Samenvattingen H6 Evolutie §6.1 t/m §6.3 §6.1 Het ontstaan van de

advertisement
Samenvattingen
H6 Evolutie
§6.1 t/m §6.3
§6.1 Het ontstaan van de wereld
 Kernvraag 1: Hoe is de wereld ontstaan?
Lange tijd heeft het scheppingsverhaal (bron 6.1) uit Genesis
(1e boek OT) het westerse denken beheerst. Het creationisme,
evenals Linnaeus, gaat van de letterlijke interpretatie uit en van
onveranderde soorten.
 Kernvraag 2: Waardoor ontstonden er twijfels aan het
scheppingsverhaal?
Geleerden gingen er eerst van uit dat fossielen restanten waren
van organismen die niet in de ark van Noach mee konden. Er
bestond veel twijfel. Cuvier formuleerde de hypothese dat er
soorten waren die zich ontwikkeld hadden tot de nu levende
soorten en dat soorten zijn uitgestorven.
§6.2 Evolutie volgens Darwin
 Kernvraag 1: Wat ontdekte Charles Darwin
Darwin ging mee als creationist en
verzamelde & onderzocht 5 jaar
lang exotische organismen. Enkele
waarnemingen bij de Gálápagos
Blog
eilanden (bron 6.5) brachten hem
@ Beagle studiereis naar Zaan het twijfelen:
Amerika: verzamelen
-variatie in spotlijsters per
biologische gegevens
eiland
-variatie in schildpadden per
eiland
-variatie snavelvorm (bron 6.6)
Hypothese: Alle soorten stammen via geleidelijke
ontwikkeling af van 1 oervorm.
Profiel
-Engelsman
-studie theologie & natuur
-aanstaand dominee
 Kernvraag 2: Wat is natuurlijke selectie?
In 1838 viel Darwin het enorme aantal kweekvormen (bron 6.7)
bij duivenhouders op. Zij zouden door selectie op de meest
gewenste eigenschappen door kwekers zijn ontstaan uit 1
soort: De wilde rotsduif.
Geconstateerde feiten (bron 6.8):
1. Verschillende individuen in een populatie
2. Meer nakomelingen dan vervanging ouders
3. Populatie blijft constant van grootte.
 principes:
1. ‘struggle for life’
2. ‘survival of the fittest’
Evolutie = het proces van geleidelijke verandering door de 2
principes waarbij nieuwe soorten ontstaan.
Bezwaar: Gebrek aan missing links: Dieren die de overgang
vormen tussen groepen van gewervelde dieren.
(BV: Archeopteryx, bron 6.10)
§6.3 Evolutie en de mens
 Kernvraag 1: Welke reacties roept de evolutietheorie op?
Al direct leidde de hypothese van Darwin tot veel verzet onder
creationisten. Vooral toen hij in 1871 ‘The descent of man’
(bron 6.12) uitbracht. Tegenwoordig verklaart men de variaties
die Darwin noemde genetisch: Mutaties in erfelijk materiaal
zorgen voor ‘toevallige variaties’ binnen de soort. Deze kunnen
nuttig zijn in ‘toevallig gewijzigde milieuomstandigheden’ (bron
6.13). --> survival of the fittest.
Blijft er met de evoltietheorie ruimte over voor een goddelijk
plan? Vorm zelf je mening door argumenten voor en tegen
Darwin’s theorie te noemen.
 Kernvraag 2: Hoe is de mens ontstaan volgens de
evolutietheorie?
Linnaeus publiceerde in 1758 een classificatiesysteem waarin
alle organismen geordend werden met een geslachts- en
soortnaam (BV: Homo sapiens).
In de fylogenie probeert men evolutiestambomen (bron 6.15 &
6.16) te ontwikkelen a.h.v. indeling van organismen, fossielen
en moleculair onderzoek aan eiwitten en DNA. De mens, gorilla
en chimpansee zouden 5 miljoen jaar terug een gemeenschappelijke voorouder hebben gehad.
Bron 6.17: Geschiedenis van de mens, zie: vraag 8a & b.
Erfelijke ziekten kunnen onder bepaalde omstandigheden
gunstig zijn: BV: Sikkelcelanemiepatiënten zijn beter beschermd
tegen malaria (bron 6.18).
Download