Een contract afsluiten met een reïntegratiebedrijf Stappenplan voor brancheorganisaties Inleiding 2 Stappenplan 3 1. De voorbereidingen 4 2. Het afsluiten van het contract 8 3. Tijdens de contractperiode 11 Projectgroep Aan ’t Werk (met sociale zekerheid) Postbus 90703 2509 LS Den Haag Augustus 2002 Inleiding Opnieuw een wetswijziging Na de invoering van Poortwachter vindt er opnieuw een wetswijziging plaats op het gebied van reïntegratie. De verantwoordelijkheid van de werkgever voor zieke werknemers wordt nog verder uitgebreid. De vermoedelijke ingangsdatum van deze wetswijziging is 1 januari 2003. Wat verandert er? Als blijkt dat een zieke werknemer niet meer kan terugkeren in het bedrijf, wordt de werkgever verplicht om een reïntegratiebedrijf in te schakelen. Doel van de inzet van het reïntegratiebedrijf is dat de werknemer een passende baan vindt in een ander bedrijf. Deze dienstverlening kan ook worden ingekocht bij de arbodienst. Het is niet verplicht om een doorlopend contract af te sluiten met een reïntegratiebedrijf, zoals nu met de arbodiensten het geval is. De verplichting ontstaat pas op het moment dat een werknemer langdurig ziek is en duidelijk is dat de werknemer niet meer kan terugkeren in het bedrijf, bijvoorbeeld als de bedrijfsarts in de probleemanalyse aangeeft dat er geen reïntegratiemogelijkheden zijn. Verantwoordelijk tot einde dienstbetrekking De werkgever houdt deze verantwoordelijkheid totdat het dienstverband wordt beëindigd. Dus pas als de werknemer een nieuwe, passende baan heeft gevonden. Deze wetswijziging heeft tot gevolg dat de werkgever ook verantwoordelijk wordt voor reïntegratie van werknemers die in de WAO terechtgekomen zijn (immers, pas na twee jaar ziekte mag het dienstverband worden beëindigd). Dus als een werknemer die al in de WAO zit, tóch weer (gedeeltelijk) herstelt, is de werkgever verplicht om voor deze werknemer een reïntegratiebedrijf in te schakelen. Instemming werknemers Het is wettelijk vastgelegd dat de inschakeling van een reïntegratiebedrijf moet worden afgestemd met werknemers. De Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging heeft instemmingsrecht. De goedkeuring van de werknemers kan ook worden geregeld in de CAO. Als er in een bedrijf geen OR of Personeelsvertegenwoordiging aanwezig is, is instemming vereist van de belanghebbende werknemers. Inhoud en doel van dit stappenplan Als branche- en werknemersorganisaties overwegen om een (mantel-)overeenkomst te sluiten met een reïntegratiebedrijf, geeft dit stappenplan inzicht hoe op een goede manier een contract kan worden afgesloten: 1. De voorbereidingen die getroffen worden. 2. Het afsluiten van het contract. 3. Activiteiten die ondernomen worden tijdens de contractperiode. 2 10 stappen op weg naar een contract met een reïntegratiebedrijf Voorbereiding 1. Vaststellen knelpunten en formuleren doelstellingen 2. Oriëntatie op de mogelijkheden 3. Plan maken 4. Vaststellen selectiecriteria Afsluiten van het contract 5. Eerste selectie geschikte aanbieders 6. Offerteaanvraag en definitieve keuze 7. Afsluiten contract Tijdens de contractperiode 8. Controle nakomen contractafspraken 9. Beoordelen resultaten 10. (Eventueel) bijsturen en herzien van afspraken 3 De voorbereidingen Een reïntegratiebedrijf: wat is dat? Reïntegratiebedrijven houden zich bezig met het begeleiden van werknemers bij hun terugkeer naar werk. Er zijn grofweg drie soorten reïntegratiebedrijven: 1. Interventiebedrijven Bedrijven die zich richten op gespecialiseerde, vaak medisch georiënteerde hulp, zoals rugadviescentra of psychologencentra. Voorbeelden: De Gezonde Zaak, Cenzo of HSK. 2. Herplaatsings-reïntegratiebedrijven Bedrijven die zich richten op bemiddeling van werknemers naar een nieuwe baan, al dan niet gecombineerd met omscholing of training. Voorbeelden: Relan Werk, Tempo Team Traject of Randstad Rentreer. 3. ‘Alles-in-één’ reïntegratiebedrijven. Dit zijn bedrijven die alle soorten dienstverlening aanbieden. Vaak besteden zij onderdelen uit aan andere, gespecialiseerde reïntegratiebedrijven. Voorbeelden: Argonaut of arbodiensten zoals Commit Arbo. Voor een overzicht met reïntegratiebedrijven die ervaring hebben in de detailhandel: zie www.aan-t-werk.nl 1. Vaststellen knelpunten en formuleren doelstellingen Analyse ziekteverzuim Het afsluiten van een contract met een reïntegratiebedrijf begint met een korte analyse van de verzuimproblematiek in de branche. Is het ziekteverzuim hoog? Zijn er arbeidsrisico's die eruit springen? Kunnen zieke werknemers nog terugkeren bij de eigen werkgever of lukt dat meestal niet meer? Wat zijn de oorzaken? Gaat het vooral om lichamelijke klachten of juist om veel psychische zaken? Wat zou een reïntegratiebedrijf hierbij kunnen betekenen? De brancheorganisatie heeft dus informatie nodig over de omvang en aard van het ziekteverzuim. Op de volgende manieren kunt u aan gegevens komen: - De meest logische leverancier van verzuimgegevens is de arbodienst. Deze kan mogelijk ook kwalitatieve informatie over ziekteverzuim (oorzaken en behandelmogelijkheden) verstrekken. - Als de branche een mantelcontract met een verzuimverzekeraar heeft afgesloten, is de verzekeringsmaatschappij een tweede mogelijke informatiebron. Ook deze moet bijhouden hoe hoog het ziekteverzuim in bedrijven is (om premies te kunnen vaststellen). Hetzelfde geldt voor de verzekeraar waarbij een Pemba- of WAO-gatverzekering is ondergebracht. - Niet gelukt om bij arbodienst of verzekeraar cijfermatige informatie te krijgen? Hanteer dan de volgende algemene stelregels: Het ziekteverzuim in de detailhandel ligt ongeveer op het landelijk gemiddelde (zo’n 5,5%). Gemiddeld geldt dat er in de detailhandel en ambachten jaarlijks van elke 1.000 werknemers ongeveer 15 werknemers een WAO-aanvraag indienen. In een branche van 30.000 werknemers zullen er dus jaarlijks minimaal 450 mensen zijn, waarvoor waarschijnlijk een reïntegratiebedrijf ingeschakeld moet worden om deze werknemers te bemiddelen naar een andere werkgever. 1 1 Deze globale calculatie wijkt natuurlijk op een aantal punten af van de dagelijkse praktijk. Er zijn immers langdurig zieke werknemers die uiteindelijk géén WAO-uitkering aanvragen, maar waarvoor na 1 januari 2003 wél een reïntegratiebedrijf ingeschakeld moet worden. Anderzijds zal in theorie het aantal WAO-aanvragen afnemen door de verbeterde verzuimbegeleiding in het kader van Poortwachter. 4 Formuleren doelstellingen Op basis van de bovenstaande verzuimanalyse kunnen doelstellingen worden benoemd. Probeer deze doelstelling zo meetbaar mogelijk te maken. Bijvoorbeeld: 'het langdurig verzuim moet de komende twee jaar met 20% omlaag'. Het is verstandig om de arbodienst te betrekken bij het bepalen van de doelstelling, aangezien deze kennis heeft van de problematiek in de branche, en dus kan inschatten of zo’n doelstelling realistisch is. Maak de doelstelling zo concreet mogelijk en bedenk van tevoren hoe de branche kan meten of de doelstelling daadwerkelijk wordt gehaald. Samenwerking bij contractonderhandelingen? Mocht in de branche maar weinig sprake zijn van langdurig ziekteverzuim, dan is het wellicht verstandig om met een aantal andere branches gezamenlijk op te trekken. Dit is bijvoorbeeld handig als branches een zelfde problematiek kennen (bijvoorbeeld veel uitval door rug- en schouderklachten) en het eens worden over de doelen die zij willen bereiken. Zo wordt, ondanks een beperkt langdurig ziekteverzuim, toch een bepaalde onderhandelingsmacht gevormd richting het reïntegratiebedrijf. 2. Oriëntatie op de mogelijkheden De tweede stap is het oriënteren op de mogelijkheden om het gestelde doel te bereiken. Hoe kan de branche ervoor zorgen dat zieke werknemers weer aan het werk worden geholpen? Een reïntegratiebedrijf is niet de enige organisatie die werkgever en werknemer de helpende hand kan bieden. Ook de arbodienst en verzekeraar spelen een rol. Het is verstandig om eerst te kijken naar de bestaande mogelijkheden, zodat de brancheorganisatie niet zelf het wiel hoeft uit te vinden. Arbodienst Biedt de arbodienst reïntegratiediensten aan? Welke (extra) inspanningen biedt de arbodienst nu al aan om zieke werknemers aan het werk te helpen? Naar welke reïntegratiebedrijven stuurt de arbodienst door en wat voor soort diensten bieden die bedrijven aan? Wat zijn de resultaten hiervan tot nu toe? Verzekeraar Sommige verzekeraars bieden reïntegratiediensten aan, die soms bij de polis zijn inbegrepen. Dit kan veel tijd en kosten besparen. Vaak hebben verzekeraars vaste contracten gesloten met reïntegratiebedrijven. Biedt de eigen verzuim- of Pemba-verzekeraar ook dergelijke faciliteiten? Is dat een standaard polisvoorwaarde? Met welke bedrijven doet de verzekeraar zaken en wat voor soort diensten bieden die bedrijven aan? Ervaringen van anderen Informeer bij leden die al ervaring hebben met reïntegratiebedrijven. Wellicht hebben andere brancheorganisaties ervaringen met reïntegratiebedrijven. Over welke bedrijven gaat het? Wat maakt de inzet tot een succes? Wat stemt tot ontevredenheid? Reflectie op de eigen rol Sta in deze fase ook stil bij de rol van de brancheorganisatie in het verleden. Wat heeft de brancheorganisatie geleerd van het afsluiten van contracten met arbodiensten? Wat zijn leermomenten die misschien ook kunnen worden toegepast bij het afsluiten van een contract met een reïntegratiebedrijf? Hoe wil de brancheorganisatie zich positioneren ten opzichte van arbodiensten, verzekeraars en reïntegratiebedrijven? Als ‘kritisch consument’ of als ‘partner in business’? 5 3. Plan maken Maak vervolgens een kort plan van aanpak, waarin wordt geschetst hoe de branche het gestelde doel wil bereiken. Zet in dit plan de volgende zaken op een rij: 1. De doelstellingen van de branche Bijvoorbeeld: ‘werkgevers en werknemers moeten goed toegerust zijn om de wettelijke verplichtingen op het terrein van reïntegratie na te leven’ Een stapje verder gaat de branche met: ‘het langdurig ziekteverzuim (langer dan zes weken) moet in 2004 met 20% zijn gedaald’. 2. De middelen waarmee het doel moet worden bereikt Het inschakelen van een reïntegratiebedrijf is maar één van de middelen om het ziekteverzuim omlaag te krijgen. De doelstelling zal dus via meerdere wegen moeten worden bereikt: a. De inspanningen van werkgevers en werknemers Bijvoorbeeld: training van leidinggevenden om verzuimgesprekken te voeren of het inzetten van een nieuwe verzuimprocedure. Benoem ook hoe de brancheorganisatie de leden hierbij wil ondersteunen. b. Het betrekken van het pensioenfonds Bespreek met het pensioenfonds het meebetalen aan de kosten voor reïntegratie. Zij hebben ook belang bij een laag -langdurig- ziekteverzuim. c. De inspanningen van derden: De arbodienst Geef aan welke bijdrage de arbodienst kan leveren aan het bereiken van de doelstelling. Bijvoorbeeld: De arbodienst moet binnen bepaalde criteria direct doorverwijzen naar een reïntegratiebedrijf of moet werknemers met ‘vage’ klachten eerder oproepen. Vermeld welke afspraken moeten worden aangepast in de mantelovereenkomst. Reïntegratiebedrijf Benoem de rol van het reïntegratiebedrijf in de verzuimbegeleiding en de terugkeer naar werk. Alleen inschakelen bij uitplaatsing naar een andere werkgever? Of ook interventiebedrijven inhuren, zoals rugadviescentra? 3. De noodzakelijke randvoorwaarden Benoem de randvoorwaarden bij de plannen: - Hoe wordt de verplichte instemming met werknemers vormgegeven? Op ondernemingsniveau of op brancheniveau (bijvoorbeeld middels cao-afspraken). - Met welke andere cao-afspraken moet rekening worden gehouden? Denk bijvoorbeeld aan kwaliteitseisen voor reïntegratiebedrijven of arbeidsvoorwaardelijke regelingen die met de vakbond zijn overeengekomen. - Hoe peilt de brancheorganisatie de interesse bij leden en hoe worden de plannen afgestemd? Hoe wordt het (mantel-)contract en de overige maatregelen ‘verkocht’ aan leden, zodat zij het (op termijn) gaan beschouwen als waardevolle service van de brancheorganisatie? - Wat mag het plan maximaal kosten en hoe wordt het gefinancierd? Zijn er bijdragen van anderen mogelijk, zoals de verzekeraar of wellicht het O&O-fonds? - Wanneer wordt er geëvalueerd? Geef hier aan hoe kan worden gemeten of de doelstelling daadwerkelijk is behaald. 6 4. Vaststellen selectiecriteria De volgende stap is het benoemen van de eisen waaraan een reïntegratiebedrijf moet voldoen. Dit gebeurt in twee fasen: a. Het benoemen van algemene selectiecriteria - Wat voor soort bedrijf moet voor de zieke werknemers worden ingeschakeld: een ‘interventiebedrijf’ (gericht op bijvoorbeeld rugklachten) of een ‘echt’ reïntegratiebedrijf (gericht op uitplaatsing naar een andere werkgever)? - Waar moet het bedrijf zijn gevestigd? Moet het bedrijf landelijk opereren of wil de brancheorganisatie met specifieke regionale aanbieders in zee? b. Het bepalen van kwaliteitscriteria Het benoemen van de eisen waaraan de reïntegratiebedrijven moeten voldoen. Denk aan bereikbaarheid, resultaten, een vaste contactpersoon of doorlooptijden. Probeer ook zoveel mogelijk een prioriteitsstelling te maken in de criteria. Dat vergemakkelijkt de keuze verderop in het proces. Meer informatie vindt u in de brochure Kwaliteitseisen voor reïntegratiebedrijven (in oktober 2002 op www.aan-t-werk.nl ). Bredere inzet kwaliteitscriteria De brancheorganisatie kan de kwaliteitscriteria ook gebruiken om werkgevers (ook niet-leden) te stimuleren tot goede reïntegratieactiviteiten. Dit is mogelijk door ze in de CAO-onderhandelingen in te brengen. Als de criteria algemeen verbindend verklaard worden, zijn werkgevers verplicht om alleen zaken te doen met reïntegratiebedrijven die aan deze criteria voldoen. 7 Het afsluiten van een contract 5. Selectie geschikte aanbieders Het aanbod van reïntegratiebedrijven is groot: zo’n 700 ondernemingen noemen zich ‘reïntegratiebedrijf’. Het is nog een jonge markt, dus de meeste bedrijven bestaan nog niet zo lang. De bedrijven richten zich op verschillende klanten en doelgroepen (van herintreders tot zieke werknemers). Bij een eerste selectie zullen er daarom maximaal een dertigtal overblijven. De eerste selectie kan worden gedaan met de algemene selectiecriteria (doelgroep/soort bedrijf en regionale spreiding), die in de vorige stap zijn benoemd. Pas deze criteria toe in een eerste zoektocht: a. Op www.aan-t-werk.nl komt een ‘ervaringenbank’ met reïntegratiebedrijven die ervaring hebben in de detailhandel en ambachten (op het abonneegedeelte van deze website). b. De website www.rwi.nl (klik op ‘reïntegratiemonitor’) bevat een meer algemene database met reïntegratiebedrijven. c. Daarnaast heeft de brancheorganisatie wellicht al namen van reïntegratiebedrijven verzameld in de voorbereidende fase (via leden, collega-brancheorganisaties, arbodienst of verzekeraar). Vervolgens kunt u in principe doorgaan naar stap 6: de offerteaanvraag. Het is echter aan te raden om u nog even verder te oriënteren. Vraag bij reïntegratiebedrijven schriftelijke informatie aan (bijvoorbeeld productfolders of –catalogussen). Ook kan de brancheorganisatie een aantal verkennende gesprekken voeren. Maak hiervoor een gesprekspuntenlijstje op basis van de kwaliteitscriteria uit stap 4. Welke bedrijven maken een goede indruk? Welke reïntegratiebedrijven lijken te voldoen aan de kwaliteitscriteria die de branche heeft benoemd? Voordeel van zo’n nadere oriëntatie is dat er later niet nodeloos veel offertes moeten worden beoordeeld. Veel offertes betekent enerzijds veel vergelijkingsmateriaal, maar anderzijds ook veel werk aan de winkel. Bovendien zullen reïntegratiebedrijven meestal eerst een verkennend gesprek willen voeren, voordat zij een offerte uitbrengen. Alle reïntegratiebedrijven willen immers ‘maatwerk leveren’. 6. Offerteaanvraag en definitieve keuze In deze stap wordt een aantal reïntegratiebedrijven gevraagd om een offerte uit te brengen. Om offertes beter te kunnen vergelijken, is het verstandig om in de offerteaanvraag duidelijke vragen te formuleren en te verzoeken om de offerte conform de genoemde vragen op te stellen. Inhoud van de offerteaanvraag In de offerteaanvraag worden de kwaliteitscriteria die in stap 4 zijn geformuleerd, omgevormd naar vragen voor de reïntegratiebedrijven. Voorbeelden: ‘Het bedrijf moet samenwerkingsafspraken hebben met onze arbodienst’ → ‘Op welke wijze sluit uw dienstverlening aan op de werkzaamheden van arbodienst X. Zijn er zgn. service level agreements of samenwerkingsprotocollen? En zo ja, kunnen wij daar inzicht in krijgen?’ ‘Het bedrijf moet een vast aanspreekpunt hebben voor zowel werknemer als werkgever’ → ‘Heeft uw bedrijf een vaste contactpersoon voor de werknemer én de werkgever? Wat is de rol van deze contactpersoon in het reïntegratietraject? Hoe en wanneer is deze contactpersoon bereikbaar voor werkgever en werknemers?’ 8 - - - - - Maak een eenvoudig processchema: wat zou het reïntegratiebedrijf minimaal moeten doen in het reïntegratietraject. Denk aan: een intake (die aansluit op het plan van aanpak), het maken van een trajectplan, het aanvragen van subsidies, begeleidingsgesprekken tijdens de nieuwe baan, etcetera. De folders van reïntegratiebedrijven en arbodiensten kunnen hierbij nuttig zijn. Vragen naar (schriftelijk) bewijsmateriaal heeft niet altijd zin. Denk aan de kwaliteitseis ‘deskundig personeel’. Bij zo’n eis kunnen diploma’s van het personeel tegelijkertijd veelzeggend én nietszeggend zijn. Beter is het om te vragen naar het opleidingsniveau of het opleidingsbeleid van de organisatie. Of de visie van de organisatie over dit punt. Belangrijk punt is de kennis van de bedrijfstak. Geef een goede schets van de branche, kenmerken van de werknemerspopulatie (‘in het algemeen jonger dan 25 jaar; veel vrouwen’) en uitvalsoorzaken. Vraag of reïntegratiebedrijven ervaring hebben met de reïntegratie van werknemers in de branche/bedrijfstak in het eerste ziektejaar. Als een reïntegratiebedrijf die ervaring niet heeft, vraag dan naar de visie van het bedrijf op reïntegratie van deze doelgroep in deze branche. Vraag ook naar de financieel-economische positie van het bedrijf, zeker nu de reïntegratiemarkt nog jong (én onvoorspelbaar is). Doe dit door te vragen naar bijvoorbeeld jaarverslagen of bankverklaringen (of inschrijvingsbewijs Kamer van Koophandel). Vraag referenties! Denk aan het vermelden van de termijn waarbinnen reïntegratiebedrijven kunnen reageren. Een reactietermijn van vier weken is redelijk. Hoe selecteren? Kies het reïntegratiebedrijf dat zoveel mogelijk voldoet aan de selectiecriteria. Omdat dit niet altijd even makkelijk is, zijn de criteria in stap 4 al naar mate van prioriteit gerangschikt. Voldoen meerdere aanbieders aan alle criteria, besluit dan op basis van de ervaring van het bedrijf. De prijsstelling hoeft niet doorslaggevend te zijn, aangezien de reïntegratietrajecten doorgaans voor subsidie in aanmerking komen. De financieringswijze kan weer wél bepalend zijn (een ‘no cure less pay’-constructie lijkt in het algemeen interessanter dan een inspanningsverbintenis). Hoeveel bedrijven selecteren? Afhankelijk van de grootte van de branche kunnen twee á drie bedrijven uitgekozen worden. Het wordt afgeraden om nog meer contracten af te sluiten, omdat het ‘onderhoud’ van de contracten (het beoordelen van de voortgang en de resultaten) behoorlijk wat tijd in beslag neemt. Hierdoor is ook de prikkel voor reïntegratiebedrijven ingebouwd om goed te presteren. Bovendien beschikt u op deze manier over vergelijkingsmateriaal om de prestaties van de bedrijven te beoordelen. Tot slot geldt dat met meerdere contracten aan de zieke werknemer een zekere keuzemogelijkheid wordt geboden! Bij het afsluiten van één contract binnen één conglomeraat (zie ook de conglomeratenkaart op www.aan-t-werk.nl ) wordt aangeraden de verzekeraar erbij te betrekken. Indien het reïntegratiebedrijf niet goed presteert wordt langs die weg de prikkel om te blijven presteren ingebouwd. 7. Afsluiten van het contract Zorg ervoor dat in het contract harde en meetbare afspraken staan vermeld. Bij de Helpdesk kunt u een modelcontract opvragen, dat brancheorganisaties kunnen gebruiken. Dat modelcontract is een mantelovereenkomst: als leden-werkgevers het reïntegratiebedrijf inschakelen, zullen zij alsnog een offerte moeten ondertekenen (waarin wordt verwezen naar de mantelovereenkomst). Instemmingsrecht werknemers Bij het afsluiten van een reïntegratiecontract is instemming van de werknemers verplicht. Bij een mantelovereenkomst zal ieder lid-werkgever het eigen contract ter instemming moeten voorleggen aan de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging. De brancheorganisatie kan er ook voor kiezen om instemming te vragen aan de vakbonden, bijvoorbeeld via de CAO. Leden die gebruik 9 maken van het mantelcontract hoeven dan geen instemming meer te vragen aan hun OR of PVT. Let wel: een cao-afspraak met daarin de keuze voor één specifiek reïntegratiebedrijf komt niet voor algemeenverbindendverklaring in aanmerking (en geldt dus alleen voor de eigen leden van de brancheorganisatie). Financieringswijze De brancheorganisatie kan grofweg kiezen uit een inspanning- of een resultaatverbintenis. De laatste verdient de voorkeur, omdat het contract voor het reïntegratiebedrijf een prikkel bevat om goed te presteren. In het modelcontract op de website staan enkele voorbeelden. Aangezien reïntegratietrajecten grotendeels voor subsidie in aanmerking komen, is een kortingsregeling voor leden niet altijd zinvol. Zo’n regeling is alleen interessant voor de zgn. ‘interventies’ (bij rugklachten of psychische klachten), omdat deze niet volledig worden gesubsidieerd. Termijn van het contract Het is verstandig om een contract voor niet al te lange tijd af te spreken, bijvoorbeeld voor de duur van een jaar. Op basis van ervaringen kan het contract dan eventueel aangepast worden. Verankering contract in ketenorganisatie Eén van de belangrijkste actiepunten is dat de inzet van het reïntegratiebedrijf wordt ingebed in de organisatie van arbo- en reïntegratiedienstverlening. In essentie gaat het om twee dingen: De arbodienst moet zieke werknemers ook daadwerkelijk doorverwijzen naar de reïntegratiebedrijven. Formuleer criteria wanneer en op basis waarvan werknemers worden doorgestuurd naar een bepaald reïntegratiebedrijf. Ga dus met de arbodienst in gesprek om de mantelovereenkomst en/of de onderliggende werkprotocollen aan te passen. Regel ook dat de arbodienst rapporteert over het aantal doorverwijzingen. Als de verzekeraar heeft toegezegd te zorgen voor (vóór-)financiering van reïntegratiediensten, zorg er dan voor dat dit is vastgelegd in de mantelovereenkomst en dat dit ook is vastgelegd in werkprotocollen (ofwel: wanneer en hoe betaalt de verzekeraar daadwerkelijk uit?). Regel ook dat de verzekeraar rapporteert over het aantal financieringen. Informeren leden Als alles is geregeld, kunnen de leden worden geïnformeerd over de faciliteiten die via deze nieuwe overeenkomst zijn geregeld. 10 Tijdens de contractperiode 8. Controle nakomen contractafspraken Met name in de beginfase is het belangrijk om te controleren of de contractafspraken worden nagekomen. Het gaat hierbij niet alleen om het reïntegratiecontract, maar ook om het contract met de arbodienst (i.v.m. de doorverwijzing werknemers naar reïntegratiebedrijf) en met de verzekeraar (financiering van trajecten). Om te controleren of de afspraken worden nagekomen, is input van leden zeer belangrijk. Deel daarom in vakbladen of branchebijeenkomsten mee dat leden hun klachten ook kunnen melden bij de brancheorganisatie. Zo wordt de brancheorganisatie voorzien van input. Vraag ook aan leden hoe de klachten opgelost zouden kunnen worden: werkgevers en werknemers kunnen soms heel praktische oplossingen aandragen voor een ogenschijnlijk ingewikkeld probleem. Het is wellicht verstandig om in het eerste jaar eens per kwartaal met arbodienst en reïntegratiebedrijf om de tafel te gaan zitten om knelpunten en oplossingen te bespreken. Zo kunnen problemen direct worden opgepakt. Waak ervoor dat dit overleg geen ‘sociaal-medisch overleg’ wordt: het gaat niet om individuele reïntegratietrajecten, maar om oplossingen in de organisatie en de samenwerking tussen partijen. 9. Beoordelen resultaten Na grofweg een jaar kunnen de eerste resultaten worden beoordeeld. Het gaat hierbij globaal om de volgende punten: Resultaten reïntegratiecontract Beoordeel de rapportages van het reïntegratiebedrijf. Bekijk met name of het reïntegratiebedrijf heeft voldaan aan de plaatsingsresultaten of andere meetbare criteria, die in het contract zijn vastgelegd. Zo nee, waarom niet? Wat zijn verbeterpunten? Klanttevredenheid Als het goed is, heeft de brancheorganisatie in het contract vastgelegd dat er een klanttevredenheidsonderzoek wordt uitgevoerd onder werknemers en werkgevers. Zijn deze tevreden over de dienstverlening? Zo nee, waarom niet? Wat zijn verbeterpunten? Tevredenheid samenwerkingspartijen Evalueer de samenwerking tussen reïntegratiebedrijf, arbodienst, verzekeraar en de brancheorganisatie. Is men tevreden over de samenwerking? Wat zijn verbeterpunten? Effect op branchedoelstellingen arbo- en verzuimbeleid Bekijk of de doelstelling die de brancheorganisatie in stap 1 heeft vastgelegd, is bereikt. Is de doelstelling bereikt dankzij of ondanks de genomen maatregelen? Welke bijdrage heeft het contract met het reïntegratiebedrijf daarin gehad? Zijn er verbeterpunten? Ervaringen andere brancheorganisaties Informeer na verloop van tijd bij andere brancheorganisaties en/of de koepelorganisaties over hun ervaringen en over de resultaten van de inschakeling van een reïntegratiebedrijf. Wat zijn succesfactoren en kunnen die worden gekopieerd naar de werkwijze in de eigen branche? 11 10. (Eventueel) bijsturen en herzien van afspraken Wellicht moeten de contractafspraken worden aangepast. Misschien moeten er andere diensten in het pakket worden opgenomen of moeten de randvoorwaarden (bijvoorbeeld de samenwerking met de arbodienst) worden aangepast. Eén en ander kan leiden tot een contractsherziening óf zelfs een contract met een ander reïntegratiebedrijf. © Projectgroep Aan ’t Werk, 2002 Hoofdbedrijfschap Detailhandel / Hoofdbedrijfschap Ambachten Hoewel aan de samenstelling van deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers geen aansprakelijkheid aanvaarden voor (de gevolgen van) eventuele onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst of het ontbreken van informatie. 12