Korsakov: niet opzettelijk veroorzaakt, recht op loon

advertisement
18-07-2017
Korsakov: niet opzettelijk veroorzaakt, recht op
loon
Korsakov: niet opzettelijk veroorzaakt, recht op loon
woensdag, 29 juni 2011
De werknemer is volledig arbeidsongeschikt doordat hij leidt aan de ziekte van Korsakov. Omdat die ziekte
voornamelijk wordt veroorzaakt door langdurig en overmatig alcoholgebruik, zet de werkgever de loonbetaling
stop omdat de werknemer zijn ziekte opzettelijk zou hebben veroorzaakt. Hof ’s-Gravenhage stelt de
werkgever echter in het ongelijk en wijst de loonvordering van de werknemer toe.
Juridisch kader
De werknemer die de bedongen arbeid niet verricht in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte,
behoudt gedurende een tijdvak van 104 weken recht op (gedeeltelijke) loondoorbetaling (artikel 7:629 lid 1
BW). De wet bevat echter een aantal uitzonderingen op deze hoofdregel. De werkgever is onder meer
gerechtigd het loon stop te zetten, c.q. (afhankelijk van de uitzondering) op te schorten indien de werknemer de
ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt (artikel 7:629 lid 3 sub a BW) of niet meewerkt aan zijn re-integratie
(7:629 lid 3 sub d en e, 7:629 lid 6 BW).
Wat was er aan de hand?
De werknemer in kwestie was sinds 2004 indienst van de werkgever als vrachtwagenchauffeur. Op 19 maart
2007 viel de werknemer volledig uit vanwege de ziekte van Korsakov. Op 12 augustus 2007 heeft de
werkgever de loondoorbetaling gestaakt. Het UWV Werkbedrijf acht de werknemer duurzaam en volledig
arbeidsongeschikt en kent hem op 14 februari 2008 een IVA-uitkering toe op grond van de Wet werk en
inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).
De werknemer stelt vervolgens een loonvordering in ter verkrijging van zijn loon over de periode 13 augustus
2007 – 14 februari 2008. Die vordering wordt door de kantonrechter (bij verstek) toegewezen. De werkgever
gaat tegen die uitspraak in hoger beroep.
In hoger beroep stelt de werkgever zich op het standpunt dat de werknemer geen recht had op loon, omdat:
1. de werknemer zijn ziekte opzettelijk zou hebben veroorzaakt, nu de ziekte van Korsakov het gevolg is
van overmatig drankgebruik en die ziekte de werknemer dus niet zou zijn ‘overkomen’, maar het gevolg
zou zijn van werknemers eigen gedrag;
2. de werknemer niet zou hebben meegewerkt aan zijn re-integratie doordat hij (zonder bericht) niet
verscheen op afspraken bij de arbodienst, waardoor geen correcte probleemanalyse en geen plan van
aanpak kon worden opgemaakt.
Uitspraak Hof ’s-Gravenhage
https://www.banning.nl:443/publicaties/korsakov-nietopzettelijk-veroorzaakt-recht-op-loon/
1/4
18-07-2017
Korsakov: niet opzettelijk veroorzaakt, recht op
loon
Het hof oordeelt dat de werknemer zijn ziekte niet opzettelijk heeft veroorzaakt. Volgens het hof blijkt uit niets
dat de werknemer tijdens het drinken, steeds de wil heeft gehad daardoor ziek te worden. En dat is voor het
aannemen van opzet wel vereist. De opzet moet namelijk zien op het veroorzaken van de ziekte (het hof
verwijst naar de parlementaire geschiedenis bij artikel 7:629 lid 3 sub a BW).
Evenmin slaagt het beroep van de werkgever op het niet meewerken aan re-integratie als grond voor het niet
betalen van loon. Dit verweer van de werkgever stuit af op de in artikel 7:629 lid 7 BW opgenomen
mededelingsplicht. De mededelingsplicht houdt in dat de werkgever de werknemer onverwijld (dat wil zeggen:
binnen een redelijke termijn) nadat bij hem het vermoeden is ontstaan dat er een grond aanwezig is voor
stopzetting/opschorting van de loondoorbetaling, daarvan mededeling moet doen. In casu had de werkgever de
werknemer niet medegedeeld dat hij niet meewerkte aan re-integratie en dat daarom het loon zou worden
stopgezet/opgeschort. Voor een dergelijk vermoeden, bestond volgens het hof bovendien geen goede grond.
Onvoldoende is in dat kader dat de werknemer tweemaal (zonder bericht) niet was verschenen bij de
bedrijfsarts. Daarbij neemt het hof de aard van het Korsakovsyndroom in aanmerking, dat wordt gekenmerkt
door geheugenstoornissen en problemen bij de planning en organisatie van het gedrag.
Commentaar
Opzet op veroorzaken ziekte
Voor het aannemen van opzet op het veroorzaken van ziekte geldt een streng criterium. In de wetsgeschiedenis
bij artikel 7:629 lid 3 sub a BW is nadrukkelijk bepaald dat de opzet gericht moet zijn op het veroorzaken van
de ziekte. Tijdens de handeling/gedraging die leidt tot ziekte, moet de werknemer dus het oogmerk hebben
gehad op het veroorzaken daarvan. Opzettelijk risicovol gedrag met arbeidsongeschiktheid/ziekte als gevolg,
leidt niet tot verlies van het recht op loondoorbetaling (Tweede Kamer 1995/1996, 24 439, nr. 6). Het moet
gaan om het willens en wetens veroorzaken van ziekte en niet om het enkele riskeren daarvan.
Deze strenge norm wordt doorgaans gevolgd in de rechtspraak. Zo oordeelde hof Arnhem bijvoorbeeld dat
blessures opgelopen tijdens zaalvoetbal, ondanks dat werknemer was gewaarschuwd, geen opzet op het
veroorzaken van ziekte opleverden (RAR 2006/209). Evenmin werd opzet op het veroorzaken van
arbeidsongeschiktheid aangenomen in het geval van een werkneemster die deelnam aan het programma ‘Make
me beautiful’ en als gevolg van een niet-voorziene complicatie na een cosmetische operatie arbeidsongeschikt
raakte (JAR 2005/226).
Door kantonrechters wordt incidenteel een ruimer opzetcriterium gehanteerd. Volgens de kantonrechter te
Gouda in 2007 had een aan alcohol en drugs verslaafde werknemer bijvoorbeeld ‘bij volle bewustzijn zelf
gekozen voor een zodanig aanzienlijk en langdurig gebruik van alcohol en drugs dat hij verslaafd is geraakt’
en was sprake van opzet op ziekte, althans van een daarmee gelijk te stellen ernstige mate van schuld. De
loonvordering van de werknemer heeft de kantonrechter daarom afgewezen (JAR 2007/237). Een werknemer
die uit woede om een berisping door zijn werkgever, met zijn vuist tegen de muur sloeg en daardoor
arbeidsongeschikt raakte, ving eveneens bot. De kantonrechter overwoog dat in het kader van het kort geding
niet uitgesloten kon worden dat eiser ‘bewust roekeloos’ heeft gehandeld door met zijn hand tegen de muur te
https://www.banning.nl:443/publicaties/korsakov-nietopzettelijk-veroorzaakt-recht-op-loon/
2/4
18-07-2017
Korsakov: niet opzettelijk veroorzaakt, recht op
loon
slaan en dat dit handelen in zijn eigen risicosfeer viel (JAR 2009/211).
Met de uitspraak van het Hof ’s-Gravenhage wordt nogmaals bevestigd dat voor het aannemen van opzet op
ziekte een streng criterium geldt: de opzet moet zijn gericht op het veroorzaken van de ziekte zelf. Is dat niet
het geval, dan bestaat in beginsel aanspraak op loon tijdens ziekte.
Artikel 7:629 lid 3 sub a BW staat overigens niet in de weg aan contractuele afspraken tussen (cao-) partijen
waarin aan de uitkering van een zogeheten ‘bovenwettelijke suppletie’ (uitbetaling van meer dan 70% van het
loon tijdens ziekte) strengere eisen worden gesteld (bijvoorbeeld: ziekte mag niet door eigen schuld of toedoen
zijn veroorzaakt, zie HR 14 maart 2008, NJ 2008/567).
Conclusie
Opzet op het veroorzaken van ziekte mag niet lichtvaardig worden aangenomen, nu daarvoor een streng
criterium geldt. Voordat u als werkgever de loonbetaling aan uw werknemer stopzet, c.q. opschort dient u de
werknemer bovendien onverwijld mede te delen dat u vermoedt dat daarvoor een grond bestaat. Indien aan die
mededelingsplicht niet (tijdig) wordt voldaan, dan kan geen loonsanctie meer worden opgelegd (zie o.a. Hof
Arnhem, 27 juli 2010, LJN BN 2890).
(Uitspraak Gerechtshof ’s-Gravenhage 19 april 2011, JAR 2011/151.)
GERELATEERD AAN
Arbeidsrecht
AUTEUR
mr. S.W.G. (Suzan) Wolters
Advocaat
https://www.banning.nl:443/publicaties/korsakov-nietopzettelijk-veroorzaakt-recht-op-loon/
3/4
18-07-2017
Korsakov: niet opzettelijk veroorzaakt, recht op
loon
BEZOEKADRES
POSTADRES
Statenlaan 55
5223 LA 's-Hertogenbosch
Postbus 1714
5200 BT 's-Hertogenbosch
T
F
E
W
+31 73 692 77 77
+31 73 692 77 89
[email protected]
www.banning.nl
https://www.banning.nl:443/publicaties/korsakov-nietopzettelijk-veroorzaakt-recht-op-loon/
4/4
Download