* Sharon Huwel – 1GMB * • • • • • • Geluidsweergave Sfeersuggestie Emotionele suggestie Continuïteitsuggestie Suggestie van gebeurtenissen buiten beeld Het sturen van de aandacht * • • Iemand willen zien/horen praten Bijhorende geluiden zijn belangrijk * • • Via geluid de sfeer in een scène bepalen Geluid aanpassen naar de soort scène vb: Eng geluid > krakend huis * • • • • • Romantische muziek bij zwemelscène Scherpe of hoge toon > meer horror Lage of zachte toon > dreiging Extra perspectief aan een scène geven Krijsende violen helpt om de gevoelens aan te voelen * • • • Meestal verwaarloosd door beginners Meer inleving in de scène Harde muziek bij andere kant van het huis terwijl de deur wordt toegesmeten * • Door je geluid uit te zetten zal de scène onsamenhangend zijn. • Continu geluid over niet-continue beelden zetten > resultaat: doorlopend geheel • Vooral bij historische films * • Geluid is belangrijk > sturen van aandacht voor de kijker • Vb: Autogeluid bij benadering van auto Zo zal de auto beter opvallen * • Direct geluid > Wordt tegelijk met het beeld opgenomen. • Sfeer- en locatiegeluid > Bepaalt de sfeer en locatie van de scène. • Effectgeluid > vb. Deur die dichtslaat. > Elk geluid dat je bij een bepaalde gebeurtenis hoort • Muziek > 3 soorten: Filmmuziek, sfeermuziek en bijhorende scène muziek. • Voice-over > Vertelstem of gedachtestem > Achteraf opgenomen of toegevoegd. * • • • = Variatie tussen hard en zacht geluid. • Bij een goedkope tv moeten de details nog hoorbaar zijn. Vb. Regendruppels. De dynamiek van een video is niet groot. De kwaliteit van het geluid hangt af van de dynamiek en de gebruikte apparatuur. • * Microfoons > Microfoon dichtbij : gesloten opname > Microfoon verder af: open opname > 3 soorten: Rondom gevoelige-, Cardioïde –en Hypercardioïdemicrofoon. • Hengel > = een lange stok en aan het uiteinde de microfoon • Dasspeldmicrofoons > = microfoons die aan de persoon zelf vastzitten gemaakt. > Onderscheid: Gewone & zendmicrofoons • Koptelefoon > Kwaliteit van het op te nemen geluid controleren. • Mixer > Als je met meer dan 2 microfoons werkt • Geluidsrecorder > Samen opnemen met beeld of achteraf toevoegen. * • • • • • • • Als geluidman moet je weten wat er gefilmd zal worden • • Vraag om een stuk sterkte om het geluidsniveau in te stellen. We gebruiken meestal een hengel. Richt goed op de mond van de spreker. Hou het zo dicht mogelijk bij de geluidsbron. Geluidsniveau moet altijd zo hoog mogelijk zijn. Zorg dat het niveau niet in het rood staat. Altijd ruim buiten het kader staan zodat er geen schaduw in het beeld komt van de geluidsman. Denk aan de geluidscontinuïteit. * • • Geluid wordt mono opgenomen. • • Dit wordt op verschillende sporen opgenomen. 1 geluidsspoor tenzij je met meerdere microfoons werkt die op verschillende mensen staan gericht. Daarna gemixt naar mono > 1 spoor * • • We willen continuïteit suggereren Problemen die de continuïteit kunnen verbreken: > Ongewenste bijgeluiden vb: vliegtuig > Hou hier rekening mee! • Voorbereiding > Op zoek gaan naar bronnen van eventuele bijgeluiden. > Zorg dat je ze hebt uitgeschakeld voor je begint te filmen > Zo kan je locaties afkeuren. • Gewenste bijgeluiden > Bijgeluiden moeten los opgenomen worden. > In een documentaire is dit moeilijk op te lossen. * • • Er wordt achteraf nog veel geluid bijgemaakt. • Dit wordt vooral gedaan voor: Wilds = Geluidopnames die op de set los van het beeld gemaakt worden. • • • Effectgeluid Geluid buiten beeld Sfeermuziek * • • • • Alle stemmen moeten kloppen en synchroon zijn met het beeld. Elke persoon krijgt een krijgt een apart geluidsspoor. Zo kan alles apart gemixed worden. Mixage: > Bepaald de hardheid van de muziek > Dit wordt via mengpanelen gedaan. > Geluidssporen kunnen mono, stereo of surround zijn. • Het geluid moet de ervaring van een beeld versterken.