Help, natuuronderwijs! De natuur speelt in het leven van kinderen een belangrijke rol, NadB Help, natuuronderwijs! Scholieren moeten op natuurles Scholieren moeten op natuurles. Dat vinden de Tweede-Kamerfracties van PvdA en VVD. De Nederlandse jongeren dreigen nu te vervreemden van het groen en de dieren. Kamerleden Kruijsen (PvdA) en Snijder (VVD) zijn zich rot geschrokken van een onderzoek van Alterra en Staatsbosbeheer. Daaruit blijkt dat 70 procent van de jongeren nooit in de natuur komt. ‘Kinderen en jongeren liggen niet meer met hun neus in het gras, rollen niet in de herfstbladeren, bouwen geen boomhutten, vangen geen kikkervisjes,’ stelt Kruijsen verontwaardigd vast. maar veel leerkrachten weten zich geen raad met het natuuronderwijs. De soortenlijst van Cito moet hulp bieden. In de lijst staan organismen beschreven die kinderen aan het eind van groep 8 zouden moeten kennen. Aan de redactie van Natuur aan de basis werd gevraagd of ze aan de hand van deze lijst een serie artikelen wilde schrijven die laat zien wat je er als leerkracht mee kunt doen (de resultaten daarvan zijn in dit themanummer terug te vinden). Maar voor we daarmee aan de slag gingen, moesten we natuurlijk eerst alle ins en outs van de lijst weten. De redactie stelde acht vragen aan José Thijssen, projectleider natuur- en techniek- (ANP 26-10-2005) onderwijs van Cito, en onderzocht de mogelijkheden van de lijst. 6 Kijk mee en ontdek. Wat is voor Cito de reden geweest om een soortenlijst samen te stellen? tekst Carla Wiechers en José Thijssen foto’s José ten Tuynte Uit het derde peilingsonderzoek biologie van Cito is gebleken dat veel leraren het moeilijk vinden om natuuronderwijs te geven. In groep 6, 7 en 8 wordt er gemiddeld maar één uur per week aan besteed. De leerkrachten geven daar verschillende redenen voor, zoals het feit dat het onderwijsprogramma te overladen is, de natuurmethode niet voldoet en de leerkracht over te weinig kennis beschikt. Ook bleek uit dit onderzoek dat kinderen heel weinig weten over organismen in bepaalde biotopen. Ze kennen wel namen van dieren en planten, maar koppelen die aan de verkeerde soorten of de onjuiste omgeving. Bij Cito kwam toen de vraag op of het niet goed zou zijn een minimum soortenlijst samen te stellen, als een steun in de rug voor leerkrachten. In de soortenlijst kun je verbanden zien, en per landschapstype bekijken wat je zoal tegen kunt komen. Wat willen jullie met deze lijst bewerkstelligen? Wie bepaalde wat er in de soortenlijst moest komen? Cito heeft een eerste concept gemaakt, gebaseerd op uitkomsten van het peilingsonderzoek en op aanbevelingen in de literatuur. Dit concept is voorgelegd aan een dertigtal deskundigen, waaronder leerkrachten, pabo-docenten en medewerkers van Veldwerk Nederland. Ook heeft de bestuurscommissie van het netwerk Pabo/PO Natuur en techniek zich over de soortenlijst gebogen. Is het de bedoeling dat kinderen deze soortenlijst uit hun hoofd gaan leren? Nee, tijdens het samenstellen van de lijst Dat de leerkrachten hun angst zullen overwinnen om iets met de natuur te doen. Op veel scholen bestaat natuuronderwijs uit lessen met boeken, opdrachtvellen en schooltelevisie, zonder dat er ooit een vertaalslag wordt gemaakt. De natuur is buiten. Het gaat erom dat kinderen de natuur beleven en ontdekken, dat ze oog krijgen voor de verbanden, en dat niets in de natuur toevallig is. Je kunt kinderen natuurlijk alle rijtjes en kenmerken uit hun hoofd laten leren, maar dat is geen natuuronderwijs. Uit mijn eigen ervaring in het onderwijs weet ik dat kinderen meer leren en onthouden als ze zelf ontdekken en onderzoek doen. De leerkracht kan daarin sturen. Als kinderen vanuit hun omgeving de natuur leren kennen, wordt hun kennis dan niet te veel beperkt door de omgeving waarin ze toevallig leven? Je kunt de meeste inzichten, verbanden en samenhang heel goed duidelijk maken aan de hand van de soorten die kinderen in hun omgeving kunnen bekijken. Toch kan het voorkomen dat er onderwerpen zijn die de kinderen niet in hun eigen omgeving kunnen ontdekken. Ook zullen ze daar niet alle soorten van de lijst tegenkomen. Als kinderen geleerd hebben ‘waar te nemen’, dan kan dat natuurlijk ook als ze ergens anders zijn dan in hun eigen omgeving, bijvoorbeeld als er thuis Een verkenning van de soortenlijst De lijst die in Excel op het scherm verschijnt is gesorteerd op: ‘illustratief voor’, vervolgens op ‘systematiek’ en ten slotte op ‘landschap’. Een andere sorteervolgorde kan eenvoudig gerealiseerd worden via de knop ‘data’ in de menubalk van Excel (data > sorteren op). In de kolom ‘illustratief’ voor zijn negen relevante thema’s voor natuuronderwijs op de basisschool onderscheiden. Bij elk thema worden in de lijst organismen opgevoerd (kolom soortnaam) met kenmerken die illustratief zijn voor een onderwerp dat past binnen het thema (kolom toelichting). Zo staat de zomereik bijvoorbeeld bij het thema voortplanting planten. In de kolom toelichting staat een opmerking over de verspreiding van de zaden (eikels); zaadverspreiding is een onderwerp binnen het thema voortplanting planten. Een overzicht van de onderwerpen die op die manier bij de verschillende thema’s ondergebracht zijn, staat op de site van Cito (bijlage 2 van de handleiding). NadB Help, natuuronderwijs! kwam al direct naar voren dat het meer moest worden dan alleen een lijst met namen. De namen moesten gekoppeld worden aan de verschillende landschappen (wat kun je waar tegenkomen?); de verschillende thema’s (zoals ‘aanpassing seizoen’ of ‘betekenis voor de mens’); en aan de algemene systematiek (waarin bepaalde kenmerken gelden voor een hele groep organismen). Bovendien was de wens om bij elke opgenomen soort aan te geven hoe die als voorbeeld kan dienen om het natuuronderwijs concreet te maken. 7 De leerkracht kan in de lijst zien tot welke systematische groep een soort behoort (kolom systematiek). Hij kan dan de illustratieve kenmerken van de soort aanvullen met kenmerken die gelden voor de betreffende systematische groep als geheel. In het overzicht wordt bij het roodborstje bijvoorbeeld ingegaan op de functie van de rode borst bij het mannetje. Maar daarnaast heeft het roodborstje natuurlijk eigenschappen die gelden voor alle vogels. Welke eigenschappen dat zijn, staat in bijlage 3 van de eerder genoemde handleiding op de site van Cito. Deze bijlage geeft een overzicht van de ordeningsprincipes die ten grondslag liggen aan de systematische indeling van organismen. Deze bijlage is bedoeld als ondersteuning voor de leerkracht en niet als lesstof voor leerlingen. [natuur] dieren. Deze dieren spreken vaak tot de verbeelding en het is jammer om daar niet bij aan te sluiten. Je kunt gemakkelijk de overeenkomst laten zien tussen dieren die in andere werelddelen voorkomen en dieren die in Nederland leven. Als het over aanpassing aan voedsel gaat, is het bijvoorbeeld heel illustratief en spectaculair om de leeuw of tijger als voorbeeld te nemen, en daarna in de omgeving naar een kat te kijken. Landschappen NadB Help, natuuronderwijs! • • • • • • 8 bos- en heidelandschap waterlandschap agrarisch landschap stedelijk landschap tropisch landschap poollandschap Een overzicht van biotopen binnen elk landschap staat in bijlage 1 van de handleiding op de Cito-site. Staat de soortenlijst nu vast of is er nog ontwikkeling mogelijk? of met school een uitstapje wordt gemaakt. En via andere bronnen kunnen ze vergelijkingen maken tussen soorten die ze hebben leren kennen en voor hen nog onbekende soorten. Dat kan zijn door middel van een schoolboek, de bibliotheek, het internet of schooltelevisie. Zal dit de leerkrachten niet veel meer tijd en investering kosten? De soortenlijst moet niet gezien worden als iets dat erbij komt, maar als hulpmiddel. Het laat verbanden zien en geeft handvatten om de natuur in allerlei lessen te betrekken. Vaak zijn methodes thematisch, dan kun je kijken wat er binnen dat thema in de soortenlijst terug te vinden is. Vervolgens kun je opzoeken wat je daarvan in de eigen omgeving kunt aantreffen. Neem bijvoorbeeld het onderwerp: voortplanting bij dieren. Stel dat de school in de buurt van een plas of sloot staat, dan geeft de soortenlijst de libel, mug, stekelbaars en fuut als voorbeelden van dieren die zich in of rond het water voortplanten. Bij de toelichting staat vervolgens interessante informatie waardoor duidelijk wordt waarom deze dieren in een waterlandschap thuishoren. Die informatie kan de leerkracht gebruiken bij een bezoek aan de plas of sloot. In de lijst zijn ook wat uitheemse diersoorten opgenomen. Waarom deze keuze? In boeken, op televisie en internet komen kinderen in aanraking met uitheemse Het selecteren van de soorten die in de lijst zijn opgenomen, is een weloverwogen proces geweest, maar de lijst is niet statisch. We hebben ervoor gekozen de lijst in Excel aan te bieden, zodat leerkrachten de mogelijkheid hebben zelf de lijst te sorteren en er opmerkingen aan toe te voegen. Ervaringen rond de school kunnen van belang zijn voor de andere leerkrachten. Welke dieren of planten ben je tegengekomen? Welk onderzoek is in de buurt goed te doen? De lijst kan dan gebruikt worden als een logboek, waarmee leerkrachten van elkaars ervaringen kunnen profiteren. Daarnaast is er op de Cito-site een mogelijkheid om opmerkingen of aanvullingen door te geven. Want uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat het een praktische lijst is en blijft voor leerkrachten.