Uitgangspunten en ervaringen bij de toepassing van de Halftime-systematiek SBRCURnet: Leo Nieuwenhuizen, Geert-Jan Verkade Versie 10 maart 2014 De ervaringen opgetekend tijden de Halftime tribune bijeenkomsten in 2012 en 2013 zijn gerangschikt onder de volgende items: - Keuze van een project Organisatie van de opdrachtgever Omgevingsmanagement Contractmanagement, financiën en planning Ervaringen m.b.t. de realisatie (van uit de opdrachtnemer) De stadsingenieur Keuze project 1. Kies voor routinematige, niet te complexe projecten, waarbij het repetitie-element een rol speelt. 2. Kies voor een doorlooptijd (bij traditioneel werken) kleiner dan zes maanden. 3. Kies voor een project in een omgeving waar burgers wonen of bedrijven zijn gevestigd. Hierdoor is het effect van minder hinder of kortere bereikbaarheid het meest zichtbaar. 4. Het is van belang dat “de bestuurders” tijdens de voorbereiding en uitvoering niet terugkomen op eenmaal genomen besluiten. 5. Beperk het project niet! Uitgangspunt is het hele projectgebied in plaats van alleen het tracé of de bouwplaats. 6. Indien mogelijk maak een bundeling van projecten die bij de uitvoering elkaar beïnvloeden en zet deze tegelijk op de markt. Organisatie Opdrachtgever 101 In de opdracht gevende organisatie moet een consensus bestaan over de Halftime aanpak, de organisatie moet dit “uitstralen”. 102 De betrokken projectleider moet met voldoende mandaat kunnen opereren. 103 De keuze van de projectleider vanuit de opdrachtgevende organisatie moet gebaseerd zijn op de navolgende competenties en uitgangspunten: - Voldoende ervaring; 1 - Wil innovatief opereren; Heeft “samenwerking” hoog in het vaandel staan; Onderschrijft de aanpak volgens de Halftime systematiek. 104 Overweeg het inkoopproces (van materialen) privaat te organiseren. Hiermee wordt bereikt dat de verantwoordelijkheid voor tijdige levering bij de opdrachtnemer ligt. 105 Leg zoveel als mogelijk is de verantwoordelijkheid voor dit toe te passen uitvoeringstechniek bij de opdrachtnemer. 106 Zorg er voor dat het ontwerpteam bij de opdrachtgever in stand blijft, zodat een adequaat mechanisme blijft bestaan voor het beantwoorden van vragen en het melden van knelpunten. 107 Zorg binnen de opdracht gevende organisatie de fase planvorming, ontwerp, uitvoering en beheer gekoppeld zijn zodat de continuïteit van de voortgang wordt gewaarborgd. 108 Kies, indien mogelijk, voor een zeer korte doorlooptijd die weliswaar gepaard kan gaan met extra hinder en volledige afsluiting van het projectgebied, maar die wordt geaccepteerd door de omgeving indien hierover tijdig en helder wordt gecommuniceerd. 109 Eventuele (extra) kosten door versnelling in de tijd van het project moeten vooraf zijn gecalculeerd, tevens moeten deze worden gelimiteerd. 110 Breng de risico’s bij ontwerp en uitvoering vooraf in beeld. Kwantificeer de risico’s in termen van kosten en tijdsplanning. 111 Leg de competenties vast die worden geëist van de betrokken medewerkers van de opdrachtnemers. 112 (zie 410) Omgevingsmanagement 201 Het is van groot belang dat relevante partijen, zoals burgers, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, enz. tijdig worden betrokken bij de voorbereiding en bij de uitvoering van het project. Zorg voor een optimaal contact met de omgeving. 202 Communiceer tijdig en helder over (voorgang van) het project. Geef veen goede uitleg waarom voor een bepaalde projectaanpak is gekozen. Dit geldt zowel voor de voorbereidings- als de uitvoeringsfase van het project. 203 Knip in de communicatie de verschillende onderdelen wanneer deze niet gelijk tijdig worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld asfaltering versus groenvoorzieningen. Mogelijk verschillende uitvoerende partij en periode waarin het wordt uitgevoerd en de bijbehorende overlast. 2 204 Zorg er voor dat de “omgeving” ervaart dat voortgang geboekt wordt. 205 Zorg er voor dat bij de uitvoering van het werk/project klachten uit de omgeving worden geregistreerd en dat er adequaat op wordt gereageerd. Contractmanagement, financiering en planning 301 De bij de project betrokken partijen (opdrachtgevers, opdrachtnemers, leveranciers, enz.) maken voor aanvang duidelijke afspraken over budget, planning en verantwoordelijkheden. Ook de risicoverdeling is hier onderdeel van. 302 Het is van belang dat het genoemde bij 301 in een zo vroeg mogelijke stadium start, zodat de expertise van alle partijen kan worden ingebracht. Prikkel de markt! 303 Het is van belang voordat het project aan de markt wordt aangeboden deze te informeren en te consulteren. Maak een analyse van potentiele opdrachtnemers. 304 Toets de competenties van de betrokkende relevante medewerkers van de opdrachtnemer(s) aan de opgestelde eisen (zie 20a). 305 Een langdurige goede relatie (mits aangetoond) met de opdrachtnemer heeft grote voordelen. Wederzijdse opgedane expertise blijft behouden en kan worden ingezet bij volgende projecten. Mantel contracten faciliteren dit. 306 Rond de projectvoorbereiding (ontwerp, engineering) goed af, laat de opdrachtnemer dan pas beginnen. Dit bied de meeste garanties voor een uitvoering binnen de gestelde tijd. 307 Reserveer tijd voor voorbereiding samen met uitvoerende partij. Beter latere start van werkzaamheden en korte uitvoering dan snelle start en late oplevering. Opleverdatum is veelal betere optie dan startdatum. 308 Bespreek bij het in kaart brengen van de risico’s deze ook met de opdrachtnemer(s). Met name zijn dit: - Obstakels in de ondergrond; Plannen en planning van nutsbedrijven; De milieueffecten; Vergunningen, wetgeving, monumenten, archeologie, enz.; Politieke randvoorwaarden. 309 zie 411 310 Draag er zorg voor dat flexibel kan worden ingespeeld op de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe of andere contractvormen. 3 311 Draag zorg voor actuele kennis van wet- en regelgeving. 312 Waardeer in financiële zin oplossingen bij de uitvoering, welke leiden tot minder verkeershinder en minder overlast voor burgers en bedrijfsleven. 313 Regel in contract niet alles in detail waardoor creatieve oplossingen die de doorlooptijd kunnen versnellen een kans krijgen. Dit geldt ook voor oplossingen die leiden tot minder overlast van burger en bedrijfsleven. 314 Zorg als opdrachtgever, bij de uitvraag, voor transparante gunningscriteria. 315 Bonus bij het nakomen van prestaties: betalingen binnen 14 dagen! Voorkomt problemen bij voorfinanciering bij opdrachtnemer. Ervaringen m.b.t. de realisatie (vanuit de opdrachtnemer) 401 Bepaal bij de aanbieding die is gebaseerd op toepassing van de Half-time systematiek of de opdrachtgever hier wel voor in is. 402 Mag er worden afgeweken van de voorgeschreven faseringen? 403 Is er met de opdracht een adequate samenwerking mogelijk. Bij het toepassen van Half time is dit een must? 404 Breng alle risico’s in kaart (zie 307) en bepaal alternatieven vooraf 405 Bepaal aan de hand van de projecteisen of het toepassen van Halftime een meerwaarde is en beslis op basis van gezond ondernemersverstand of dit concept moet worden aangeboden. 406 Houd bij de uitvoeringsplanning rekening met - Weersinvloeden; Bouwmarges in als het gaat op de inzet van het personeel; Houdt reserves aan. 407 Informeer naar draagvlak van het project bij bewoners, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Stel vast hoe de communicatie hiermee samen met de opdrachtgever moet verlopen. Zorg zelf voor een optimaal contact op uitvoeringsniveau met de omgeving. 408 Rond de voorbereiding van de uitvoeringsfase goed en geheel af. Maak gedegen gedetailleerde planning. Besef dat hier de kost voor de baat gaat. 409 Leg alle ervaring systematisch vast m.bt.t de uitvoering, deze zijn relevant voor een volgend project. 4 410 Indien mogelijk werk samen met de opdrachtgevers vanuit dezelfde locatie (korte lijnen zijn van belang). 411 Het toepassen van het Halftime concept noopt tot een andere verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Dit vergt een open houding naar elkaar en werken op basis van wederzijds vertrouwen. 412 zie 314. De stadsingenieur Een open en inventieve houding van mensen die in het project werkzaam zijn, is van groot belang. De stadsingenieur kan niet langer prat gaan op het kennen van de ondoorgrondelijke wegen van de eigen organisatie. Hij weet de weg in maatschappelijke netwerken rondom zijn project , kent de belangen uit de buurt, deelt mogelijke risico’s, neemt bijpassende maatregelen en is aanspreekbaar voor overlast. De ingenieur stelt daarbij zijn technische kennis beschikbaar in heldere taal. Naast communicatief vaardig moet hij ook inventief zijn. 5