3. Studievragen en opdrachten boek Maatschappelijke

advertisement
Studievragen en opdrachten boek Maatschappelijke Zorg
Boek
Thema
Docent
Werkvormen
ISBN 978-90-85240-89-1
3. Ontwikkeling van mensen met een
verstandelijke beperking
Ben de Geus
Studie- toetsvragen
Video
Op school
Opdracht 1A/1B
Op school
Opdracht 2
Ops chool
Studie- toetsvragen
1. De ontwikkeling van het menselijk gedrag kunnen we uiteenhalen in drie aspecten. Schrijf de
drie aspecten op.
2. De behoeftebevrediging van het kind is door Freud uitgelegd in vier fasen. Schrijf de fasen op
en vertel de belangrijkste aspecten die er in iedere fase plaatsvinden.
3. Freud heeft het begrip “Oedipuscomlex” geïntroduceerd. Zoek op wat het Oedipuscomplex
is.
4. Een kind heeft geleerd dat het, bij afwezigheid van de ouders, niet “stiekum” uit de snoeppot
mag pikken. Dit komt door het gevormde “geweten” van het kind. Hoe ontstaat volgens
Freud het “geweten”bij een kind?
5. Volgens Piaget verloopt de cognitieve ontwikkeling in vier fasen. Schrijf de fasen op en vertel
de belangrijkste aspecten die er in iedere fase plaatsvinden.
6. Volgens Piaget is de intelligentie weliswaar aangeboren (nuture), maar ook de omgeving van
het kind speelt een belangrijke ontwikkeling. Bekend zijn de verhalen over de twee
wolfskinderen Romulus en Remus. Leg volgens de opvatting van Piaget uit hoe deze kinderen
zich hebben ontwikkeld. Zie internet voor het verhaal:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Romulus_en_Remus
7. Timmers-Huigens heeft bij het ontwikkelen van haar theorie gebruik gemaakt van Piaget.
Schrijf de vier ervaringsfasen op en leg uit wat er in iedere fase gebeurt.
8. Mensen met een verstandelijke beperking hebben recht op een gepaste opvoeding en zorg.
We kunnen daar de opvattingen van Piaget, Freud en Timmers-Huigens goed gebruiken. Leg
uit waarom
Maatschappelijke Zorg 978-90-85240-89-1
Thema 3 De ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap
www.zorgvuldig.webnode.nl
1
Video Hechtingstheorie van Bowlby
Volgens Bowlby zijn kinderen 'voorgeprogrammeerd' om een
hechtingsrelatie aan te gaan met hun vaste verzorgers.
Hechting (attachment) is de duurzame affectieve relatie
tussen een kind en één of meer opvoeders. Veilig gehechte
kinderen zullen in perioden van stress de nabijheid zoeken van
personen aan wie zij zijn gehecht. In een onbekende situatie
zijn zulke personen de uitvalsbasis waarvandaan zij de
omgeving verkennen. Onveilig gehechte kinderen klampen zich vast aan hun verzorger, of ze
gedragen zich juist heel onverschillig en zelfstandig, ongeacht of de situatie stressvol is of niet. Alle
kinderen hebben een gehechtheidrelatie met hun opvoeders, maar onveilig gehechte kinderen
krijgen veel vaker te kampen met leer- of relatieproblemen, zijn lastig aanspreekbaar, en ontwikkelen
een laag gevoel voor eigenwaarde.
Bowlby's hechtingstheorie heeft geleerd dat het verstandig is om huilende baby's niet te laten huilen,
maar te troosten. Door te huilen laten ze immers merken dat ze behoefte hebben aan de nabijheid
van hun verzorgers. Ook verklaart de theorie dat mishandelde kinderen toch loyaal aan hun ouders
blijven. Ze zijn namelijk wel aan hen gehecht, hoewel doorgaans niet veilig gehecht
Vraag: Welke consequenties kan de opvatting van Bowlby hebben voor de zorg van mensen met een
verstandelijke beperking die in een zorginstelling wonen?
http://www.youtube.com/watch?v=QTsewNrHUHU
Opdracht 1
De klas wordt verdeeld in groep A in groep B.
Opdracht 1/ groep A
In thema 3 wordt de ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking beschreven.
In het boek “Cliënt en omgeving” is in thema 14 Mensen met een verstandelijke beperking
de ontwikkelingspsychologie van Freud, Piaget al een keer behandeld. Wat weet je nog van
deze opvattingen?
Opdracht:
1. Bereidt in 30 minuten met 4 of 5 klasgenoten een presentatie voor waarin de
lesgroep verteld wat de belangrijkste fases volgens Freud en Piaget zijn in de
ontwikkelingen van een kind van 0 tot 12 jaar. Vertel ook welk concreet
waarneembaar gedrag je bij iedere ontwikkelingsfase kunt aantreffen.
2. Vertel in 10 minuten je bevindingen aan de klas
Maatschappelijke Zorg 978-90-85240-89-1
Thema 3 De ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap
www.zorgvuldig.webnode.nl
2
Opdracht / groep B
In thema 3 wordt ook de theorie van mevr. F. Dorothea Timmers-Huigens behandeld. Zij
heeft in haar beschrijving van ervaringsfasen een andere benadering van de ontwikkelingen
van het kind gegeven dan Piaget.
1. Bereidt in 30 minuten met 4 of 5 klasgenoten een presentatie voor waarin je laat
zien wat volgens Timmers-Huigens de fases in de ontwikkelingen van een kind van 0
tot 12 jaar zijn. Vertel ook welk concreet waarneembaar gedrag n je bij iedere
ontwikkelingsfase bij een kind kunt aantreffen.
2. Schrijf bij ieder fase op welk niveau van verstandelijke beperking hoort (zie hiervoor
paragraaf 13.3 van thema 3
3. Presenteer in 10 minuten je presentatie aan de klas
Video
http://www.youtube.com/watch?v=McZu3xfxupU
In welke ervaringsfase van Timmers Huigens denk je dat de tweeling zit?
Oefentoetsen
Toets A
Toets B
Thema 3 – Ontwikkeling van mensen met een
verstandelijke beperking - Toets A
Ontwikkeling van mensen met een verstandelijke
beperking - Toets B
Maatschappelijke Zorg 978-90-85240-89-1
Thema 3 De ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap
www.zorgvuldig.webnode.nl
3
Thema 3 – Ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking
- Toets A
Welk antwoord is juist? De ontwikkeling van de mens kunnen we
uiteenhalen in drie aspecten:
Het sociale, het lichamelijke en het geestelijke aspect.
Het motorische, het sociale en het lichamelijke aspect.
Het motorische, het cognitieve en het sociaalaffectieve aspect.
Het sociale, het lichamelijke en het motorische aspect.
Welk antwoord is juist? In welke volgorde loopt iemand de volgende seksuele
ontwikkelingsfasen door?
Orale, anale, fallische en latentiefase.
Anale, orale, latentie en fallische fase.
Orale, fallische, anale en latentiefase.
Anale, fallische, orale en latentiefase.
De volgende uitspraken hebben betrekking op de seksuele ontwikkeling bij kinderen. Welke
uitspraak is juist?
De orale fase bij een kind loopt van ongeveer 1 tot 3 jaar.
In de anale fase is de erogene zone de anus.
Met ‘latent’ wordt bedoeld: volop aanwezig.
In de orale fase leert het kind de sluitspieren te beheersen.
Welk antwoord is juist? De koppigheidfase kun je ongeveer plaatsen bij de leeftijd van:
0 – 2 jaar.
1 – 3 jaar
2 – 5 jaar.
3 - 6 jaar.
De volgende uitspraken hebben betrekking op de seksuele ontwikkeling bij kinderen. Welke
uitspraak is juist?
Freud ontdekte dat de mens zich volledig bewust is van de motieven voor zijn gedrag.
De mond is een erogene zone.
De anale fase is de fase waarin kinderen ontdekken dat ze een jongen of een meisje zijn.
De latentiefase loopt van ongeveer 3 tot 5 jaar.
Maatschappelijke Zorg 978-90-85240-89-1
Thema 3 De ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap
www.zorgvuldig.webnode.nl
4
Welk antwoord is juist? De orale fase:
Loopt van ongeveer 1 tot 3 jaar.
Kom je bij mensen met een verstandelijke beperking niet tegen.
Betekent dat alles onder de oppervlakte aanwezig is.
Gaat vooraf aan de anale fase.
Welk antwoord is juist? Piaget onderscheidt:
De sensomotorische, de logische, de concrete en de formeel operationele ontwikkelingsfasen.
De sensomotorische, de preoperationele, de concreet-operationele en de formeel operationele
ontwikkelingsfasen.
De sensorische, de preoperationele, de operationele en de formeel operationele
ontwikkelingsfasen.
De sensorische, de operationele, de concrete en de logische ontwikkelingsfasen.
Welk antwoord is juist? De theorie van Timmers-Huigens heet de theorie van:
De ontwikkelingsmodellen.
De verstandelijke beperking.
Het pedagogisch handelen.
De ervaringsfasen
Welke uitspraak over Piaget is juist?
Piaget heeft vooral studies gedaan naar de emotionele ontwikkeling.
In de eerste fase van Piaget vallen denken en doen samen.
De laatste fase die Piaget onderscheidt is de concreet-operationele fase.
De theorie van Piaget gaat over ervaringsfasen.
. Welke antwoord is juist? Rijpingprocessen:
Zijn kenmerkend voor de preoperationele en de sensomotorische fase.
Verlopen bij kinderen met een verstandelijke beperking minder snel dan bij normale kinderen.
Kom je met name tegen bij mensen met een lichte verstandelijke beperking.
Worden door Timmers-Huigens met name toegekend aan de structurerende ervaringsfase.
Maatschappelijke Zorg 978-90-85240-89-1
Thema 3 De ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap
www.zorgvuldig.webnode.nl
5
Thema 3 – Ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking
- Toets B
Welk antwoord is juist? De concreet-operationele fase van Piaget loopt van ongeveer:
2 tot 12 jaar.
2 tot 7 jaar.
7 tot 12 jaar
12 tot 15 jaar.
Welke uitspraak over abstract is juist?
Tussen 7 en 12 jaar kan een kind omgaan met abstracte begrippen.
Taal is niet abstract.
Rechtvaardigheid is een voorbeeld van een abstract begrip.
Mensen met een verstandelijke beperking kunnen meestal ook abstract denken.
Welk antwoord is juist? Concreet:
Is iets dat je kunt zien.
Is een handeling in gedachten.
Is het tegenovergestelde van formeel.
Is niet tastbaar.
Welk antwoord is juist? De tweede fase van Timmers Huigens noemen we de:
Lichaamgebonden ervaringsfase.
Associatieve ervaringsfase
Structurerende ervaringsfase.
Vormgevende ervaringsfase.
Welk antwoord is juist. Bij de lichaamsgebonden ervaringsfase hoort vooral:
Een flexibel dagprogramma.
Voeden, verzorgen, knuffelen.
Verantwoordelijkheid en hulpvaardigheid.
Vormgeving en zelfstandigheid.
Maatschappelijke Zorg 978-90-85240-89-1
Thema 3 De ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap
www.zorgvuldig.webnode.nl
6
Welk antwoord is juist? Binnen de structurerende ervaringsfase:
Kan iemand nog geen verbanden zien.
Kan iemand verbanden zien.
Kan iemand verbanden zien, ze beoordelen en doorzien.
Kan iemand verbanden zien, ze beoordelen, doorzien en hieraan een eigen vorm geven.
Welke begrippen horen specifiek bij de vormgevende ervaringsfase?
Imitatie en straffen en belonen.
Identiteit en creativiteit.
Ervaringen opdoen en bewegen.
Veiligheid en hechting.
Welk antwoord is juist? Associatie betekent:
Dat je kunt reflecteren.
Dat je weet dat iets bij iets anders hoort.
Dat je buiten bestaande patronen kunt denken.
Dat je regels en programma’s kunt doorzien en opstellen.
Welke uitspraak over de ervaringsfasen is juist?
Mensen met een matige verstandelijke beperking bevinden zich in de structurerende
ervaringsfase.
De vormgevende ervaringsfase hoort bij de leeftijd vanaf ongeveer 6 jaar.
Mensen doorlopen ervaringsfasen na elkaar. Een eerdere ontwikkelingsfase wordt achtergelaten.
Zelf een recept kunnen maken hoort bij de structurerende ervaringsfase.
Welke uitspraak over de ervaringsfasen is juist?
Mensen in de associatieve ervaringsfase maken nog geen onderscheid tussen ik en de
omgeving.
Veel mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking hebben ervaringen die horen bij de
lichaamsgebonden ervaringsfase.
Preoperationeel betekent: nog geen taal. Wel begripsvorming.
Blokken stapelen zodat een huis ontstaat hoort bij de associatieve ervaringsfase.
Maatschappelijke Zorg 978-90-85240-89-1
Thema 3 De ontwikkeling van mensen met een verstandelijke handicap
www.zorgvuldig.webnode.nl
7
Download