Portfolio periode 3 Algemene economie Macro-economie bestudeert economische variabelen om op die manier te begrijpen hoe de economie in zijn geheel (nationaal of mondiaal) functioneert. Meso-economie Bestudeert de economie op het niveau van bedrijfstakken en economische sectoren. Micro-economie bestudeert de acties van individuele consumenten en bedrijven. Conjunctuur= verandering van het groeipercentage van de economie of productie op korte termijn. Deze groeipercentages volgen een golvend patroon, doordat de bestedingen toe- en afnemen in de tijd. Taken/functies van de collectieve sector: 1. Allocatiefunctie Overheid oefent invloed uit op wat er in onze economie wordt geproduceerd. 2. (Her)verdelingsfuctie Overheid moet ervoor zorgen dat er een rechtvaardige verdeling van inkomen is. 3. Stabilisatiefunctie Overheid streeft naar een stabiele economische ontwikkeling dempen van de conjunctuurgolven Rol van de overheid Twee visies Keynesiaanse visie: “Zij stelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het bereiken van de doelstellingen van de economische politiek en zich zeer met de economie, vooral de conjunctuur, moet bemoeien. Zij zorgt voor volledige werkgelegenheid en groei.” Klassieke visie: “De overheid dient een zo klein mogelijke rol te spelen. Zij moet zich beperken tot het garanderen van veiligheid van de burgers, het beschermen van bezit en zorgen dat burgers hun contract naleven.” Kredietcrisis = de crisis op de financiële markten in 2008 deze crisis is begonnen bij de banken en heeft wereldwijd een grote impact gehad op de economieën van landen. Nationaal inkomen is het nationaal product Nationaal Inkomen = totaal verdiende inkomen in een land in één jaar. Nationaal Product = waarde van alle goederen en diensten die in één jaar door een bepaald land worden geproduceerd. bestedingen van bedrijven 3 soorten: 1. Vervangingsinvesteringen 2. Uitbreidingsinvesteringen 3. Voorraadinvesteringen Productiecapaciteit = hoeveelheid goederen en diensten die een economie (in een jaar) maximaal kan produceren Bezettingsgraad = Mate waarin de bestaande productiecapaciteit ook werkelijk wordt gebruikt Productiefactoren Kapitaal Arbeid Natuur De grond, het water, de lucht en alles daarop en daarin voor zover niet door mensen geproduceerd. Natuur en arbeid zijn de oorspronkelijke productiefactoren Kapitaal is een afgeleide factor. Deze moet met behulp van natuur en arbeid (en eventueel ander kapitaal) worden vervaardigd. Ondernemerschap BBP per hoofd • Zegt niets over de inkomensverdeling. Slechts een gemiddelde. • Verschillen in prijsniveau tussen landen komen niet tot uitdrukking (BBP is een nominaal getal) Zwarte en grijze circuit niet meegenomen De overheid kan de economische groei stimuleren Hoe kan de overheid de productiecapaciteit vergroten? (structuurzijde/aanbodzijde van de economie) Kwaliteit en kwantiteit van arbeid en kapitaal verhogen (hoe?) Hoe kan de overheid de productie vergroten? (conjunctuurzijde/vraagzijde van de economie) De bestedingen stimuleren (hoe?) Betalingsbalans = overzicht van alle inkomende en uitgaande geldstromen van en naar het buitenland