FUNCTIEBESCHRIJVING procesmanager ICT BESS/0215 Directie FaciIitair Beheer Afdeling ICT 127.03.00 FUNCTIEDOEL Procesondersteuning aan de ICT afdeling (en andere diensten) binnen het bestuur bieden, om zo bij te dragen tot een efficientere - en effectieve ICT-dienstverlening. PLAATS IN HET BESTUUR Directie: Afdeling, sectie: Statuut: Rang: Salarisschaal: Graad: Facilitair Beheer Afdeling ICT; Klantenrelaties contractueel Av A1a-A1b-A2a bestuurssecretaris RESULTAATSGEBIEDEN Documenteren van de ingerichte ICT processen en procedures om zo bestaande processen te optimaliseren of nieuwe processen of toepassingen te ontwikkelen. In samenspraak met de betrokken ICT diensten bestaande werkwijze documenteren op functioneel en procesvlak. In kaart brengen van bestaande werkstandaarden en deze optimaliseren Opstellen, inrichten en onderhoud van nieuwe ICT processen. Samen met betrokken ICT medewerkers via een standaard notatie nieuwe processen ontwerpen gebaseerd op standaard notatie en een standaard methodologie. Ondersteunen van de diensten m.b.t. de functionele vereisten van huidige of toekomstige IT-processen en procedures. Opbouwen van de nodige ICT en proceskennis om de toegewezen projecten te kunnen inschattten en opvolgen Bepalen en evalueren van de functionele systeemvereiesten op basis van de business vereisten, in samenspraak met de ICT verantwoordelijken en projectleiders Op de hoogte zijn van ontwikkelingen binnen ICT-processmanagement Evolutie in procesmethodologien volgen via externe vorming Zeer goed geinformeerd zijn over ITIL en deze “best practises” ook in praktijk kunnen brengen in een ICT organisatie ICT notulerings standaar bepalen voor onze organisatie, deze ook kunnen toelichten aan collega’s en deze kennis actief blijven onderhouden Eigen functioneren Er is een grote affiniteit met informatica in het algemeen en een goede conceptuele, technische en inhoudelijke kennis van procesdesign en procesmanagement in het bijzonder aanwezig. De wijze van organistatie van de functie wordt regelmatig geëvalueerd en besproken met de directe leidinggevende gericht op een continue kwaliteitsverbetering. Via vorming en opleiding wordt het eigen profiel hierop afgestemd. Versie: 2017-07-20 VEREISTE COMPETENTIES Competentie 1 Waarneembare kenmerken WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE Steeds verbeteren Steeds verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de dienst/afdeling, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen. Niveau 4 Anticipeert via structurele maatregelen om aan toekomstige uitdagingen te beantwoorden en stimuleert het voortdurend verbeteren bij anderen Blijft zichzelf voortdurend verder bekwamen en ontwikkelen op alle mogelijke relevante terreinen Vergaart pro-actief kennis om accuraat te kunnen antwoorden op toekomstige probleemstellingen Wijzigt processen, procedures en structuren om te kunnen beantwoorden aan nieuwe tendensen en toekomstige probleemstellingen Voorziet mogelijkheden tot permanente vorming en bijscholing van anderen en stimuleert het gebruik daarvan Leert anderen alert zijn voor toekomstige uitdagingen en voor wat dit voor de eigen werking kan betekenen Stimuleert anderen om kritisch te kijken naar de huidige werking en om voorstellen voor verbetering te formuleren 2 WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE Sterke klantgerichtheid De behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren, met het oog op het dienen van het algemeen belang Niveau 3 Onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening aan klanten te optimaliseren Onderzoekt op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant kan worden verbeterd Bevraagt gericht de wensen, behoeften en verwachtingen van klanten (tevredenheidsenquètes, mondeling bevragen,…) Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening te verbeteren Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van klanten Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen om in de praktijk Neemt acties om de dienstverlening ten aanzien van specifieke doelgroepen te optimaliseren, rekeninghoudend met hun beperkingen en behoeften (vb. handicap, allochtonen, …) 3 WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE Goed samenwerken Een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op niveau van een team, entiteit of de organisatie Niveau 3 Stimuleert de samenwerking binnen de eigen dienst Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor verscheidenheid in mensen Geeft opbouwende kritiek en feedback Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden 4 WAARDEGEBONDEN COMPETENTIE Versie: 2017-07-20 Hoge betrouwbaarheid Afspraken nakomen en zijn/haar verantwoordelijkheid opnemen. Handelen vanuit respect voor administratieve regels en vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg…) Niveau 4 Handelt integer in een veelheid aan situaties, ook in die waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat Blijft in situaties van grote externe druk correct en integer handelen rond basisregels, sociale en ethische normen Blijft correct en integer handelen in situaties waar geen eenduidige regelgeving voor bestaat Houdt in zijn/haar rol het algemeen belang duidelijk voor ogen en gedraagt zich daar ook naar Durft op een verantwoorde en onderbouwde wijze een uitzondering maken op de strikte regel, indien dit het belang van de Provincie dient Weet op een flexibele, maar zorgvuldige, objectieve wijze om te gaan met regels en procedures 5 FUNCTIEFAMILIE GEBONDEN COMPETENTIE Oordeelsvorming Meningen uiten en zicht hebben op de consequenties ervan, op basis van een afweging van relevante criteria Niveau 2 Neemt standpunten in, met zicht op de gevolgen daarvan Geeft een gefundeerd oordeel, rekening houdend met de te verwachten gevolgen Kijkt ook naar de mogelijke neveneffecten, minder evidente gevolgen Motiveert en beargumenteert het eigen oordeel of de beslissing Neemt ten aanzien van problemen of situaties een persoonlijk standpunt in Neemt standpunten in op basis van onvolledige maar voldoende informatie 6 FUNCTIEFAMILIE GEBONDEN COMPETENTIE Visie Dagelijkse praktijk overstijgen en eigen ideeën uitwerken voor de toekomst, feiten bekijken van op een afstand, ze in een ruimere context en een langetermijnperspectief plaatsen Niveau 3 Ontwikkelt een visie voor de toekomst Loopt vooruit op maatschappelijke evoluties en toekomst, evenals op de manier om de eigen organisatie hierop voor te bereiden Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele jaren Houdt vast aan de lange termijn visie, niettegenstaande de dagelijkse gebeurtenissen Brengt een eigen beleid, gebaseerd op een duidelijke visie m.b.t. de missie en de objectieven van de organisatie Formuleert ideeën die bijdragen tot het vernieuwen van diensten of processen Creëert een omgeving waar het ontwikkelen van nieuwe ideeën wordt gestimuleerd 7 FUNCTIEFAMILIE GEBONDEN COMPETENTIE Plannen Structuur aanbrengen in tijd, ruimte en prioriteit bij het aanpakken van taken of problemen Niveau 2 Structureert het eigen werk en dat van anderen Brengt structuur aan in eigen en andermans werk (vb. bepaalt werkterreinen, prioriteiten, termijnen, …) Houdt bij het inplannen van taken rekening met deadlines Maakt goede werkschema's en tijdsplanningen op (werkbaar, volledig, overzichtelijk) Geeft op een duidelijke en eenduidige manier aan welke de prioriteiten zijn 8 FUNCTIEFAMILIE GEBONDEN COMPETENTIE Versie: 2017-07-20 Organiseren De benodigde acties, tijd en middelen aangeven en deze elementen coördineren om de doelstellingen te bereiken conform de planning Niveau 3 Legt acties en werkwijzen vast in procedures Bepaalt de procedures en werkmethodes die zullen worden gevolgd om de doelen te bereiken Ontwikkelt systemen en methodes om te anticiperen op onvoorziene omstandigheden Voorziet in systemen voor / momenten van afstemming van taken tussen de verschillende betrokken partijen Stemt de werkaanpak van de eigen organisatie af op de werkaanpak en/of verwachtingen van andere betrokken partijen 9 FUNCTIEFAMILIE GEBONDEN COMPETENTIE Richting geven Aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de entiteit op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband. Niveau 2 Geeft richting op het niveau van processen en structuren Schept duidelijkheid omtrent de taken, rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende teamleden Zorgt voor het efficiënt inzetten van beschikbare mensen en middelen in functie van de gezamenlijk te behalen doelstelling Vergroot de inzetbaarheid van de medewerkers (zodanig dat zij beter in staat zijn om de gezamenlijke en individuele doelen te behalen) Voorziet in mogelijkheden voor communicatie en overleg binnen het team en stimuleert het gebruik daarvan Heeft oog voor zaken die remmend of stimulerend kunnen inspelen op aspecten zoals diversiteit, genderneutraliteit, … Stuurt, indien nodig, processen en structuren bij om de efficiëntie van de werking en/of de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen Voorziet de organisatorische randvoorwaarden voor het ontwikkelen van medewerkers 10 FUNCTIEFAMILIE GEBONDEN COMPETENTIE Coachen en ontwikkelen van medewerkers Medewerkers ondersteunen bij het behalen van goede resultaten en het groeien in een functie door hen te helpen bij het ontwikkelen van hun vermogen om zelfstandig problemen op te lossen Niveau 3 Voorziet hoe anderen zich ontwikkelen en anticipeert hierop Heeft oog voor de potentiële capaciteiten van de andere Stimuleert medewerkers om hun ambities in te vullen en hun competenties te ontwikkelen in het licht van het optimaal functioneren van de hele organisatie Voorziet in de nodige persoonlijke ondersteuning bij het leerproces Zorgt voor aangepaste en nuttige opdrachten, formele opleiding of andere ervaringen Biedt de medewerker de mogelijkheid zich te ontwikkelen door taken en verantwoordelijkheden te delegeren die in beperkte mate hun grenzen verleggen 11 FUNCTIE GEBONDEN COMPETENTIE Omgaan met stressfactoren Efficiënt gedrag vertonen in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek Niveau 3 Blijft kalm en rustig in complexe situaties waarin hij/zij wordt geconfronteerd met een langdurige of regelmatig weerkerende hoge druk en/of met crisissituaties die de eigen opdracht overstijgen Versie: 2017-07-20 Kan onder moeilijke werkomstandigheden hoofd- en bijzaak in het eigen werk onderscheiden Presteert goed in situaties waar sprake is van langdurige of zich herhalende hoge tijdsdruk, tegenslag en complicaties Gaat soepel om met complexe situaties en situaties met onzekerheden en onbekenden Blijft zich ondanks een hoge tijdsdruk open opstellen voor meningen of opmerkingen van anderen Zoekt ook onder grote druk en weerstand naar een aangepaste stijl en aanpak om toch zijn/haar doelstelling te bereiken KENNISGEBONDEN COMPETENTIE KENNIS Grote affiniteit met informatica in het algemeen en goede conceptuele, technische en inhoudelijke kennis van proces design en procesmanagement in het bijzonder. Grondige en actuele kennis van de evolutie van ITIL. - Grondige kennis van BPMN of een andere standaard van procesnotulatie Versie: 2017-07-20