Darwin of een 'intelligente ontwerper'? NRC, 30 mei 2005 In Nederland is de discussie losgebarsten over 'intelligent design', een pseudo-wetenschappelijke stroming die denkt dat een intelligent wezen het heelal en het leven op aarde heeft ontworpen. 'De God van de gaten', noemde Michael Shermer, directeur van de Amerikaanse Skepsis Society treffend de pogingen om religie te verweven in de moderne wetenschap. Gelovigen gaan op zoek naar de gaten in de wetenschappelijke kennis en plaatsen daar hun God, het wezen dat alles heeft geschapen. Maar die gaten worden met het voortschrijden van de wetenschappelijke kennis steeds kleiner. God heeft al veel terrein moeten prijsgeven. Het creationisme, een christelijke stroming die probeert de schepping te rijmen met moderne wetenschappelijke inzichten, zoekt het nu in het concept Intelligent Design. Een intelligente ontwerper (God) zou een hand hebben gehad in het tot stand komen van het leven en het heelal. Biologen en andere wetenschappers halen er hun schouders bij op. Zij vinden dat de evolutietheorie van Darwin heel goed op eigen kracht de diversiteit van het leven kan verklaren. Maar CDA-onderwijsminister Maria van der Hoeven wil wel een debat over dit onderwerp. Volgens evolutiebiologen 'oude wijn in nieuwe zakken'. Een paar eeuwen geleden interpreteerden serieuze geleerden vogelzang als een aubade ter meerdere glorie van de Heer. Nu weten we dat vogels vooral zingen om hun territorium af te bakenen of om een partner voor zich te interesseren. Gelukkig kunnen we ook met die kennis nog altijd genieten van hun opgewekt gefluit en gekwetter. De verwondering om de schoonheid van de natuur en de sterren heeft mensen steeds geïnspireerd om deze wonderen aan een hogere macht toe te schrijven. Op zoek naar verklaringen vonden christenen troost in het scheppingsverhaal in het bijbelboek Genesis. Maar de empirische wetenschap (gebaseerd op waarneming) zaaide twijfel. De aarde bleek veel ouder dan de zesduizend jaar die op grond van de Bijbel moest worden verondersteld. En uit de vondst van fossielen bleek dat lang niet alle soorten van Gods volmaakte schepping het tot het heden hadden volbracht. Gelovigen stapten over op een niet-letterlijke interpretatie van Genesis, waarbij de zes dagen schepping best over miljarden jaren uitgesmeerd konden worden. Maar ook dat bleek al gauw niet genoeg. De evolutietheorie die Charles Darwin in 1859 ontvouwde betekende een schok voor de christelijk-religieuze samenleving in Europa. Nu was er plotseling een theorie die beweerde dat al het leven inclusief de mens, niet was geschapen door God, maar spontaan was ontstaan door een doelloos toevalsproces, natuurlijke selectie. Darwin baseerde zich destijds op waarnemingen door hemzelf en door anderen. Hij bestudeerde de variatie in de levende natuur, maar keek ook naar fossielen van uitgestorven dieren. Van evolutie op genetisch niveau had hij geen weet, die werd pas veel later ontdekt. Nu die kennis op grote schaal beschikbaar is, wijst alles erop dat Darwin het 150 jaar geleden bij het rechte eind had: de variatie aan soorten komt voort uit een proces van natuurlijke selectie. Natuurlijke selectie houdt in dat eigenschappen die een organisme een extra voordeel opleveren voor de overleving of de voortplanting een grotere kans hebben om aan het nageslacht te worden doorgegeven. Zo worden die eigenschappen op een natuurlijke wijze geselecteerd. Door de opeenstapeling van kleine veranderingen in eigenschappen kunnen uiteindelijk nieuwe soorten ontstaan. Darwins theorie bleek bijzonder krachtig in het verklaren van allerlei fenomenen in de natuur. Zijn ideeën hebben dan ook een enorme invloed gekregen op de wetenschap en vervolgens op de maatschappij. De moderne interpretatie van de evolutie via natuurlijke selectie is gebaseerd op een samenspel tussen samenwerking en concurrentie. Het leven op aarde begon vier miljard jaar geleden wellicht met een molecuul dat zichzelf kon vermenigvuldigen. Veel wetenschappers kijken daarbij naar RNA, een molecuul waarvan is bewezen dat het zichzelf kan repliceren. In deze visie is een Schepper geheel overbodig geworden. En dat stuit veel gelovigen tegen de borst. Zij ervaren het ontstaan van het leven en het prachtig functioneren ervan als zo'n formidabel toeval, dat zij ervan overtuigd zijn dat ooit ergens ontworpen moet zijn. Sinds de jaren negentig voeren Amerikaanse creationisten die wetenschappelijke aansluiting zoeken een pleidooi voor de theorie van Intelligent Design. De discussie tussen evolutiebiologen en ID-ers spitst zich vooral toe op de kwestie van de toetsbaarheid. Een idee kan pas wetenschappelijk genoemd worden als het geformuleerd is als een theorie die kan worden weerlegd. Volgens evolutieaanhangers is dit onmogelijk bij de aannames van Intelligent Design. Roskam: ,,Als je intelligent design accepteert, dan kom je vroeg of laat altijd uit bij een intelligente ontwerper, zeg maar god. Maar als je creationisten vraagt of zij met een theorie te komen die falsifieerbaar is, zoals ook de evolutietheorie, dan zullen ze dat uiteindelijk toch niet willen. Want dan zouden zij hun godsbegrip falsifiëren.'' Kamer: Schepper uit biologieles In de Tweede Kamer gaan stemmen op het scheppingsverhaal uit de biologielessen van het voortgezet onderwijs te halen. Op havo en vwo zijn biologieleraren nu verplicht om naast de evolutietheorie ook alternatieve opvattingen als de scheppingsleer en de zogenaamde ‘spontane generatie’ aan de orde te stellen. De onderwijsspecialisten van VVD, PvdA, GroenLinks en SP vinden dat het scheppingsverhaal primair in de godsdienstles of bij maatschappijleer thuishoort. ‘Je moet religieuze en seculiere lesstof gescheiden houden’, zegt Kamerlid Balemans (VVD). De SP wil de kwestie aan de orde stellen, mits er draagvlak voor is bij de biologieleraren, zegt SP-kamerlid Vergeer. Het Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), de beroepsvereniging waarbij de meeste biologieleraren zijn aangesloten, wil ook dat de scheppingsleer uit de biologieles verdwijnt, zegt NIBI-directeur Leen van den Oever. ‘Wij hebben niet de behoefte levensbeschouwelijke discussies over scheppingsleer of Intelligent Design (de theorie die een intelligent ontwerp achter het leven vermoedt, red.) te voeren in het natuurwetenschappelijk kader van de biologieles. Wij vinden het jammer om daar kostbare lestijd in te steken’, aldus Van den Oever. De kwestie kwam aan het rollen door het voornemen van minister Van der Hoeven (CDA) van Onderwijs en Wetenschap om een debat te organiseren over schepping en evolutie, omdat de evolutietheorie ‘niet compleet’ zou zijn. Ze kondigde dit afgelopen zaterdag aan in de Volkskrant. ‘De minister heeft slapende honden wakker gemaakt’, aldus Kamerlid Azough van GroenLinks. Van der Hoeven benadrukte dinsdag in een Kamerdebat dat de diverse ontstaanstheorieën over het leven wat haar betreft onderdeel blijven van het vak biologie. De minister schreef donderdag in haar weblog dat zij tientallen e-mails heeft gekregen over haar plan voor een evolutiedebat. ‘Van fundamentalistische creationisten die zeggen hun gebed verhoord te zien, tot sarcastische antireligieuze scheldpartijen. Veel mensen bieden aan om mee te denken, onder wie een bisschop maar bijvoorbeeld ook bioloog Ronald Plasterk.’ Frits van Oostrom, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, ziet nog geen aanleiding met de minister mee te denken. ‘Het is beter over schepping en evolutie in wetenschappelijke kring te debatteren dan op het ministerie. De minister mag als gast aanwezig zijn.’ Detail van Michelangelo's 'De schepping van de mens' als puzzel.