Evolutietheorie Darwin

advertisement
Evolutietheorie
Creationisme
Intelligent design
Lamarck
Jean-Baptiste de Lamarck (1744-1829) was één van de eersten die
een wetenschappelijke hypothese opstelde over biologische
evolutie. Zijn opvatting over de overerving van verworven
eigenschappen is bekend geworden onder de noemer
Lamarckisme. Deze opvattingen hebben echter nooit algemene
aanvaarding gekregen binnen de wetenschap.
 oudste jaarlagen ongewervelden, pas later gewervelden
 soorten langzaam veranderen  nieuwe ontstaan
Het Lamarckisme verklaart evolutie dus door overerving van kenmerken die werden
verkregen door aanpassing aan de omgeving of aan veranderde omstandigheden.
Lamarck beweerde: Doordat een giraffe zijn nek steeds verder uitrekt om bij de blaadjes te
kunnen, wordt de nek van zijn nageslacht ook langer…..
Tegenwoordig weten we dat dit onjuist is doordat er geen verandering van het DNA
hierdoor plaats vindt!
Charles Darwin
The beagle
1831 - 1836
Charles Darwin 1809 – 1882
Galapagos eilanden
Galapagos eilanden
Galapagos eilanden
Galapagos eilanden
Zeeleguaan
Galapagos eilanden
Galapagospinguin
Galapagos eilanden
Galapagosbuizerd: enige echte roofdier op Galapagos
Galapagos eilanden
Hij ontdekte dat op ieder eiland van de groep een andere karakteristieke
schildpadsoort afhankelijk van het aanwezige voedsel
Besluit -> een of andere vorm van evolutie.
Verklaring voor de drijvende kracht achter deze verandering ontbrak echter.
1859 “The origin of species”
Evolutie-theorie
- feiten die argumenten vormen vóór de theorie
- gaat uit van:
1) Variatie in erfelijke eigenschappen
2) Natuurlijke selectie
3) Ontstaan van nieuwe soorten
Een theorie = een geheel van denkbeelden, hypothesen en
verklaringen die in onderlinge samenhang worden beschreven. In
de wetenschap is een theorie een toetsbaar model ter verklaring
van waarnemingen van de werkelijkheid.
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Variatie in erfelijke eigenschappen
Geslachtelijke voortplanting
Nieuwe paren/combinaties van bestaande
genen/eigenschappen
Mutaties
Plotselinge verandering van erfelijk
materiaal door veranderingen aan een
gen (DNA)
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Binnen 7 maanden 1 paar kakkerlakken:
164.000.000.000 nakomelingen kunnen krijgen….
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
1 muizenkoppel:
- 6x per jaar nest van ongeveer 6 jongen
- Muis kan na 6 weken weer zelf jongen voortbrengen
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Natuurlijke selectie
Individuen die het beste aangepast zijn aan het milieu
hebben grootste overlevingskans. Organismen produceren
teveel nakomelingen
(populaties blijven min of meer gelijk in grootte)
= Survival of the fittest
Gunstige genen → veel overlevende én zich
voortplantende nakomelingen.
Survival of the fittest:
Best aangepast is degene die meeste nakomelingen krijgt!
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
Darwin
vink
Darwin
vink
Darwin
vink
Darwin
vink
Darwinvinken
Een bekend voorbeeld van het ontstaan van nieuwe soorten zijn de
darwinvinken op de Galapagoseilanden.
Eens allen afkomstig van het
vaste land van Z-Amerika.
Snavels aangepast aan het
beschikbare voedsel van het
eiland waarop ze leven.
Doordat de vinken van de
verschillende eilanden zich niet
meer onderling voortplanten
ontstaan uit de verschillende
populaties verschillende soorten.
Soortvorming: 1) Isolatie
Soortvorming: 2) Aanpassing aan omstandigheden
Evolutie-theorie gaat uit van:
-Variatie in erfelijke eigenschappen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten
1) Isolatie
2) Aanpassing aan omstandigheden
3) Ontstaan van nieuwe soorten
Geografische isolatie
Amerikaanse huismus
Europese huismus
Ecologische isolatie
Koolmees zoekt insecten op de bodem en in de kruin van
een boom
Pimpelmees zoekt insecten op de uiteinden van de takken
Voedingscultuur verandert het paringsgedrag!
Gedragsisolatie
Ratelaar
Bruine sprinkhaan
Seizoensisolatie
Verschillende voortplantingsperiode kan populaties isoleren en verschillende soorten doen
ontstaan
Groene kikker – mei
Bruine kikker – maart
X
Paard (Equus caballus)
Ezel (Equus asinus)
Vrouwtjes wel
vruchtbaar,
mannetjes niet
Muilezel
Moeder = paard
Muildier
Moeder = ezel
Lijger / Teeuw
Cichliden van het Victoriameer
14.000 jaar geleden  ruim 500 soorten cichliden ontstaan
Evolutie door natuurlijke selectie
Darwin concludeerde dat natuurlijke selectie kon
verklaren hoe organismen langzaamaan veranderen
en evolueerden in nieuwe soorten.
In zijn tijd had Darwin moeite om zijn theorie
geaccepteerd te krijgen, aangezien het moeilijk te
bewijzen was.
Wetenschappers uit die tijd vroeger zich af hoe die
karakteristieke eigenschappen dan werden
doorgegeven aan hun nakomelingen.
Neo-Darwinisme
Evolutietheorie van Darwin
gecombineerd met de huidige
kennis over erfelijkheid
1822 - 1884
Download