt standpunten in op basis van onvolledige maar
voldoende informatie
8 GEDRAGSGEBONDEN COMPETENTIE
Visie
Dagelijkse praktijk overstijgen en eigen ideeën uitwerken voor de toekomst, feiten bekijken van
op een afstand, ze in een
ruimere context en een langetermijnperspectief plaatsen
Niveau 2
-
Betrekt bredere
(maatschappelijke, technische,
...) factoren en ontwikkelt hier
eigen ideeën rond
-
-
Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen en
buiten de organisatie en het eigen beroep/domein
Denkt verder door en ziet daardoor mogelijke
problemen of kansen die voor anderen nog niet zo
duidelijk zijn
Denkt kritisch en zelfstandig
Kadert adviezen, beslissingen en initiatieven in de
bredere organisatiecontext/beleidscontext
Ontwikkelt eigen ideeën over wat er in de toekomst
kan gevraagd worden
9 GEDRAGSGEBONDEN COMPETENTIE
Plannen
Structuur aanbrengen in tijd, ruimte en prioriteit bij het aanpakken van taken of problemen
Niveau 3
Plant activiteiten met veel en
complexe variabelen
-
Concentreert zich in zijn/haar planning op de gehele
opdracht, zonder details uit het oog te verliezen
Behoudt het overzicht over de stand van de uitvoering
van projecten ten overstaan van de planning
Bereikt een balans tussen de geïnvesteerde tijd, de
geleverde prestatie en de behaalde kwaliteit
Anticipeert op eigen werk en op dat van anderen
Besteedt aandacht aan een lange termijn planning, en
bouwt daarbij voldoende flexibiliteit in om adequaat op
veranderingen te kunnen inspelen
10 GEDRAGSGEBONDEN COMPETENTIE
Richting geven
Aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de
entiteit op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband.
Niveau 1
Geeft richting op het niveau van
taken en de uitvoering daarvan
-
-
Versie: 2017-07-23
Geeft richtlijnen, aanwijzingen, suggesties, instructies
aan individuele medewerkers en/of aan het team
aangaande uit te voeren taken
Drukt in meetbare resultaten uit wat hij/zij van de
medewerker en/of van het team verwacht
Geeft open en duidelijke positieve of negatieve
feedback in functie van de te bereiken doelstellingen
en
afspraken
Treedt corrigerend op in functie van de te bereiken
doelstellingen en gemaakte afspraken
Zorgt voor een goede afstemming tussen de
…
…
-
verschillende taken die door het team worden
opgenomen
Geeft duidelijk aan wat de prioriteiten zijn voor de
medewerker en/of het team
Zorgt ervoor dat alle medewerkers met respect worden
behandeld en geeft hierin zelf het goede voorbeeld
11 GEDRAGSGEBONDEN COMPETENTIE
Coachen en ontwikkelen van medewerkers
Medewerkers ondersteunen bij het behalen van goede resultaten en het groeien in een functie
door hen te helpen bij het ontwikkelen van hun vermogen om zelfstandig problemen op te lossen
Niveau 3
Voorziet hoe anderen zich
ontwikkelen en anticipeert hierop
-
Heeft oog voor de potentiële capaciteiten van de andere
Stimuleert medewerkers om hun ambities in te vullen en hun
competenties te ontwikkelen in het licht van het
optimaal functioneren van de hele organisatie
Voorziet in de nodige persoonlijke ondersteuning bij het
leerproces
Zorgt voor aangepaste en nuttige opdrachten, formele
opleiding of andere ervaringen
Biedt de medewerker de mogelijkheid zich te ontwikkelen
door taken en verantwoordelijkheden te delegeren die in
beperkte mate hun grenzen verleggen
KENNISGEBONDEN COMPETENTIE
KENNIS
- Kan leiding geven aan de interne ploegen en kan aansluitend de nodige gesprekken voeren die
inherent zijn aan het leidinggeven.
Versie: 2017-07-23
…
…
Download