Evolutie De meeste biologen geloven dat: 1…… alle dier- en plantensoorten 2……in de loop van zéér lange tijd 3……..uit elkaar zijn ontstaan. Andere mensen geloven in het scheppingsverhaal van de bijbel (Genesis) Darwinisme • Charles Darwin 1809 – 1882 • 1859 “The origin of species” Evolutie-theorie - niet te bewijzen - feiten die argumenten vormen vóór de theorie - gaat uit van: 1) Variatie in erfelijke eigenschappen (geno 2) Natuurlijke selectie 3) Soortvorming door isolatie Neo-Darwinisme = Evolutietheorie van Darwin gecombineerd met de huidige kennis over erfelijkheid Evolutie-theorie gaat uit van: -Variatie in erfelijke eigenschappen -Natuurlijke selectie -Ontstaan van nieuwe soorten Variatie in erfelijke eigenschappen Geslachtelijke voortplanting Nieuwe paren/recombinaties van bestaande genen/eigenschappen Mutaties Plotselinge verandering van erfelijk materiaal door veranderingen aan een gen (DNA) Evolutie-theorie gaat uit van: -Variatie in erfelijke eigenschappen -Natuurlijke selectie -Ontstaan van nieuwe soorten Natuurlijke selectie Individuen die het beste aangepast zijn aan het milieu hebben grootste overlevingskans. Organismen produceren teveel nakomelingen = Survival of the fittest Gunstige genen → veel overlevende én zich voortplantende nakomelingen. Evolueren = Mutanten blijven voortbestaan en het oorspronkelijke genotype sterft uit. Biologiepagina Stippelspel Evolutie-theorie gaat uit van: -Variatie in erfelijke eigenschappen -Natuurlijke selectie -Ontstaan van nieuwe soorten Er vindt gedurende lange tijd geen voortplanting plaats tussen individuen van verschillende populaties. Nieuwe soorten Darwinvinken Een bekend voorbeeld van het ontstaan van nieuwe soorten zijn de darwinvinken op de Galapagoseilanden. Eens allen afkomstig van het vaste land van Z-Amerika. Snavels aangepast aan het beschikbare voedsel van het eiland waarop ze leven. Doordat de vinken van de verschillende eilanden zich niet meer onderling voortplanten ontstaan uit de verschillende populaties verschillende soorten. Argumenten voor evolutie Reconstructie ammoniet Fossielen Fossielen zijn: * Versteende overblijfselen van organismen * Afdrukken van organismen in gesteente * Resten organisme in o.a. ijs, barnsteen en teerputten Fossielen leren ons: In de geschiedenis van de aarde zijn soorten ontstaan én verdwenen! 1. Dier gaat dood 2. Dier bedekt met zand en klei 3. 10.000-en jaren voorbij 4. Permineralisatie = door chemische reactie omgezet in mineralen/gesteente 5. erosie 6. exposure Oudersomsbepaling fossiel - Radioactieve koolstof-methode (C14 C12) en halfwaardetijd van andere isotopen - Gidsfossielen - Geologische tijdsbepaling Bewijs: • Continenten bewegen nog steeds • Bestudering fossielen • Bestudering geologie Bouwplan: homologe organen Grijpen Graven Sturen Vliegen Rudimentaire organen Door aanpassingen aan verschillende milieu`s hebben organen van de oorspronkelijke voorouders hun functie verloren. Hond Mens Staartwervels Schaap Mens •Verstandskies? •Restanten heup walvis M.plantaris Overeenkomst in embryonale ontwikkeling. Gewervelde diersoorten ontwikkelen zich van bevrucht eitje tot bijna ter wereld komen. Zeker in de eerste stadia is er vrijwel geen onderscheid te maken. Dit maakt het aannemelijk dat deze dieren afkomstig zijn van een gemeenschappelijke voorouder. 1 2 3 4 5 6 98,5 % overeenkomst in het DNA van een mens en een chimpansee…. 13,7 miljard jaar geleden: Oerknal (Big Bang-theorie) • Aarde = 4.6 miljard jaar oud • Aanvankelijk grote bal van gesmolten gesteente die langzaam afkoelde → vorming aardkorst • Vulkanisme → vorming atmosfeer Geschiedenis van het leven op aarde Oeratmosfeer: NH3, H2O , H2S en CH4 (geen O2) Oeroceanen: opgeloste metaalionen, fosfaten & silicaten Energie: UV-straling, elektrische ontlading bij onweer, geothermische warmte bij vulkaanuitbarsting & radioactieve straling Anorganische stoffen → organische bouwstenen Proef van Miller- 1953 Dr. Stanley Miller Vorming van aminozuren & nucleïnzuren Van ééncellig naar meercellig Eerste ééncellige levensvormen = 3,5 miljard jaar fotosynthese 6CO2 + 6H2O → C6H12O6 + 6O2 Radicale atmosfeerverandering (atmosfeer O2 rijk en CO2 arm) ééncellige levensvormen passen zich aan (O2 consumenten) Endosymbiosetheorie Voet aan wal Vissen 400 miljoen jaar Amfibieën & reptielen 300 miljoen jaar Zoogdieren 200 miljoen jaar Vogels 150 miljoen jaar Dinosauriërs 245 miljoen jaar tot 65 miljoen jaar Uitsterven dinosauriërs komeetinslag? 150 miljoen jaar: eerste vogels Archaeopteryx Vogel: vleugels, veren, snavel, loopbeen Reptiel: schubben, tanden, lange staart, buikribben Ontstaan aarde 600.000.000 vissen 60.0000 5.000 4000.000.000 Vondst oudste fossiel 30000.000.000 1e organisme met fotosynthese 2000.000.000 500.000.000 1e landleven planten 400.000.000 Amfibieën 300.000.000 Reptielen (dino`s) Vogels 1000.000.000 1e meercelligen 200.000.000 1e zoogdieren 100.000.000 Meteoriet-inslag 10.000 Moderne mens Andere stromingen: Creationisme Geloven in een Schepper. Veel creationisten geloven dat er verschillende typen soorten door God geschapen zijn, en dat evolutie slechts beperkt mogelijk is. Zij geven daarmee een religieuze verklaring voor het bestaan van de soorten en verwerpen daarmee (grotendeels) de evolutietheorie. Er zijn verschillende stromingen binnen het creationisme. De hoofdstroming wordt echter gevormd door christenen die op grond van het bijbelboek Genesis geloven dat God de soorten geschapen heeft, en dat de mens een bijzondere plaats inneemt in deze schepping. Andere stromingen: Intelligent Design Intelligent Design is in de jaren '90 in gang gezet door een aantal wetenschappers. Zij hebben geprobeerd m.b.v. wetenschappelijke argumenten aan te tonen dat er een 'intelligent ontwerp' ten grondslag moet liggen aan het leven. Het concept van onherleidbare complexiteit speelt hierin een belangrijke rol. Over de identiteit van de 'ontwerper' wordt niets gezegd, waarmee Intelligent Design verschilt van de meeste creationistische stromingen. Intelligent Design wordt echter door veel creationisten gesteund. Als concrete voorbeelden van onherleidbare complexiteit worden genoemd: de zweepstaart van de bacterie E. coli, trilharen, het mechanisme van bloedstolling, de werking van het oog en het immuunsysteem