ontwerp atp werking - Vrije Universiteit Brussel

advertisement
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
ARBEIDSREGLEMENT
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
1
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Inhoudstafel:
I. Algemene inlichtingen
Algemeen
Artikel 1: toepassingsgebied
Artikel 2: persoonlijke inlichtingen
II. Uurroosters en arbeidsduur
Artikel 3: arbeidsduur
Artikel 4: uurrooster
III. Voorzienbaar verlet en vertraging
Artikel 5: voorzienbaar verlet
Artikel 6: vertraging
IV. Schorsing van de overeenkomst
Artikel 7: schorsing wegens ziekte of ongeval
V. Rustdagen, feestdagen, vakantiedagen
Artikel 8: rustdagen
Artikel 9: feestdagen
Artikel 10: vakantiedagen
VI. Het loon
Artikel 11: uitbetaling
Artikel 12: procedure voor fouten in de berekening
VII. Verlies van hoedanigheid van werknemer, definitieve neerlegging van de functie,
opzeggingstermijnen en dringende redenen
Artikel 13:
Artikel 14: het vrijwillig ontslag
Artikel 15: de pensionering
Artikel 16: de werkverlating
Artikel 17: de definitieve beroepsongeschiktheid
Artikel 18: de vaststelling van de definitieve lichamelijke ongeschiktheid voor het
van de functie
2
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Artikel 19: het ontslag om dringende redenen
VIII. Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel
Artikel 20
IX. Veiligheid, hygiëne en gezondheid
Artikel 21: medisch onderzoek
Artikel 22: eerste hulp en verbandkisten
Artikel 23: arbeidsongeval
Artikel 24: bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het
werk
X. Tucht
Artikel 25
XI. Straffen
Artikel 26
XII. Bijzondere bepalingen
Artikel 27: aansprakelijkheid
Artikel 28: beroepsgeheim
Artikel 29: internet, e-mail en telefoongebruik
Artikel 30: verbod op alcohol en druggebruik
Artikel 31: rookverbod
Artikel 32: milieubescherming
Artikel 33: non-discriminatie
Artikel 34: resultaten van ontwikkeling en onderzoek
Artikel 35: reglementen en collectieve akkoorden van toepassing in de instelling
Artikel 36: gelijke beloning van mannen en vrouwen
3
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
I. ALGEMENE INLICHTINGEN
Algemeen
1. Werkgever: Vrije Universiteit Brussel, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel,
Pleinlaan 2
2. Werknemer: lid van het administratief en technisch personeel in de vaste
personeelsformatie werkingsuitkering.
3. Inschrijvingsnummer RSZ:
075/748.252.17
4. Kinderbijslagfonds:
Attentia – Kinderbijslag v.z.w.
Maatschappelijke zetel: Jubelfeestlaan 153, 1080 Brussel
Kantoor:
Louizalaan 251, Bus 4
1050 Brussel
Website:
www.attentia.be
5. Wetsverzekering arbeidsongevallen: Ethias, Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt,
polisnummer 6.550.214
6. Sociaal Secretariaat:
- loonadministratie: eigen beheer
- DMFA: SSE sociaal secretariaat
Nijverheidsstraat 16
8760 Meulebeke
7. De wet op de Kruispuntbank en haar uitvoeringsbesluiten zijn ter beschikking van het
personeel op het secretariaat van de personeelsdienst.
Onderhavig arbeidsreglement werd ingediend bij het kantoor van de gewestelijke Sociale
Inspectie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid te ……………….. en draagt het
nummer ………………..
4
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Artikel 1: toepassingsgebied
§ 1.
Dit arbeidsreglement en de bijlagen1 regelen de arbeidsvoorwaarden van de werknemers.
§ 2.
Alle werknemers ontvangen een exemplaar van het arbeidsreglement met bijlagen en
verbinden zich ertoe middels het ondertekenen van een ontvangstbewijs dat ze het reglement
aanvaarden en zullen naleven.
§ 3.
Er kan alleen in individuele gevallen worden van afgeweken, tijdelijk of definitief, zonder
echter de bestaande andere wettelijke of reglementaire voorschriften te overtreden. Deze
afwijkingen moeten schriftelijke, in tweevoud opgestelde, overeenkomsten tussen de
werkgever en de werknemer uitmaken en kunnen niet gesteund zijn op een of ander gebruik
of ongeschreven akkoord. Deze individuele afwijkingen zullen aan de ondernemingsraad
worden meegedeeld.
§ 4.
De arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 is aanvullend van toepassing voor alle leemtes
niet voorzien in de wettelijke bepalingen en reglementen.
Artikel 2: persoonlijke inlichtingen
§ 1.
Ten einde een correcte personeels- en loonadministratie te verzekeren verstrekt de werknemer
aan de personeelsdienst alle inlichtingen die nodig zijn om de sociale wetgeving toe te
passen, om uitkeringen te verkrijgen, te doen schorsen of te beëindigen, van elke
adresverandering en elke wijziging van burgerlijke staat, nationaliteit of gezinslast. De
werknemer verwittigt tevens onmiddellijk de personeelsdienst indien hij/zij slachtoffer is van
een arbeidsongeval of een gemeenrechtelijk ongeval en geeft een volledige toelichting van de
omstandigheden.
§2.
Deze gegevens worden verzameld, opgeslagen, verwerkt en aangewend in overeenstemming
met de Wet van 8 december 1992 tot Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer.
1
De bijlagen vormen een integraal onderdeel van het arbeidsreglement en wijzigingen aan de bijlagen dienen
volgens de geldende wettelijke procedure te verlopen.
5
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
II. UURROOSTERS EN ARBEIDSDUUR
Artikel 3: arbeidsduur
§1.
Voor een werknemer die voltijds wordt tewerkgesteld bedraagt de wekelijkse arbeidsduur 38
uren, gespreid over 5 werkdagen van maandag tot en met zaterdag a rato van 7u36 per dag.
§2.
Voor de deeltijdse werknemers bedraagt de wekelijkse arbeidsduur een procentueel aandeel
van 38 uren overeenkomstig de omvang van hun deeltijds dienstverband. De prestaties
worden geleverd hetzij gespreid over 5 werkdagen van maandag tot en met zaterdag, hetzij
gespreid over een kleiner aantal dagen van maandag tot en met zaterdag, met dien verstande
dat de dagelijkse arbeidsduur 7.36u niet overschrijdt.
§3.
Uitzonderlijk, tijdelijk en in functie van de dienstnoodwendigheden kan schriftelijk van deze
uurroosters worden afgeweken in een individuele arbeidsovereenkomst. In voorkomend geval
betreft dit een gunstmaatregel en kan dit zeker niet worden beschouwd als een verworven
recht.
Artikel 4: uurroosters
§1.
De uurroosters zijn vastgelegd overeenkomstig de regeling in bijlage.
Van deze uurroosters kan worden afgeweken in zoverre dat en in de mate dat dit bij wet en/of
door een collectieve arbeidsovereenkomst is toegestaan.
III. VOORZIENBAAR VERLET EN VERTRAGING
Artikel 5: voorzienbaar verlet
§1.
Elk te voorzien verlet dient ten laatste drie werkdagen op voorhand te worden aangevraagd.
Kan de werknemer om gegronde redenen een dergelijke afwezigheid toch niet vooraf
aanvragen, dan moet hij of eventueel een derde persoon in de mate van het mogelijke, voor de
normale werkaanvang en ten laatste binnen één uur na het aanvangsuur van de dienst zijn
directe chef verwittigen.
6
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
De werknemer moet in de mate van het mogelijke zijn afwezigheid uiterlijk op de
eerstvolgende werkdag rechtvaardigen.
Artikel 6: vertraging
§1.
Iedere werknemer die om redenen onafhankelijk van zijn wil, verhinderd is om op tijd of niet
op de plaats van het werk te komen, moet onmiddellijk met alle mogelijke middelen dezelfde
dag zijn directe chef op de hoogte brengen van zijn afwezigheid. Het bewijs van de reden van
vertraging kan geleverd worden door alle middelen, getuigenissen inbegrepen.
§2.
Iedere werknemer die voor het einde van de arbeidsdag uitzonderlijk het werk wenst te
verlaten, moet daartoe vooraf de toelating bekomen hebben van zijn/haar directe chef .
IV. SCHORSING WEGENS ZIEKTE OF ONGEVAL
Artikel 7: schorsing wegens ziekte of ongeval
§1.
Een werknemer afwezig wegens ziekte of ongeval heeft ziekteverlof.
§2.
Bij afwezigheid ingevolge ziekte of ongeval verwittigt de werknemer dezelfde dag zijn/haar
directe chef met vermelding van de verblijfplaats indien deze verschillend is van de
woonplaats. De directe chef meldt de afwezigheid aan de personeelsdienst middels het
daartoe door de personeelsdienst ter beschikking gestelde formulier ‘Afwezigheid’.
§3.
Elke afwezigheid van twee of meer werkdagen ingevolge ziekte, ongeval of zwangerschap,
dient te worden gestaafd door een geneeskundig getuigschrift. Voor afwezigheden van minder
dan 3 werkdagen wordt het getuigschrift uiterlijk op het moment van werkhervatting
overgemaakt aan de personeelsdienst. Voor afwezigheden van 3 werkdagen of langer wordt
het getuigschrift binnen de 48 uur na uitreiking door de verstrekkende arts opgestuurd naar de
personeelsdienst. De postdatum geldt als bewijs.
§4.
Bij verlenging van het ziekteverlof stuurt de werknemer zo snel mogelijk en ten laatste de dag
waarop het verlof verstrijkt, een nieuw medisch getuigschrift naar de personeelsdienst en licht
het de directe chef in.
7
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
§5.
De werknemer moet bij hem thuis de door de werkgever gemandateerde controlearts
ontvangen en zich door hem laten onderzoeken om de werkonbekwaamheid na te gaan.
Indien de werknemer gedurende zijn werkonbekwaamheid ergens anders woont, moet hij de
adreswijziging onmiddellijk melden aan de personeelsdienst.
Wanneer de werknemer de woonplaats mag verlaten bepaalt de werkgever of de medische
controle thuis bij de werknemer of bij de controlerende geneesheer plaatsvindt.
§ 6.
Indien de werknemer deze regels niet in acht neemt, kan hij het voordeel van het gewaarborgd
loon verliezen.
§ 7.
De werkgever kan na een schorsing wegens arbeidsongeschiktheid, de werkhervatting
afhankelijk maken van een onderzoek door de arbeidsgeneesheer van de geschiktheid van de
werknemer.
V. RUSTDAGEN, FEESTDAGEN, VAKANTIEDAGEN
Artikel 8: rustdagen
Onder voorbehoud van de dienstregelingen, zijn de normale rustdagen de zondagen, de
wettelijke feestdagen of de dagen die de wettelijke feestdagen vervangen, de dagen van de
jaarlijkse vakantie en de extrawettelijke vrije dagen.
Artikel 9: feestdagen
§1.
Onverminderd de wettelijke bepalingen die van kracht zijn voor werknemers die deeltijds
worden tewerkgesteld, is het loon gewaarborgd voor de 10 onderstaande wettelijke
feestdagen:
Nieuwjaar ( 1 januari)
Paasmaandag
Feest van de Arbeid ( 1 mei)
O.H.-Hemelvaart
Pinkstermaandag
Nationale Feestdag (21 juli)
Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart (15 augustus)
Allerheiligen (1 november)
Wapenstilstand (11 november)
8
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Kerstmis ( 25 december)
§2.
Buiten de tien wettelijke feestdagen is het loon eveneens gewaarborgd voor de vier op
instellingsniveau toegekende extra verlofdagen, met name:
Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11 juli)
2 november
Verhaegenherdenking
Tweede kerstdag (26 december)
§3.
Ter vervanging van de in het eerste lid vermelde wettelijke feestdagen die samenvallen met
een niet-werkdag, heeft de werknemer verlof gedurende de periode tussen Kerstmis en
Nieuwjaar.
Artikel 10: vakantiedagen
Alle personeelsleden hebben recht op:
- de vakantiedagen, berekend conform de geldende wetgeving, en
- 15 bijkomende vakantiedagen, berekend op basis van de prestaties in het vakantiejaar.
Bij uitdiensttreding in de loop van het vakantiejaar, worden de bijkomende dagen verminderd
in functie van de prestaties in dat jaar.
De vakantiedagen worden genomen naar keuze van de werknemer, doch met in acht name van
de dienstnoodwendigheden. De directe chef beslist voorafgaand over de aanvraag voor
vakantieverlof. 4 werkdagen vakantieverlof kunnen echter worden genomen zonder
voorafgaand akkoord van de directe chef. Bij onenigheid tussen werknemer en directe chef
omtrent verlofaanvragen, dient het hoofd van de hoofdeenheid als derde en objectieve partij te
worden geraadpleegd.
VI. HET LOON
Artikel 11: uitbetaling
Het loon wordt maandelijks uitbetaald uiterlijk de laatste werkdag van de maand. Het salaris
van de maand december wordt uitbetaald de eerste werkdag van de maand januari. De
betaling gebeurt per post- of bankoverschrijving.
9
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Artikel 12: procedure voor fouten in de berekening
§1.
Indien een werknemer een fout in de berekening van het loon bemerkt , brengt hij de
personeelsdienst hiervan op de hoogte.
§2.
Indien de werkgever de fout ontdekt, is hij eveneens verplicht de werknemer onmiddellijk op
de hoogte te brengen.
§3.
De te veel of te weinig betaalde sommen moeten in elk geval binnen de kortst mogelijke
termijn worden vereffend. In geval van te weinig betaalde sommen vergoedt de werkgever het
betrokken personeelslid uiterlijk de maand volgend op de vaststelling. Ingeval het
personeelslid teveel ontvangen heeft, wordt het teveel betaalde eveneens binnen de maand
terugbetaald
VII. VERLIES VAN HOEDANIGHEID VAN WERKNEMER, DEFINITIEVE
NEERLEGGING VAN DE FUNCTIE, OPZEGGINGSTERMIJNEN EN DRINGENDE
REDENEN
Artikel 13
De hoedanigheid van werknemer eindigt enkel door:
1°
2°
3°
4°
5°
6°
7°
Artikel 14
het vrijwillig ontslag;
de pensionering;
de werkverlating;
de vaststelling van de definitieve beroepsongeschiktheid;
de vaststelling van de lichamelijke ongeschiktheid voor het uitoefenen van de
functie.
het ontslag bij tuchtmaatregel
het ontslag om dringende reden
het vrijwillig ontslag
§ 1.
Ingeval van vrijwillig ontslag dient de werknemer een opzegtermijn van ten minste dertig
dagen in acht te nemen, te rekenen vanaf de eerste van de maand volgend op de indiening van
het vrijwillig ontslag. Mits akkoord van het hoofd van de hoofdeenheid waaronder de
werknemer ressorteert, kan deze opzeggingstermijn ingekort worden.
10
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
§ 2.
Een benoeming bij een overheid die definitief is geworden, wordt gelijkgesteld met vrijwillig
ontslag. Hetzelfde geldt wanneer, na het verstrijken van een proefperiode, de werknemer met
een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd in dienst treedt bij een andere
werkgever.
Het vrijwillig ontslag wordt toegestaan, respectievelijk ondertekend door de Directeur
Personeel.
Artikel 15
De pensionering
§1.
De werknemer gaat op pensioen de eerste van de maand volgend op het bereiken van de
leeftijd van 65 jaar.
§2.
De werknemer kan vervroegd met pensioen gaan vanaf de eerste van de maand volgend op
het bereiken van de leeftijd van 60 jaar volgens de ter zake geldende regelgeving in het kader
van de Rijkssociale Zekerheid.
§3.
De werknemer die gebruik maakt van een verlof voorafgaand aan de pensionering verbindt er
zich toe met pensioen te gaan de eerste van de maand volgend op het bereiken van de leeftijd
van 60 jaar.
§4
De pensionering wordt toegestaan, respectievelijk ondertekend door de Directeur Personeel.
Artikel 16
De werkverlating
§1.
Wanneer een werknemer langer dan drie dagen zonder verantwoording afwezig blijft van het
werk wordt dit beschouwd als een intentie tot definitieve neerlegging van de functie,
Het hoofd van de hoofdeenheid waaronder de werknemer ressorteert licht de Directeur
Personeel onverwijld in van de werkverlating. De Directeur Personeel stelt de werknemer bij
aangetekend schrijven in gebreke.
§2.
De werknemer beschikt over een termijn van vijf dagen na ontvangst van dit schrijven om
zijn/haar afwezigheid te rechtvaardigen.
11
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
§3.
Indien de werknemer binnen deze termijn geen schriftelijke rechtvaardiging, vergezeld van de
nodige bewijsstukken en motiveringen, aan de Directeur Personeel overmaakt, wordt dit
beschouwd als bevestiging van de definitieve neerlegging van de functie door de werknemer.
De neerlegging gaat onmiddellijk in.
§4.
Indien de werknemer binnen de vijf dagen, een rechtvaardiging indient, die echter niet of
onvoldoende gemotiveerd is of niet of onvoldoende gestaafd wordt door bewijsstukken, wordt
de werkverlating als een zware en ongeoorloofde inbreuk beschouwd die het ontslag tot
gevolg heeft.
§5.
Het Bestuurscollege beslist in dit geval tot ontslag zonder opzeg, opzegvergoeding of
verbrekingsvergoeding.
§6.
Het Bestuurscollege houdt er rekening mee dat de bepalingen inzake werkverlating niet van
toepassing zijn zo de werknemer kan aantonen zich in een situatie bevonden te hebben waarin
overmacht zou kunnen verklaren waarom het zijn afwezigheid (afwezigheden) niet vooraf
heeft kunnen melden of waarom het niet onmiddellijk op de ingebrekestelling heeft kunnen
antwoorden.
Artikel 17
De definitieve beroepsongeschiktheid
De werknemer wordt definitief ongeschikt verklaard wegens beroepsredenen indien het twee
keer de evaluatie “onvoldoende” gekregen heeft. Het voorstel dat voor een tweede maal de
toekenning van de evaluatie “onvoldoende” vooropstelt, wordt gelijkgesteld met een voorstel
tot afdanking wegens beroepsongeschiktheid waartegen beroep mogelijk is bij de functie – en
evaluatiecommissie zetelend als beroepscommissie, volgens de bepalingen van en de
procedure beschreven in de artikels VI.15 tot VI.20 van het reglement van het Administratief
en Technisch Personeel van de VUB.
Het Bestuurscollege beslist tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid, met in acht name van
de wettelijke bepalingen inzake opzeg en opzegtermijnen.
Artikel 18
De vaststelling van de definitieve lichamelijke ongeschiktheid voor het
uitoefenen van de functie
Het dossier van de werknemer waarvan de arbeidsgeneesheer de definitieve lichamelijke
ongeschiktheid voor het uitoefenen van de functie heeft vastgesteld wordt behandeld volgens
de procedure en de modaliteiten vastgelegd in de toepasselijke reglementering.
In voorkomend geval beslist het Bestuurscollege over het ontslag.
12
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Artikel 19
Het ontslag om dringende redenen
Onverminderd de tuchtregeling kan de werknemer om dringende reden ontslagen worden
indien het feit dat aan dit ontslag ter grondslag ligt strafbaar is, waardoor elke verdere
professionele samenwerking definitief en onmiddellijk onmogelijk geworden is.
De Rector beslist over het ontslag om dringende reden, Bij afwezigheid van de Rector treedt
een vice – rector in de plaats.
In de mate dat de wettelijke procedure inzake het ontslag om dringende redenen dit toelaat,
zal de werknemer eerst uitgenodigd worden door de rector of vice-rector om te worden
gehoord.
De Rector deelt het ontslag mee in de eerstvolgende zitting van het bestuurscollege.
VIII. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL
Artikel 20
Het toezichthoudend personeel bestaat uit de rector, de decanen, de leden van het ZAP, de
algemeen directeur, de directeuren, de afdelingshoofden, de administratief en technische
diensthoofden, werknemers met een coördinerende functie, hoofdtechnici en meestergasten.
In de praktijk dient aan de hand van allerlei criteria, ondermeer wie keurt verlof goed, verdeelt
werk, enz. … te worden uitgemaakt wie als toezichthoudend personeel optreedt.
Uiteraard wordt ook steeds als toezichthoudend personeel beschouwd, alle werknemers die
hierboven staan.
Wanneer een lid van het toezichthoudend personeel afwezig is en wordt vervangen, krijgt de
vervanger dezelfde rechten en plichten als het lid van het toezichthoudend personeel.
Het toezichthoudend personeel is verantwoordelijk voor de naleving van de geldende
arbeidsvoorwaarden.
In het bijzonder is het toezichthoudend personeel belast met:
-
controle op de aanwezigheid
de werkverdeling
de begeleiding en het geven van opdrachten aan het personeel
toezicht en controle op de uitvoering van de taken
de orde en tucht in de instelling
de veiligheid en hygiëne van het personeel en de verantwoordelijkheid voor de goede
werking van de machines, de apparatuur, toestellen, outillering en uitrusting naar
gelang van de dienst of de afdeling
13
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Het toezichthoudend personeel heeft het recht vast te stellen dat een werknemer die komt
werken, klaarblijkelijk niet geschikt is om te werken en hem te verbieden het werk te
beginnen of voort te zetten. Het lid van het toezichthoudend personeel zal in voorkomend
geval een controlegeneesheer oproepen die een eventuele arbeidsongeschiktheid,
dronkenschap of drugsintoxicatie dient vast te stellen. De personeelsdienst moet hiervan
onmiddellijk op de hoogte gebracht worden.
Het toezichthoudend personeel is er tevens toe gehouden de werknemers te respecteren en
moet bovendien ten overstaan van de werknemers de regels van rechtvaardigheid en
moraliteit waarnemen.
IX. VEILIGHEID HYGIENE EN GEZONDHEID
Artikel 21: medisch onderzoek
De werkgever kan eisen dat de werknemer zich onderwerpt aan een medisch onderzoek,
uitgevoerd door een geneesheer die is aangeduid door de werkgever, en dit voor zover
noodzakelijk voor de goede werking van de instelling of opgelegd bij wettelijke verplichte of
reglementaire bepalingen (beroepsrisico’s – welzijnswet 4 augustus 1996) . Alle werknemers
zijn gehouden dit onderzoek te aanvaarden. De coördinaten van de arbeidsgeneeskundige
dienst zijn te vinden in bijlage.
Artikel 22: Eerste hulp en verbandkisten
§1.
De werknemer die een wonde oploopt, moet zich laten verzorgen bij de aangestelde
hulpverlener waarvan de namen in bijlage vermeld staan of bij de arbeidsgeneesheer.
§2.
De verbandkisten bevinden zich op de faculteitssecretariaten, op de technische dienst, in de
keuken, in de kinderkribbe, op de dienst huisvesting en bewaking en in gebouw M.
Artikel 23: Arbeidsongeval
§1.
De keuze van arts en hospitaal is vrij in geval van arbeidsongeval. In bijlage zijn de gegevens
van de Medische Dienst van de VUB op het Oefenplein opgenomen.
Elk arbeidsongeval moet zo vlug mogelijk aangegeven worden bij:
1. de externe preventiedienst Attentia, [email protected],
(Etterbeek, Tel. 2287)
2. de dienst verzekeringen, [email protected], (Etterbeek, Tel. 2244),
14
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
De interne preventiedienst ([email protected]) dient steeds verwittigd te worden voor:
1.
2.
3.
4.
elk ongeval overkomen aan personen en te wijten aan elektrische installaties
elk ongeval overkomen door het gebruik van gasrecipiënten
elk belangrijk ongeval als gevolg van het gebruik van stoomketels
elk ongeval als gevolg van de toepassing van ioniserende straling, toevallige bestraling
of ernstig gevaar voor bestraling
De gegevens van de interne preventiedienst (Etterbeek 2029) zijn te vinden in bijlage.
§2.
De werkgever is in de plaats gesteld van alle rechten en verplichtingen die een werknemer uit
hoofde van een opgelopen arbeidsongeval of beroepsziekte tegenover derden zou kunnen
uitoefenen, ten belope van alle sommen die de werkgever naar aanleiding van deze
arbeidsongeschiktheid aan de werknemer zou hebben uitbetaald uit hoofde van de wet,
reglementen of verbintenissen tussen partijen aangegaan.
Artikel 24: bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het
werk
De regels betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag
zijn opgenomen in bijlage.
X. TUCHT
Artikel 25:
§1.
Alleen de tuchtmaatregelen volgens de procedure zoals omschreven in het VUB-reglement
inzake het Administratief en Technisch Personeel mogen worden opgelegd.
§2.
De tuchtmaatregelen zijn:
1.
2.
3.
4.
blaam
inhouding van salaris
terugzetting in graad
ontslag ten gevolge van afzetting uit de functie
15
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
XI STRAFFEN
Artikel 26:
Elke inbreuk op de bepalingen van dit arbeidsreglement en op de verplichtingen bepaald in
individuele arbeidsovereenkomsten die niet aanzien worden als zwaarwichtige redenen voor
onmiddellijke verbreking van de overeenkomst kan aanleiding geven tot tuchtsancties zoals
omschreven in artikel 25.
XII. BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 27: Aansprakelijkheid:
§1.
De werknemer dient zich te onthouden van alles wat schade kan berokkenen hetzij aan zijn
eigen veiligheid, hetzij aan die van zijn medewerknemers, van zijn werkgever of van derden.
§2.
De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem krachtens dit artikel
verschuldigd zijn en die na de feiten met de werknemer zijn overeengekomen of door de
rechter vastgesteld, op het loon inhouden onder de voorwaarden bepaald in artikel 23 van de
Loonbeschermingswet van 12 april 1965.
§3.
De werknemer is ertoe gehouden als een goede huisvader te zorgen voor het
arbeidsgereedschap en/of het materiaal hem ter beschikking gesteld door zijn werkgever of
door derden.
De werknemer is niet verantwoordelijk voor de beschadigingen of de slijtage toe te schrijven
aan het regelmatig gebruik van het voorwerp, noch voor het toevallig verlies ervan.
Artikel 28: Beroepsgeheim
§1.
Elke werknemer is er toe gehouden om zich zowel gedurende de overeenkomst als na het
beëindigen ervan te onthouden van het meedelen van fabrieksgeheimen, zakengeheimen of
geheimen in verband met persoonlijke of vertrouwelijke aangelegenheden, waarvan hij in de
uitoefening van zijn beroepsarbeid kennis kan hebben.
16
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
§2.
Alle werknemers die in contact komen met hulpvragenden en die uit hoofde van hun staat of
beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, zijn overeenkomstig artikel
458 strafwetboek tot geheimhouding verplicht.
Artikel 29: Gebruik internet, elektronische post en telefoon
§1.
De werkgever verschaft de werknemers een toegang tot het internet en e-mail met het oog op
het vergemakkelijken van de communicatie binnen de instelling en met derden. De werkgever
moedigt het aanleren en het gebruik van deze nieuwe technologieën aan, met als doel de
kwaliteit van het werk en de competenties van de werknemers te verbeteren.
§2.
Elke werknemer die toegang heeft tot de informaticasystemen van de werkgever is
verantwoordelijk voor het gebruik ervan conform de instructies.
§3.
De werkgever verbindt er zich toe alle werknemers de mogelijkheid te verlenen om wekelijks
hun elektronische post, waaronder de elektronische nieuwsbrief, en intranet te kunnen
raadplegen. Instructies die uitgaan van de werkgever (bv. aangaande gebruik e-mail, internet,
intranet, GSM-gebruik, …) kunnen via intranet worden geraadpleegd. Aanpassingen aan de
instructies zullen steeds via de elektronische nieuwsbrief worden bekendgemaakt.
§4.
De werknemer geeft de werkgever uitdrukkelijk de toestemming tot het controleren van email en internetgebruik conform de procedure in bijlage.
§5.
Het exceptioneel gebruik van de telefoon met privé doeleinden is toegelaten, op voorwaarde
dat dit gebruik occasioneel is en in niets het goede verloop van zaken van de organisatie
beïnvloedt. De werkgever behoudt zich het recht voor op periodieke en op algemene wijze, de
relatieve statistieken van de telefoongesprekken te consulteren.
De werkgever tolereert het gebruik van het persoonlijk GSM-toestel, op voorwaarde dat dit
gebruik occasioneel is en in niets het goede verloop van zaken van de organisatie beïnvloedt.
Werknemers aan wie een GSM ter beschikking wordt gesteld omwille van
dienstnoodwendigheden, dienen zich aan de instructies opgelegd door de werkgever te
houden. De werknemer geeft de werkgever uitdrukkelijk de toestemming tot het controleren
van het gebruik van deze GSM overeenkomstig de instructies. Met het oog op controle werd
een procedure uitgewerkt in bijlage bij het arbeidsreglement.
17
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Artikel 30: verbod op alcohol- en druggebruik
§1.
Het is verboden gedistilleerde alcoholische dranken en gegiste dranken binnen te brengen in
de werkplaatsen en bureaus alsmede op elke arbeidswerf, de bijhorigheden inbegrepen.
Het is verboden tijdens de werkuren alcohol of drugs te gebruiken.
§2.
In afwijking op §1 kunnen alcoholische dranken geserveerd worden bij bijzonder
gelegenheden (recepties, lunches, …). Hiervoor is de uitdrukkelijke toestemming vereist van
hetzij de rector, hetzij het hoofd van de hoofdeenheid waarbinnen het evenement plaats heeft.
Artikel 31: Rookverbod
Het is verboden te roken in de gebouwen van de VUB, behalve in het deel van het restaurant
dat hiervoor aangeduid is. De werknemers dienen de regels vervat in het reglement na te
leven.
Artikel 32: milieubescherming
Alle werknemers dienen zich, in het kader van hun functie en takenpakket, in te zetten voor
de bescherming van het milieu en dienen de milieuwetgeving na te leven. Alle werknemers
dienen tijdens hun werkzaamheden rekening te houden met de milieu-adviezen van hun
oversten en van de milieucoördinator en dienen situaties die aanleiding geven (of zouden
kunnen geven) tot milieuproblemen te vermijden of te melden aan hun oversten en/of aan de
milieucoördinator indien ze problemen niet zelf kunnen oplossen. Alle werknemers dragen
zoveel mogelijk bij tot het spaarzaam gebruik van energie (elektriciteit en verwarming), water
en materiaal (zoals papier, kantoorbenodigdheden en laboratoriummateriaal) en zetten zich in
tot het beperken van de hoeveelheid geproduceerd afval. Ze nemen deel aan de selectieve
inzameling van het afval, springen omzichtig om met gevaarlijke producten en gevaarlijk
afval en volgen de richtlijnen op zoals omschreven in het “handboek voor het beheer van
gevaarlijk en bijzonder afval aan de Vrije Universiteit Brussel”
Artikel 33: non-discriminatie
§1.
Alle werknemers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en
beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers.
§2.
18
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een
bejegenen van iedereen met dezelfde menselijke eerbied voor éénieders waardigheid,
gevoelens en overtuiging.
§3.
Verboden is bijgevolg elke uiting van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische
lectuur of pamfletten. Ook elke vorm van directe of indirecte discriminatie op grond van
geslacht, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationaliteit, seksuele geaardheid, burgerlijke
staat, geloof, fortuin, leeftijd, huidige of toekomstige gezondheidstoestand of handicap is
verboden.
§4.
In bijlage wordt een beginselverklaring inzake diversiteit en non-discriminatie gehecht.
Artikel 34: resultaten van onderzoek en ontwikkeling
De resultaten van onderzoek en ontwikkeling die door de werknemers tot stand gebracht
worden in het kader van hun relatie met de werkgever en/of in het kader van onderzoekstaken
en/of dankzij gebruik van universitaire middelen of uitrusting komt uitsluitend in eigendom
toe aan de universiteit.
Artikel 35: reglementen en collectieve akkoorden van toepassing in de instelling
De arbeidsvoorwaarden worden ook geregeld door volgende reglementen en collectieve
akkoorden:
-
VUB-reglement inzake het administratief en technisch personeel
VUB-reglement inzake het academisch personeel en houders van onderzoeksbeurzen
De Collectieve Arbeidsovereenkomsten in bijlage
Artikel 36: gelijke beloning van mannen en vrouwen
Mannelijke en vrouwelijke werknemers ontvangen een gelijke beloning, overeenkomstig de
CAO nr. 25 van 15 oktober 1975, die als bijlage bij dit reglement is gevoegd.
19
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Onderhavig arbeidsreglement werd opgesteld in overeenstemming met de procedure die
door de wet werd voorgeschreven. Het werd aangeplakt gedurende een periode van 15
dagen.
Datum waarop het van kracht werd
De werkgever
Eddy VAN GELDER
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Vrije Universiteit Brussel
De vertegenwoordigers van de werknemers in de ondernemingsraad
Jo Coulier
Voor ABVV
Lutgarde Van Der Snickt
Voor ACLVB
20
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlagen:
Bijlage 1: uurroosters
Bijlage 2: maatregelen betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst
seksueel gedrag
Bijlage 3: gegevens externe preventiedienst, interne preventiedienst, medische dienst,
arbeidsgeneesheer, milieucoördinator, lijst hulpverleners
Bijlage 4: CAO nr. 25 van 15 oktober 1975 betreffende gelijke beloning voor mannelijke en
vrouwelijke werknemers
Bijlage 5: afgevaardigden ondernemingsraad, comité preventie en bescherming op het werk
Bijlage 6: tekst controle op e-mail en internetgebruik
Bijlage 7: tekst controle op GSM-gebruik
Bijlage 8: collectieve arbeidsovereenkomsten
Bijlage 9: inspectie sociale wetten
Bijlage 10: beginselverklaring inzake diversiteit
21
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 1
Uurroosters
Voltijdse dienstregeling
Van maandag tot en met vrijdag (eventueel zaterdag in plaats van één van deze dagen) tussen:
7.45 u - 16.00 u, rustpauze 39 min
7.45 u - 16.21 u, rustpauze 60 min
7.45 u - 16.51 u, rustpauze 90 min
7.45 u - 17.21 u, rustpauze 120 min
8.00 u - 16.06 u, rustpauze 30 min
8.00 u – 16.36 u, rustpauze 60 min
8.00 u – 17.06 u, rustpauze 90 min
8.00 u – 17.36 u, rustpauze 120 min
8.15 u – 16.21 u, rustpauze 30 min
8.15 u – 16.51 u, rustpauze 60 min
8.15 u – 17.21 u, rustpauze 90 min
8.15 u – 17.51 u, rustpauze 120 min
8.30 u – 16.36 u, rustpauze 30 min
8.30 u – 17.06 u, rustpauze 60 min
8.30 u – 17.36 u, rustpauze 90 min
8.45 u – 16.51 u, rustpauze 30 min
8.45 u – 17.21 u, rustpauze 60 min
8.45 u – 17.51 u, rustpauze 90 min
9.00 u – 17.06 u, rustpauze 30 min
9.00 u – 17.36 u, rustpauze 60 min
9.00 u – 18.00 u, rustpauze 84 min
De rustpauzes moeten genomen worden tussen 11.30 u en 14.00 u
Deeltijdse dienstregeling
Voor werknemers die deeltijds werken komen werkgever en werknemer schriftelijk overeen
wanneer en hoe zij gebruik wensen te maken van de verminderde arbeidsprestaties.
Werknemers die halftijds werken en halve dagen komen werken, moeten hun arbeidsuren
presteren:
- tussen 7.45 u en 13.00 u of
- tussen 13.00 u en 18.00 u
Werknemers die halftijds werken en belast zijn met een volledige dagtaak kunnen kiezen uit
de dagelijkse uurroosters die gelden voor de werknemers tewerkgesteld in voltijds
dienstverband.
De werknemers die 80% werken en belast zijn met een volle dagtaak kunnen
kiezen uit de dagelijkse uurroosters die gelden voor de werknemers tewerkgesteld in voltijds
dienstverband.
22
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Voor volgende diensten gelden afwijkende dienstregelingen:
Sportdienst
Loketbedienden:
Maandag en dinsdag
Van 12.00 u tot 22.00 u, 1u pauze
Woensdag
Van 12.00 u tot 19.00 u, 1 u pauze
Donderdag en vrijdag
Van 9.00 u tot 17.00 u, 1 u pauze
Redder 1:
Maandag en dinsdag
Van 9.00 u tot 17.06 u, 30 min. pauze
Woensdag en donderdag
Van 13.00 u tot 21.06 u, 30 min. pauze
Vrijdag
Van 19.00 u tot 17.06 u, 30 min. pauze
Redder 2:
Maandag en dinsdag
Van 06.00 tot 08.00 u en van 16.00 u tot 22.06 u, 30 min. pauze
Woensdag, donderdag en vrijdag
Van 06.00 u tot 08.00 u en van 09.00 u tot 16.00 u, 1,24 u pauze
Technici
Van maandag tot donderdag
Van 12.00 u tot 20.06 u, 30 min pauze
Vrijdag
Van 9.00 u tot 17.06 u, 30 min. pauze
Bibliotheek
administratieve medewerkers 1
dagelijks, van 08:24 tot 16:30 u, 30 min. pauze
administratieve medewerkers 2
maandag en vrijdag: van 11.30 u tot 19.09 u, 30 min. pauze
woensdag en donderdag: van 11.30 u tot 21.06 u, 30 min. pauze
zaterdag: van 10.00 u tot 16.00 u, 30 min. pauze
bibliotheekdeskundigen
maandag: 13.00 tot 17.00 uur en 17.30 tot 21.06 uur
dinsdag: 13.00 tot 17.00 uur en 17.30 tot 21.06 uur
woensdag: 10.00 tot 12.30 uur en 13.00 tot 18.06 uur
donderdag: 10.00 tot 12.30 uur en 13.00 tot 18.06 uur
vrijdag:10.00 tot 12.30 uur en 13.00 tot 18.06 uur
23
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Restaurant
Koks/ cafetaria Jette/keukenhulpen
Van maandag tot vrijdag
Van 7.30 u tot 15.36 u, pauze van 9.00 u tot 9.15 u of 9.30 u tot 9.45 u en van 13.45 u tot
14.30 u
Inkopers/magazijniers
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 u tot 15.06 u, pauze van 8.45 u tot 9.00 u en van 13.00 u tot 13.45 u
Technische dienst
Technici, loodgieters, metsers, magazijniers, schrijnwerkers
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 u tot 12.00 u en van 13.00 u tot 15.36 u,
Permanentie
Maandag
Van 6.00 u tot 15.06 u, pauze van 10.00 u tot 11.00 u en van 13.00 u tot 14.24 u
Van dinsdag tot vrijdag
Van 7.00 u tot 16.15 u, pauze van 8.45 u tot 9.00 u en van 13.00 u tot 14.24 u
Faculteit LK
Technici
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 u tot 12.00 u van 12.30 u tot 15.06 u
Faculteit TW
Dienst ETRO
Technisch deskundigen
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 u tot 12.00 u van 13.00 u tot 15.36 u
Technici
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 u tot 12.00 u van 12.30 u tot 15.06 u
Rekencentrum
Technici
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 tot 12.00 u en van 12.30 u tot 15.06 u
Programmeur-analisten
Van maandag tot vrijdag
Van 13.30 u tot 18.00 u en van 18.30 u tot 21.36u
24
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Kinderdagverblijf
Voltijdse functies
Van maandag tot en met zaterdag, 5 dagen per week, kan worden gewerkt in één van volgende
uurroosters:
- van 6.30 u tot 15.06 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 7.00 u tot 15.36 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 7.30 u tot 16.06 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 7.44 u tot 16.20 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 8.00 u tot 16.36 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 8.30 u tot 17.06 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 9.00 u tot 17.36 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 9.40 u tot 18.16 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 10.24 u tot 19.00 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
- van 11.54 u tot 19.30, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
(pauze is inbegrepen in arbeidstijd)
- van 12.24 u tot 20 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
(pauze is inbegrepen in arbeidstijd)
- van 12.54 u tot 20.30 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
(pauze is inbegrepen in arbeidstijd)
van 13.24 u tot 21.00 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
(pauze is inbegrepen in arbeidstijd)
- van 13.54 u tot 21.30 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
(pauze is inbegrepen in arbeidstijd)
- van 14.24 u tot 22.00 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden
(pauze is inbegrepen in arbeidstijd)
Deeltijdse functies:
Er wordt gewerkt in volle dagen (2-3 dagen per week), of in deeltijdse dagen naargelang de
dienstnoodwendigheden en in overleg met betrokken personeelslid.
De vermelding “naargelang de dienstnoodwendigheden” bij 1 uur middagpauze heeft uitsluitend
betrekking op het moment van de pauze en niet op de duur die in ieder geval 1 uur bedraagt.
De uurroosters worden 14 dagen voor de start van een nieuwe cyclus bekendgemaakt.
25
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Facility management
Nachtwaker: werkt mee in ploegensysteem van bewakingsfirma werkt afwisselend overdag of
’s nachts conform dit ploegensysteem van 6.30 u tot 18.30 u of van 18.30 u tot 6.30 u
Personeel sleutelbeheer
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 u tot 12.00 en van 12.30 u tot 15.06 u
Inspectrices reiniging en kuisploeg
Van maandag tot vrijdag
Van 7.00 tot 12.00 u en van 12.30 u tot 15.06 u
Dienst leslokalenbeheer
De werknemers werken in een roterend ploegensysteem van maandag tot en met zaterdag.
samenstelling werkperiodes
Regeling A:
40 weken; hoofdzakelijk weken met lessen, blokweken, examens
(4 weken werken, 1 week rust)
Regeling B:
12 weken; hoofdzakelijk vakantieperiodes
totaal:
52 weken
Regeling A (standaard lesactiviteiten)
De uurroosters worden 14 dagen voor het begin van een nieuwe cyclus bekendgemaakt.
Cyclus van 5 weken
a. Arbeidscyclus
Week
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Medewerker
1
A
R
OZ
A
OZ
2
OZ
A
R
OZ
A
3
A
OZ
A
R
OZ
4
OZ
A
OZ
A
R
5
R
OZ
A
OZ
A
6 DT
A
O
A
R
A
26
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
b. Uurregeling
code
O
periode
ochtend
Z
A
R
zaterdag
avond
Rust
uren
07u tot 15u30
07u tot 17u30 (1ste persoon)
07u30 tot 18u (2de persoon)
14u00 tot 22u30
FT
frequentie
5 dagen x 8
totaal uren
40u
10u
40u
5 dagen x 8
5 dagen
c. Rustpauze : 30 minuten
Regeling B (vakantieperiodes VUB, VECO, C.V.O. (12)
De uurroosters worden 14 dagen voor het begin van een nieuwe cyclus bekendgemaakt.
Cyclus van 4 weken
a. Arbeidscyclus
Week
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Medewerker
1
OZ
A
OZ
A
2
OZ
A
OZ
A
3
A
OZ
A
OZ
4
A
OZ
A
OZ
5
OZ
A
OZ
A
6 DT
A
O
A
O
b. Uurregeling
code periode uren
O
ochtend 07u tot 15u26
07u tot 17u30 (1ste persoon)
Z
zaterdag 07u30 tot 18u (2de persoon)
A
avond
14u00 tot 22u26
R
rust
FT
frequentie
5 dagen x 7,933u
tot uren
39,666
5 dagen x 7,933u
10u
39,666
c. Rustpauze : 30 minuten
27
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 2
Maatregelen betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel
gedrag op het werk
§1. beginselverklaring
Elke werknemer heeft het recht om met eerbied en achting te worden behandeld. De
werkgever, collega-werknemers en derden die in contact komen met de werknemers bij de
uitvoering van hun werk, dienen zich te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of
van ongewenst, seksueel gedrag.
De werknemers zullen elk overeenkomstig hun opleiding, hiërarchische functies en de door de
werkgever gegeven instructies op positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid ter
voorkoming van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.
1. Onder geweld op het werk wordt verstaan elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een
ander persoon waarop de specifieke bepalingen van de wet in verbank met geweld, pesterijen
en ongewenst seksueel gedrag op het werk van toepassing zijn, psychisch of fysiek wordt
lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk.
2. Onder pesterijen op het werk wordt verstaan elk onrechtmatig en terugkerend gedrag,
binnen of buiten de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in
gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften en dat
tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische
integriteit van een werknemer of een ander persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is bij
de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of
dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt
gecreëerd.
3. Onder ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan elke vorm van verbaal, nietverbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die er zich schuldig aan
maakt, weet of zou moeten weten, dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en
mannen op het werk.
Het is niet altijd eenvoudig te achterhalen of er sprake is van ontoelaatbaar gedrag. De
grenzen kunnen verschillen naargelang de persoon en de situatie
Elke werknemer die oordeelt het slachtoffer te zijn van een dergelijk gedrag, ongeacht de
dader ervan, heeft het recht klacht in te dienen, zonder vergelding of wraak te moeten vrezen.
De vertrouwenspersonen en de preventieadviseur “pesten op het werk” zijn ermee belast de
werkgever bij te staan bij het uitwerken van een preventiebeleid, en de slachtoffers van
geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk op te vangen en hulp te
verlenen.
De modaliteiten van deze klachtenprocedure worden hieronder vermeld.
§2. preventiemaatregelen
28
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
In het kader van een preventieplan verbindt de werkgever er zich toe de arbeidsplaats zodanig
te organiseren dat geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag maximaal voorkomen
worden.
De maatregelen die getroffen zijn om de werknemers en de daarmee gelijkgestelde personen
te beschermen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zullen
worden opgenomen in het globaal preventieplan, dit volgens het koninklijk besluit van
27.03.1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van
het werk.
Werknemers, vertrouwenspersonen en hiërarchisch oversten worden geïnformeerd en
opgeleid in het licht van de bestrijding tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel
gedrag. De hiërarchisch oversten kijken erop toe dat de beginselverklaring wordt
nageleefd.Elk nieuw personeelslid heeft de kans deel te nemen aan een onthaaldag. Daar zal
elke keer een korte uiteenzetting gegeven worden over de problematiek. Tevens wordt er een
folder ter beschikking gesteld.
De werkgever treft maatregelen waardoor werknemers die het slachtoffer zijn van geweld,
pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, een passende psychologische
ondersteuning krijgen met het oog op opvang, hulp, de ondersteuning en de
wedertewerkstelling van de betrokken werknemer.
§3. procedure
Een slachtoffer van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk kan hulp of
raadgevingen bekomen bij de vertrouwenspersonen, de preventieadviseur “pesten op het
werk”, de medische inspectie en het arbeidsauditoraat.
Vertrouwenspersonen: zie lijst in bijlage
Preventieadviseur: zie in bijlage
Medische inspectie: zie in bijlage
Informele procedure
De vertrouwenspersoon geeft raad, biedt opvang, hulp en de vereiste bijstand aan de
slachtoffers.
Indien het slachtoffer zulks wenst, bemiddelt de vertrouwenspersoon tussen de betrokken
partijen.
Al naargelang de aard van de klacht kan bemiddeling van de arbeidsgeneesheer, de
personeelsverantwoordelijke, een maatschappelijk assistent of een psycholoog worden
overwogen. Indien de vertrouwenspersoon of preventieadviseur vermoeden dat het slachtoffer
professionele hulp nodig heeft , zal hij/zij doorverwezen worden naar een maatschappelijk
assistent of psycholoog van SJERP. De eventuele kosten hieraan verbonden, zullen door de
VUB gedragen worden. SJERP kan op zijn beurt het slachtoffer doorverwijzen naar de
psychiatrische afdeling van het AZ-VUB (kosten gedragen door VUB).
De informele aanpak verdient aanbeveling bij de meeste meldingen van ongewenst gedrag.
29
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Wanneer pogingen om het probleem op informele wijze op te lossen ontoereikend lijken voor
de heersende toestand of indien deze pogingen geweigerd worden of ontoereikend blijken,
kan het slachtoffer de onderstaande procedure volgen:
Formele procedure
Indien de tussenkomst van de vertrouwenspersoon tot geen resultaat leidt of onmogelijk blijkt,
neemt de vertrouwenspersoon de met reden omklede klachten aan, en geeft deze door aan de
preventieadviseur “pesten op het werk”
Deze klacht, ondertekend door de klager, dient gestaafd met concrete feiten, de naam van de
potentiële pester(s) en eventuele getuigen te vermelden.
De preventieadviseur onderzoekt de met redenen omklede klacht en stelt maatregelen voor
aan de werkgever om een einde te maken aan het geschil.
Wanneer de maatregelen ontoereikend zijn of wanneer de werkgever geen maatregelen neemt
en het geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk blijft duren, stopt de
interne procedure en kan men zich wenden tot de Medische Inspectie.
§4 sancties
Onverminderd de bepalingen inzake ontslag en sancties die kunnen voortvloeien uit een
gerechtelijke procedure die werd ingesteld door het slachtoffer, wordt de persoon die zich
schuldig maakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, een sanctie
opgelegd zoals voorzien in het tuchtreglement en conform de daar voorziene procedures.
Aldus kunnen volgende sancties worden opgelegd:
verwittiging
blaam
verandering van functie
het niet toekennen van een bevordering
het tijdelijk schorsen van de arbeidsovereenkomst.
het ontslag om dringende redenen
Ingeval een werknemer misbruik maakt van deze klachtenprocedure zullen eveneens de
hierboven vermelde sancties van toepassing zijn.
Deze sancties kunnen worden opgelegd aan zowel het academisch personeel, als het
administratief en technisch personeel bezoldigd ten laste van de werkingsuitkeringen en van
het patrimonium.
30
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Vertrouwenspersonen, preventieadviseur en medische inspectie, Wet betreffende de
Bescherming tegen Geweld, Pesterijen en Ongewenst Seksueel Gedrag op het Werk:
Vertrouwenspersonen:
-
Rosie Verhaert (ATP)
Chris Beirens (ATP)
Anne-Marie Frédericq (ATP)
Evert Zinzen (ZAP)
Marina Pauwels (ATP)
Joeri Van Den Brande (ATP)
Lief Vandeperre (ATP)
Preventieadviseur:
Kristien Van Lembergen, Preventieadviseur psychosociale aspecten, Attentia
De Villegas De Clercampstraat 182
1853 Stroombeek-Bever
Tel.: 02/263.08.92
Fax.: 02/ 268.02.41
GSM: 0473/925128
e-mail: [email protected]
medische inspectie
Luc Van Hamme
Adviseur-generaal
FOD Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg
Ernest Blerotstraat 1
1070 Brussel
31
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 3
Gegevens externe preventiedienst, interne preventiedienst,
arbeidsgeneesheer, milieucoördinator, lijst hulpverleners
medische
dienst,
Externe preventiedienst
Attentia
Handelskaai 38-40 bus 12
1000 Brussel
preventie-adviseur: Kristien Van Lembergen, tel: 02/263.08.92, GSM: 0473/925128
e-mail: [email protected]
Interne preventiedienst
Campus Ettebeek
Diensthoofd Eric Pauwels
Tel.: 02/629.23.81
Medische dienst
Campus Etterbeek
Gebouw Y
Tel.: 02/629.23.00
Campus Jette
Tel.:02/ 477.42.10
Arbeidsgeneesheer
Mevrouw Vera Machtelinckx
Tel.: 02/629.23.00
Milieucoördinator
Campus Etterbeek
Pleinlaan 2
1050 Brussel
Gebouw M, 1e verdieping, lokaal M110
tel. 02/629.14.75
Campus Jette
Laarbeeklaan 103
1090 Brussel
Gebouw K, 2e verdieping (MICO)
tel. 02/477.49.34
e-mail: [email protected]
32
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Gebouw Verd.
HULPVERLENERS
Verantwoordelijke
Lokaal
Tel.
ETTERBEEK
Adres
C
C
C
1
4
5
JANSSENS Jan
GULDIX Erna
VERCAMMEN Lucille
1C002
4C341
5C439
2474
2553
2588
BIBLIOTHEEK
Fac. RG – Dienst PRIR
Fac. LW – Dienst LWAC
F
F
F
F
0
4
7
8
VAN DEN BOSCH Danny 0F101
3351
3368
3422
3388
Eenheid AAVZ
Fac. WE – Dienst DNTK
Fac. WE – Dienst DBIO
Fac. WE – Dienst DGLG
G
G
G
G
G
G
-1
5
6
8
8
10
GOORENS Robert
0G111
VANKRUNKELSVEN Sarah 5G216
VANBENDEN Inge
6G303B
NUTTIN Guy
8G504C
RAHIER Hubert
8G516
VAN LOOVEREN Joris 10G725
3221
3781
3677
3285
3277
3705
Fac. WE – Dienst DNTK
Fac. TW – Dienst CHIS
Fac. LK – Dienst BIOM
Fac. TW – Dienst POSC
Fac. TW – Dienst POSC
Fac; WE – Dienst DINF
K
K
K
K
K
K
K
K
K
1
2
4
5
5
6
6
6
10
SOL Hugo
DE ROUCK Carine
JONCKERS Viviane
SANSENS Ingrid
PLETINCKX André
CEUPPENS Wilfried
LIEVENS Jenny
PINTELON Ann
NOWE Ann
KB111
2K014
4K214
5K306
5K306
6K410
6K406
6K425
10G711B
2961
2902
2967
2941
2941
2952
2947
2767
3861
Fac. TW- Dienst MEMC
Fac. TW – Dienst TWAC
Fac. WE – Dienst DINF
Fac. TW – Dienst ETRO
Fac. TW – Dienst ETRO
Fac. TW – Dienst ELEC
Fac. TW – Dienst ELEC
Fac. TW – Dienst ELEC
Fac. WE – Dienst DINF
M
M
M
M
M
GV
1
1
1
4
SLEUTEL Werner
ADAM Marleen
ADAM Ingrid
TRUYENS André
VANDERSTEEN Marc
0M023
1M112
1M114B
1M122A
4M410
2023
1500
2005
2251
2138
Fac. IC – Dienst AIVE
DA - DASS
DP-PEBH
DP-PEBH
OW-OWSS
Q
GV
DE SAEDELEER Christiaan
E3.10
2798
FM - CABH
Y’
GV
VAN DEN ABEELE Niklaas
KULTUUR 2326
RT - KULT
ZW
ZW
Z
M
Keuken
1
GV
GV
4
BRAM Svend
VANPRAET Walter
HEYMANS Francis
SMETS Koen
ZW103
0F101
ZE005A
4M435
REST
REST
2808
3350
2811
2184
3354
3353
Fac. TW – Dienst MECH
FM - AAVZ
Fac. TW- Dienst ETEC
R&D
RESTAURANT
RESTAURANT
1348
LESLOKALENBEHEER
4F118D
7F409
VAN DE MAELE Antoine 8F526
VAN DEN BRANDENMarc
Convivium
E
BLIKI Herman
DE SCHUTTER Raf
VAN CAENEGEM Rudi
3
VAN DE VELDE Erwin E3.07
33
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
E
E
E
E
E
E
4
4
7
8
8
E4.11
E4.16
E7.01
E8.03
E8.03
VAN DEN BORRE Danny TD
1997
1988
1934
1980
1980
3111
Fac. WE - DBIT
Fac. WE – Dienst DBIT
Fac. WE – Dienst DBIT
Fac. WE – Dienst DBIT
Fac. WE - Dienst CMIM
TECHNISCHE DIENST
T
GV
DESMET Mieke
3008
FACILITY MANAGEMENT
Gebouw Verd.
HAESAERTS Sarah
BOUCKAERT Julie
CLAEYS Martine
OMASTA Ella
VERCAUTEREN E.
HULPVERLENERS
Verantwoordelijke
T00.001
Lokaal
PAELEMAN Jean-Pierre
Tel.
JETTE
Adres
A
A
A
A
-1
-1
-1
GV
Bureel
TOUSSAINT Rudolf
Bureel
DERDELINCKX Ronny Bureel
OPSOMER Marina
2B114
4251
4251
4103
3857
TECHNISCHE DIENST
TECHNISCHE DIENST
TECHNISCHE DIENST
BIBLIOTHEEK
B
GV
VIJVERMANS Marc
B044
4313
Fac. G & F – Dienst BIOV
G
3
VAN BOLES Christian
G301
4598
Fac G & F – Dienst FABI
K
2
HAMELRIJCK Katrien
K001
4961
Fac. G & F – Dienst MEKO
VUCY
-2
WAEGENEER René
D207
4866
CYCLOTRON
34
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 4
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 VAN 15 OKTOBER 1975
BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN
VROUWELIJKE WERKNEMERS, GEWIJZIGD DOOR
DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
NR. 25 BIS VAN 19 DECEMBER 2001
---------------------
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de
paritaire comités ;
Gelet op het Internationaal Arbeidsverdrag nr. 100 betreffende de gelijke beloning van
mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde en op artikel 119 van
het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ;
Gelet op de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 februari 1975
betreffende het nader tot elkaar brengen van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de
toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers ;
Gelet op punt 5 van het Nationaal interprofessioneel akkoord van 10 februari 1975 betreffende
de gelijkheid inzake arbeidsvoorwaarden ;
Gelet op artikel 47 bis van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon
der werknemers ;
Hebben navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers .....
in de Nationale Arbeidsraad, op 15 oktober 1975, navolgende collectieve arbeidsovereenkomst
gesloten.
HOOFDSTUK I - VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1
Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft ten doel het beginsel van gelijke beloning
voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, dat is neergelegd in artikel 119 van het Verdrag
tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, te verwezenlijken.
35
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
De gelijkheid van beloning houdt in dat voor gelijke arbeid van gelijke waarde ieder
onderscheid naar kunne wordt afgeschaft.
Commentaar
De gelijkheid van beloning moet worden verwezenlijkt op het niveau waar de lonen worden
gevormd.
Artikel 2
De overeenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers bedoeld in artikel 2
van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de
paritaire comités.
HOOFDSTUK II - TENUITVOERLEGGING
Artikel 3
De gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers moet verzekerd worden voor
alle elementen en voorwaarden van het loon, met inbegrip van de systemen van functiewaardering wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt.
In geen geval mogen de systemen van functiewaardering tot discriminatie leiden, noch door de
keuze van de criteria, noch door de weging van die criteria, noch door het systeem van
omzetting van de functiepunten in loonpunten.
Artikel 4
Onder loon wordt verstaan :
1° het loon in geld waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste
van de werkgever ;
2° de fooien of het bedieningsgeld waarop de werknemer recht heeft ingevolge zijn
dienstbetrekking of krachtens het gebruik ;
3° de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking
recht heeft ten laste van de werkgever.
Worden voor de toepassing van onderhavige overeenkomst eveneens in aanmerking genomen :
a) de vergoedingen die krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst en ter aanvulling van het
wettelijk vakantiegeld door de werkgever als vakantiegeld worden betaald ;
b) de vergoedingen die
zekerheidsregelingen.
voortvloeien
uit
de
aanvullende
niet-wettelijke
sociale
36
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Met betrekking tot de toepassingsdatum van lid 2, b) van dit artikel, hebben de partijen besloten
wat volgt :
- als algemene regel zal deze bepaling van kracht worden zodra een nieuwe, door de Raad van
de Europese Gemeenschappen vastgestelde richtlijn het probleem van de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid zal hebben geregeld ;
- met betrekking evenwel tot de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid
die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen waarvoor thans een verschil in regeling voor de
mannelijke en vrouwelijke werknemers bestaat, zal deze bepaling slechts van kracht worden
wanneer maatregelen in het wettelijke vlak zullen genomen zijn.
Commentaar
Het begrip loon moet in de ruime zin worden geïnterpreteerd, conform de geest van de
voorbereidende werkzaamheden van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van
het loon der werknemers (cf. Verslag van de Hr. L.E. TROCLET aan de Commissie
Tewerkstelling, Arbeid en Sociale Voorzorg, Parl. Stuk, Senaat, nr. 115, zitting 1964-1965,
9-2-1965, blz. 9 en 18).
De overeenkomst bepaalt dat de toepassingsdatum van lid 2, b) van dit artikel zal worden
verdaagd en als algemene regel zal afhangen van de datum waarop genoemde richtlijn door de
Raad van de Europese Gemeenschappen zal vastgesteld zijn. Een voorbehoud wordt evenwel
gemaakt voor de voordelen die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen, waar een verschil in
regeling bestaat op nationaal niveau (b.v. pensioenen), aangezien de richtlijn niet onmiddellijk
bij wet ten uitvoer zal worden gelegd en het lot van deze aanvullende niet-wettelijke voordelen
derhalve moet gebonden worden aan de maatregelen die in het wettelijke vlak zullen worden
genomen.
Dit geldt niet voor de aanvullende niet-wettelijke sociale zekerheidsregelingen die gebonden
zijn aan wettelijke uitkeringen waarvoor geen discriminatie bestaat (b.v. verzekering,
ziekte-invaliditeit) en die van kracht zullen worden op de datum waarop de richtlijn van kracht
wordt.
Artikel 5
Elke werknemer die zich benadeeld acht of de representatieve werknemersorganisatie waarbij
de werknemer is aangesloten kan bij het bevoegde rechtscollege een rechtsvordering instellen
om het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers te doen
toepassen.
Commentaar
Conform artikel 4 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, kunnen de representatieve werknemersorganisaties in
rechte optreden ter verdediging van de rechten welke hun leden putten uit de door hen gesloten
overeenkomsten ; deze bevoegdheid doet echter geen afbreuk aan het recht van de leden om zelf
op te treden.
37
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Artikel 6
Een gespecialiseerde paritair samengestelde commissie zal op initiatief van de organisaties, die
onderhavige overeenkomst hebben ondertekend, worden opgericht.
Zij zal tot taak hebben het bevoegde rechtscollege van advies te dienen, indien het erom
verzoekt, omtrent geschillen over de toepassing van het beginsel van gelijke beloning.
[Bovendien zal zij de sociale partners informeren en sensibiliseren met betrekking tot
initiatieven inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen en op verzoek van de paritaire
comités dienaangaande advies en bijstand verlenen] (1).
Commentaar
Wegens de zeer technische aard van tal van geschillen die aan de bevoegde rechtscolleges
kunnen worden voorgelegd omtrent de toepassing van het beginsel van gelijke beloning, hebben
de ondertekenende organisaties zich uitgesproken voor de oprichting van een commissie,
bestaande uit personen die gespecialiseerd zijn op het gebied van de functiewaardering en de
vaststelling van het loon. Zij zal bestaan uit drie leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen en uit drie leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigen ; er zullen
evenveel plaatsvervangende leden worden aangeduid.
De leden van de Commissie kunnen zich naargelang van het geval door deskundigen laten
bijstaan.
De Commissie Vrouwenarbeid zal ingelicht worden over de werkzaamheden van die
Commissie.
[Om een dynamiek te ontwikkelen met het oog op het bewerkstelligen van sekseneutrale
functiewaarderingssystemen, zal de gespecialiseerde paritair samengestelde commissie alle
nuttige informatie verzamelen met betrekking tot initiatieven inzake sekseneutrale
functiewaarderingssystemen en de sociale partners hiervan op de hoogte brengen en
bewustmaken.
Bovendien kunnen de paritaire comités, indien zij dit wensen, dienaangaande de
gespecialiseerde paritair samengestelde commissie om advies en bijstand verzoeken.] (2)
(1)
1).
(2)
Ingevoegd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 bis van 19 december 2001 (artikel
Nieuwe commentaar (Beslissing van de Raad van 19 december 2001).
Artikel 7
§ 1. De werkgever die een werknemer tewerkstelt die hetzij op ondernemingsniveau,
overeenkomstig de op afspraak berustende procedures die in de onderneming van kracht
zijn, hetzij bij de sociale inspectie een met redenen omklede klacht heeft ingediend of die
een rechtsvordering instelt of voor wie een rechtsvordering wordt ingesteld tot herziening
van het loon op basis van onderhavige overeenkomst, mag de arbeidsbetrekking niet
38
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
beëindigen, noch de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen, behalve om redenen die
vreemd zijn aan die klacht of aan die rechtsvordering.
De bewijslast van deze redenen rust op de werkgever, indien de werknemer wordt
ontslagen of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd binnen de 12 maanden
volgend op het indienen van een klacht zoals bedoeld in het vorig lid. Deze bewijslast rust
eveneens op de werkgever in geval van ontslag of eenzijdige wijziging van de
arbeidsvoorwaarden nadat een rechtsvordering werd ingesteld, zoals bedoeld in het vorige
lid en dit tot 3 maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis.
§ 2. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt of de arbeidsvoorwaarden
eenzijdig wijzigt in strijd met de bepalingen van § 1, lid 1 van dit artikel, verzoekt de
werknemer of de vakbondsorganisatie waarbij hij is aangesloten hem opnieuw in de
onderneming op te nemen of hem te herplaatsen in de arbeidspost onder de voorwaarden
vastgesteld in de arbeidsovereenkomst. Het verzoek moet worden gedaan binnen de dertig
dagen die volgen op de datum van de betekening van de opzegging, van de beëindiging
zonder opzegging of van de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De
werkgever moet binnen de dertig dagen volgend op de betekening zich over de aanvraag
uitspreken.
De werkgever die de werknemer opnieuw in de onderneming opneemt of hem opnieuw aan
zijn vroegere arbeidspost tewerkstelt, moet het door de werknemer wegens ontslag of
wijziging van de arbeidsvoorwaarden gederfde loon betalen alsmede de werkgevers- en
werknemersbijdragen op dat loon storten.
§ 3. Wanneer de werknemer ingevolge het in § 2, lid 1 bedoelde verzoek niet opnieuw wordt
opgenomen of niet wordt herplaatst in zijn arbeidspost en er geoordeeld werd dat het
ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden indruist tegen de
beschikkingen van § 1, lid 1, zal de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen
die, naargelang van de keuze van de werknemer, gelijk is hetzij aan een forfaitair bedrag
dat overeenstemt met het brutoloon voor zes maanden, hetzij aan de werkelijke door de
werknemer geleden schade; in laatstgenoemd geval zal de werknemer de omvang van de
geleden schade moeten bewijzen.
§ 4. De werkgever is verplicht dezelfde vergoeding uit te betalen, zonder dat de werknemer het
in § 2, lid 1 bedoelde verzoek om opnieuw te worden opgenomen of in de arbeidspost te
worden herplaatst, moet indienen:
1. wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst verbreekt, omdat het gedrag van de
werkgever in strijd is met de beschikkingen van § 1, lid 1, wat in hoofde van de
werknemer een dringende reden is om de arbeidsovereenkomst te verbreken;
2. wanneer de werkgever de werknemer heeft ontslagen om een dringende reden, op
voorwaarde dat het bevoegde rechtsorgaan dit ontslag voor ongegrond houdt en in strijd
acht met de beschikkingen van § 1, lid 1.
Commentaar
39
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Dit artikel voorziet in een bescherming tegen ontslag, in die zin dat de werkgever geen einde
mag maken aan de arbeidsbetrekking om redenen die verband houden met het instellen van een
rechtsvordering of het indienen van een klacht.
De procedure voor het indienen van de klacht moet soepel worden toegepast. Deze klacht kan
worden ingediend volgens een op afspraak berustende procedure op ondernemingsniveau of bij
de sociale inspectie, doch de schriftelijke klacht, ingediend door een werknemer die is
aangesloten bij een niet in de onderneming vertegenwoordigde vakorganisatie kan eveneens als
geldig worden beschouwd.
Deze bescherming geldt eveneens wanneer, ingevolge het indienen van een klacht of het
instellen van een vordering de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd, b.v. het
doorvoeren van onverantwoorde mutaties, d.w.z. mutaties die niet noodzakelijk zijn wegens de
normale organisatie van het werk in de onderneming. Anderdeels dient de aandacht te worden
gevestigd op het feit dat, volgens de rechtspraak, de eenzijdige wijziging van een essentiële
voorwaarde van de arbeidsovereenkomst de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor
gevolg kan hebben.
In geval van ontslag of van eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden, wegens
hogergenoemde niet verantwoorde redenen, verzoekt de werknemer of de vakbondsorganisatie
waarbij hij is aangesloten om de wederopneming in de onderneming of in zijn arbeidspost.
Indien dit wordt geweigerd, moet de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen
wanneer het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden als strijdig met de
bepalingen van § 1, lid 1 van dit artikel werden beoordeeld. Deze vergoeding is, naargelang van
de keuze van de werknemer, gelijk aan hetzij een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het
brutoloon voor zes maanden, hetzij een bedrag dat overeenstemt met de werkelijk geleden
schade, op voorwaarde dat de werknemer de omvang ervan kan bewijzen.
HOOFDSTUK III - BEKENDMAKING
Artikel 8
De tekst van onderhavige overeenkomst wordt in bijlage bij het arbeidsreglement van de
onderneming gevoegd.
HOOFDSTUK IV - SLOTBEPALINGEN
Artikel 9
Deze overeenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd; zij wordt van kracht op de datum
van de ondertekening ervan, met uitzondering van de bepalingen van artikel 4, lid 3.
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met
een opzeggingstermijn van zes maanden.
De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen aangeven
en amendementsvoorstellen indienen; de andere organisaties gaan de verbintenis aan deze
binnen de termijn van een maand na ontvangst, in de Nationale Arbeidsraad te bespreken.
40
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
HOOFDSTUK V - VERPLICHTENDE BEPALINGEN
Artikel 10
De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan de nodige maatregelen te treffen opdat de
sociale rechters en raadsheren, die in de arbeidsrechtbanken en -hoven als werknemers of als
werkgevers zetelen, zouden worden ingelicht over het bestaan van de bij artikel 6 van
onderhavige overeenkomst voorziene gespecialiseerde commissie. Tevens verbinden zij zich
ertoe aan hun organisaties, die in rechte zouden optreden ter verdediging van de uit onderhavige
overeenkomst voortvloeiende rechten, aan te bevelen dat zij het bevoegde rechtscollege zouden
vragen genoemde commissie te raadplegen.
[De ondertekenende partijen gaan bovendien de verbintenis aan om de nodige maatregelen te
treffen opdat de paritaire comités zouden worden ingelicht over de in artikel 6, derde lid van
onderhavige overeenkomst voorziene rol van de gespecialiseerde paritair samengestelde
commissie inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen.] (1)
Commentaar
[Ter uitvoering van artikel 10, tweede lid hebben de ondertekenende partijen de mededeling
nr. 8 van 19 december 2001 aan de paritaire comités overgemaakt betreffende de rol van de
bij artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 van 15 oktober 1975 betreffende
de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers opgerichte gespecialiseerde
paritair samengestelde commissie inzake neutrale functiewaarderingssystemen.] (2)
Artikel 11
De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan de resultaten van de toepassing van
onderhavige overeenkomst te onderzoeken, ten laatste 12 maanden na de inwerkingtreding
ervan.
x
x
x
Gelet op artikel 28 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, verzoekt de Nationale Arbeidsraad dat de
artikelen 1 tot 9 van deze overeenkomst door de Koning algemeen verbindend zouden worden
verklaard.
Gedaan te Brussel, op vijftien oktober negentienhonderd vijfenzeventig.
(1)
1).
(2)
---------------------Ingevoegd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 bis van 19 december 2001 (artikel
Nieuwe commentaar (Beslissing van de Raad van 19 december 2001).
c.a.o. 25/6.
19.12.2001
41
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 5
Afgevaardigden ondernemingsraad, comité preventie en bescherming op het werk
ONDERNEMINGSRAAD
Werkgeversafvaardiging
-
E. Van Gelder, Voorzitter Raad van Bestuur
N. Van Craen, financieel beheerder
J. Van Leemput, algemeen directeur
J. Veny, Directeur personeel
G.Geeraerts
J.Wastiels
Luc Hens
Personeelsafvaardiging
Kaderleden
Effectief verkozenen
Scholiers Peter (ABVV)
Lutjeharms Madeline (ABVV)
Plaatsvervangers
Van Bellingen Jozef (ABVV)
Stijns Erik (ABVV)
Bedienden
Effectief verkozenen
Aelbrecht Jean (ACLVB)
Segers Marguerite (ACLVB)
Hebbelinck Rita (ACLVB)
Van Den Berghe Lucien (ACLVB)
Coulier Jo (ABVV)
Opsomer Marina (ABVV)
Corijn Eric (ABVV)
Servranckx Liesbeth (ABVV)
Pieters Yvette (ABVV)
Danckaert Jan (ABVV)
Willems Rudi (ABVV)
Plaatsvervangers
Van Der Snickt Lutgarde (ACLVB)
Goossens Andre (ACLVB)
Stevens Nikie (ACLVB)
Knaepen Andrea ( ACLVB)
Steenhaut Oscar (ABVV)
Lafruit Josee (ABVV)
De Meersman – Uyttersprot Maria (ABVV)
Van Der Kelen Frank (ABVV)
Kavadias Dimo (ABVV)
Deschouwer Luc (ABVV)
Bosman Nadia (ABVV)
Jeugdigen
Effectief verkozenen
Vierendeels Christoff (ABVV)
plaatsvervanger
Deschacht Nick (ABVV)
42
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
COMTIE PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
Werkgeversafvaardiging
-
E. Van Gelder, Voorzitter Raad van Bestuur
J. Van Leemput, algemeen directeur
N. Van Craen, financieel beheerder
M. Hendrickx, directeur technische diensten
J. Veny, Directeur Personeel
J.P. Van Bendegem
P. De Baetselier
L. Hens
Personeelsafvaardiging
Bedienden
Effectief verkozenen
Dehaeseleer Yves (ACLVB)
Van der Snickt Lutgarde (ACLVB)
Merckx Philippe (ACLVB)
Pieters Yvette (ABVV)
Heymans francis (ABVV)
Cuppens Fien (ABVV)
Van Boles Chris (ABVV)
Devuyst Greta (ABVV)
Coulier Jo (ABVV)
Minner Walter (ABVV)
Bronselaer Brigitte (ABVV)
plaatsvervangende
Hermans Guy (ACLVB)
De Smet Maria (ACLVB)
De Leeuw Tony (ACLVB)
De Deken Nancy (ABVV)
Van Der Kelen Frank (ABVV)
Van Den Storme Edward (ABVV)
Vandenbergen Ingrid (ABVV)
Tys Dries (ABVV)
Vaeremans Carine (ABVV)
Pauwels Marina (ABVV)
Mares Ann (ABVV)
Jeugdige werknemers
Effectief verkozen
Johnbull Memuna (ABVV)
plaatsvervanger
Dehon Pieter (ABVV)
43
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 6:
Controle op e-mail, internet- en intranetgebruik
De werkgever moedigt het gebruik van online communicatie voor professioneel gebruik aan
en heeft een ICT-reglement opgesteld.
Iedere werknemer ontvangt hiervan een exemplaar en het reglement is tevens te raadplegen op
de website.
De hierna volgende regels bevatten de essentiële bepalingen ervan.
1.
De communicatiemiddelen worden alleen beroepsmatig aangewend, dit op een wijze die het
imago van de onderneming en de kwaliteit van het werk van de betrokkenen bevordert.
2.
Privé-gebruik van deze communicatiemiddelen is toegelaten, op voorwaarde dat dit de goede
werking van de dienst niet in het gedrang brengt. Bij privé-gebruik duidt u dit in de
communicatie aan. Inkomende privé-mail slaat u in een duidelijk gemarkeerde folder op.
3.
Er is een permanente controle van het gebruik, met het oog op de beveiliging van het netwerk,
het beschermen van de vertrouwelijkheid van gegevens, een waardig gebruik van de
communicatiemiddelen, het voorkomen van overbelasting van het netwerk en van de
verzekering van de continuïteit van de dienst.
4.
Deze controle dient als volgt te gebeuren:
1. controle op de inhoud van de communicatie : principieel verbod
Geen enkele controle kan uitgevoerd worden op de inhoud van de communicatie tussen
gebruikers, behoudens uit absolute strafrechterlijke noodzaak. Onder dit verbod valt niet de
geautomatiseerde verwerking in het kader van bijvoorbeeld een antivirus- en/of
antispamfiltering daar deze enkel tot doel hebben de integriteit van de ICT-infrastructuur te
bewaren.
2. controle op de communicatiegegevens
- grondbeginsel en finaliteit
Volgens de hieronder vermelde voorwaarden kan de VUB en met name de algemene ICTbeheerder overgaan tot de controle van de communicatiegegevens van de gebruikers. Dit
betreft de gegevens die toelaten een afzender en/of ontvanger te identificeren, een op het
Internet geconsulteerde site, tijdstip en duur van de communicatie, aantal berichten, volume
enz...
Dergelijke controle kan echter enkel uitgevoerd worden voor één van de volgende doeleinden:
44
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
1) het voorkomen van onwettige of lasterlijke feiten, van feiten strijdig met de goede
zeden, van de aantasting van de waardigheid van derden (bv.: piraterij,
kwaadaardigheid, onrechtmatig toe-eigenen van rekeningen, misbruik van het
netwerk, enz...)
2) de bescherming van de economische en financiële belangen van de VUB die een
vertrouwelijk karakter hebben
3) de veiligheid en/of de goede technische werking van de ICT-infrastructuur van de
VUB, met inbegrip van het toezicht op de kosten die ermee gepaard gaan, evenals de
materiële bescherming van de installaties van de VUB (vb.: interventie van de
beheerder om overmatig gebruik van het netwerk vast te stellen en te beëindigen)
4) het te goeder trouw naleven van de aan de VUB geldende beginselen en deze
gebruiksregels;
De hierboven beschreven controle mag geen systematisch karakter vertonen.
- directe en indirecte controle
Voor hoger genoemde punten 1) tot en met 3) kan de algemene ICT-beheerder een directe
controle uitoefenen op de communicatiegegevens van een gebruiker, zonder deze
voorafgaandelijk in te lichten. In geval van onregelmatigheid zal het diensthoofd van de
gebruiker of de decaan van de student op de hoogte gebracht worden. Indien nodig wordt de
computeraccount en/of de netwerktoegang afgesloten tot de normale situatie hersteld is. Het
diensthoofd of de decaan zal de maatregelen nemen die hij opportuun acht. Disciplinaire
maatregelen worden desgevallend genomen volgens de vigerende procedures.
In geval 4) kan de algemene ICT-beheerder enkel een indirecte controle uitoefenen volgens de
hierna vermelde procedure :
- indien een onregelmatigheid vastgesteld wordt kan niet onmiddellijk tot
individualisering overgegaan worden. Eerst dient de gehele gemeenschap van deze
onregelmatigheid op de hoogte gebracht te worden en gewaarschuwd dat indien deze
zich opnieuw voordoet, tot individualisering zal overgegaan worden.
- in geval er zich toch nog een onregelmatigheid voordoet na deze algemene
waarschuwing, kan de algemene ICT-beheerder de ervoor verantwoordelijk geachte
gebruiker individualiseren. Dan treedt de volgende procedure in werking :
o voorafgaand aan elke sanctie of beslissing wordt de betrokken gebruiker met
zijn diensthoofd/decaan uitgenodigd voor een gesprek waarbij hij de
mogelijkheid krijgt zijn bezwaren te uiten met betrekking tot de evaluatie of
voorgenomen beslissing en zijn gebruik van de hem ter beschikking gestelde
ICT-middelen nader te verklaren;
o na dit gesprek kan de algemene ICT-beheerder tijdelijk de computeraccount of
de netwerktoegang van de gebruiker afsluiten tot de normale situatie hersteld
is. Het diensthoofd/de decaan zal de maatregelen nemen die hij opportuun
acht. Disciplinaire maatregelen worden desgevallend genomen volgens de
vigerende procedures.
- evenredigheidsbeginsel
45
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Welke ook de toegepaste procedure is, de controle op de communicatiegegevens van de
gebruikers blijft onderworpen aan het evenredigheidsbeginsel dat deze controle beperkt tot
wat strikt noodzakelijk is om te voldoen aan de beoogde wettige finaliteit.
3. Systematische gegevensopslag om de veiligheid en de goede werking van de ICTinfrastructuur te verzekeren
De gebruikers worden ervan op de hoogte gebracht dat het gebruik van de ICT-infrastructuur
van de VUB de systematische en automatische opslag en archivering met zich meebrengt van
gegevens met betrekking tot de gebruikers (afzender en/of ontvanger), het tijdstip, de duur, de
frequentie, het volume en de aard van bepaalde elektronische handelingen. Sommige
gegevens kunnen een persoonlijk karakter bezitten. Deze gegevens zijn slechts toegankelijk
voor een beperkt aantal personeelsleden, verantwoordelijk voor het beheer van de ICTinfrastructuur. Zij worden verzameld met als doel :
- de statistische verwerking met het oog op een optimaal beheer van de ICTinfrastructuur (lange termijnbeheer);
- de gebruikers te identificeren in geval van technische problemen of verkeerde
configuratie van hardware of software (korte termijnbeheer);
De gebruikers worden er eveneens van op de hoogte gebracht dat gegevens die zich op hun
persoonlijke werkpost of op de eigen ruimte van een multi-user server bevinden, opgeslagen
kunnen worden in het kader van een regelmatige backup procedure. Deze opslag dient
uitsluitend om eventueel verloren gegane bestanden te kunnen recupereren.
4. Bewaartijd van de gegevens
De gegevens met betrekking tot de gebruikers worden maar zo lang bewaard als nodig voor
de beoogde finaliteit, onverminderd de wettelijke bepalingen die de werkgever en bij extensie
de ICT-beheerder een langere bewaartijd opleggen.
De hierna vermelde bewaartijden zijn slechts illustratief en betreffen enkel de centrale
voorzieningen (Rekencentrum en VUBnet). Zij kunnen op elk ogenblik gewijzigd worden
zonder voorafgaandelijke waarschuwing.
-
gebruiksgegevens van de Web Proxy servers : een week;
gedetailleerde accounting van de mail- en rekenservers : een week;
toegangsgegevens tot de mail- en rekenservers en hun gecondenseerde accounting :
onbeperkt;
tijdstip van verzenden/ontvangen van email, grootte van het bericht, identiteit van
verzender/ontvanger : 12 tot 18 maanden;
modemgebruik, inclusief nummer: 12 tot 18 maanden;
toegang tot Web en FTP servers, naam van bestanden en URL’s : 12 tot 18 maanden;
De gegevens die verzameld worden in toepassing van CAO 81 worden slechts zolang
bewaard als nodig voor de controle en voor de duur van een eventuele disciplinaire procedure.
46
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 7: controle op GSM-gebruik
Er wordt uitgegaan van de eerlijkheid van de gebruiker bij het louter professioneel gebruik of
bij het invoeren van de escapecode ter onderscheiding van beroeps - en privé-gesprekken.
Steekproefsgewijs zullen er door het hoofd van de hoofdeenheid, de rekeninghouder of de
projectverantwoordelijke controles worden uitgevoerd op de rekeningen van
beroepsgesprekken.
Ook bij vermoeden van misbruik zullen de rekeningen van naderbij bekeken worden.
47
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 8A
COLLECTIEVE BEDRIJFSOVEREENKOMST
Tussen de ondergetekenden
1. De Vrije Universiteit Brussel, met zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 2, die de
rechtspersoonlijkheid geniet bij de wet van 28 mei 1970, vertegenwoordigd
overeenkomstig artikel 47 van haar statuten door :
De heer Rik Van Aerschot, Voorzitter van de Raad van Bestuur, wonende te 1800
Vilvoorde, D’aubreméstraat 42
De heer Benjamin Van Camp, Rector, wonende te 1950 Sint-Martens-Lennik, Oude
Brusselsebaan 9
Mevrouw Rosette S ‘Jegers, Vice-Rector Onderwijs, wonende te 3090 Overijse, Poelweg
14
hierna de werkgever genoemd
en
2. De volgende representatieve werknemersorganisaties
- ACLBV – VSOA
vertegenwoordigd door de heer Frank Lefever handelend in de hoedanigheid
van secretaris-coördinator
- ABVV
vertegenwoordigd door de heer Marc Borremans handelend in de hoedanigheid
van provinciaal secretaris
wordt de volgende collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten :
Artikel 1 : Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vindt toepassing op :
- de werkgever
- alle leden van het academisch, het administratief en het technisch personeel in dienst
van de werkgever, voorzover zij niet bezoldigd worden lastens afdeling I van de
begroting van de universiteit, in de zin van artikel 154 van het decreet van 12 juni
1991betreffende de Universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap ;
Artikel 2 : Inhoud
48
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
De drempel van 5 % inzake gelijktijdige afwezigheden, zoals bedoeld in artikel 17 § 1 van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis van 19 december 2001 tot invoering van een
stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot
een halftijdse betrekking, wordt niet toegepast.
Artikel 3 : Duur van de overeenkomst
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor een onbepaalde tijd afgesloten en heeft
uitwerking met ingang van heden.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn
van drie maanden, die betekend wordt door een aangetekende brief aan elk der contracterende
partijen.
Opgesteld te Brussel op 01 september 2002 in vijf exemplaren, elk der partijen verklarend één
exemplaar ontvangen te hebben. Een exemplaar zal worden neergelegd ter griffie van de
dienst voor Collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
door de meest gerede partij.
De representatieve werknemersorganisaties
De Werkgever
Namens ACLVB – VSOA
Rik Van Aerschot
Voorzitter Raad van Bestuur
Frank Lefever
Secretaris - coördinator
Namens ABVV
Marc Borremans
Provinciaal secretaris
Benjamin Van Camp
Rector
Rosette S’Jegers
Vice-Rector Onderwijs
49
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 8B
COLLECTIEVE BEDRIJFSOVEREENKOMST
Tussen de ondergetekenden
1. De Vrije Universiteit Brussel, met zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 2, die de
rechtspersoonlijkheid geniet bij de wet van 28 mei 1970, vertegenwoordigd
overeenkomstig artikel 47 van haar statuten door :
De heer Rik Van Aerschot, Voorzitter van de Raad van Bestuur, wonende te 1800
Vilvoorde, D’aubreméstraat 42
De heer Benjamin Van Camp, Rector, wonende te 1950 Sint-Martens-Lennik, Oude
Brusselsebaan 9
Mevrouw Rosette S ‘Jegers, Vice-Rector Onderwijs, wonende te 3090 Overijse, Poelweg
14
hierna de werkgever genoemd
en
2. De volgende representatieve werknemersorganisaties
- ACLBV – VSOA
vertegenwoordigd door de heer Frank Lefever handelend in de hoedanigheid
van secretaris-coördinator
- ABVV
vertegenwoordigd door de heer Marc Borremans handelend in de hoedanigheid
van provinciaal secretaris
wordt de volgende collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten :
Artikel 1 : Toepassingsgebied
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vindt toepassing op :
- de werkgever
- alle leden van het academisch, het administratief en het technisch personeel in dienst
van de werkgever, voorzover zij niet bezoldigd worden lastens afdeling I van de
begroting van de universiteit, in de zin van artikel 154 van het decreet van 12 juni
1991betreffende de Universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap ;
Artikel 2 : Inhoud
50
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
De drempel van 5 % inzake gelijktijdige afwezigheden, zoals bedoeld in artikel 17 § 1 van de
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis van 19 december 2001 tot invoering van een
stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot
een halftijdse betrekking, wordt niet toegepast.
Artikel 3 : Duur van de overeenkomst
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor een onbepaalde tijd afgesloten en heeft
uitwerking met ingang van heden.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn
van drie maanden, die betekend wordt door een aangetekende brief aan elk der contracterende
partijen.
Opgesteld te Brussel op 01 september 2002 in vijf exemplaren, elk der partijen verklarend één
exemplaar ontvangen te hebben. Een exemplaar zal worden neergelegd ter griffie van de
dienst voor Collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
door de meest gerede partij.
De representatieve werknemersorganisaties
De Werkgever
Namens ACLVB – VSOA
Rik Van Aerschot
Voorzitter Raad van Bestuur
Frank Lefever
Secretaris - coördinator
Namens ABVV
Marc Borremans
Provinciaal secretaris
Benjamin Van Camp
Rector
Rosette S’Jegers
Vice-Rector Onderwijs
51
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
Bijlage 9
Adresgegevens inspectiediensten sociale wetten:
Arbeidsinspectie:
Résidence Palace
Blok A, 8ste verdiep
Wetstraat 155
1040 Brussel
Tel. 02/287.38.00
Fax. 02/287.38.37
Vragen over welzijn op het werk:
Ir. Directeur Luc Van Hamme
Belliardstraat 51
1040 Brussel
Tel. 02/233.45.46
Fax. 02/233.45.23
Medische inspectie:
Directeur-generaal: Jean-Marie De Coninck
Belliardstraat 51
1040 Brussel
Tel. 02/233.41.11
Fax. 02/233.46.40
Bijlage 10
52
ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING
Def. versie met bijlagen
BEGINSELVERKLARING INZAKE DIVERSITEIT _
Leren, leven en werken aan de VUB in verscheidenheid
De VUB staat voor hoogstaand academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
allebei met een sterke maatschappelijke inbedding. We vormen kritisch, zelfstandig
denkende mensen in een open sfeer van vrij onderzoek, vrijheid, verdraagzaamheid en
verscheidenheid.
Die verscheidenheid is een kenmerk van onze maatschappij, met haar veelvoudige
verschillen in culturen, gewoonten en opvattingen. Verschillen die een rijkdom
vertegenwoordigen, maar die ook nieuwe inspanningen en sociale leerprocessen
vergen. De aanwezigheid van mensen met een verschillende achtergrond zorgt
bovendien voor nieuwe ideeën vanuit andere invalshoeken en betekent een verrijking
van onze instelling. Kortom, van verscheidenheid wordt iedereen beter. Als Vlaamse
universiteit heeft de VUB in Brussel een bijzondere rol te spelen in deze thematiek.
Vanuit deze visie en hierin gesteund door verschillende decreten en door onze traditie,
willen wij een beleid voeren dat niet enkel de diversiteit in onze samenleving
aanvaardt, maar ook actief alles in het werk stelt om iedereen gelijke kansen te geven.
Zo bouwen we mee aan een democratische en vrije samenleving, die zorg draagt voor
alle minderheden en actief optreedt tegen maatschappelijke uitsluiting.
Daarom stelt de VUB zich tot doel de verscheidenheid in de samenleving positief te
benaderen, zowel in haar studieprogramma's als op het vlak van haar studentenbeleid
en personeelsbeleid en dit door gelijke kansen te garanderen voor iedereen, zonder
onderscheid op grond van geslacht, sociale of etnische afkomst, levensbeschouwing,
seksuele geaardheid, leeftijd of handicap. Via deze benadering wordt de integriteit van
elk individu gerespecteerd, met al zijn gaven en gebreken.
Om deze doelstelling in de praktijk om te zetten, zal de VUB maatregelen nemen die
zodanig geformuleerd worden dat ze regelmatig en aan de hand van kwantificeerbare
gegevens zullen worden geëvalueerd. Deze maatregelen zullen betrekking hebben op
alle aspecten van de universiteit zoals onderwijs en onderzoek, studentenbeleid,
studentenvoorzieningen en studentenrekrutering, en het personeels- en wervingsbeleid.
53
Download