___________________________________ ___________________________________ Extreem Rechts Claude Leforts analyse van de problemen van de democratie Tom Meulenbergs Op het moment dat de Freiheitliche Partei Österreichs van Jörg Haider deel uitmaakt van de Oostenrijkse bestuurscoalitie draait in Vlaanderen de stembusgang van zondag 8 november 2000 uit op de zoveelste verkiezingsoverwinning op rij voor het Vlaams Blok. Niet alleen versterkt het Blok haar positie in Antwerpen, ook op het Vlaamse platteland breekt extreem-rechts door. In dit artikel wil ik enkele gedachten uitwerken bij deze opgang van extreem-rechts. Hierbij maak ik in eerste instantie gebruik van het conceptueel kader van de Franse politieke filosoof Claude Lefort die in zijn denken de relatie tussen democratie en totalitarisme centraal stelt. Ik zal beginnen met de hoeksteen van Leforts politieke filosofie: zijn aandacht voor het symbolische. Daarna schets ik het ontstaan van de liberale democratische staat aan de hand van de specifieke symbolische situatie kenmerkend voor de democratie. Hierop ent ik dan enkele persoonlijke gedachten over het eigen karakter van de democratie en breng ik de opkomst van extreemrechtse partijen in verband met een dubbele voedingsbodem: het onbehagen en de desinteresse ten overstaan van de politiek. Leforts visie op het politieke Het overheersende thema in het denken van Claude Lefort (°1924) is zijn uitgebreide analyse van de tegenstelling tussen democratie en totalitarisme.1 Een goed begrip van deze tegenstelling vereist evenwel dat men het politieke regime van een samenleving niet louter benadert als een formeel mechanisme dat dient om het dagelijks bestuur van de staat te garanderen. Politieke macht is niet louter instrumenteel van aard maar heeft allereerst een symbolische functie. De hoeksteen van Leforts politieke filosofie is dan ook het onderscheid tussen de politiek (la politique) en het politieke (le politique).2 De politiek refereert aan de concrete politieke debatten en problemen, het dagelijks bestuur van de staat, terwijl het politieke verwijst naar de dieperliggende constitutieve principes die het politieke debat mogelijk maken. Het is de taak van de politieke filosofie zich op het politieke te richten. De politieke filosofie mag bijgevolg geen studie zijn van de verzameling van particuliere politieke feiten maar moet zich veeleer bezighouden met het beschouwen van de diverse modes d'institution du social, met een analyse van de symbolische functie en werkzaamheid van politieke macht. Claude Lefort plaatst met deze benadering de politieke filosofie tegenover het objectiverende positivisme van de politieke wetenschappen. De sociale en politieke wetenschappen reduceren de politiek tot een duidelijk onderscheiden domein van de samenleving. Politiek heeft dan nog enkel te maken met objectieve structuren en regelmatigheden, staat volledig op zichzelf en draagt zijn eigen betekenis in zich. Deze reductie is exponent van het objectivisme en functionalisme binnen de wetenschappen en ontkent het eigenlijk karakter van het politieke. In het essay La question de la démocratie stelt Lefort hierover dat “de politieke wetenschap is ontstaan uit een wil tot objectivering en door het buiten beschouwing laten van het feit dat er geen elementaire delen of structuren, geen eenheden (klassen of klassesegmenten), geen maatschappelijke relaties, geen economische of technische bepalingen en geen dimensies van de sociale ruimte zijn, die al voor hun vormgeving bestonden.”3 Politiek is dus duidelijk meer dan de mechanismen en wetmatigheden die in de sociale wetenschappen worden blootgelegd. In plaats van de objectiverende methodologie van de politieke en _______________________________________________________________________________________ Ethische perspectieven 10 (2000)3, p.175 ___________________________________ sociale wetenschappen pleit Lefort voor een retour au politique door de erkenning van het eigen karakter van het politieke. Politiek mag niet worden gereduceerd tot de concrete politieke actie. Hiervoor moet de politieke filosofie oog hebben voor het symbolische niveau dat constitutief is voor het politieke debat en de vormgeving van de sociale ruimte. Deze constitutieve beginselen manifesteren zich in de dubbele beweging van apparition en occultation, van verschijning en verduistering. Le politique is tegelijk terug te vinden in de concrete politieke actie als aan de onzichtbare kant van de maatschappelijke organisatie.4 Zo begrepen refereert politiek aan meer dan enkel de zichtbare plaats waar de politieke macht wordt uitgeoefend of het politieke debat wordt gevoerd. De eigenlijke machtsallocatie wordt integendeel bepaald door een aantal onzichtbare beginselen die niet alleen de machtsindeling maar de hele ordening van de maatschappij vormgeven. Hoewel onzichtbaar, laten deze beginselen zich kennen in de vormgeving, de mise en forme van de maatschappij. Het is aan de politieke filosofie zich op deze beginselen te richten. Een werkelijk verstaan van wat politiek betekent moet dan ook aandacht hebben voor de onderliggende structuren van de maatschappij, voor le politique. Het ontstaan en het eigen karakter van de democratische samenleving De grondstructuur van onze democratische samenleving is terug te brengen tot de inhoud van de verschillende mensenrechtenverklaringen. Deze bundeling van individuele rechten en vrijheden betekende aan het einde van de achttiende eeuw een radicale breuk met het Ancien Régime. Op het niveau van de concrete politieke actie wijzigde de machtslocus door de migratie van de soevereiniteit van de vorst naar het volk. Deze omwenteling in de concrete machtsverhoudingen was slechts mogelijk door een verandering op het symbolisch niveau van de voorstelling van het politieke. Voor het alledaagse politieke leven is, zoals ik hierboven heb gesteld, de symbolische orde immers van groot ___________________________________ belang.5 Met andere woorden, de maatschappij en de verschillende maatschappelijke eenheden ontlenen hun betekenis niet aan zichzelf maar aan de wijze waarop ze worden voorgesteld. Het is dus de voorstelling van de politieke macht op het symbolische niveau die de basis legt voor de feitelijke politieke krachtsverhoudingen binnen de maatschappij. Tijdens het Ancien Régime werd aan de ene kant de sociale ruimte gesymboliseerd als een eenheid met daarbinnen een strikte hiërarchie die geïnspireerd was op de eenheid van het lichamelijk functioneren. Aan de andere kant werd de politieke macht op symbolisch vlak belichaamd door de vorst. Deze incorporatie van de macht door de koning was de basis voor de legitimering van de politieke machtsverhoudingen binnen het absolute vorstendom. De vorst beschikte over een soevereine macht en stond tegenover het volk dat zich aan hem - of haar - moest onderschikken. Met de liberale revoluties en de mensenrechtenverklaringen werd een einde gemaakt aan deze voorstelling van politieke macht. In de liberale democratische staat kunnen regeerders zich niet langer de politieke macht toe-eigenen zoals de absolute vorsten. Dit is hét revolutionaire kenmerk van de democratische staatsvorm: de machtslocus moet leeg en van niemand blijven, ze is inoccupable geworden. Politieke macht komt niet langer toe aan één persoon maar aan het volk. Deze gewijzigde symbolische voorstelling van politieke macht heeft voor de sociale ordening een verreikende consequentie. In plaats van de vroegere machtshiërarchie naar analogie van het lichamelijk functioneren wordt nu aan het volk soevereiniteit toegekend. Voortaan is ieder individu als burger gelijk en beschikt hij over een aantal burgerlijke vrijheden die hun belichaming vinden in de mensenrechtenverklaringen. Door het volk soevereiniteit te verlenen zal elke politieke beslissing een referentie moeten inhouden aan de wil van het volk. Zo krijgt de strijd voor individuele rechten en vrijheden haar vaste vorm in de democratie. _______________________________________________________________________________________ Ethische perspectieven 10 (2000)3, p.176 ___________________________________ Democratie en zelfbeschikking Door een spreiding van de macht geeft de democratische staatsvorm volop waarde aan de individuele mens. De trias politica breekt de almacht van de vorst en zorgt voor de bevrijding van de individuele burger. Voortaan mag hij wel honderd pamfletten schrijven tegen het politieke establishment en als het moet, kan hij zelfs de straat op om te protesteren tegen de gang van zaken in zijn dorp, stad of land. Dit alles zonder te hoeven vrezen voor represailles van de overheid. De democratie introduceert met andere woorden een individualisering op politiek vlak. Het individu is verlost van de knellende sociale verbanden van weleer en mag bij zichzelf te rade gaan. Deze bevrijding van het individu vertaalt zich in de wisselvalligheid van het democratische debat. De substantiële eenheid met interne hirarchie van weleer is vervangen door de onbepaaldheid van het getal. Deze transformatie van de eenheid naar de onbepaaldheid toont zich op uitmuntende wijze in het algemeen stemrecht. Precies op het moment dat de volkswil aan zet is, muteert eenstemmigheid tot disharmonie. Op het moment van de stembusgang toont de democratie zich zo van haar beste kant: ze verhult de interne verscheidenheid niet. Op het politieke veld zijn de 'democratische disharmonie' en de onbepaaldheid van het getal de gevolgen van de toepassing van de beginselen van vrijheid en gelijkheid. De gedachte dat iedereen in de grond dezelfde rechten heeft is gebaseerd op de idee van zelfbeschikking die werd geformuleerd door de klassieke Engelse politieke filosofen zoals John Stuart Mill. Deze idee van individuele zelfbeschikking heeft vooral een grote positieve betekenis op politiek vlak. De overheid moet afblijven van een deel van iemands leven. Elk individu heeft recht op zijn eigen stukje privacy, een stuk persoonlijk leven waar niemand anders binnen mag. Het geheim karakter van de stemming moeten we op deze manier begrijpen: mijn oordeel als kiezer behoort tot de privacy, tot het domein waarin anderen zich niet te mengen hebben. Het is dit samengaan van zelfbeschikking en spreiding ___________________________________ van politieke macht dat aan de grondslag ligt van de democratische samenleving. Bij ons wordt deze innige band wellicht verhuld door het feit dat wij enkel de wetgevende macht rechtstreeks verkiezen. In de Verenigde Staten daarentegen, waar zowel de wetgevende, de uitvoerende als de rechterlijke macht wortelen in het privé-oordeel van de kiezer, is dit samengaan van het recht op zelfbeschikking en de spreiding van de politieke macht veel duidelijker. Naast het garanderen van het geheim karakter van de stemming is de nadruk op individuele zelfbeschikking nog op een tweede manier hoogst productief voor de politiek, namelijk voor het nastreven van het algemeen belang. Het is juist door los te komen van de particuliere aanspraken van de eigen groep dat men een sterke betrokkenheid bij het algemeen belang kan ontwikkelen. Een al te sterke fixatie op de particuliere groep staat een gerichtheid op het welzijn van de hele gemeenschap alleen maar in de weg. Indien men de politiek boven het steekspel van de groepsbelangen wil laten uitstijgen is het noodzakelijk dat politici en burgers zich kunnen onthechten aan de bijzondere belangen van de partij, klasse of groep waarvan ze deel uitmaken. Deze onthechting wordt vergemakkelijkt door het centraal plaatsen van de idee van individuele zelfbeschikking. Zelfbeschikking, zo blijkt uit het voorgaande, speelt op politiek vlak een voorname rol. Niet alleen krijgt iedereen dezelfde rechten maar ook vergemakkelijkt het het nastreven van het algemeen belang. De vraag is echter of dat de zelfbeschikkingsidee die zo centraal staat in de democratische gedachte op een niet al te geïdealiseerd mensbeeld is gebaseerd. Zonder het hele debat over het vrijheidsconcept zoals het de laatste decennia is gevoerd te willen herhalen, is het toch van belang kort te wijzen op het falen van de zelfbeschikkingsidee op sociaal vlak. De mens voorstellen als zelfbeschikkend is voeding geven aan de idee dat de mens in wezen aan zichzelf genoeg heeft. Zonder enige discussie is het duidelijk dat hiermee het wezenlijk relationeel karakter van ons mens-zijn wordt genegeerd. Daarenboven _______________________________________________________________________________________ Ethische perspectieven 10 (2000)3, p.177 ___________________________________ is een mens die elke sociale interactie ontbeert iemand zonder identiteit. Om een eigen identiteit op te bouwen, om te kunnen komen tot zelfbepaling heeft men immers veel meer nodig dan alleen maar zichzelf. De knellende sociale verbanden waaruit het individu op grond van de idee van zelfbeschikking wordt bevrijd, blijken noodzakelijk te zijn voor de ontwikkeling van onze persoonlijke identiteit. Maar er is meer. Ook op politiek vlak is de idee van individuele zelfbeschikking niet zonder problemen. Op de eerste plaats leeft de idee van zelfbeschikking met zijn focus op het privé-domein op gespannen voet met de democratische eis van betrokken burgers. Daarnaast bestaat er het dreigend gevaar van de privatisering van de politieke macht. Desinteresse en onbehagen De democratie is een enorm veeleisend systeem. Op regelmatige terugkerende tijdstippen wordt aan de burger zijn privé-oordeel gevraagd over het gevoerde beleid onder de vorm van verkiezingen. Deze consultatie van de bevolking vraagt van de burgers dat zij zich inlaten met wat er in de publieke sfeer gebeurt. Het probleem is evenwel dat de moderne mens echter nog allesbehalve een zoôn politikon is. Getekend door de geest van de consumptiemaatschappij houdt hij zich haast exclusief bezig met het verwerven van allerlei goederen die nog maar weinig te maken hebben met het bevredigen van zijn natuurlijke behoeften. Hoe langer hoe meer hebben we te maken met het afsterven van het politieke debat. Er is sprake van een hoge mate van Politikverdrossenheit: mensen zijn niet meer geïnteresseerd in de politiek, ze zijn politiek-moe. Voor de democratie is dit echter dodelijk. Betrokken burgers zijn voor haar goede werking een conditio sine qua non. Naast de dreiging van de desinteresse vormt de privatisering van de politieke macht een tweede bedreigende factor voor de democratische samenleving. Dit gevaar wordt reëel als men politieke macht gaat aanwenden ten voordele van belangen die rechtstreeks verbonden zijn met het privé- ___________________________________ domein. Politieke macht verschijnt dan niet alleen op symbolisch vlak maar ook in de concrete politieke realiteit als leeg. Dit is het geval wanneer burgers de indruk krijgen dat het politieke spel in de eerste plaats dient om de particuliere belangen van de politici zelf te bevredigen. De berichten over politieke corruptie die met de regelmaat van de klok in de media opduiken wakkeren bij de burgers het gevoel aan dat particuliere dienstverlening de zorg om het algemeen belang heeft verdrongen. Bij het publiek groeit er een onbehagen over de gang van zaken op politiek vlak. De onbepaaldheid van de democratische staatsvorm begint hoe langer hoe meer een last te worden. Het is op dat moment, stelt Claude Lefort, dat zich het fantasma van het Ene volk begint te ontwikkelen.6 Doordat mensen de politieke macht niet langer als beheersbaar ervaren beginnen ze te verlangen naar de substantiële eenheid van weleer. Tijdens deze crisis van de democratische samenleving manifesteert het totalitarisme zich als de januskop van de democratie. Het totalitaire denken maakt het verlangen naar de organische eenheid immers waar door de voorstelling van het volk als een collectief lichaam. De maatschappij wordt voorgesteld als homogeen en de conflictualiteit die door de democratie was ingesteld wordt genegeerd. De burger, zo blijkt uit het voorgaande, heeft te kampen met een zekere politieke moeheid. Tegelijkertijd groeit er bij het publiek ook een soort van onbehagen - sommigen hebben het over de 'hoge zuurtegraad van onze samenleving'. Als de Belgische burger zijn land nog maar een beetje beschouwt als 'Het land van de 1000 schandalen', hoeven we niet lang naar een mogelijke verklaringsgrond voor dit onbehagen te zoeken.7 In het buitenland blijkt de perceptie van België trouwens al niet veel gunstiger. In de Corruption Perception Index (CPI) van de internationale niet-gouvernementele organisatie Transparency International (TI) scoort België beduidend slecht.8 Elk jaar peilt TI bij verantwoordelijken uit multinationale ondernemingen naar hun perceptie van corruptie in verschillende landen. Uit de CPI van 1999 en 2000 blijkt dat België, samen met Griekenland en Italië, _______________________________________________________________________________________ Ethische perspectieven 10 (2000)3, p.178 ___________________________________ tot de meest corrupte landen van de Europese Unie wordt gerekend. Ons land heeft hiermee een opmerkelijke achterstand op buurlanden Nederland en Duitsland. Democratie en extreem-rechts Het lijkt wel of extreem-rechts deze analyse voor zichzelf al jaren geleden maakte. In elk geval hebben ze het jongste decennium handig ingespeeld op de desinteresse en het onbehagen dat bij een groeiende groep mensen leeft. Door de politieke boodschap te vereenvoudigen en de complexiteit van het politieke debat te negeren, weet het extreem-rechtse populisme nog wel mensen te boeien en warm te maken voor politieke actie. Daarnaast gebruiken politieke partijen zoals de Oostenrijkse FPÖ en het Vlaams Blok op een vernuftige manier het onbehagen dat bij de burgers leeft om er politieke munt uit te slaan. Ondanks wat het voorgaande suggereert, zijn extreem-rechtse partijen radicaal verschillend van andere politieke partijen. Hoewel ze via het democratische proces groot zijn geworden hebben partijen aan de extreem-rechtse zijde van het politieke spectrum een antidemocratisch karakter omdat ze het fundament van de democratische samenleving aantasten: ze vullen de lege plaats van de macht op. Eén van de meest heldere en onloochenbare voorbeelden hiervan is de zwaar gecontesteerde slagzin ‘Eigen Volk Eerst’ van het Vlaams Blok. Extreem-rechtse politici van het Blok hebben het te pas en te onpas over het Vlaamse volk alsof het gaat over een ongedifferentieerde massa die het eens is over van alles en nog wat maar bovenal als één blok achter het Blok staat. Op deze wijze biedt extreem-rechts een aantrekkelijk alternatief voor de onbepaaldheid van de democratie, voor de desinteresse en het onbehagen. Door het volk voor te stellen als een collectief lichaam dat wars is van elk conflict komt extreem-rechts tegemoet aan het verlangen naar de organische eenheid van weleer. Tegelijk komen echter alle verworvenheden van de democratische samenleving op de helling te staan. De individuele rechten en vrijheden die op het ___________________________________ einde van de achttiende eeuw de breuk met het Ancien Régime vaste vorm gaven, zijn in de samenleving van het Blok niet meer gewaarborgd. Een homogene samenleving duldt immers geen interne conflicten, laat staan dat ze overweg kan met de geïnstitutionaliseerde conflictualiteit van de democratie. In de plaats van een intern pluralistische samenleving waarin de macht van het getal vooropstaat komt dan de sterke, charismatische leider die de wil van 'het eigen volk' vertolkt. Door het voeren van dit discours treedt het Vlaams Blok in in de logica van de identificatie die kenmerkend is voor het totalitarisme en associëren ze zichzelf ongewild met hun politieke aartsrivalen van uiterstlinks die op dezelfde manier de lege plaats van de macht trachten in te nemen. Een denken dat beheerst wordt door de logica van identificatie kan niet overweg met interne tegenstellingen, individuele rechten die met elkaar in aanvaring kunnen komen en a fortiori niet met de culturele verscheidenheid van een multi-etnische samenleving als de onze. Tot slot De democratie kan niet functioneren zonder de erkenning van de conflictualiteit en de onbepaaldheid. De lege plaats van de macht is van vitaal belang voor het voortbestaan van de staatsvorm die recht doet aan de individuele mens door een spreiding van de politieke macht en het centraal stellen van het recht op individuele zelfbeschikking. De democratie is echter allesbehalve volmaakt. Een oververhit begrip van het recht op zelfbeschikking stelt problemen op persoonlijk en sociaal vlak. Het is een illusie te denken dat een mens aan zichzelf genoeg heeft. Ook op politiek vlak creëert de nadruk op zelfbeschikking de nodige spanningen die zelfs leiden tot een in vraag stellen van de constitutieve principes van de democratische samenleving. Ik wil hierbij nog opmerken dat een zekere mate van desinteresse en onbehagen wellicht tot het eigenlijke concept van de democratische staatsvorm behoort. In een representatieve democratie als de onze is er immers _______________________________________________________________________________________ Ethische perspectieven 10 (2000)3, p.179 ___________________________________ een haast natuurlijke kloof tussen de burger en de politiek. Het is bijgevolg nonsens om de kloof an sich te problematiseren daar het een institutioneel gegeven is. Er ontstaan pas moeilijkheden op het moment dat burgers tot de ontdekking komen dat de politieke macht niet langer naar een consensus streeft tussen de bijzondere belangen en het algemeen belang maar enkel nog ten dienste staat van particuliere belangen. Op zulke momenten duiken stromingen met totalitaire tendensen op die door het voeren van een pervers discours de democratie van binnenuit aanvreten. Desinteresse en onbehagen leiden dan tot een desintegratie van de democratie. Het enige alternatief voor dit doemscenario is het pleidooi voor een revenir au politique opvolgen. ___________________________________ Hoe zwaar ook de last van de onbepaaldheid van de democratie op sommige momenten mag wegen, het eigen karakter van het politieke mag niet worden opgegeven hetgeen kan voorkomen worden door de last van de onbepaaldheid niet te verzwaren. Dit is op de allereerste plaats een opdracht voor de politicus die zich dagdagelijks met politiek bezighoudt en voor mensen die zich in de marge van het politieke veld bevinden zoals ambtenaren - maar evengoed de media. Door een integere uitoefening van hun functies in combinatie met een professionele attitude die blijk geeft van een sterke verantwoordelijkheidszin, kunnen zij helpen voorkomen dat we de politiek verliezen aan totalitaire krachten die `het eigen volk' het bekoorlijke beeld van een organische eenheid voorhouden. Bibliografie D. BARREZ, Het land van de 1000 schandalen. Groot-Bijgaarden, Globe, 1997. C. LEFORT, Les formes de l'histoire anthropologie politique. Paris, Editions Gallimard, 1978. C. LEFORT, Essais sur le politique (XIXe et Xxe siècle), éd. O. MONGIN. Paris, Editions du Seuil, 1986. C. LEFORT, C., `La question de la démocratie' in P. LACOUE-LABARTHE (éd.), Le retrait du politique. Paris, Galilée, 1983. A. VAN DE PUTTE, A., `Macht en maatschappij: Claude Lefort over democratie en totalitarisme' in Tijdschrift voor Filosofie 49(1987), pp. 395-433. L. VAN MIDDELAAR, L., Politicide. De moord op de politiek in de Franse filosofie. Amsterdam, Van Gennep, 1999. Noten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Een uitgebreide en diepgaande inleiding op Leforts politieke filosofie is het artikel `Macht en Maatschappij: Claude Lefort over democratie en totalitarisme' van André Van de putte in Tijdschrift voor Filosofie 49 (1987), p. 395-433. Luuk van Middelaar heeft het over de tegenstelling tussen 'politiek-als-regeringsvorm' verus de 'politieke-macht-alssymbool'. L. VAN MIDDELAAR, Politicide. De moord op de politiek in de Franse politieke filosofie, Amsterdam, 1999, pp. 184-185. “La science politique naît d'une volonté d'objectivation, dans l'oubli qu'il n y a pas d'éléments ou de structures élémentaires, pas d'entités (classes ou segments de classes), pas de rapports sociaux, ni de détermination économique ou technique, pas de dimensions de l'espace social qui préexisteraient à leur mise en forme.” C. LEFORT, La question de la démocratie, in P. LACOUE-LABARTHE (ed.), Le retrait du politique, 1983, p. 74. C. LEFORT, Essais sur le politique, p. 17. “Le pouvoir n'est pas 'quelque chose', empiriquement déterminé, mais indissociable de sa représentation.” In C. LEFORT, Les formes de l'histoire, p. 285. “Quand le pouvoir paraît déchoir au plan du réel, en vient à apparaître comme quelque chose de particulier au service des _______________________________________________________________________________________ Ethische perspectieven 10 (2000)3, p.180 ___________________________________ 7. 8. ___________________________________ intérêts et des appétits de vulgaires ambitieux, bref se montre dans la société et que du même coup celle-ci se fait voir comme morcelée, alors se développe le phantasme du peuple-un, la quête d'une identité substantielle, d'un corps social soudé à sa tête, d'un pouvoir incarnateur, d'un Etat délivré de la division.” In C. LEFORT, `La question de la démocratie', p. 85. Hiermee verwijs ik naar de titel van een boek van VRT-journalist Dirk Barrez waarin hij een kwarteeuw Belgische affaires belicht. D. BARREZ, Het land van de 1000 schandalen. Groot-Bijgaarden, 1997. De Corruption Perception Index van Transparency International is te raadplegen via http://www.transparency.de _______________________________________________________________________________________ Ethische perspectieven 10 (2000)3, p.181