8.6 Darwin Filosofie? Darwin is dan weliswaar een wetenschapper, maar zijn ideeën zijn nog behoorlijk filosofisch. Darwin werkte ateleologisch(niet de fysische natuur los zien van elke vorm van teleologisch denken). Hij werkt vanuit de natuurlijke historie, de geschiedenis van de ontwikkeling van soorten. De evolutietheorie De hypothesen van Darwin zijn zeer in strijd met het scheppingsverhaal. Een soort die kan uitsterven kan niet perfect zijn en het idee dat soorten geleidelijk aan uit elkaar waren geëvolueerd en niet kant en klaar in perfecte staat op de aarde waren geplant waren helemaal uit den boze. Creationisten hielden vast aan scheppingsverhaal. Variatie en selectie Darwins theorie zorgde voor meer biologisch onderzoek, bracht het scheppingsverhaal aan het wankelen en zorgde voor een onweerstaanbare aantrekkingskracht voor filosofen. Door toevallige mutaties in de genen ontstaan er kleine verschillen tussen de individuen van een soort(variatie). De natuur selecteert de gunstige eigenschap als het ware zelf uit(voortplanting) dit heet natuurlijke selectie. Deze theorie kun je ook op een sociaalcultureel vlak leggen. Het gaat dan om overgeleverde eigenschappen. Neem taal. Naarmate dit vermogen groter wordt, neemt ook het aanpassingsvermogen toe en daarmee de overlevingskansen. Afrekening met het essentialisme De homosapiens zijn niet alleen uit elkaar geëvolueerd maar ook veel minder scherp van elkaar te onderscheiden.