Model raamovereenkomst tussen brancheorganisatie en reïntegratiebedrijf Partijen: 1. …………………….(naam brancheorganisatie), gevestigd en kantoorhoudende te ……………. en rechtsgeldig vertegenwoordigd door …………………….(naam en functie), hierna ook te noemen opdrachtgever en 2. …………………….(naam reïntegratiebedrijf), gevestigd en kantoorhoudende te ……………. en rechtsgeldig vertegenwoordigd door …………………….(naam en functie), hierna ook te noemen opdrachtnemer in aanmerking nemende dat: - de brancheleden van opdrachtgever op grond van artikel 7:658a van het Burgerlijk Wetboek en op grond van artikel 8 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA) de verplichting hebben te bevorderen dat de werknemers die door ziekte niet in staat zijn de eigen arbeid te verrichten en voor wie in het eigen bedrijf van het branchelid ook geen passend werk beschikbaar is, zo spoedig mogelijk worden ingeschakeld in de arbeid in het bedrijf van een andere werkgever; - opdrachtnemer zich toelegt op de arbeidsinschakeling van personen; - opdrachtgever ten behoeve van zijn brancheleden gebruik wil maken van de diensten van opdrachtnemer; - opdrachtnemer bereid is deze diensten aan de brancheleden van opdrachtgever te leveren; komen het volgende overeen: Artikel 1 Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. branchelid: de werkgever die als lid is aangesloten bij opdrachtgever; b. werknemer: de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met een branchelid en die door dat branchelid wordt voorgedragen voor begeleiding naar en plaatsing in passend werk bij een andere werkgever; Artikel 2 Doel en werkingssfeer 1. Het doel van deze overeenkomst is dat werknemers die werkzaam zijn in de …………………….(naam branche) en voor wie bij de eigen werkgever geen passend werk beschikbaar is, zo spoedig mogelijk bij een andere werkgever worden geplaatst met behulp van de diensten van opdrachtnemer. 2. Opdrachtgever wil ten behoeve van haar brancheleden afspraken maken over de kwaliteit, resultaten en tarieven van de diensten van opdrachtnemer. Deze overeenkomst bevat de voorwaarden waaronder een branchelid gebruik kan maken van de diensten van opdrachtnemer. 3. Het staat een branchelid vrij om wel of niet gebruik te maken van de diensten van opdrachtnemer onder gebruikmaking van deze overeenkomst. Ook heeft een branchelid de mogelijkheid afwijkende afspraken te maken met opdrachtnemer. 4. Het afsluiten van deze overeenkomst ontneemt opdrachtgever en een branchelid niet de mogelijkheid om ook met andere opdrachtnemers vergelijkbare overeenkomsten af te sluiten. 1 Artikel 3 Uit te voeren diensten In bijlage 1 van deze overeenkomst is een overzicht opgenomen van de diensten die een branchelid bij opdrachtnemer kan afnemen. De diensten worden geleverd op een wijze zoals omschreven in de bijlage. De bijlage bevat ook een werkprotocol en een overzicht van de tarieven. Artikel 4 Artikel 5 Afspraken tussen branchelid en opdrachtnemer 1. Zodra een branchelid daartoe een verzoek indient, zal opdrachtnemer aan dat branchelid voor elke te reïntegreren werknemer afzonderlijk offerte uitbrengen ten aanzien van het verlenen van een of meer diensten met inachtneming van de afspraken die bij deze overeenkomst zijn gemaakt. 2. Acceptatie van de offerte door het branchelid betekent dat er tussen opdrachtnemer en het branchelid een overeenkomst tot stand is gekomen en zij tegenover elkaar tot nakoming verplicht zijn. 3. Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn tegenover elkaar niet aansprakelijk voor de gevolgen van het niet of niet voldoende nakomen van de overeenkomst tussen opdrachtnemer en branchelid. Resultaten 1. Opdrachtnemer garandeert dat zowel ten aanzien van de doorlooptijden als ten aanzien van de plaatsingen tenminste de resultaten worden behaald die staan omschreven in bijlage 2 2. De verschuldigde betaling is mede afhankelijk van de resultaten en staat aangeven in bijlage 2. (facultatief) 3. Bij plaatsing in de …………………….(naam branche) binnen de daartoe gestelde termijn ontvangt opdrachtnemer een bonus ter hoogte van het bedrag zoals aangeven in bijlage 2, te betalen door opdrachtgever. Artikel 6 Artikel 7 Informatieverstrekking en contactpersonen 1. Opdrachtnemer brengt eenmaal per kwartaal binnen een maand na afloop van het kwartaal aan opdrachtgever verslag uit aan de hand van het informatieprotocol dat is opgenomen in bijlage 3. 2. Opdrachtnemer houdt tenminste eenmaal per jaar een klanttevredenheidsonderzoek onder werkgevers en werknemers. Opdrachtnemer brengt hierover aan opdrachtgever schriftelijk rapport uit. 3. Opdrachtnemer zal het feit dat hij aan opdrachtgever diensten levert niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van opdrachtgever gebruiken voor promotionele doeleinden. 4. Eenmaal per kwartaal vindt tussen opdrachtgever en opdrachtnemer overleg plaats op strategisch niveau. Als vaste contactpersonen zullen hierbij fungeren: a. voor opdrachtgever: …………… (functies en namen personen). b. voor opdrachtnemer: ……………. (functies en namen personen). Geheimhouding, privacy- en klachtenreglement en andere wettelijke voorschriften 2 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 1. Opdrachtnemer behandelt alle informatie over het branchelid en over de werknemer die wordt verkregen in verband met de te verlenen diensten vertrouwelijk en draagt er zorg voor dat deze informatie niet aan anderen bekend wordt. 2. Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat deze geheimhoudingsverplichting door zijn personeel en door de bij het verrichten van de diensten ingeschakelde derden worden nageleefd. 3. Opdrachtnemer is ermee bekend dat de door een branchelid verstrekte gegevens over de werknemer persoonsgegevens zijn die moeten worden behandeld met inachtneming van hetgeen is bepaald in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI). 4. Opdrachtnemer beschikt over een privacyreglement waarin het bepaalde in de vorige leden is uitgewerkt. Een exemplaar van dit reglement wordt uitgereikt aan het branchelid en aan de werknemer. 5. Opdrachtnemer beschikt over een klachten- en geschillenreglement, dat tenminste voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in bijlage 4. Een exemplaar van dit reglement wordt uitgereikt aan het branchelid en aan de werknemer. 6. Opdrachtnemer is ervan op de hoogte dat door wet- en regelgeving in verband met de subsidieverlening ook overigens eisen worden gesteld aan de inhoud van de overeenkomst tussen werkgevers en reïntegratiebedrijven. Opdrachtnemer verklaart aan deze eisen te voldoen. Uitbesteding aan en samenwerking met derden 1. Opdrachtnemer is gerechtigd de te verrichten diensten geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan derden, mits opdrachtnemer schriftelijk met die derde overeenkomt dat die derde gebonden is aan de bepalingen uit deze overeenkomst. 2. Uitbesteding vindt plaats onder behoud van verantwoordelijkheid van opdrachtnemer en leidt niet tot een wijziging van de afspraken van deze overeenkomst. Prijs en facturering 1. Op de standaardtarieven zoals vermeld bij de diensten in bijlage 1 verleent opdrachtnemer aan het branchelid een korting van …. %. 2. Facturering door opdrachtnemer aan het branchelid vindt plaats binnen een maand na beëindiging van de verleende dienst. Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat de facturen gespecificeerd zijn naar de gerealiseerde diensten en activiteiten met naam en sofi-nummer van de werknemer. 3. Voor de diensten waarvan het tarief afhankelijk is gesteld van het resultaat vindt facturering, in afwijking van het vorige lid, pas plaats nadat het resultaat is bereikt en daarvan schriftelijk bewijs is overlegd. 4. Betaling geschiedt binnen een maand na ontvangst van de factuur. Tussentijdse beëindiging, herziening en geschillen 1. Deze overeenkomst eindigt met onmiddellijke ingang, indien: 3 a. b. c. Artikel 11 Artikel 12 een der partijen surséance van betaling wordt verleend of in staat van faillissement wordt verklaard; een der partijen een beroep op overmacht doet en de overmachtsperiode langer dan drie maanden heeft geduurd of zodra vaststaat dat deze langer dan drie maanden zal duren; onder overmacht wordt in elk geval niet verstaan een tekort aan personeel; een der partijen ophoudt te bestaan. 2. Deze overeenkomst wordt geheel of gedeeltelijk herzien, indien wijzigingen in wet- en regelgeving of in afspraken op CAO-niveau dit noodzakelijk maken. 3. In geval van ernstige tekortkoming door één der partijen in de nakoming van de verplichtingen uit deze overeenkomst en de overeenkomst tussen opdrachtnemer en een branchelid, heeft de andere partij het recht de overeenkomst zonder ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst geheel of gedeeltelijk te beëindigen. Looptijd overeenkomst 1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003 en eindigt van rechtswege op 31 december 2003 zonder dat daartoe opzegging is vereist. 2. Bij de beëindiging van deze overeenkomst onder toepassing van het vorige lid worden diensten die op dat tijdstip op grond van de overeenkomst tussen opdrachtnemer en een branchelid al zijn aangevangen, voortgezet onder ongewijzigde voorwaarden. Hierbij wordt ook de informatieverstrekking op de in artikel 6, lid 1 voorgeschreven wijze voortgezet. Toepasselijk recht 1. Op deze overeenkomst en de daaruit voortvloeiende opdrachten is Nederlands recht van toepassing. 2. Op deze overeenkomst en de daaruit voortvloeiende opdrachten zijn de door opdrachtnemer te hanteren algemene voorwaarden niet van toepassing. Bijlagen: 1. 2. 3. 4. a. Omschrijving diensten b. Werkprotocol c. Tarieven Resultaten en gevolgen voor de te betalen prijs Protocol informatieverstrekking Vereisten voor klachtenreglement Aldus in tweevoud ondertekend: Plaats Datum Ondertekening door beide partijen 4 Bijlage 2 Model Raamovereenkomst brancheorganisatie 1. Definities In deze bijlage wordt verstaan onder: a. intake en diagnose: de dienst te verlenen door opdrachtnemer zoals omschreven in bijlage 1 van de overeenkomst b. reïntegratieplan: het plan zoals omschreven in bijlage 1 van de overeenkomst c. bemiddeling: de geïntensiveerde dienstverlening gericht op plaatsing van de werknemer; d. plaatsing of geplaatst: de werknemer heeft gewerkt in een passende functie in een dienstbetrekking bij een andere werkgever in een aaneengesloten periode van tenminste 26 weken; e. termijn van plaatsing: de termijn gelegen tussen de start van de bemiddeling en het moment van de feitelijke werkhervatting; f. uitval: ten aanzien van de aangemelde werknemer wordt geen advies gegeven. 2. Garanties resultaten Opdrachtnemer garandeert dat bij de dienstverlening tenminste de volgende resultaten worden behaald: a. Bij de intake en diagnose wordt tenminste … % van de adviezen afgegeven binnen een termijn van …. weken. b. Bij het opstellen van het reïntegratieplan wordt tenminste … % van de adviezen afgegeven binnen een termijn van …. weken. c. Bij maximaal …. % van de voor intake en diagnose aangemelde werknemers vindt uitval plaats. d. Bij maximaal …. % van de voor een reïntegratieplan aangemelde werknemers vindt uitval plaats. e. Tenminste …. % van de werknemers van wie de uitvoering van het reïntegratieplan wordt gestart, wordt geplaatst in een passende functie. f. Tenminste …. % van de werknemers bedoeld in sub e wordt geplaatst binnen een periode van drie maanden na de start van de bemiddeling. g. Tenminste …. % van de werknemers bedoeld in sub e wordt geplaatst binnen een periode van zes maanden na de start van de bemiddeling. 3. Wanneer betaling afhankelijk van resultaten: a. Voor de diagnostische en aanbodversterkende diensten geldt dat de hoogte van de betaling onafhankelijk is van het behaalde resultaat. Het betreft hier de volgende diensten: - advies na intake en diagnose - opstellen reïntegratieplan - sollicitatietraining - onderzoek en advies beroepskeuze - enz… b. Voor de diensten die onderdeel uitmaken van de bemiddeling geldt dat de hoogte van de betaling afhankelijk van het behaalde resultaat. Het betreft hier de volgende diensten: -… -… 5 c. Het tarief voor de diensten vermeld onder 3b wordt vastgesteld aan de hand van het volgende schema: Termijn van plaatsing te betalen tarief Plaatsing binnen 3 maanden standaardtarief – korting + 50% Plaatsing binnen 3-6 maanden standaardtarief – korting + 25% Plaatsing binnen 6-9 maanden standaardtarief – korting Plaatsing binnen 9-12 maanden standaardtarief – korting - 10% Plaatsing binnen 12-18 maanden standaardtarief – korting - 25% Geen plaatsing standaardtarief – korting - 50% (facultatief en alleen behorend bij model A) 4. Uitbetaling bonus (artikel 5, lid 3 overeenkomst) Indien een werknemer wordt geplaatst in ……………. (naam branche-organisatie) binnen een termijn van ……. maanden is opdrachtgever aan opdrachtnemer een bonus verschuldigd ad € ……. 6 Bijlage 3 Model Raamovereenkomst brancheorganisatie Protocol informatieverstrekking 1e 2e 3e 4e kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal totaal 1. Intake en diagnose a. aangemeld b. advies afgegeven c. advies afgegeven binnen termijn d. geen advies afgegeven 2. Reïntegratieplan a. aangemeld b. plan opgesteld c. plan opgesteld binnen termijn d. geen plan opgesteld 3. Plaatsing te rekenen vanaf moment start bemiddeling a. < 3 mnd b. 3 – 6 mnd c. 6 – 9 mnd d. 9 – 12 mnd e. > 12 mnd 4. Klachten a. ingediend b niet ontvankelijk c. ongegrond d. gegrond 5. Cumulatieven plaatsing vanaf aanvang raamovereenkomst a. totaal aantal reïntegratieplannen opgesteld b. waarvan totaal geplaatst c. totaal geplaatst < 3 mnd d. totaal geplaatst 3-6 mnd e. totaal geplaatst 6-9 mnd f. totaal geplaatst 9-12 mnd g totaal geplaatst > 12 mnd h. totaal geplaatst in branche …….. 7 Bijlage 4 Model Raamovereenkomst brancheorganisatie Eisen minimaal te stellen aan klachten- en geschillenreglement 1. De klacht kan zowel schriftelijk als mondeling bij het reïntegratiebedrijf worden ingediend. De klacht kan zowel betrekking hebben op het eigen personeel van het reïntegratiebedrijf als op de gedragingen en/of uitlatingen die gedaan zijn door derden die in opdracht van het reïntegratiebedrijf werkzaamheden hebben verricht. 2. De klager ontvangt een schriftelijke bevestiging van de ingediende klacht. In deze bevestiging is minimaal opgenomen de datum waarop de gedragingen en/of uitlatingen waarop de klacht betrekking heeft, hebben plaatsgevonden alsmede een korte omschrijving van de feiten waarop de klacht betrekking heeft. 3. Van het niet in behandeling nemen van een klacht wordt de klager binnen een termijn van vier weken na ontvangst van de klacht schriftelijk in kennis gesteld. 4. De behandeling van de klacht geschiedt door een persoon die niet betrokken is geweest bij de gedragingen en/of uitlatingen waarop de klacht betrekking heeft. 5. Zowel de klager als degene op wie de klacht betrekking heeft worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden. In beide gevallen dient er hiervan een schriftelijk verslag te worden gemaakt. Dit verslag wordt zowel aan de klager als aan degene op wie de klacht betrekking heeft toegezonden. 6. De klacht wordt afgehandeld binnen een periode van zes weken na indiening van de klacht. 7. De klager wordt schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele maatregelen die naar aanleiding van de bevindingen ondernomen zijn of zullen worden. 8. Het reïntegratiebedrijf draagt zorg voor een registratie van het aantal ingediende klachten, de aard van de klachten en van de naar aanleiding van de klachten genomen maatregelen. Deze registratie dient eens per kwartaal aan de opdrachtgever te worden gezonden. 8 Toelichting op reïntegratiebedrijf model raamovereenkomst tussen brancheorganisatie en I. Algemene Toelichting Als een zieke werknemer niet meer kan werken bij zijn werkgever, moet de werkgever ervoor zorgen dat die werknemer bij een andere werkgever aan het werk komt. Dat moet met hulp van een reïntegratiebedrijf. Dit zijn de nieuwe regels vanaf 1 januari 2003. De kosten die het reïntegratiebedrijf bij de werkgever in rekening brengt komen op grond van de Wet op de (re)ïntegratie arbeidsgehandicapten (de Wet REA) voor subsidie in aanmerking. Een van de voorwaarden voor subsidie is dat er een schriftelijke overeenkomst moet zijn tussen de werkgever en het reïntegratiebedrijf. En in die overeenkomst moeten weer bepaalde afspraken zijn vastgelegd. Deze (model)overeenkomst voldoet aan die wettelijke vereisten. Deze vereisten zijn opgenomen in de artikelen 4.3 en 4.4. van het besluit SUWI. Daarnaast bevat de overeenkomst afspraken die zijn gericht op een effectieve dienstverlening. Het einddoel – zo spoedig mogelijk reïntegreren in passend werk – staat voorop. En door collectieve inkoop kan dit tegen een gunstige prijs. De overeenkomst kan worden gebruikt door brancheorganisaties die een raamovereenkomst willen afsluiten voor hun leden. In de overeenkomst is veel aandacht geschonken aan de kwaliteit van de dienstverlening. Sommige afspraken zijn direct gericht op het veiligstellen van de kwaliteit. Het beoordelen van de kwaliteit zou ook kunnen plaatsvinden aan de hand van keurmerken. Maar de ontwikkeling van die keurmerken staat nu nog in de kinderschoenen. Het keurmerk van Borea, de Brancheorganisatie voor Reïntegratiebedrijven, zal op zijn vroegst eind 2002 kunnen worden uitgereikt. Het keurmerk van Arcon wordt pas in het najaar 2002 gepresenteerd. In de toekomst zou echter in de overeenkomst kunnen worden opgenomen dat het reïntegratiebedrijf een bepaald keurmerk heeft verkregen. Veel afspraken zijn niet opgenomen in de overeenkomst zelf maar in de bijlagen. Dat maakt juridisch geen verschil. De inhoud van de bijlagen maakt ook deel uit van de afspraken. De keuze voor het werken met bijlagen is gedaan om praktische redenen en vanwege de overzichtelijkheid. Zo is bijlage 1 van de overeenkomst bijvoorbeeld bestemd voor een overzicht van de verschillende diensten die het reïntegratiebedrijf kan verlenen. Veel reïntegratiebedrijven hebben documenten waarin die diensten worden gespecificeerd. Die documenten kunnen dan, nadat over de inhoud overeenstemming is bereikt, in bijlage 1 worden opgenomen. De inhoud van de meeste artikelen spreekt voor zich. Op enkele artikelen volgt een verdere toelichting. Sommige afspraken in de overeenkomst zijn alleen maar voorbeeldafspraken. Partijen kunnen dan ook een andere keuze maken. In de toelichting op de die artikelen wordt op de alternatieve mogelijkheden gewezen. II. Toelichting op de artikelen Artikel 1 In bijlage 2 vindt u nog meer definities opgenomen die voor de overeenkomst van belang zijn Artikel 2 Er kunnen tegelijkertijd met meerdere reïntegratiebedrijven raamovereenkomsten worden afgesloten. Dit kan van belang zijn met het oog op de specialisatie van bepaalde reïntegratiebedrijven. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die zich richten op reïntegratie van werknemers met specifieke problemen, zoals rugklachten of psychische klachten. 9 Artikel 3 Het is gebruikelijk dat reïntegratiebedrijven hun diensten en producten nauwkeurig omschrijven in standaarddocumenten. Veel reïntegratiebedrijven werken naast afzonderlijke productomschrijvingen met een werkprotocol of met een Service Level Agreements (SLA) en met aparte tarievenlijsten. De systematiek van deze modelovereenkomst is dat vanuit een oogpunt van efficiëncy gebruik wordt gemaakt van die documenten door ze in de bijlage op te nemen. In die bijlage kan dan worden teruggevonden welke activiteiten onder een dienst worden begrepen, binnen welke termijn de dienst wordt verleend (de doorlooptijden), welke werkwijze wordt gevolgd, op welke momenten op persoonsniveau terugrapportage en overleg plaatsvindt, wanneer accordering nodig is en welke standaardtarieven het uitgangspunt zijn. Uiteraard kan de brancheorganisatie vooraf onderhandelen over dit dienstenpakket. Mogelijk kunnen bepaalde diensten meer worden toegesneden op de eigen branche en kan er meer maatwerk worden geleverd. Ook kan het dienstenpakket kritisch worden bekeken. Hierbij is het van belang bijvoorbeeld te letten op de volgende aspecten: De diensten: - Is de omschrijving van de diensten helder en niet voor meerdere uitleg vatbaar? - Zijn de doorlooptijden steeds nauwkeurig gedefinieerd? - Maakt de subsidieaanvraag voor de Wet REA deel uit van het dienstenpakket? De meeste reïntegratiebedrijven bieden deze dienst aan. De werkgever moet daarbij het reïntegratiebedrijf wel machtigen om de subsidies aan te vragen. De informatieverstrekking: - Wanneer wordt aan de werkgever (periodiek) verantwoording afgelegd en (periodiek) informatie verstrekt over de voortgang? - Op welke wijze gebeurt dit? Wordt dit ook schriftelijk vastgelegd? - Welke functionaris is de coördinator van het hele proces namens de werkgever? - Welke functionaris is aanspreekpunt voor de werknemer? - Hoe en wanneer wordt de werknemer op de rechten en plichten gewezen? De tarieven: - Zijn de tarieven inclusief voor alle werkzaamheden of komen er nog afzonderlijke facturen voor allerlei andere bijkomende werkzaamheden (administratiekosten, reistijden, reiskosten bijvoorbeeld) Artikel 4 De systematiek van de overeenkomst is dat de brancheorganisatie voor de leden de voorwaarden heeft bedongen. Het branchelid is pas gebonden aan de afspraken, als deze de offerte heeft ondertekend. Artikel 5 Dit model kent een ‘no cure less pay’-constructie. Betaling is mede afhankelijk van de (eind)resultaten. Doel is reïntegratie op zo kort mogelijke termijn. Hoe eerder de plaatsing, hoe hoger de betaling aan het reïntegratiebedrijf. Tegenover die hogere rekening staat voor de werkgever een extra besparing op loonkosten. Bovendien is bij plaatsing de subsidieverlening veiliggesteld. Het ligt voor de hand bepaalde diensten uit te zonderen van ‘no cure less pay’, met name de diagnostische en aanbodversterkende diensten zoals de intake en het opstellen van het reïntegratieadvies. In bijlage 2 is deze gedachte verder uitgewerkt en geconcretiseerd. ‘No cure less pay’ brengt het risico van afroming met zich mee. Dat wil zeggen dat het reïntegratiebedrijf zich vooral richt op de gemakkelijk en snel te plaatsen werknemers, omdat hier met naar verhouding minder moeite het meeste aan te verdienen valt. Dit effect valt niet helemaal te 10 vermijden en is inherent aan het gekozen systeem. Maar via andere aanvullende afspraken over met name het uitvalpercentage kan hier wel tegenwicht worden geboden. Zo kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat minimaal 95% van de aangemelde werknemers in traject wordt genomen. Hiermee kan worden voorkomen dat het reïntegratiebedrijf al in de beginfase erop zou aansturen dat moeilijk plaatsbare werknemers uitvallen. In bijlage 2 onder punt 2 zijn daarom aanvullende afspraken opgenomen die gericht zijn op het voorkomen van afroming. Lid 3 is facultatief. Desgewenst kan een brancheorganisatie een bonus toekennen bij plaatsing binnen de eigen branche. Artikel 6 In bijlage 3 is aangegeven om welke informatie het gaat. Het gaat hier om informatie op strategisch niveau waarmee kan worden getoetst of de afgesproken doelen worden gehaald. Deze informatie moet worden onderscheiden van de informatie op persoonsniveau. Afspraken op persoonsniveau vallen onder de reikwijdte van artikel 3 en bijlage 1. Voor een toelichting op het informatieprotocol wordt hier verder verwezen naar de toelichting op bijlage 3. Over het klanttevredenheidsonderzoek kunnen desgewenst nog verdere afspraken worden gemaakt. Zo kan het onderzoek zich vooral of uitsluitend richten op de brancheleden. Ook kan desgewenst nader worden afgesproken dat met de brancheorganisatie vooraf overleg wordt gevoerd over de te stellen vragen. Beseft moet wel worden dat dit bepaalde extra kosten met zich mee zal brengen. Veel reïntegratiebedrijven laten al een klanttevredenheidsonderzoek uitvoeren. Het wel of niet laten uitvoeren van een dergelijk onderzoek door een onafhankelijk bureau is ook een van de vereisten voor het Borea-keurmerk. Artikel 7 Deze voorschriften zijn wettelijk verplicht en maken ook onderdeel uit van de subsidievoorwaarden op grond van de Wet REA. Zo staat er onder andere in het Besluit SUWI dat een privacyreglement en een klachten- en geschillenregeling moet worden overlegd aan de te reïntegreren persoon en de werkgever. Artikel 8 Inschakeling door een derde kan effectief en zelfs gewenst zijn, met name als het reïntegratiebedrijf niet beschikt over de deskundigheid die in een bepaalde situatie vereist is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan specialistische werkzaamheden zoals een beroepskeuze-onderzoek en een psychologische test. De subsidievoorwaarden schrijven voor, dat het reïntegratiebedrijf een schriftelijke overeenkomst afsluit met de betreffende derde over de uitbesteding. In die overeenkomst moet worden veilig gesteld dat ook die derde zich houdt aan de voorgeschreven verplichtingen (artikel 4.3, lid 1, sub 7 besluit SUWI). Artikel 9 De korting voor de brancheleden is gebaseerd op de schaalvoordelen voor het reïntegratiebedrijf door de collectieve inkoop waardoor er uitzicht komt op een bepaalde omzet. Artikel 10 Bij een beroep op artikel 10, lid 3 verdient het aanbeveling dit te doen bij aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploit. Artikel 11 In de overeenkomst staat een looptijd van een jaar. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de looptijd van de overeenkomst en de periode die nodig is om de prestaties te evalueren. Een jaar kan een te korte periode zijn om de resultaten goed te kunnen beoordelen. Bij de keuze voor de looptijd 11 van een jaar kan uiteraard, afhankelijk van de voorlopige ervaringen, de overeenkomst ook weer met een jaar worden verlengd. Toelichting op de bijlagen Bijlage 1 De inhoud van deze bijlage wordt aangeleverd door het reïntegratiebedrijf, nadat de brancheorganisatie met deze inhoud akkoord is gegaan. De opzet van deze bijlage is afhankelijk van de productomschrijving van het reïntegratiebedrijf. In deze modelovereenkomst is bij wijze van voorbeeld gekozen voor 3 subbijlagen (1a, 1b en 1c). Zie verder de toelichting onder artikel 3. Bijlage 2 In de toelichting op artikel 5 is al gezegd dat het hier gaat om een ‘no cure less pay’-constructie, waarbij de betaling mede afhankelijk is gesteld van de eindresultaten. Bij punt 1 zijn de begrippen onder 1a en 1b voorbeelden die verwijzen naar diensten in bijlage 1. Deze begrippen moeten identiek zijn aan de terminologie die is gebruikt in bijlage 1. Wordt er bijvoorbeeld in bijlage 1 over een “trajectplan” gesproken in plaats van een “reïntegratieplan”, dan moet er dus in bijlage 2 een definitie van “trajectplan” staan. In deze voorbeeldbijlage zijn onder punt 2 geen percentages en streefgetallen ingevuld. Hierover moeten brancheorganisatie en reïntegratiebedrijf nadere afspraken met elkaar maken. Uiteraard zijn hier vele keuzemogelijkheden. Er zijn nog weinig ervaringsgegevens bekend over welke percentages reëel en haalbaar zijn. Wel beschikt het UWV over cijfers over gemiddelde prestaties. Verder werkt Borea bij de toewijzing van het keurmerk met een aantal standaardpercentages. Naar aanleiding hiervan zou als uitgangspunt kunnen gelden dat bij 2a en 2b tenminste 80% van de adviezen wordt afgegeven binnen de eerder afgesproken periode. Die periode dient ook vermeld dient te staan in bijlage 1 bij de betreffende dienst. De punten 2c en 2d gaan over het uitvalpercentage. Dit zou maximaal 5% mogen zijn. Hiermee kan worden bereikt dat de wat moeilijk plaatsbare werknemers niet te snel aan de kant worden geschoven. Bij punt 2e zou tenminste 50% het uitgangspunt moeten zijn. Dit laatste percentage kan ook per branche variëren, al naar gelang de inschatting of zieke werknemers wel of niet moeilijk te reïntegreren zijn. Indien een vaste prijs voor een traject wordt overeengekomen dan bestaat de mogelijkheid verschillende varianten toe te passen afhankelijk van de te reïntegreren medewerker. In voornoemde geval kunnen garanties worden vastgelegd ten aanzien van de onderdelen die van toepassing zijn. Onder punt 3 van deze bijlage staat wat de (financiële) gevolgen zijn van het tijdig of niet tijdig leveren van de prestaties. Ook hier geldt weer dat er verschillende keuzes kunnen worden gemaakt. Ter illustratie zijn onder 3c de percentages wel met een voorbeeld ingevuld. Bij de onder 3b genoemde diensten wordt de hoogte van de prestatie direct vertaald in het te betalen tarief. Dat geldt niet voor de diensten genoemd onder 3a. Het gaat daar om de diagnostische en aanbodversterkende diensten. Als het afgesproken percentage bij die laatste diensten niet wordt gehaald, heeft dat in deze modelovereenkomst geen automatische consequenties. Een tegenvallende prestatie kan echter wel tot onderwerp van gesprek worden gemaakt en gevolgen hebben voor het verlengen van de overeenkomst. De termijn van plaatsing dient te worden gemeten vanaf het moment dat de feitelijke bemiddeling is gestart. Aanbodversterkende activiteiten zoals omscholing waarbij de bemiddeling wordt opgeschort blijven daardoor buiten beschouwing. Het reïntegratiebedrijf zou anders in verband met de opgeschoven plaatsingstermijn een lagere vergoeding ontvangen, terwijl dit het reïntegratiebedrijf niet is aan te rekenen. In dit verband kan ook een rol spelen dat subsidies afhankelijk kunnen zijn van het wel of niet afronden van een scholing. Afstemming met het UWV is hier dus van belang, ook al omdat 12 het volgen van onderwijs een belemmering kan zijn voor het recht op een eventuele WW-uitkering vanwege het niet beschikbaar zijn. In de toelichting op artikel 5 werd al gewezen op het nadeel van de ‘no cure less pay’-constructie, namelijk het risico van afroming. Met behulp van aanvullende afspraken over met name het uitvalpercentage kunnen dit nadeel worden tegengegaan. De afspraken onder punt 2c en 2d zijn dan ook een belangrijk sturingsmechanisme. Zie verder hierover de toelichting ook onder artikel 5. Het is uiteraard mogelijk voor een andere constructie te kiezen. Zo is denkbaar dat bij plaatsing, ongeacht de termijn altijd een bonus wordt toegekend. Maar er kan ook voor het tegenovergestelde worden gekozen, waarbij ingeval er geen plaatsing wordt gerealiseerd er in het geheel geen betaling plaatsvindt (‘no cure no pay’). Bijlage 3 Het gaat hier om geanonimiseerde statistische informatie, waarbij per kwartaal de ontwikkelingen kunnen worden gevolgd. Alleen bij kolom 5 (Cumulatieven plaatsing) gaat het niet om cijfers per kwartaal maar telkens om één totaalcijfer. In het overzicht is alleen ruimte gemaakt voor informatie die nodig is om te beoordelen of de bij de overeenkomst afgesproken doelen worden gehaald. Het uitvalpercentage wordt zichtbaar onder 1d en 2d. Dit correspondeert met de doelen die in bijlage 2 staan onder respectievelijk 2c en 2d. Het plaatsingspercentage komt tot uiting onder 5. Deze gegevens corresponderen mer de doelen in bijlage 2 onder 2e, 2f en 2g. Het reïntegratiebedrijf dient de gevraagde cijfers per kwartaal aan te leveren. Maar pas na langere tijd - bijvoorbeeld na zo’n anderhalf tot twee jaar - zal er een reëel beeld ontstaan van de resultaten vanwege de looptijden van de reïntegratietrajecten. Afhankelijk van de wensen binnen een branche kan nog meer periodieke informatie worden opgevraagd bij het reïntegratiebedrijf, zoals: - hoeveel en welke diensten zijn er per kwartaal nieuw gestart - hoeveel en welke diensten lopen er op dit moment - uit welke soorten functies komen de werknemers die arbeidsongeschikt zijn geworden; - in welke soorten functies de werknemers worden geplaatst; - gegevens over de gerealiseerde dienstverbanden: de omvang in uren en de duur; - het opleidingsniveau, het geslacht en de leeftijd van de voor plaatsing voorgedragen werknemers. Mede vanwege de extra kosten die verbonden zijn aan het verzamelen van de informatie, dient van te voren wel goed te worden overwogen in hoeverre deze extra informatie gewenst is. Bijlage 4 De tekst van deze eisen is grotendeels ontleend aan de richtlijnen die het UWV hanteert bij de contractering van reïntegratiebedrijven. 13