Taaljournaal | Lessuggestie | groep 6 en 7 | Mijn Malmberg Extra oefeningen voor werkwoordspelling Inleiding Ad 1: De kinderen bepalen wat de In Taaljournaal 1 worden de kinderen vanaf persoonsvorm (PV) en het onderwerp (OND) in maart groep 5 (week 23) georiënteerd op de de zin is. Zij leren dat er in een welgevormde zinsstructuur ter voorbereiding op de juiste zin een overeenkomst in getal bestaat (samen werkwoordspelling. Zij leren de persoonsvorm enkelvoud of samen meervoud) tussen OND en en het onderwerp herkennen en benoemen. PV. Voor het vinden van de persoonsvorm is de tijdsproef in eerste instantie het belangrijkste Ad 2: Voor sommige kinderen blijft het aanknopingspunt. Het onderwerp leren de lastig om te bepalen welke werkwoorden in kinderen vinden met behulp van de wie-wat- de verleden tijd van klank veranderen. Zij vraag. behandelen deze werkwoorden vaak als zwakke werkwoorden, dus zonder klankverandering. De schrijfwijze van de persoonsvorm wordt In dit oefenblad herhalen we welke in groep 6 behandeld; eerst die van de klankveranderingen voorkomen en laten we de tegenwoordige tijd, later die van de verleden kinderen oefenen in het vinden van de juiste tijd. Daarbij worden ook de begrippen verleden tijdsvorm. Daarbij dient het bovenste persoonsvorm, onderwerp, enkelvoud, deel van het oefenblad als opzoekdeel bij het meervoud, tegenwoordige tijd, verleden tijd en maken van tweede oefening. ik-vorm actief door de kinderen gehanteerd. Hulpmiddel hierbij is het redeneerschema (zie Ad 3: In de spelling van werkwoorden zit p.22 in elke HL Spelling). een duidelijke systematiek. Sommige kinderen helpt het bij de spelling van werkwoorden als Ondanks de zorgvuldige opbouw van de ze die systematiek daadwerkelijk zien en zich leerstof hebben sommige kinderen behoefte eigen maken. De leerlingen in groep 5 vullen aan extra oefenstof. Vandaar bijgaande selectie de persoonsvormen van de tegenwoordige tijd van drie oefenbladen die elk een bijdrage in; de leerlingen in groep 6 vullen zowel de leveren aan het verstevigen van de basis persoonsvormen van de tegenwoordige tijd als voor werkwoordspelling. Blad 1 sluit in eerste die van de verleden tijd in. instantie het beste aan bij de stof van groep 5. Ook in hogere leerjaren zijn deze werkbladen Blad 2 sluit vooral aan bij de stof van groep 6: als herhalingsstof te gebruiken. vanaf week 23 worden de sterke werkwoorden aangeboden. Blad 3 kan gebruikt worden vanaf groep 6, zodra de verleden tijdsvormen zijn aangeboden. 1. O nderwerp, persoonsvorm en zinskern (zie: werkblad 1) 2. W erkwoorden die van klank veranderen (zie: werkblad 2) 3. A lle persoonsvormen in één schema (zie: werkblad 3) © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 4 Taaljournaal | Lessuggestie | groep 6 en 7 | Mijn Malmberg Werkblad 1: Het onderwerp en de persoonsvorm in de zin TIP Je vindt de PV met de tijdproef of de getalproef. Je vindt het OND in deze zin met de 1. Zet in elke zin een streep onder de PV. Wie of wat vraag. Welk OND hoort niet bij die PV? Streep die door. De hond / De honden snuffelt aan een worstje. In de vakantie logeren we / mijn zusje bij opa en oma. Gisteren kreeg de bus / de bussen een lekke band. In de lente groeien de bomen / de boom het hardst. 2.Onder het OND staat een streep. Welke PV hoort niet bij dit OND? Streep die door. Waarom rijden / rijdt de treinen vandaag niet? Morgen schrijf / schrijven jullie een opstel. De aarde draai / draait om de zon. Wat tekende / tekenen je op het papier? 3.Onderstreep het OND in elke zin. Past dit OND bij de PV? Nee, schrijf dan de goede PV erachter. In de stal wacht de dieren op eten. Gisteren stemde de muzikant de piano. Met Nieuwjaar schoten de pijl de lucht in. .............................. Met haar nagel krab Els zich op haar wang. .............................. .............................. .............................. 4.Zoek eerst het OND in elke zin. Schrijf dan de goede vorm van het werkwoord in de tijd van nu in de zin. poetsen Elke morgen .............................. ik mijn tanden. vragen Yari en Leon .............................. de juf om uitleg. komen Na schooltijd gillen De kleuters hollen Over het gras helpen Ik .............................. .............................. van de schrik. .............................. .............................. © Malmberg, ’s-Hertogenbosch mijn opa bij ons. Wim de bal achterna. je wel even. blz. 2 van 4 Taaljournaal | Lessuggestie | groep 6 en 7 | Mijn Malmberg Werkblad 2: Werkwoorden die van klinker veranderen TIP in de verleden tijd. Sterke werkwoorden veranderen van klinker. Je schrijft ze volgens de gewone spellingafspraken. 1.Schrijf het werkwoord in de tijd van toen. Doe het zo: buigen bogen de ui wordt een o de i wordt een o de e wordt een a buigen ...................... winnen ...................... eten ...................... duiken ...................... vinden ...................... nemen ...................... ruiken ...................... zingen ...................... breken ...................... fluiten ...................... drinken ...................... steken ...................... de e wordt een o de ie wordt een o de ij wordt een e vechten ...................... liegen ...................... kijken ...................... trekken ...................... kiezen ...................... lijden ...................... zwemmen ...................... bieden ...................... krijgen ...................... schenken ...................... vliegen ...................... blijven ..................... de a wordt een ie de a wordt een oe de e wordt een ie vallen ...................... vragen ...................... helpen ...................... slapen ...................... dragen ...................... sterven ...................... laten ...................... jagen ...................... werpen ...................... 2.Schrijf dezelfde vorm van het werkwoord in de tijd van toen. Doe het zo: ik sluit ik sloot Wij sluiten de deur. Ik schrijf een e-mail. Hij vergeet het nooit. Wij Ik Hij ...................... de deur. ...................... een e-mail. ...................... het nooit. De klok klinkt prachtig. Piet graaft een kuil. Zij blaast de kaars uit. De klok Piet Zij ...................... prachtig. ...................... een kuil. ...................... de kaars uit. Daar geniet zij van. Zij vertrekt op zondag. Spreek jij nog met hem? Daar Zij ...................... ...................... zij van. © Malmberg, ’s-Hertogenbosch ...................... op zondag. jij nog met hem? blz. 3 van 4 Taaljournaal | Lessuggestie | groep 6 en 7 | Mijn Malmberg Werkblad 3: TIP Alle persoonsvormen in één schema. Verleden tijd van sterke werkwoorden: Schrijf het volgens de gewone 1.Lees het schema. spellingafspraken. Je ontdekt hoe je de persoonsvorm schrijft. Verleden tijd van zwakke werkwoorden: Schrijf de ik-vorm + te(n) of de(n) onderwerp enkelvoud meervoud ik, …jij? een ander (jij, u, hij, zij, het) wij, jullie, zij persoonsvorm tijd van toen persoonsvorm tijd van nu zonder klankverandering met klankverandering -de(n) -te (n) ik-vorm kleur, werk, roep ik-vorm+t kleurt, werkt, roept ik-vorm+de kleurde ik-vorm+te werkte ik-vorm met andere klinker riep wij-vorm kleuren, werken, roepen ik-vorm+den kleurden ik-vorm+ten werkten wij-vorm met andere klinker riepen 2Vul het schema in voor het werkwoord voelen. onderwerp enkelvoud ik, …jij? een ander (jij, u, hij, zij, het) meervoud wij, jullie, zij persoonsvorm tijd van nu persoonsvorm tijd van toen zelfde klank -de(n) -te (n) andere klank 3.Vul het schema in voor het werkwoord fietsen. onderwerp enkelvoud ik, …jij? een ander (jij, u, hij, zij, het) meervoud wij, jullie, zij persoonsvorm tijd van nu persoonsvorm tijd van toen zelfde klank -de(n) -te (n) andere klank 4.Vul het schema in voor het werkwoord zingen. onderwerp enkelvoud ik, …jij? een ander (jij, u, hij, zij, het) meervoud wij, jullie, zij © Malmberg, ’s-Hertogenbosch persoonsvorm tijd van nu persoonsvorm tijd van toen zelfde klank -de(n) -te (n) andere klank blz. 4 van 4