ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen ARBEIDSREGLEMENT VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL 1 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Inhoudstafel: I. Algemene inlichtingen Algemeen Artikel 1: toepassingsgebied Artikel 2: persoonlijke inlichtingen II. Uurroosters en arbeidsduur Artikel 3: arbeidsduur Artikel 4: uurrooster III. Voorzienbaar verlet en vertraging Artikel 5: voorzienbaar verlet Artikel 6: vertraging IV. Schorsing van de overeenkomst Artikel 7: schorsing wegens ziekte of ongeval V. Rustdagen, feestdagen, vakantiedagen Artikel 8: rustdagen Artikel 9: feestdagen Artikel 10: vakantiedagen VI. Het loon Artikel 11: uitbetaling Artikel 12: procedure voor fouten in de berekening VII. Verlies van hoedanigheid van werknemer, definitieve neerlegging van de functie, opzeggingstermijnen en dringende redenen Artikel 13: Artikel 14: het vrijwillig ontslag Artikel 15: de pensionering Artikel 16: de werkverlating Artikel 17: de definitieve beroepsongeschiktheid Artikel 18: de vaststelling van de definitieve lichamelijke ongeschiktheid voor het van de functie 2 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Artikel 19: het ontslag om dringende redenen VIII. Rechten en plichten van het toezichthoudend personeel Artikel 20 IX. Veiligheid, hygiëne en gezondheid Artikel 21: medisch onderzoek Artikel 22: eerste hulp en verbandkisten Artikel 23: arbeidsongeval Artikel 24: bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk X. Tucht Artikel 25 XI. Straffen Artikel 26 XII. Bijzondere bepalingen Artikel 27: aansprakelijkheid Artikel 28: beroepsgeheim Artikel 29: internet, e-mail en telefoongebruik Artikel 30: verbod op alcohol en druggebruik Artikel 31: rookverbod Artikel 32: milieubescherming Artikel 33: non-discriminatie Artikel 34: resultaten van ontwikkeling en onderzoek Artikel 35: reglementen en collectieve akkoorden van toepassing in de instelling Artikel 36: gelijke beloning van mannen en vrouwen 3 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen I. ALGEMENE INLICHTINGEN Algemeen 1. Werkgever: Vrije Universiteit Brussel, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 2 2. Werknemer: lid van het administratief en technisch personeel in de vaste personeelsformatie werkingsuitkering. 3. Inschrijvingsnummer RSZ: 075/748.252.17 4. Kinderbijslagfonds: Attentia – Kinderbijslag v.z.w. Maatschappelijke zetel: Jubelfeestlaan 153, 1080 Brussel Kantoor: Louizalaan 251, Bus 4 1050 Brussel Website: www.attentia.be 5. Wetsverzekering arbeidsongevallen: Ethias, Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt, polisnummer 6.550.214 6. Sociaal Secretariaat: - loonadministratie: eigen beheer - DMFA: SSE sociaal secretariaat Nijverheidsstraat 16 8760 Meulebeke 7. De wet op de Kruispuntbank en haar uitvoeringsbesluiten zijn ter beschikking van het personeel op het secretariaat van de personeelsdienst. Onderhavig arbeidsreglement werd ingediend bij het kantoor van de gewestelijke Sociale Inspectie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid te ……………….. en draagt het nummer ……………….. 4 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Artikel 1: toepassingsgebied § 1. Dit arbeidsreglement en de bijlagen1 regelen de arbeidsvoorwaarden van de werknemers. § 2. Alle werknemers ontvangen een exemplaar van het arbeidsreglement met bijlagen en verbinden zich ertoe middels het ondertekenen van een ontvangstbewijs dat ze het reglement aanvaarden en zullen naleven. § 3. Er kan alleen in individuele gevallen worden van afgeweken, tijdelijk of definitief, zonder echter de bestaande andere wettelijke of reglementaire voorschriften te overtreden. Deze afwijkingen moeten schriftelijke, in tweevoud opgestelde, overeenkomsten tussen de werkgever en de werknemer uitmaken en kunnen niet gesteund zijn op een of ander gebruik of ongeschreven akkoord. Deze individuele afwijkingen zullen aan de ondernemingsraad worden meegedeeld. § 4. De arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 is aanvullend van toepassing voor alle leemtes niet voorzien in de wettelijke bepalingen en reglementen. Artikel 2: persoonlijke inlichtingen § 1. Ten einde een correcte personeels- en loonadministratie te verzekeren verstrekt de werknemer aan de personeelsdienst alle inlichtingen die nodig zijn om de sociale wetgeving toe te passen, om uitkeringen te verkrijgen, te doen schorsen of te beëindigen, van elke adresverandering en elke wijziging van burgerlijke staat, nationaliteit of gezinslast. De werknemer verwittigt tevens onmiddellijk de personeelsdienst indien hij/zij slachtoffer is van een arbeidsongeval of een gemeenrechtelijk ongeval en geeft een volledige toelichting van de omstandigheden. §2. Deze gegevens worden verzameld, opgeslagen, verwerkt en aangewend in overeenstemming met de Wet van 8 december 1992 tot Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. 1 De bijlagen vormen een integraal onderdeel van het arbeidsreglement en wijzigingen aan de bijlagen dienen volgens de geldende wettelijke procedure te verlopen. 5 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen II. UURROOSTERS EN ARBEIDSDUUR Artikel 3: arbeidsduur §1. Voor een werknemer die voltijds wordt tewerkgesteld bedraagt de wekelijkse arbeidsduur 38 uren, gespreid over 5 werkdagen van maandag tot en met zaterdag a rato van 7u36 per dag. §2. Voor de deeltijdse werknemers bedraagt de wekelijkse arbeidsduur een procentueel aandeel van 38 uren overeenkomstig de omvang van hun deeltijds dienstverband. De prestaties worden geleverd hetzij gespreid over 5 werkdagen van maandag tot en met zaterdag, hetzij gespreid over een kleiner aantal dagen van maandag tot en met zaterdag, met dien verstande dat de dagelijkse arbeidsduur 7.36u niet overschrijdt. §3. Uitzonderlijk, tijdelijk en in functie van de dienstnoodwendigheden kan schriftelijk van deze uurroosters worden afgeweken in een individuele arbeidsovereenkomst. In voorkomend geval betreft dit een gunstmaatregel en kan dit zeker niet worden beschouwd als een verworven recht. Artikel 4: uurroosters §1. De uurroosters zijn vastgelegd overeenkomstig de regeling in bijlage. Van deze uurroosters kan worden afgeweken in zoverre dat en in de mate dat dit bij wet en/of door een collectieve arbeidsovereenkomst is toegestaan. III. VOORZIENBAAR VERLET EN VERTRAGING Artikel 5: voorzienbaar verlet §1. Elk te voorzien verlet dient ten laatste drie werkdagen op voorhand te worden aangevraagd. Kan de werknemer om gegronde redenen een dergelijke afwezigheid toch niet vooraf aanvragen, dan moet hij of eventueel een derde persoon in de mate van het mogelijke, voor de normale werkaanvang en ten laatste binnen één uur na het aanvangsuur van de dienst zijn directe chef verwittigen. 6 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen De werknemer moet in de mate van het mogelijke zijn afwezigheid uiterlijk op de eerstvolgende werkdag rechtvaardigen. Artikel 6: vertraging §1. Iedere werknemer die om redenen onafhankelijk van zijn wil, verhinderd is om op tijd of niet op de plaats van het werk te komen, moet onmiddellijk met alle mogelijke middelen dezelfde dag zijn directe chef op de hoogte brengen van zijn afwezigheid. Het bewijs van de reden van vertraging kan geleverd worden door alle middelen, getuigenissen inbegrepen. §2. Iedere werknemer die voor het einde van de arbeidsdag uitzonderlijk het werk wenst te verlaten, moet daartoe vooraf de toelating bekomen hebben van zijn/haar directe chef . IV. SCHORSING WEGENS ZIEKTE OF ONGEVAL Artikel 7: schorsing wegens ziekte of ongeval §1. Een werknemer afwezig wegens ziekte of ongeval heeft ziekteverlof. §2. Bij afwezigheid ingevolge ziekte of ongeval verwittigt de werknemer dezelfde dag zijn/haar directe chef met vermelding van de verblijfplaats indien deze verschillend is van de woonplaats. De directe chef meldt de afwezigheid aan de personeelsdienst middels het daartoe door de personeelsdienst ter beschikking gestelde formulier ‘Afwezigheid’. §3. Elke afwezigheid van twee of meer werkdagen ingevolge ziekte, ongeval of zwangerschap, dient te worden gestaafd door een geneeskundig getuigschrift. Voor afwezigheden van minder dan 3 werkdagen wordt het getuigschrift uiterlijk op het moment van werkhervatting overgemaakt aan de personeelsdienst. Voor afwezigheden van 3 werkdagen of langer wordt het getuigschrift binnen de 48 uur na uitreiking door de verstrekkende arts opgestuurd naar de personeelsdienst. De postdatum geldt als bewijs. §4. Bij verlenging van het ziekteverlof stuurt de werknemer zo snel mogelijk en ten laatste de dag waarop het verlof verstrijkt, een nieuw medisch getuigschrift naar de personeelsdienst en licht het de directe chef in. 7 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen §5. De werknemer moet bij hem thuis de door de werkgever gemandateerde controlearts ontvangen en zich door hem laten onderzoeken om de werkonbekwaamheid na te gaan. Indien de werknemer gedurende zijn werkonbekwaamheid ergens anders woont, moet hij de adreswijziging onmiddellijk melden aan de personeelsdienst. Wanneer de werknemer de woonplaats mag verlaten bepaalt de werkgever of de medische controle thuis bij de werknemer of bij de controlerende geneesheer plaatsvindt. § 6. Indien de werknemer deze regels niet in acht neemt, kan hij het voordeel van het gewaarborgd loon verliezen. § 7. De werkgever kan na een schorsing wegens arbeidsongeschiktheid, de werkhervatting afhankelijk maken van een onderzoek door de arbeidsgeneesheer van de geschiktheid van de werknemer. V. RUSTDAGEN, FEESTDAGEN, VAKANTIEDAGEN Artikel 8: rustdagen Onder voorbehoud van de dienstregelingen, zijn de normale rustdagen de zondagen, de wettelijke feestdagen of de dagen die de wettelijke feestdagen vervangen, de dagen van de jaarlijkse vakantie en de extrawettelijke vrije dagen. Artikel 9: feestdagen §1. Onverminderd de wettelijke bepalingen die van kracht zijn voor werknemers die deeltijds worden tewerkgesteld, is het loon gewaarborgd voor de 10 onderstaande wettelijke feestdagen: Nieuwjaar ( 1 januari) Paasmaandag Feest van de Arbeid ( 1 mei) O.H.-Hemelvaart Pinkstermaandag Nationale Feestdag (21 juli) Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart (15 augustus) Allerheiligen (1 november) Wapenstilstand (11 november) 8 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Kerstmis ( 25 december) §2. Buiten de tien wettelijke feestdagen is het loon eveneens gewaarborgd voor de vier op instellingsniveau toegekende extra verlofdagen, met name: Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap (11 juli) 2 november Verhaegenherdenking Tweede kerstdag (26 december) §3. Ter vervanging van de in het eerste lid vermelde wettelijke feestdagen die samenvallen met een niet-werkdag, heeft de werknemer verlof gedurende de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Artikel 10: vakantiedagen Alle personeelsleden hebben recht op: - de vakantiedagen, berekend conform de geldende wetgeving, en - 15 bijkomende vakantiedagen, berekend op basis van de prestaties in het vakantiejaar. Bij uitdiensttreding in de loop van het vakantiejaar, worden de bijkomende dagen verminderd in functie van de prestaties in dat jaar. De vakantiedagen worden genomen naar keuze van de werknemer, doch met in acht name van de dienstnoodwendigheden. De directe chef beslist voorafgaand over de aanvraag voor vakantieverlof. 4 werkdagen vakantieverlof kunnen echter worden genomen zonder voorafgaand akkoord van de directe chef. Bij onenigheid tussen werknemer en directe chef omtrent verlofaanvragen, dient het hoofd van de hoofdeenheid als derde en objectieve partij te worden geraadpleegd. VI. HET LOON Artikel 11: uitbetaling Het loon wordt maandelijks uitbetaald uiterlijk de laatste werkdag van de maand. Het salaris van de maand december wordt uitbetaald de eerste werkdag van de maand januari. De betaling gebeurt per post- of bankoverschrijving. 9 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Artikel 12: procedure voor fouten in de berekening §1. Indien een werknemer een fout in de berekening van het loon bemerkt , brengt hij de personeelsdienst hiervan op de hoogte. §2. Indien de werkgever de fout ontdekt, is hij eveneens verplicht de werknemer onmiddellijk op de hoogte te brengen. §3. De te veel of te weinig betaalde sommen moeten in elk geval binnen de kortst mogelijke termijn worden vereffend. In geval van te weinig betaalde sommen vergoedt de werkgever het betrokken personeelslid uiterlijk de maand volgend op de vaststelling. Ingeval het personeelslid teveel ontvangen heeft, wordt het teveel betaalde eveneens binnen de maand terugbetaald VII. VERLIES VAN HOEDANIGHEID VAN WERKNEMER, DEFINITIEVE NEERLEGGING VAN DE FUNCTIE, OPZEGGINGSTERMIJNEN EN DRINGENDE REDENEN Artikel 13 De hoedanigheid van werknemer eindigt enkel door: 1° 2° 3° 4° 5° 6° 7° Artikel 14 het vrijwillig ontslag; de pensionering; de werkverlating; de vaststelling van de definitieve beroepsongeschiktheid; de vaststelling van de lichamelijke ongeschiktheid voor het uitoefenen van de functie. het ontslag bij tuchtmaatregel het ontslag om dringende reden het vrijwillig ontslag § 1. Ingeval van vrijwillig ontslag dient de werknemer een opzegtermijn van ten minste dertig dagen in acht te nemen, te rekenen vanaf de eerste van de maand volgend op de indiening van het vrijwillig ontslag. Mits akkoord van het hoofd van de hoofdeenheid waaronder de werknemer ressorteert, kan deze opzeggingstermijn ingekort worden. 10 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen § 2. Een benoeming bij een overheid die definitief is geworden, wordt gelijkgesteld met vrijwillig ontslag. Hetzelfde geldt wanneer, na het verstrijken van een proefperiode, de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd in dienst treedt bij een andere werkgever. Het vrijwillig ontslag wordt toegestaan, respectievelijk ondertekend door de Directeur Personeel. Artikel 15 De pensionering §1. De werknemer gaat op pensioen de eerste van de maand volgend op het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. §2. De werknemer kan vervroegd met pensioen gaan vanaf de eerste van de maand volgend op het bereiken van de leeftijd van 60 jaar volgens de ter zake geldende regelgeving in het kader van de Rijkssociale Zekerheid. §3. De werknemer die gebruik maakt van een verlof voorafgaand aan de pensionering verbindt er zich toe met pensioen te gaan de eerste van de maand volgend op het bereiken van de leeftijd van 60 jaar. §4 De pensionering wordt toegestaan, respectievelijk ondertekend door de Directeur Personeel. Artikel 16 De werkverlating §1. Wanneer een werknemer langer dan drie dagen zonder verantwoording afwezig blijft van het werk wordt dit beschouwd als een intentie tot definitieve neerlegging van de functie, Het hoofd van de hoofdeenheid waaronder de werknemer ressorteert licht de Directeur Personeel onverwijld in van de werkverlating. De Directeur Personeel stelt de werknemer bij aangetekend schrijven in gebreke. §2. De werknemer beschikt over een termijn van vijf dagen na ontvangst van dit schrijven om zijn/haar afwezigheid te rechtvaardigen. 11 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen §3. Indien de werknemer binnen deze termijn geen schriftelijke rechtvaardiging, vergezeld van de nodige bewijsstukken en motiveringen, aan de Directeur Personeel overmaakt, wordt dit beschouwd als bevestiging van de definitieve neerlegging van de functie door de werknemer. De neerlegging gaat onmiddellijk in. §4. Indien de werknemer binnen de vijf dagen, een rechtvaardiging indient, die echter niet of onvoldoende gemotiveerd is of niet of onvoldoende gestaafd wordt door bewijsstukken, wordt de werkverlating als een zware en ongeoorloofde inbreuk beschouwd die het ontslag tot gevolg heeft. §5. Het Bestuurscollege beslist in dit geval tot ontslag zonder opzeg, opzegvergoeding of verbrekingsvergoeding. §6. Het Bestuurscollege houdt er rekening mee dat de bepalingen inzake werkverlating niet van toepassing zijn zo de werknemer kan aantonen zich in een situatie bevonden te hebben waarin overmacht zou kunnen verklaren waarom het zijn afwezigheid (afwezigheden) niet vooraf heeft kunnen melden of waarom het niet onmiddellijk op de ingebrekestelling heeft kunnen antwoorden. Artikel 17 De definitieve beroepsongeschiktheid De werknemer wordt definitief ongeschikt verklaard wegens beroepsredenen indien het twee keer de evaluatie “onvoldoende” gekregen heeft. Het voorstel dat voor een tweede maal de toekenning van de evaluatie “onvoldoende” vooropstelt, wordt gelijkgesteld met een voorstel tot afdanking wegens beroepsongeschiktheid waartegen beroep mogelijk is bij de functie – en evaluatiecommissie zetelend als beroepscommissie, volgens de bepalingen van en de procedure beschreven in de artikels VI.15 tot VI.20 van het reglement van het Administratief en Technisch Personeel van de VUB. Het Bestuurscollege beslist tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid, met in acht name van de wettelijke bepalingen inzake opzeg en opzegtermijnen. Artikel 18 De vaststelling van de definitieve lichamelijke ongeschiktheid voor het uitoefenen van de functie Het dossier van de werknemer waarvan de arbeidsgeneesheer de definitieve lichamelijke ongeschiktheid voor het uitoefenen van de functie heeft vastgesteld wordt behandeld volgens de procedure en de modaliteiten vastgelegd in de toepasselijke reglementering. In voorkomend geval beslist het Bestuurscollege over het ontslag. 12 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Artikel 19 Het ontslag om dringende redenen Onverminderd de tuchtregeling kan de werknemer om dringende reden ontslagen worden indien het feit dat aan dit ontslag ter grondslag ligt strafbaar is, waardoor elke verdere professionele samenwerking definitief en onmiddellijk onmogelijk geworden is. De Rector beslist over het ontslag om dringende reden, Bij afwezigheid van de Rector treedt een vice – rector in de plaats. In de mate dat de wettelijke procedure inzake het ontslag om dringende redenen dit toelaat, zal de werknemer eerst uitgenodigd worden door de rector of vice-rector om te worden gehoord. De Rector deelt het ontslag mee in de eerstvolgende zitting van het bestuurscollege. VIII. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL Artikel 20 Het toezichthoudend personeel bestaat uit de rector, de decanen, de leden van het ZAP, de algemeen directeur, de directeuren, de afdelingshoofden, de administratief en technische diensthoofden, werknemers met een coördinerende functie, hoofdtechnici en meestergasten. In de praktijk dient aan de hand van allerlei criteria, ondermeer wie keurt verlof goed, verdeelt werk, enz. … te worden uitgemaakt wie als toezichthoudend personeel optreedt. Uiteraard wordt ook steeds als toezichthoudend personeel beschouwd, alle werknemers die hierboven staan. Wanneer een lid van het toezichthoudend personeel afwezig is en wordt vervangen, krijgt de vervanger dezelfde rechten en plichten als het lid van het toezichthoudend personeel. Het toezichthoudend personeel is verantwoordelijk voor de naleving van de geldende arbeidsvoorwaarden. In het bijzonder is het toezichthoudend personeel belast met: - controle op de aanwezigheid de werkverdeling de begeleiding en het geven van opdrachten aan het personeel toezicht en controle op de uitvoering van de taken de orde en tucht in de instelling de veiligheid en hygiëne van het personeel en de verantwoordelijkheid voor de goede werking van de machines, de apparatuur, toestellen, outillering en uitrusting naar gelang van de dienst of de afdeling 13 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Het toezichthoudend personeel heeft het recht vast te stellen dat een werknemer die komt werken, klaarblijkelijk niet geschikt is om te werken en hem te verbieden het werk te beginnen of voort te zetten. Het lid van het toezichthoudend personeel zal in voorkomend geval een controlegeneesheer oproepen die een eventuele arbeidsongeschiktheid, dronkenschap of drugsintoxicatie dient vast te stellen. De personeelsdienst moet hiervan onmiddellijk op de hoogte gebracht worden. Het toezichthoudend personeel is er tevens toe gehouden de werknemers te respecteren en moet bovendien ten overstaan van de werknemers de regels van rechtvaardigheid en moraliteit waarnemen. IX. VEILIGHEID HYGIENE EN GEZONDHEID Artikel 21: medisch onderzoek De werkgever kan eisen dat de werknemer zich onderwerpt aan een medisch onderzoek, uitgevoerd door een geneesheer die is aangeduid door de werkgever, en dit voor zover noodzakelijk voor de goede werking van de instelling of opgelegd bij wettelijke verplichte of reglementaire bepalingen (beroepsrisico’s – welzijnswet 4 augustus 1996) . Alle werknemers zijn gehouden dit onderzoek te aanvaarden. De coördinaten van de arbeidsgeneeskundige dienst zijn te vinden in bijlage. Artikel 22: Eerste hulp en verbandkisten §1. De werknemer die een wonde oploopt, moet zich laten verzorgen bij de aangestelde hulpverlener waarvan de namen in bijlage vermeld staan of bij de arbeidsgeneesheer. §2. De verbandkisten bevinden zich op de faculteitssecretariaten, op de technische dienst, in de keuken, in de kinderkribbe, op de dienst huisvesting en bewaking en in gebouw M. Artikel 23: Arbeidsongeval §1. De keuze van arts en hospitaal is vrij in geval van arbeidsongeval. In bijlage zijn de gegevens van de Medische Dienst van de VUB op het Oefenplein opgenomen. Elk arbeidsongeval moet zo vlug mogelijk aangegeven worden bij: 1. de externe preventiedienst Attentia, [email protected], (Etterbeek, Tel. 2287) 2. de dienst verzekeringen, [email protected], (Etterbeek, Tel. 2244), 14 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen De interne preventiedienst ([email protected]) dient steeds verwittigd te worden voor: 1. 2. 3. 4. elk ongeval overkomen aan personen en te wijten aan elektrische installaties elk ongeval overkomen door het gebruik van gasrecipiënten elk belangrijk ongeval als gevolg van het gebruik van stoomketels elk ongeval als gevolg van de toepassing van ioniserende straling, toevallige bestraling of ernstig gevaar voor bestraling De gegevens van de interne preventiedienst (Etterbeek 2029) zijn te vinden in bijlage. §2. De werkgever is in de plaats gesteld van alle rechten en verplichtingen die een werknemer uit hoofde van een opgelopen arbeidsongeval of beroepsziekte tegenover derden zou kunnen uitoefenen, ten belope van alle sommen die de werkgever naar aanleiding van deze arbeidsongeschiktheid aan de werknemer zou hebben uitbetaald uit hoofde van de wet, reglementen of verbintenissen tussen partijen aangegaan. Artikel 24: bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk De regels betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag zijn opgenomen in bijlage. X. TUCHT Artikel 25: §1. Alleen de tuchtmaatregelen volgens de procedure zoals omschreven in het VUB-reglement inzake het Administratief en Technisch Personeel mogen worden opgelegd. §2. De tuchtmaatregelen zijn: 1. 2. 3. 4. blaam inhouding van salaris terugzetting in graad ontslag ten gevolge van afzetting uit de functie 15 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen XI STRAFFEN Artikel 26: Elke inbreuk op de bepalingen van dit arbeidsreglement en op de verplichtingen bepaald in individuele arbeidsovereenkomsten die niet aanzien worden als zwaarwichtige redenen voor onmiddellijke verbreking van de overeenkomst kan aanleiding geven tot tuchtsancties zoals omschreven in artikel 25. XII. BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 27: Aansprakelijkheid: §1. De werknemer dient zich te onthouden van alles wat schade kan berokkenen hetzij aan zijn eigen veiligheid, hetzij aan die van zijn medewerknemers, van zijn werkgever of van derden. §2. De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem krachtens dit artikel verschuldigd zijn en die na de feiten met de werknemer zijn overeengekomen of door de rechter vastgesteld, op het loon inhouden onder de voorwaarden bepaald in artikel 23 van de Loonbeschermingswet van 12 april 1965. §3. De werknemer is ertoe gehouden als een goede huisvader te zorgen voor het arbeidsgereedschap en/of het materiaal hem ter beschikking gesteld door zijn werkgever of door derden. De werknemer is niet verantwoordelijk voor de beschadigingen of de slijtage toe te schrijven aan het regelmatig gebruik van het voorwerp, noch voor het toevallig verlies ervan. Artikel 28: Beroepsgeheim §1. Elke werknemer is er toe gehouden om zich zowel gedurende de overeenkomst als na het beëindigen ervan te onthouden van het meedelen van fabrieksgeheimen, zakengeheimen of geheimen in verband met persoonlijke of vertrouwelijke aangelegenheden, waarvan hij in de uitoefening van zijn beroepsarbeid kennis kan hebben. 16 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen §2. Alle werknemers die in contact komen met hulpvragenden en die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, zijn overeenkomstig artikel 458 strafwetboek tot geheimhouding verplicht. Artikel 29: Gebruik internet, elektronische post en telefoon §1. De werkgever verschaft de werknemers een toegang tot het internet en e-mail met het oog op het vergemakkelijken van de communicatie binnen de instelling en met derden. De werkgever moedigt het aanleren en het gebruik van deze nieuwe technologieën aan, met als doel de kwaliteit van het werk en de competenties van de werknemers te verbeteren. §2. Elke werknemer die toegang heeft tot de informaticasystemen van de werkgever is verantwoordelijk voor het gebruik ervan conform de instructies. §3. De werkgever verbindt er zich toe alle werknemers de mogelijkheid te verlenen om wekelijks hun elektronische post, waaronder de elektronische nieuwsbrief, en intranet te kunnen raadplegen. Instructies die uitgaan van de werkgever (bv. aangaande gebruik e-mail, internet, intranet, GSM-gebruik, …) kunnen via intranet worden geraadpleegd. Aanpassingen aan de instructies zullen steeds via de elektronische nieuwsbrief worden bekendgemaakt. §4. De werknemer geeft de werkgever uitdrukkelijk de toestemming tot het controleren van email en internetgebruik conform de procedure in bijlage. §5. Het exceptioneel gebruik van de telefoon met privé doeleinden is toegelaten, op voorwaarde dat dit gebruik occasioneel is en in niets het goede verloop van zaken van de organisatie beïnvloedt. De werkgever behoudt zich het recht voor op periodieke en op algemene wijze, de relatieve statistieken van de telefoongesprekken te consulteren. De werkgever tolereert het gebruik van het persoonlijk GSM-toestel, op voorwaarde dat dit gebruik occasioneel is en in niets het goede verloop van zaken van de organisatie beïnvloedt. Werknemers aan wie een GSM ter beschikking wordt gesteld omwille van dienstnoodwendigheden, dienen zich aan de instructies opgelegd door de werkgever te houden. De werknemer geeft de werkgever uitdrukkelijk de toestemming tot het controleren van het gebruik van deze GSM overeenkomstig de instructies. Met het oog op controle werd een procedure uitgewerkt in bijlage bij het arbeidsreglement. 17 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Artikel 30: verbod op alcohol- en druggebruik §1. Het is verboden gedistilleerde alcoholische dranken en gegiste dranken binnen te brengen in de werkplaatsen en bureaus alsmede op elke arbeidswerf, de bijhorigheden inbegrepen. Het is verboden tijdens de werkuren alcohol of drugs te gebruiken. §2. In afwijking op §1 kunnen alcoholische dranken geserveerd worden bij bijzonder gelegenheden (recepties, lunches, …). Hiervoor is de uitdrukkelijke toestemming vereist van hetzij de rector, hetzij het hoofd van de hoofdeenheid waarbinnen het evenement plaats heeft. Artikel 31: Rookverbod Het is verboden te roken in de gebouwen van de VUB, behalve in het deel van het restaurant dat hiervoor aangeduid is. De werknemers dienen de regels vervat in het reglement na te leven. Artikel 32: milieubescherming Alle werknemers dienen zich, in het kader van hun functie en takenpakket, in te zetten voor de bescherming van het milieu en dienen de milieuwetgeving na te leven. Alle werknemers dienen tijdens hun werkzaamheden rekening te houden met de milieu-adviezen van hun oversten en van de milieucoördinator en dienen situaties die aanleiding geven (of zouden kunnen geven) tot milieuproblemen te vermijden of te melden aan hun oversten en/of aan de milieucoördinator indien ze problemen niet zelf kunnen oplossen. Alle werknemers dragen zoveel mogelijk bij tot het spaarzaam gebruik van energie (elektriciteit en verwarming), water en materiaal (zoals papier, kantoorbenodigdheden en laboratoriummateriaal) en zetten zich in tot het beperken van de hoeveelheid geproduceerd afval. Ze nemen deel aan de selectieve inzameling van het afval, springen omzichtig om met gevaarlijke producten en gevaarlijk afval en volgen de richtlijnen op zoals omschreven in het “handboek voor het beheer van gevaarlijk en bijzonder afval aan de Vrije Universiteit Brussel” Artikel 33: non-discriminatie §1. Alle werknemers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers. §2. 18 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen van iedereen met dezelfde menselijke eerbied voor éénieders waardigheid, gevoelens en overtuiging. §3. Verboden is bijgevolg elke uiting van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische lectuur of pamfletten. Ook elke vorm van directe of indirecte discriminatie op grond van geslacht, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationaliteit, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geloof, fortuin, leeftijd, huidige of toekomstige gezondheidstoestand of handicap is verboden. §4. In bijlage wordt een beginselverklaring inzake diversiteit en non-discriminatie gehecht. Artikel 34: resultaten van onderzoek en ontwikkeling De resultaten van onderzoek en ontwikkeling die door de werknemers tot stand gebracht worden in het kader van hun relatie met de werkgever en/of in het kader van onderzoekstaken en/of dankzij gebruik van universitaire middelen of uitrusting komt uitsluitend in eigendom toe aan de universiteit. Artikel 35: reglementen en collectieve akkoorden van toepassing in de instelling De arbeidsvoorwaarden worden ook geregeld door volgende reglementen en collectieve akkoorden: - VUB-reglement inzake het administratief en technisch personeel VUB-reglement inzake het academisch personeel en houders van onderzoeksbeurzen De Collectieve Arbeidsovereenkomsten in bijlage Artikel 36: gelijke beloning van mannen en vrouwen Mannelijke en vrouwelijke werknemers ontvangen een gelijke beloning, overeenkomstig de CAO nr. 25 van 15 oktober 1975, die als bijlage bij dit reglement is gevoegd. 19 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Onderhavig arbeidsreglement werd opgesteld in overeenstemming met de procedure die door de wet werd voorgeschreven. Het werd aangeplakt gedurende een periode van 15 dagen. Datum waarop het van kracht werd De werkgever Eddy VAN GELDER Voorzitter van de Raad van Bestuur Vrije Universiteit Brussel De vertegenwoordigers van de werknemers in de ondernemingsraad Jo Coulier Voor ABVV Lutgarde Van Der Snickt Voor ACLVB 20 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlagen: Bijlage 1: uurroosters Bijlage 2: maatregelen betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag Bijlage 3: gegevens externe preventiedienst, interne preventiedienst, medische dienst, arbeidsgeneesheer, milieucoördinator, lijst hulpverleners Bijlage 4: CAO nr. 25 van 15 oktober 1975 betreffende gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers Bijlage 5: afgevaardigden ondernemingsraad, comité preventie en bescherming op het werk Bijlage 6: tekst controle op e-mail en internetgebruik Bijlage 7: tekst controle op GSM-gebruik Bijlage 8: collectieve arbeidsovereenkomsten Bijlage 9: inspectie sociale wetten Bijlage 10: beginselverklaring inzake diversiteit 21 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 1 Uurroosters Voltijdse dienstregeling Van maandag tot en met vrijdag (eventueel zaterdag in plaats van één van deze dagen) tussen: 7.45 u - 16.00 u, rustpauze 39 min 7.45 u - 16.21 u, rustpauze 60 min 7.45 u - 16.51 u, rustpauze 90 min 7.45 u - 17.21 u, rustpauze 120 min 8.00 u - 16.06 u, rustpauze 30 min 8.00 u – 16.36 u, rustpauze 60 min 8.00 u – 17.06 u, rustpauze 90 min 8.00 u – 17.36 u, rustpauze 120 min 8.15 u – 16.21 u, rustpauze 30 min 8.15 u – 16.51 u, rustpauze 60 min 8.15 u – 17.21 u, rustpauze 90 min 8.15 u – 17.51 u, rustpauze 120 min 8.30 u – 16.36 u, rustpauze 30 min 8.30 u – 17.06 u, rustpauze 60 min 8.30 u – 17.36 u, rustpauze 90 min 8.45 u – 16.51 u, rustpauze 30 min 8.45 u – 17.21 u, rustpauze 60 min 8.45 u – 17.51 u, rustpauze 90 min 9.00 u – 17.06 u, rustpauze 30 min 9.00 u – 17.36 u, rustpauze 60 min 9.00 u – 18.00 u, rustpauze 84 min De rustpauzes moeten genomen worden tussen 11.30 u en 14.00 u Deeltijdse dienstregeling Voor werknemers die deeltijds werken komen werkgever en werknemer schriftelijk overeen wanneer en hoe zij gebruik wensen te maken van de verminderde arbeidsprestaties. Werknemers die halftijds werken en halve dagen komen werken, moeten hun arbeidsuren presteren: - tussen 7.45 u en 13.00 u of - tussen 13.00 u en 18.00 u Werknemers die halftijds werken en belast zijn met een volledige dagtaak kunnen kiezen uit de dagelijkse uurroosters die gelden voor de werknemers tewerkgesteld in voltijds dienstverband. De werknemers die 80% werken en belast zijn met een volle dagtaak kunnen kiezen uit de dagelijkse uurroosters die gelden voor de werknemers tewerkgesteld in voltijds dienstverband. 22 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Voor volgende diensten gelden afwijkende dienstregelingen: Sportdienst Loketbedienden: Maandag en dinsdag Van 12.00 u tot 22.00 u, 1u pauze Woensdag Van 12.00 u tot 19.00 u, 1 u pauze Donderdag en vrijdag Van 9.00 u tot 17.00 u, 1 u pauze Redder 1: Maandag en dinsdag Van 9.00 u tot 17.06 u, 30 min. pauze Woensdag en donderdag Van 13.00 u tot 21.06 u, 30 min. pauze Vrijdag Van 19.00 u tot 17.06 u, 30 min. pauze Redder 2: Maandag en dinsdag Van 06.00 tot 08.00 u en van 16.00 u tot 22.06 u, 30 min. pauze Woensdag, donderdag en vrijdag Van 06.00 u tot 08.00 u en van 09.00 u tot 16.00 u, 1,24 u pauze Technici Van maandag tot donderdag Van 12.00 u tot 20.06 u, 30 min pauze Vrijdag Van 9.00 u tot 17.06 u, 30 min. pauze Bibliotheek administratieve medewerkers 1 dagelijks, van 08:24 tot 16:30 u, 30 min. pauze administratieve medewerkers 2 maandag en vrijdag: van 11.30 u tot 19.09 u, 30 min. pauze woensdag en donderdag: van 11.30 u tot 21.06 u, 30 min. pauze zaterdag: van 10.00 u tot 16.00 u, 30 min. pauze bibliotheekdeskundigen maandag: 13.00 tot 17.00 uur en 17.30 tot 21.06 uur dinsdag: 13.00 tot 17.00 uur en 17.30 tot 21.06 uur woensdag: 10.00 tot 12.30 uur en 13.00 tot 18.06 uur donderdag: 10.00 tot 12.30 uur en 13.00 tot 18.06 uur vrijdag:10.00 tot 12.30 uur en 13.00 tot 18.06 uur 23 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Restaurant Koks/ cafetaria Jette/keukenhulpen Van maandag tot vrijdag Van 7.30 u tot 15.36 u, pauze van 9.00 u tot 9.15 u of 9.30 u tot 9.45 u en van 13.45 u tot 14.30 u Inkopers/magazijniers Van maandag tot vrijdag Van 7.00 u tot 15.06 u, pauze van 8.45 u tot 9.00 u en van 13.00 u tot 13.45 u Technische dienst Technici, loodgieters, metsers, magazijniers, schrijnwerkers Van maandag tot vrijdag Van 7.00 u tot 12.00 u en van 13.00 u tot 15.36 u, Permanentie Maandag Van 6.00 u tot 15.06 u, pauze van 10.00 u tot 11.00 u en van 13.00 u tot 14.24 u Van dinsdag tot vrijdag Van 7.00 u tot 16.15 u, pauze van 8.45 u tot 9.00 u en van 13.00 u tot 14.24 u Faculteit LK Technici Van maandag tot vrijdag Van 7.00 u tot 12.00 u van 12.30 u tot 15.06 u Faculteit TW Dienst ETRO Technisch deskundigen Van maandag tot vrijdag Van 7.00 u tot 12.00 u van 13.00 u tot 15.36 u Technici Van maandag tot vrijdag Van 7.00 u tot 12.00 u van 12.30 u tot 15.06 u Rekencentrum Technici Van maandag tot vrijdag Van 7.00 tot 12.00 u en van 12.30 u tot 15.06 u Programmeur-analisten Van maandag tot vrijdag Van 13.30 u tot 18.00 u en van 18.30 u tot 21.36u 24 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Kinderdagverblijf Voltijdse functies Van maandag tot en met zaterdag, 5 dagen per week, kan worden gewerkt in één van volgende uurroosters: - van 6.30 u tot 15.06 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 7.00 u tot 15.36 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 7.30 u tot 16.06 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 7.44 u tot 16.20 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 8.00 u tot 16.36 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 8.30 u tot 17.06 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 9.00 u tot 17.36 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 9.40 u tot 18.16 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 10.24 u tot 19.00 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden - van 11.54 u tot 19.30, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden (pauze is inbegrepen in arbeidstijd) - van 12.24 u tot 20 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden (pauze is inbegrepen in arbeidstijd) - van 12.54 u tot 20.30 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden (pauze is inbegrepen in arbeidstijd) van 13.24 u tot 21.00 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden (pauze is inbegrepen in arbeidstijd) - van 13.54 u tot 21.30 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden (pauze is inbegrepen in arbeidstijd) - van 14.24 u tot 22.00 u, 1 uur pauze naargelang de dienstnoodwendigheden (pauze is inbegrepen in arbeidstijd) Deeltijdse functies: Er wordt gewerkt in volle dagen (2-3 dagen per week), of in deeltijdse dagen naargelang de dienstnoodwendigheden en in overleg met betrokken personeelslid. De vermelding “naargelang de dienstnoodwendigheden” bij 1 uur middagpauze heeft uitsluitend betrekking op het moment van de pauze en niet op de duur die in ieder geval 1 uur bedraagt. De uurroosters worden 14 dagen voor de start van een nieuwe cyclus bekendgemaakt. 25 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Facility management Nachtwaker: werkt mee in ploegensysteem van bewakingsfirma werkt afwisselend overdag of ’s nachts conform dit ploegensysteem van 6.30 u tot 18.30 u of van 18.30 u tot 6.30 u Personeel sleutelbeheer Van maandag tot vrijdag Van 7.00 u tot 12.00 en van 12.30 u tot 15.06 u Inspectrices reiniging en kuisploeg Van maandag tot vrijdag Van 7.00 tot 12.00 u en van 12.30 u tot 15.06 u Dienst leslokalenbeheer De werknemers werken in een roterend ploegensysteem van maandag tot en met zaterdag. samenstelling werkperiodes Regeling A: 40 weken; hoofdzakelijk weken met lessen, blokweken, examens (4 weken werken, 1 week rust) Regeling B: 12 weken; hoofdzakelijk vakantieperiodes totaal: 52 weken Regeling A (standaard lesactiviteiten) De uurroosters worden 14 dagen voor het begin van een nieuwe cyclus bekendgemaakt. Cyclus van 5 weken a. Arbeidscyclus Week Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Medewerker 1 A R OZ A OZ 2 OZ A R OZ A 3 A OZ A R OZ 4 OZ A OZ A R 5 R OZ A OZ A 6 DT A O A R A 26 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen b. Uurregeling code O periode ochtend Z A R zaterdag avond Rust uren 07u tot 15u30 07u tot 17u30 (1ste persoon) 07u30 tot 18u (2de persoon) 14u00 tot 22u30 FT frequentie 5 dagen x 8 totaal uren 40u 10u 40u 5 dagen x 8 5 dagen c. Rustpauze : 30 minuten Regeling B (vakantieperiodes VUB, VECO, C.V.O. (12) De uurroosters worden 14 dagen voor het begin van een nieuwe cyclus bekendgemaakt. Cyclus van 4 weken a. Arbeidscyclus Week Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Medewerker 1 OZ A OZ A 2 OZ A OZ A 3 A OZ A OZ 4 A OZ A OZ 5 OZ A OZ A 6 DT A O A O b. Uurregeling code periode uren O ochtend 07u tot 15u26 07u tot 17u30 (1ste persoon) Z zaterdag 07u30 tot 18u (2de persoon) A avond 14u00 tot 22u26 R rust FT frequentie 5 dagen x 7,933u tot uren 39,666 5 dagen x 7,933u 10u 39,666 c. Rustpauze : 30 minuten 27 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 2 Maatregelen betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk §1. beginselverklaring Elke werknemer heeft het recht om met eerbied en achting te worden behandeld. De werkgever, collega-werknemers en derden die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk, dienen zich te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of van ongewenst, seksueel gedrag. De werknemers zullen elk overeenkomstig hun opleiding, hiërarchische functies en de door de werkgever gegeven instructies op positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid ter voorkoming van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. 1. Onder geweld op het werk wordt verstaan elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een ander persoon waarop de specifieke bepalingen van de wet in verbank met geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk van toepassing zijn, psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. 2. Onder pesterijen op het werk wordt verstaan elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, binnen of buiten de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een ander persoon waarop dit hoofdstuk van toepassing is bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. 3. Onder ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan elke vorm van verbaal, nietverbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten, dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk. Het is niet altijd eenvoudig te achterhalen of er sprake is van ontoelaatbaar gedrag. De grenzen kunnen verschillen naargelang de persoon en de situatie Elke werknemer die oordeelt het slachtoffer te zijn van een dergelijk gedrag, ongeacht de dader ervan, heeft het recht klacht in te dienen, zonder vergelding of wraak te moeten vrezen. De vertrouwenspersonen en de preventieadviseur “pesten op het werk” zijn ermee belast de werkgever bij te staan bij het uitwerken van een preventiebeleid, en de slachtoffers van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk op te vangen en hulp te verlenen. De modaliteiten van deze klachtenprocedure worden hieronder vermeld. §2. preventiemaatregelen 28 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen In het kader van een preventieplan verbindt de werkgever er zich toe de arbeidsplaats zodanig te organiseren dat geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag maximaal voorkomen worden. De maatregelen die getroffen zijn om de werknemers en de daarmee gelijkgestelde personen te beschermen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zullen worden opgenomen in het globaal preventieplan, dit volgens het koninklijk besluit van 27.03.1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van het werk. Werknemers, vertrouwenspersonen en hiërarchisch oversten worden geïnformeerd en opgeleid in het licht van de bestrijding tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. De hiërarchisch oversten kijken erop toe dat de beginselverklaring wordt nageleefd.Elk nieuw personeelslid heeft de kans deel te nemen aan een onthaaldag. Daar zal elke keer een korte uiteenzetting gegeven worden over de problematiek. Tevens wordt er een folder ter beschikking gesteld. De werkgever treft maatregelen waardoor werknemers die het slachtoffer zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, een passende psychologische ondersteuning krijgen met het oog op opvang, hulp, de ondersteuning en de wedertewerkstelling van de betrokken werknemer. §3. procedure Een slachtoffer van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk kan hulp of raadgevingen bekomen bij de vertrouwenspersonen, de preventieadviseur “pesten op het werk”, de medische inspectie en het arbeidsauditoraat. Vertrouwenspersonen: zie lijst in bijlage Preventieadviseur: zie in bijlage Medische inspectie: zie in bijlage Informele procedure De vertrouwenspersoon geeft raad, biedt opvang, hulp en de vereiste bijstand aan de slachtoffers. Indien het slachtoffer zulks wenst, bemiddelt de vertrouwenspersoon tussen de betrokken partijen. Al naargelang de aard van de klacht kan bemiddeling van de arbeidsgeneesheer, de personeelsverantwoordelijke, een maatschappelijk assistent of een psycholoog worden overwogen. Indien de vertrouwenspersoon of preventieadviseur vermoeden dat het slachtoffer professionele hulp nodig heeft , zal hij/zij doorverwezen worden naar een maatschappelijk assistent of psycholoog van SJERP. De eventuele kosten hieraan verbonden, zullen door de VUB gedragen worden. SJERP kan op zijn beurt het slachtoffer doorverwijzen naar de psychiatrische afdeling van het AZ-VUB (kosten gedragen door VUB). De informele aanpak verdient aanbeveling bij de meeste meldingen van ongewenst gedrag. 29 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Wanneer pogingen om het probleem op informele wijze op te lossen ontoereikend lijken voor de heersende toestand of indien deze pogingen geweigerd worden of ontoereikend blijken, kan het slachtoffer de onderstaande procedure volgen: Formele procedure Indien de tussenkomst van de vertrouwenspersoon tot geen resultaat leidt of onmogelijk blijkt, neemt de vertrouwenspersoon de met reden omklede klachten aan, en geeft deze door aan de preventieadviseur “pesten op het werk” Deze klacht, ondertekend door de klager, dient gestaafd met concrete feiten, de naam van de potentiële pester(s) en eventuele getuigen te vermelden. De preventieadviseur onderzoekt de met redenen omklede klacht en stelt maatregelen voor aan de werkgever om een einde te maken aan het geschil. Wanneer de maatregelen ontoereikend zijn of wanneer de werkgever geen maatregelen neemt en het geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk blijft duren, stopt de interne procedure en kan men zich wenden tot de Medische Inspectie. §4 sancties Onverminderd de bepalingen inzake ontslag en sancties die kunnen voortvloeien uit een gerechtelijke procedure die werd ingesteld door het slachtoffer, wordt de persoon die zich schuldig maakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, een sanctie opgelegd zoals voorzien in het tuchtreglement en conform de daar voorziene procedures. Aldus kunnen volgende sancties worden opgelegd: verwittiging blaam verandering van functie het niet toekennen van een bevordering het tijdelijk schorsen van de arbeidsovereenkomst. het ontslag om dringende redenen Ingeval een werknemer misbruik maakt van deze klachtenprocedure zullen eveneens de hierboven vermelde sancties van toepassing zijn. Deze sancties kunnen worden opgelegd aan zowel het academisch personeel, als het administratief en technisch personeel bezoldigd ten laste van de werkingsuitkeringen en van het patrimonium. 30 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Vertrouwenspersonen, preventieadviseur en medische inspectie, Wet betreffende de Bescherming tegen Geweld, Pesterijen en Ongewenst Seksueel Gedrag op het Werk: Vertrouwenspersonen: - Rosie Verhaert (ATP) Chris Beirens (ATP) Anne-Marie Frédericq (ATP) Evert Zinzen (ZAP) Marina Pauwels (ATP) Joeri Van Den Brande (ATP) Lief Vandeperre (ATP) Preventieadviseur: Kristien Van Lembergen, Preventieadviseur psychosociale aspecten, Attentia De Villegas De Clercampstraat 182 1853 Stroombeek-Bever Tel.: 02/263.08.92 Fax.: 02/ 268.02.41 GSM: 0473/925128 e-mail: [email protected] medische inspectie Luc Van Hamme Adviseur-generaal FOD Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Ernest Blerotstraat 1 1070 Brussel 31 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 3 Gegevens externe preventiedienst, interne preventiedienst, arbeidsgeneesheer, milieucoördinator, lijst hulpverleners medische dienst, Externe preventiedienst Attentia Handelskaai 38-40 bus 12 1000 Brussel preventie-adviseur: Kristien Van Lembergen, tel: 02/263.08.92, GSM: 0473/925128 e-mail: [email protected] Interne preventiedienst Campus Ettebeek Diensthoofd Eric Pauwels Tel.: 02/629.23.81 Medische dienst Campus Etterbeek Gebouw Y Tel.: 02/629.23.00 Campus Jette Tel.:02/ 477.42.10 Arbeidsgeneesheer Mevrouw Vera Machtelinckx Tel.: 02/629.23.00 Milieucoördinator Campus Etterbeek Pleinlaan 2 1050 Brussel Gebouw M, 1e verdieping, lokaal M110 tel. 02/629.14.75 Campus Jette Laarbeeklaan 103 1090 Brussel Gebouw K, 2e verdieping (MICO) tel. 02/477.49.34 e-mail: [email protected] 32 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Gebouw Verd. HULPVERLENERS Verantwoordelijke Lokaal Tel. ETTERBEEK Adres C C C 1 4 5 JANSSENS Jan GULDIX Erna VERCAMMEN Lucille 1C002 4C341 5C439 2474 2553 2588 BIBLIOTHEEK Fac. RG – Dienst PRIR Fac. LW – Dienst LWAC F F F F 0 4 7 8 VAN DEN BOSCH Danny 0F101 3351 3368 3422 3388 Eenheid AAVZ Fac. WE – Dienst DNTK Fac. WE – Dienst DBIO Fac. WE – Dienst DGLG G G G G G G -1 5 6 8 8 10 GOORENS Robert 0G111 VANKRUNKELSVEN Sarah 5G216 VANBENDEN Inge 6G303B NUTTIN Guy 8G504C RAHIER Hubert 8G516 VAN LOOVEREN Joris 10G725 3221 3781 3677 3285 3277 3705 Fac. WE – Dienst DNTK Fac. TW – Dienst CHIS Fac. LK – Dienst BIOM Fac. TW – Dienst POSC Fac. TW – Dienst POSC Fac; WE – Dienst DINF K K K K K K K K K 1 2 4 5 5 6 6 6 10 SOL Hugo DE ROUCK Carine JONCKERS Viviane SANSENS Ingrid PLETINCKX André CEUPPENS Wilfried LIEVENS Jenny PINTELON Ann NOWE Ann KB111 2K014 4K214 5K306 5K306 6K410 6K406 6K425 10G711B 2961 2902 2967 2941 2941 2952 2947 2767 3861 Fac. TW- Dienst MEMC Fac. TW – Dienst TWAC Fac. WE – Dienst DINF Fac. TW – Dienst ETRO Fac. TW – Dienst ETRO Fac. TW – Dienst ELEC Fac. TW – Dienst ELEC Fac. TW – Dienst ELEC Fac. WE – Dienst DINF M M M M M GV 1 1 1 4 SLEUTEL Werner ADAM Marleen ADAM Ingrid TRUYENS André VANDERSTEEN Marc 0M023 1M112 1M114B 1M122A 4M410 2023 1500 2005 2251 2138 Fac. IC – Dienst AIVE DA - DASS DP-PEBH DP-PEBH OW-OWSS Q GV DE SAEDELEER Christiaan E3.10 2798 FM - CABH Y’ GV VAN DEN ABEELE Niklaas KULTUUR 2326 RT - KULT ZW ZW Z M Keuken 1 GV GV 4 BRAM Svend VANPRAET Walter HEYMANS Francis SMETS Koen ZW103 0F101 ZE005A 4M435 REST REST 2808 3350 2811 2184 3354 3353 Fac. TW – Dienst MECH FM - AAVZ Fac. TW- Dienst ETEC R&D RESTAURANT RESTAURANT 1348 LESLOKALENBEHEER 4F118D 7F409 VAN DE MAELE Antoine 8F526 VAN DEN BRANDENMarc Convivium E BLIKI Herman DE SCHUTTER Raf VAN CAENEGEM Rudi 3 VAN DE VELDE Erwin E3.07 33 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen E E E E E E 4 4 7 8 8 E4.11 E4.16 E7.01 E8.03 E8.03 VAN DEN BORRE Danny TD 1997 1988 1934 1980 1980 3111 Fac. WE - DBIT Fac. WE – Dienst DBIT Fac. WE – Dienst DBIT Fac. WE – Dienst DBIT Fac. WE - Dienst CMIM TECHNISCHE DIENST T GV DESMET Mieke 3008 FACILITY MANAGEMENT Gebouw Verd. HAESAERTS Sarah BOUCKAERT Julie CLAEYS Martine OMASTA Ella VERCAUTEREN E. HULPVERLENERS Verantwoordelijke T00.001 Lokaal PAELEMAN Jean-Pierre Tel. JETTE Adres A A A A -1 -1 -1 GV Bureel TOUSSAINT Rudolf Bureel DERDELINCKX Ronny Bureel OPSOMER Marina 2B114 4251 4251 4103 3857 TECHNISCHE DIENST TECHNISCHE DIENST TECHNISCHE DIENST BIBLIOTHEEK B GV VIJVERMANS Marc B044 4313 Fac. G & F – Dienst BIOV G 3 VAN BOLES Christian G301 4598 Fac G & F – Dienst FABI K 2 HAMELRIJCK Katrien K001 4961 Fac. G & F – Dienst MEKO VUCY -2 WAEGENEER René D207 4866 CYCLOTRON 34 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 4 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 VAN 15 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WERKNEMERS, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BIS VAN 19 DECEMBER 2001 --------------------- Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités ; Gelet op het Internationaal Arbeidsverdrag nr. 100 betreffende de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde en op artikel 119 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ; Gelet op de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 februari 1975 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers ; Gelet op punt 5 van het Nationaal interprofessioneel akkoord van 10 februari 1975 betreffende de gelijkheid inzake arbeidsvoorwaarden ; Gelet op artikel 47 bis van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers ; Hebben navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers ..... in de Nationale Arbeidsraad, op 15 oktober 1975, navolgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I - VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft ten doel het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, dat is neergelegd in artikel 119 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, te verwezenlijken. 35 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen De gelijkheid van beloning houdt in dat voor gelijke arbeid van gelijke waarde ieder onderscheid naar kunne wordt afgeschaft. Commentaar De gelijkheid van beloning moet worden verwezenlijkt op het niveau waar de lonen worden gevormd. Artikel 2 De overeenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers bedoeld in artikel 2 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. HOOFDSTUK II - TENUITVOERLEGGING Artikel 3 De gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers moet verzekerd worden voor alle elementen en voorwaarden van het loon, met inbegrip van de systemen van functiewaardering wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt. In geen geval mogen de systemen van functiewaardering tot discriminatie leiden, noch door de keuze van de criteria, noch door de weging van die criteria, noch door het systeem van omzetting van de functiepunten in loonpunten. Artikel 4 Onder loon wordt verstaan : 1° het loon in geld waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever ; 2° de fooien of het bedieningsgeld waarop de werknemer recht heeft ingevolge zijn dienstbetrekking of krachtens het gebruik ; 3° de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever. Worden voor de toepassing van onderhavige overeenkomst eveneens in aanmerking genomen : a) de vergoedingen die krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst en ter aanvulling van het wettelijk vakantiegeld door de werkgever als vakantiegeld worden betaald ; b) de vergoedingen die zekerheidsregelingen. voortvloeien uit de aanvullende niet-wettelijke sociale 36 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Met betrekking tot de toepassingsdatum van lid 2, b) van dit artikel, hebben de partijen besloten wat volgt : - als algemene regel zal deze bepaling van kracht worden zodra een nieuwe, door de Raad van de Europese Gemeenschappen vastgestelde richtlijn het probleem van de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid zal hebben geregeld ; - met betrekking evenwel tot de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen waarvoor thans een verschil in regeling voor de mannelijke en vrouwelijke werknemers bestaat, zal deze bepaling slechts van kracht worden wanneer maatregelen in het wettelijke vlak zullen genomen zijn. Commentaar Het begrip loon moet in de ruime zin worden geïnterpreteerd, conform de geest van de voorbereidende werkzaamheden van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (cf. Verslag van de Hr. L.E. TROCLET aan de Commissie Tewerkstelling, Arbeid en Sociale Voorzorg, Parl. Stuk, Senaat, nr. 115, zitting 1964-1965, 9-2-1965, blz. 9 en 18). De overeenkomst bepaalt dat de toepassingsdatum van lid 2, b) van dit artikel zal worden verdaagd en als algemene regel zal afhangen van de datum waarop genoemde richtlijn door de Raad van de Europese Gemeenschappen zal vastgesteld zijn. Een voorbehoud wordt evenwel gemaakt voor de voordelen die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen, waar een verschil in regeling bestaat op nationaal niveau (b.v. pensioenen), aangezien de richtlijn niet onmiddellijk bij wet ten uitvoer zal worden gelegd en het lot van deze aanvullende niet-wettelijke voordelen derhalve moet gebonden worden aan de maatregelen die in het wettelijke vlak zullen worden genomen. Dit geldt niet voor de aanvullende niet-wettelijke sociale zekerheidsregelingen die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen waarvoor geen discriminatie bestaat (b.v. verzekering, ziekte-invaliditeit) en die van kracht zullen worden op de datum waarop de richtlijn van kracht wordt. Artikel 5 Elke werknemer die zich benadeeld acht of de representatieve werknemersorganisatie waarbij de werknemer is aangesloten kan bij het bevoegde rechtscollege een rechtsvordering instellen om het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers te doen toepassen. Commentaar Conform artikel 4 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, kunnen de representatieve werknemersorganisaties in rechte optreden ter verdediging van de rechten welke hun leden putten uit de door hen gesloten overeenkomsten ; deze bevoegdheid doet echter geen afbreuk aan het recht van de leden om zelf op te treden. 37 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Artikel 6 Een gespecialiseerde paritair samengestelde commissie zal op initiatief van de organisaties, die onderhavige overeenkomst hebben ondertekend, worden opgericht. Zij zal tot taak hebben het bevoegde rechtscollege van advies te dienen, indien het erom verzoekt, omtrent geschillen over de toepassing van het beginsel van gelijke beloning. [Bovendien zal zij de sociale partners informeren en sensibiliseren met betrekking tot initiatieven inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen en op verzoek van de paritaire comités dienaangaande advies en bijstand verlenen] (1). Commentaar Wegens de zeer technische aard van tal van geschillen die aan de bevoegde rechtscolleges kunnen worden voorgelegd omtrent de toepassing van het beginsel van gelijke beloning, hebben de ondertekenende organisaties zich uitgesproken voor de oprichting van een commissie, bestaande uit personen die gespecialiseerd zijn op het gebied van de functiewaardering en de vaststelling van het loon. Zij zal bestaan uit drie leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen en uit drie leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigen ; er zullen evenveel plaatsvervangende leden worden aangeduid. De leden van de Commissie kunnen zich naargelang van het geval door deskundigen laten bijstaan. De Commissie Vrouwenarbeid zal ingelicht worden over de werkzaamheden van die Commissie. [Om een dynamiek te ontwikkelen met het oog op het bewerkstelligen van sekseneutrale functiewaarderingssystemen, zal de gespecialiseerde paritair samengestelde commissie alle nuttige informatie verzamelen met betrekking tot initiatieven inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen en de sociale partners hiervan op de hoogte brengen en bewustmaken. Bovendien kunnen de paritaire comités, indien zij dit wensen, dienaangaande de gespecialiseerde paritair samengestelde commissie om advies en bijstand verzoeken.] (2) (1) 1). (2) Ingevoegd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 bis van 19 december 2001 (artikel Nieuwe commentaar (Beslissing van de Raad van 19 december 2001). Artikel 7 § 1. De werkgever die een werknemer tewerkstelt die hetzij op ondernemingsniveau, overeenkomstig de op afspraak berustende procedures die in de onderneming van kracht zijn, hetzij bij de sociale inspectie een met redenen omklede klacht heeft ingediend of die een rechtsvordering instelt of voor wie een rechtsvordering wordt ingesteld tot herziening van het loon op basis van onderhavige overeenkomst, mag de arbeidsbetrekking niet 38 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen beëindigen, noch de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht of aan die rechtsvordering. De bewijslast van deze redenen rust op de werkgever, indien de werknemer wordt ontslagen of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd binnen de 12 maanden volgend op het indienen van een klacht zoals bedoeld in het vorig lid. Deze bewijslast rust eveneens op de werkgever in geval van ontslag of eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden nadat een rechtsvordering werd ingesteld, zoals bedoeld in het vorige lid en dit tot 3 maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis. § 2. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigt in strijd met de bepalingen van § 1, lid 1 van dit artikel, verzoekt de werknemer of de vakbondsorganisatie waarbij hij is aangesloten hem opnieuw in de onderneming op te nemen of hem te herplaatsen in de arbeidspost onder de voorwaarden vastgesteld in de arbeidsovereenkomst. Het verzoek moet worden gedaan binnen de dertig dagen die volgen op de datum van de betekening van de opzegging, van de beëindiging zonder opzegging of van de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De werkgever moet binnen de dertig dagen volgend op de betekening zich over de aanvraag uitspreken. De werkgever die de werknemer opnieuw in de onderneming opneemt of hem opnieuw aan zijn vroegere arbeidspost tewerkstelt, moet het door de werknemer wegens ontslag of wijziging van de arbeidsvoorwaarden gederfde loon betalen alsmede de werkgevers- en werknemersbijdragen op dat loon storten. § 3. Wanneer de werknemer ingevolge het in § 2, lid 1 bedoelde verzoek niet opnieuw wordt opgenomen of niet wordt herplaatst in zijn arbeidspost en er geoordeeld werd dat het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden indruist tegen de beschikkingen van § 1, lid 1, zal de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen die, naargelang van de keuze van de werknemer, gelijk is hetzij aan een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het brutoloon voor zes maanden, hetzij aan de werkelijke door de werknemer geleden schade; in laatstgenoemd geval zal de werknemer de omvang van de geleden schade moeten bewijzen. § 4. De werkgever is verplicht dezelfde vergoeding uit te betalen, zonder dat de werknemer het in § 2, lid 1 bedoelde verzoek om opnieuw te worden opgenomen of in de arbeidspost te worden herplaatst, moet indienen: 1. wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst verbreekt, omdat het gedrag van de werkgever in strijd is met de beschikkingen van § 1, lid 1, wat in hoofde van de werknemer een dringende reden is om de arbeidsovereenkomst te verbreken; 2. wanneer de werkgever de werknemer heeft ontslagen om een dringende reden, op voorwaarde dat het bevoegde rechtsorgaan dit ontslag voor ongegrond houdt en in strijd acht met de beschikkingen van § 1, lid 1. Commentaar 39 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Dit artikel voorziet in een bescherming tegen ontslag, in die zin dat de werkgever geen einde mag maken aan de arbeidsbetrekking om redenen die verband houden met het instellen van een rechtsvordering of het indienen van een klacht. De procedure voor het indienen van de klacht moet soepel worden toegepast. Deze klacht kan worden ingediend volgens een op afspraak berustende procedure op ondernemingsniveau of bij de sociale inspectie, doch de schriftelijke klacht, ingediend door een werknemer die is aangesloten bij een niet in de onderneming vertegenwoordigde vakorganisatie kan eveneens als geldig worden beschouwd. Deze bescherming geldt eveneens wanneer, ingevolge het indienen van een klacht of het instellen van een vordering de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd, b.v. het doorvoeren van onverantwoorde mutaties, d.w.z. mutaties die niet noodzakelijk zijn wegens de normale organisatie van het werk in de onderneming. Anderdeels dient de aandacht te worden gevestigd op het feit dat, volgens de rechtspraak, de eenzijdige wijziging van een essentiële voorwaarde van de arbeidsovereenkomst de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor gevolg kan hebben. In geval van ontslag of van eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden, wegens hogergenoemde niet verantwoorde redenen, verzoekt de werknemer of de vakbondsorganisatie waarbij hij is aangesloten om de wederopneming in de onderneming of in zijn arbeidspost. Indien dit wordt geweigerd, moet de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen wanneer het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden als strijdig met de bepalingen van § 1, lid 1 van dit artikel werden beoordeeld. Deze vergoeding is, naargelang van de keuze van de werknemer, gelijk aan hetzij een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het brutoloon voor zes maanden, hetzij een bedrag dat overeenstemt met de werkelijk geleden schade, op voorwaarde dat de werknemer de omvang ervan kan bewijzen. HOOFDSTUK III - BEKENDMAKING Artikel 8 De tekst van onderhavige overeenkomst wordt in bijlage bij het arbeidsreglement van de onderneming gevoegd. HOOFDSTUK IV - SLOTBEPALINGEN Artikel 9 Deze overeenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd; zij wordt van kracht op de datum van de ondertekening ervan, met uitzondering van de bepalingen van artikel 4, lid 3. Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden. De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen aangeven en amendementsvoorstellen indienen; de andere organisaties gaan de verbintenis aan deze binnen de termijn van een maand na ontvangst, in de Nationale Arbeidsraad te bespreken. 40 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen HOOFDSTUK V - VERPLICHTENDE BEPALINGEN Artikel 10 De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan de nodige maatregelen te treffen opdat de sociale rechters en raadsheren, die in de arbeidsrechtbanken en -hoven als werknemers of als werkgevers zetelen, zouden worden ingelicht over het bestaan van de bij artikel 6 van onderhavige overeenkomst voorziene gespecialiseerde commissie. Tevens verbinden zij zich ertoe aan hun organisaties, die in rechte zouden optreden ter verdediging van de uit onderhavige overeenkomst voortvloeiende rechten, aan te bevelen dat zij het bevoegde rechtscollege zouden vragen genoemde commissie te raadplegen. [De ondertekenende partijen gaan bovendien de verbintenis aan om de nodige maatregelen te treffen opdat de paritaire comités zouden worden ingelicht over de in artikel 6, derde lid van onderhavige overeenkomst voorziene rol van de gespecialiseerde paritair samengestelde commissie inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen.] (1) Commentaar [Ter uitvoering van artikel 10, tweede lid hebben de ondertekenende partijen de mededeling nr. 8 van 19 december 2001 aan de paritaire comités overgemaakt betreffende de rol van de bij artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 van 15 oktober 1975 betreffende de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers opgerichte gespecialiseerde paritair samengestelde commissie inzake neutrale functiewaarderingssystemen.] (2) Artikel 11 De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan de resultaten van de toepassing van onderhavige overeenkomst te onderzoeken, ten laatste 12 maanden na de inwerkingtreding ervan. x x x Gelet op artikel 28 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, verzoekt de Nationale Arbeidsraad dat de artikelen 1 tot 9 van deze overeenkomst door de Koning algemeen verbindend zouden worden verklaard. Gedaan te Brussel, op vijftien oktober negentienhonderd vijfenzeventig. (1) 1). (2) ---------------------Ingevoegd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 25 bis van 19 december 2001 (artikel Nieuwe commentaar (Beslissing van de Raad van 19 december 2001). c.a.o. 25/6. 19.12.2001 41 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 5 Afgevaardigden ondernemingsraad, comité preventie en bescherming op het werk ONDERNEMINGSRAAD Werkgeversafvaardiging - E. Van Gelder, Voorzitter Raad van Bestuur N. Van Craen, financieel beheerder J. Van Leemput, algemeen directeur J. Veny, Directeur personeel G.Geeraerts J.Wastiels Luc Hens Personeelsafvaardiging Kaderleden Effectief verkozenen Scholiers Peter (ABVV) Lutjeharms Madeline (ABVV) Plaatsvervangers Van Bellingen Jozef (ABVV) Stijns Erik (ABVV) Bedienden Effectief verkozenen Aelbrecht Jean (ACLVB) Segers Marguerite (ACLVB) Hebbelinck Rita (ACLVB) Van Den Berghe Lucien (ACLVB) Coulier Jo (ABVV) Opsomer Marina (ABVV) Corijn Eric (ABVV) Servranckx Liesbeth (ABVV) Pieters Yvette (ABVV) Danckaert Jan (ABVV) Willems Rudi (ABVV) Plaatsvervangers Van Der Snickt Lutgarde (ACLVB) Goossens Andre (ACLVB) Stevens Nikie (ACLVB) Knaepen Andrea ( ACLVB) Steenhaut Oscar (ABVV) Lafruit Josee (ABVV) De Meersman – Uyttersprot Maria (ABVV) Van Der Kelen Frank (ABVV) Kavadias Dimo (ABVV) Deschouwer Luc (ABVV) Bosman Nadia (ABVV) Jeugdigen Effectief verkozenen Vierendeels Christoff (ABVV) plaatsvervanger Deschacht Nick (ABVV) 42 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen COMTIE PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK Werkgeversafvaardiging - E. Van Gelder, Voorzitter Raad van Bestuur J. Van Leemput, algemeen directeur N. Van Craen, financieel beheerder M. Hendrickx, directeur technische diensten J. Veny, Directeur Personeel J.P. Van Bendegem P. De Baetselier L. Hens Personeelsafvaardiging Bedienden Effectief verkozenen Dehaeseleer Yves (ACLVB) Van der Snickt Lutgarde (ACLVB) Merckx Philippe (ACLVB) Pieters Yvette (ABVV) Heymans francis (ABVV) Cuppens Fien (ABVV) Van Boles Chris (ABVV) Devuyst Greta (ABVV) Coulier Jo (ABVV) Minner Walter (ABVV) Bronselaer Brigitte (ABVV) plaatsvervangende Hermans Guy (ACLVB) De Smet Maria (ACLVB) De Leeuw Tony (ACLVB) De Deken Nancy (ABVV) Van Der Kelen Frank (ABVV) Van Den Storme Edward (ABVV) Vandenbergen Ingrid (ABVV) Tys Dries (ABVV) Vaeremans Carine (ABVV) Pauwels Marina (ABVV) Mares Ann (ABVV) Jeugdige werknemers Effectief verkozen Johnbull Memuna (ABVV) plaatsvervanger Dehon Pieter (ABVV) 43 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 6: Controle op e-mail, internet- en intranetgebruik De werkgever moedigt het gebruik van online communicatie voor professioneel gebruik aan en heeft een ICT-reglement opgesteld. Iedere werknemer ontvangt hiervan een exemplaar en het reglement is tevens te raadplegen op de website. De hierna volgende regels bevatten de essentiële bepalingen ervan. 1. De communicatiemiddelen worden alleen beroepsmatig aangewend, dit op een wijze die het imago van de onderneming en de kwaliteit van het werk van de betrokkenen bevordert. 2. Privé-gebruik van deze communicatiemiddelen is toegelaten, op voorwaarde dat dit de goede werking van de dienst niet in het gedrang brengt. Bij privé-gebruik duidt u dit in de communicatie aan. Inkomende privé-mail slaat u in een duidelijk gemarkeerde folder op. 3. Er is een permanente controle van het gebruik, met het oog op de beveiliging van het netwerk, het beschermen van de vertrouwelijkheid van gegevens, een waardig gebruik van de communicatiemiddelen, het voorkomen van overbelasting van het netwerk en van de verzekering van de continuïteit van de dienst. 4. Deze controle dient als volgt te gebeuren: 1. controle op de inhoud van de communicatie : principieel verbod Geen enkele controle kan uitgevoerd worden op de inhoud van de communicatie tussen gebruikers, behoudens uit absolute strafrechterlijke noodzaak. Onder dit verbod valt niet de geautomatiseerde verwerking in het kader van bijvoorbeeld een antivirus- en/of antispamfiltering daar deze enkel tot doel hebben de integriteit van de ICT-infrastructuur te bewaren. 2. controle op de communicatiegegevens - grondbeginsel en finaliteit Volgens de hieronder vermelde voorwaarden kan de VUB en met name de algemene ICTbeheerder overgaan tot de controle van de communicatiegegevens van de gebruikers. Dit betreft de gegevens die toelaten een afzender en/of ontvanger te identificeren, een op het Internet geconsulteerde site, tijdstip en duur van de communicatie, aantal berichten, volume enz... Dergelijke controle kan echter enkel uitgevoerd worden voor één van de volgende doeleinden: 44 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen 1) het voorkomen van onwettige of lasterlijke feiten, van feiten strijdig met de goede zeden, van de aantasting van de waardigheid van derden (bv.: piraterij, kwaadaardigheid, onrechtmatig toe-eigenen van rekeningen, misbruik van het netwerk, enz...) 2) de bescherming van de economische en financiële belangen van de VUB die een vertrouwelijk karakter hebben 3) de veiligheid en/of de goede technische werking van de ICT-infrastructuur van de VUB, met inbegrip van het toezicht op de kosten die ermee gepaard gaan, evenals de materiële bescherming van de installaties van de VUB (vb.: interventie van de beheerder om overmatig gebruik van het netwerk vast te stellen en te beëindigen) 4) het te goeder trouw naleven van de aan de VUB geldende beginselen en deze gebruiksregels; De hierboven beschreven controle mag geen systematisch karakter vertonen. - directe en indirecte controle Voor hoger genoemde punten 1) tot en met 3) kan de algemene ICT-beheerder een directe controle uitoefenen op de communicatiegegevens van een gebruiker, zonder deze voorafgaandelijk in te lichten. In geval van onregelmatigheid zal het diensthoofd van de gebruiker of de decaan van de student op de hoogte gebracht worden. Indien nodig wordt de computeraccount en/of de netwerktoegang afgesloten tot de normale situatie hersteld is. Het diensthoofd of de decaan zal de maatregelen nemen die hij opportuun acht. Disciplinaire maatregelen worden desgevallend genomen volgens de vigerende procedures. In geval 4) kan de algemene ICT-beheerder enkel een indirecte controle uitoefenen volgens de hierna vermelde procedure : - indien een onregelmatigheid vastgesteld wordt kan niet onmiddellijk tot individualisering overgegaan worden. Eerst dient de gehele gemeenschap van deze onregelmatigheid op de hoogte gebracht te worden en gewaarschuwd dat indien deze zich opnieuw voordoet, tot individualisering zal overgegaan worden. - in geval er zich toch nog een onregelmatigheid voordoet na deze algemene waarschuwing, kan de algemene ICT-beheerder de ervoor verantwoordelijk geachte gebruiker individualiseren. Dan treedt de volgende procedure in werking : o voorafgaand aan elke sanctie of beslissing wordt de betrokken gebruiker met zijn diensthoofd/decaan uitgenodigd voor een gesprek waarbij hij de mogelijkheid krijgt zijn bezwaren te uiten met betrekking tot de evaluatie of voorgenomen beslissing en zijn gebruik van de hem ter beschikking gestelde ICT-middelen nader te verklaren; o na dit gesprek kan de algemene ICT-beheerder tijdelijk de computeraccount of de netwerktoegang van de gebruiker afsluiten tot de normale situatie hersteld is. Het diensthoofd/de decaan zal de maatregelen nemen die hij opportuun acht. Disciplinaire maatregelen worden desgevallend genomen volgens de vigerende procedures. - evenredigheidsbeginsel 45 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Welke ook de toegepaste procedure is, de controle op de communicatiegegevens van de gebruikers blijft onderworpen aan het evenredigheidsbeginsel dat deze controle beperkt tot wat strikt noodzakelijk is om te voldoen aan de beoogde wettige finaliteit. 3. Systematische gegevensopslag om de veiligheid en de goede werking van de ICTinfrastructuur te verzekeren De gebruikers worden ervan op de hoogte gebracht dat het gebruik van de ICT-infrastructuur van de VUB de systematische en automatische opslag en archivering met zich meebrengt van gegevens met betrekking tot de gebruikers (afzender en/of ontvanger), het tijdstip, de duur, de frequentie, het volume en de aard van bepaalde elektronische handelingen. Sommige gegevens kunnen een persoonlijk karakter bezitten. Deze gegevens zijn slechts toegankelijk voor een beperkt aantal personeelsleden, verantwoordelijk voor het beheer van de ICTinfrastructuur. Zij worden verzameld met als doel : - de statistische verwerking met het oog op een optimaal beheer van de ICTinfrastructuur (lange termijnbeheer); - de gebruikers te identificeren in geval van technische problemen of verkeerde configuratie van hardware of software (korte termijnbeheer); De gebruikers worden er eveneens van op de hoogte gebracht dat gegevens die zich op hun persoonlijke werkpost of op de eigen ruimte van een multi-user server bevinden, opgeslagen kunnen worden in het kader van een regelmatige backup procedure. Deze opslag dient uitsluitend om eventueel verloren gegane bestanden te kunnen recupereren. 4. Bewaartijd van de gegevens De gegevens met betrekking tot de gebruikers worden maar zo lang bewaard als nodig voor de beoogde finaliteit, onverminderd de wettelijke bepalingen die de werkgever en bij extensie de ICT-beheerder een langere bewaartijd opleggen. De hierna vermelde bewaartijden zijn slechts illustratief en betreffen enkel de centrale voorzieningen (Rekencentrum en VUBnet). Zij kunnen op elk ogenblik gewijzigd worden zonder voorafgaandelijke waarschuwing. - gebruiksgegevens van de Web Proxy servers : een week; gedetailleerde accounting van de mail- en rekenservers : een week; toegangsgegevens tot de mail- en rekenservers en hun gecondenseerde accounting : onbeperkt; tijdstip van verzenden/ontvangen van email, grootte van het bericht, identiteit van verzender/ontvanger : 12 tot 18 maanden; modemgebruik, inclusief nummer: 12 tot 18 maanden; toegang tot Web en FTP servers, naam van bestanden en URL’s : 12 tot 18 maanden; De gegevens die verzameld worden in toepassing van CAO 81 worden slechts zolang bewaard als nodig voor de controle en voor de duur van een eventuele disciplinaire procedure. 46 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 7: controle op GSM-gebruik Er wordt uitgegaan van de eerlijkheid van de gebruiker bij het louter professioneel gebruik of bij het invoeren van de escapecode ter onderscheiding van beroeps - en privé-gesprekken. Steekproefsgewijs zullen er door het hoofd van de hoofdeenheid, de rekeninghouder of de projectverantwoordelijke controles worden uitgevoerd op de rekeningen van beroepsgesprekken. Ook bij vermoeden van misbruik zullen de rekeningen van naderbij bekeken worden. 47 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 8A COLLECTIEVE BEDRIJFSOVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden 1. De Vrije Universiteit Brussel, met zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 2, die de rechtspersoonlijkheid geniet bij de wet van 28 mei 1970, vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 47 van haar statuten door : De heer Rik Van Aerschot, Voorzitter van de Raad van Bestuur, wonende te 1800 Vilvoorde, D’aubreméstraat 42 De heer Benjamin Van Camp, Rector, wonende te 1950 Sint-Martens-Lennik, Oude Brusselsebaan 9 Mevrouw Rosette S ‘Jegers, Vice-Rector Onderwijs, wonende te 3090 Overijse, Poelweg 14 hierna de werkgever genoemd en 2. De volgende representatieve werknemersorganisaties - ACLBV – VSOA vertegenwoordigd door de heer Frank Lefever handelend in de hoedanigheid van secretaris-coördinator - ABVV vertegenwoordigd door de heer Marc Borremans handelend in de hoedanigheid van provinciaal secretaris wordt de volgende collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten : Artikel 1 : Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst vindt toepassing op : - de werkgever - alle leden van het academisch, het administratief en het technisch personeel in dienst van de werkgever, voorzover zij niet bezoldigd worden lastens afdeling I van de begroting van de universiteit, in de zin van artikel 154 van het decreet van 12 juni 1991betreffende de Universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap ; Artikel 2 : Inhoud 48 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen De drempel van 5 % inzake gelijktijdige afwezigheden, zoals bedoeld in artikel 17 § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt niet toegepast. Artikel 3 : Duur van de overeenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor een onbepaalde tijd afgesloten en heeft uitwerking met ingang van heden. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, die betekend wordt door een aangetekende brief aan elk der contracterende partijen. Opgesteld te Brussel op 01 september 2002 in vijf exemplaren, elk der partijen verklarend één exemplaar ontvangen te hebben. Een exemplaar zal worden neergelegd ter griffie van de dienst voor Collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid door de meest gerede partij. De representatieve werknemersorganisaties De Werkgever Namens ACLVB – VSOA Rik Van Aerschot Voorzitter Raad van Bestuur Frank Lefever Secretaris - coördinator Namens ABVV Marc Borremans Provinciaal secretaris Benjamin Van Camp Rector Rosette S’Jegers Vice-Rector Onderwijs 49 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 8B COLLECTIEVE BEDRIJFSOVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden 1. De Vrije Universiteit Brussel, met zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 2, die de rechtspersoonlijkheid geniet bij de wet van 28 mei 1970, vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 47 van haar statuten door : De heer Rik Van Aerschot, Voorzitter van de Raad van Bestuur, wonende te 1800 Vilvoorde, D’aubreméstraat 42 De heer Benjamin Van Camp, Rector, wonende te 1950 Sint-Martens-Lennik, Oude Brusselsebaan 9 Mevrouw Rosette S ‘Jegers, Vice-Rector Onderwijs, wonende te 3090 Overijse, Poelweg 14 hierna de werkgever genoemd en 2. De volgende representatieve werknemersorganisaties - ACLBV – VSOA vertegenwoordigd door de heer Frank Lefever handelend in de hoedanigheid van secretaris-coördinator - ABVV vertegenwoordigd door de heer Marc Borremans handelend in de hoedanigheid van provinciaal secretaris wordt de volgende collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten : Artikel 1 : Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst vindt toepassing op : - de werkgever - alle leden van het academisch, het administratief en het technisch personeel in dienst van de werkgever, voorzover zij niet bezoldigd worden lastens afdeling I van de begroting van de universiteit, in de zin van artikel 154 van het decreet van 12 juni 1991betreffende de Universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap ; Artikel 2 : Inhoud 50 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen De drempel van 5 % inzake gelijktijdige afwezigheden, zoals bedoeld in artikel 17 § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt niet toegepast. Artikel 3 : Duur van de overeenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor een onbepaalde tijd afgesloten en heeft uitwerking met ingang van heden. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, die betekend wordt door een aangetekende brief aan elk der contracterende partijen. Opgesteld te Brussel op 01 september 2002 in vijf exemplaren, elk der partijen verklarend één exemplaar ontvangen te hebben. Een exemplaar zal worden neergelegd ter griffie van de dienst voor Collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid door de meest gerede partij. De representatieve werknemersorganisaties De Werkgever Namens ACLVB – VSOA Rik Van Aerschot Voorzitter Raad van Bestuur Frank Lefever Secretaris - coördinator Namens ABVV Marc Borremans Provinciaal secretaris Benjamin Van Camp Rector Rosette S’Jegers Vice-Rector Onderwijs 51 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen Bijlage 9 Adresgegevens inspectiediensten sociale wetten: Arbeidsinspectie: Résidence Palace Blok A, 8ste verdiep Wetstraat 155 1040 Brussel Tel. 02/287.38.00 Fax. 02/287.38.37 Vragen over welzijn op het werk: Ir. Directeur Luc Van Hamme Belliardstraat 51 1040 Brussel Tel. 02/233.45.46 Fax. 02/233.45.23 Medische inspectie: Directeur-generaal: Jean-Marie De Coninck Belliardstraat 51 1040 Brussel Tel. 02/233.41.11 Fax. 02/233.46.40 Bijlage 10 52 ATP VASTE PERSONEELSFORMATIE WERKINGSUITKERING Def. versie met bijlagen BEGINSELVERKLARING INZAKE DIVERSITEIT _ Leren, leven en werken aan de VUB in verscheidenheid De VUB staat voor hoogstaand academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, allebei met een sterke maatschappelijke inbedding. We vormen kritisch, zelfstandig denkende mensen in een open sfeer van vrij onderzoek, vrijheid, verdraagzaamheid en verscheidenheid. Die verscheidenheid is een kenmerk van onze maatschappij, met haar veelvoudige verschillen in culturen, gewoonten en opvattingen. Verschillen die een rijkdom vertegenwoordigen, maar die ook nieuwe inspanningen en sociale leerprocessen vergen. De aanwezigheid van mensen met een verschillende achtergrond zorgt bovendien voor nieuwe ideeën vanuit andere invalshoeken en betekent een verrijking van onze instelling. Kortom, van verscheidenheid wordt iedereen beter. Als Vlaamse universiteit heeft de VUB in Brussel een bijzondere rol te spelen in deze thematiek. Vanuit deze visie en hierin gesteund door verschillende decreten en door onze traditie, willen wij een beleid voeren dat niet enkel de diversiteit in onze samenleving aanvaardt, maar ook actief alles in het werk stelt om iedereen gelijke kansen te geven. Zo bouwen we mee aan een democratische en vrije samenleving, die zorg draagt voor alle minderheden en actief optreedt tegen maatschappelijke uitsluiting. Daarom stelt de VUB zich tot doel de verscheidenheid in de samenleving positief te benaderen, zowel in haar studieprogramma's als op het vlak van haar studentenbeleid en personeelsbeleid en dit door gelijke kansen te garanderen voor iedereen, zonder onderscheid op grond van geslacht, sociale of etnische afkomst, levensbeschouwing, seksuele geaardheid, leeftijd of handicap. Via deze benadering wordt de integriteit van elk individu gerespecteerd, met al zijn gaven en gebreken. Om deze doelstelling in de praktijk om te zetten, zal de VUB maatregelen nemen die zodanig geformuleerd worden dat ze regelmatig en aan de hand van kwantificeerbare gegevens zullen worden geëvalueerd. Deze maatregelen zullen betrekking hebben op alle aspecten van de universiteit zoals onderwijs en onderzoek, studentenbeleid, studentenvoorzieningen en studentenrekrutering, en het personeels- en wervingsbeleid. 53