F9 Omgevingsfactoren LAWAAI Geluid is alomtegenwoordig. Bij langdurige blootstelling of bij sterk geluid, kan je gehoorschade oplopen. Het geluidsniveau of de geluidssterkte wordt uitgedrukt in decibel(A) of dB(A). Vanaf 80 dB(A) kan er gehoorschade optreden. Vanaf die drempel kan je best gehoorbescherming dragen. Vanaf 85 dB(A) ben je verplicht om bescherming te dragen. Ook de afstand tot de geluidsbron speelt een rol. Hoe verder je je bevindt van een geluidsbron, hoe lager de geluidssterkte. De decibelschaal is een logaritmische schaal. Concreet betekent het dat een geluid van 90 dB tienmaal luider is dan een geluid van 80 dB of 10 machines, die elk 80 dB produceren. RISICO’S BIJ LAWAAI ■■Hinder : Een gesprek voeren is moeilijk. ■■Niet horen van waarschuwingen/alarmen, eventueel hulpgeroep, een abnormaal geluid in een machine. ■■Verminderde concentratie door storende geluiden. ■■Nervositeit, stress. ■■Gezondheidsklachten zoals vermoeidheid, hoofdpijn, versnelde ademhaling, verhoogde bloeddruk, maag- en darmklachten. ■■Blijvende gehoorschade : oorsuizen of tinnitus. Geluidsniveau in dB(A) Voorbeeld van geluidsbron Kritieke zone 140 Straalmotor op 50 m afstand Pijngrens 130 Opstijgend straalvliegtuig 120 Kettingzaag 110 Drilboor, schreeuwen in iemands oor 100 Boormachine, slijpmachine 90 Zwaar verkeer, grasmaaier 85 (gehoorbescherming verplicht) Doorsnee werkplaats 80 Normaal wegverkeer Schadelijke zone 70 60 Kantoor Conversatie 50 Veilige zone Huiskamer 40 30 20 10 Gehoordrempel 1 Omgevingsfactoren Fiche 9 - December 2014 Regen 0 Fluisteren Slaapkamer Bos F9 HOE MEET JE GELUID? De efficiëntste manier is uiteraard met een geluidsmeter. Ook zonder kan je een ruwe inschatting maken. Wanneer je op een normale gespreksafstand staat (ongeveer 1 meter) en je moet je stem verheffen (roepen) om jezelf verstaanbaar te maken, dan kan je ervan uitgaan dat het geluidsniveau ongeveer 80 dB(A) of meer bedraagt en dus schadelijk is. TIP: Er bestaan tegenwoordig Smartphone apps die je een ruwe schatting van het aantal decibels kunnen geven. PREVENTIEMAATREGELEN TEGEN LAWAAI Om lawaai tegen te gaan, zijn er verschillende preventiemaatregelen mogelijk. Daarbij is er een volgorde van maatregelen. De eerste maatregelen zijn te verkiezen boven de andere. 1. VERMINDEREN VAN HET GELUID AAN DE BRON ■■Het geluidsniveau verminderen aan de bron is het meest efficiënt. ■■Kies bij aankoop voor geluidsarme machines en toestellen. ■■Stel de machine goed af en onderhoud ze zodat ze minder geluid produceert. ■■Deel je werkpost goed in. Zet je bureau bv. niet vlak naast een machine. ■■Kies voor een minder lawaaierige werkmethode bv. lijmen in plaats van nieten ■■Zet zware machines op trillingsisolatoren en breng geluiddempend materiaal aan op onderdelen van machines. 2. AFSCHERMEN VAN DE GELUIDSBRON Met een geluidswerende kap over een lawaaierige machine of een scherm tussen de werkplek en de geluidsbron kan je geluidshinder verminderen. 3. DEMPEN VAN DE GELUIDSBRON IN DE OMGEVING Je kan het geluidsniveau ook verlagen door absorberend materiaal aan te brengen in/op wanden en aan het plafond. 4. DRAGEN VAN PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN ■■Als het niet mogelijk is om het geluid te verminderen aan de bron of de geluidsbron af te schermen, moet je gehoorbescherming dragen. ■■Oorkappen dempen het geluid beter dan oordopjes. GELUIDSDEMPING VOLGENS TYPE BESCHERMING Type Demping (gemiddeld) Oordopjes 10 tot 15 dB Oorstukjes op maat 15 tot 25 dB Oorkappen Oorkappen Meer weten? http://www.thinksafe.be/veiligheidsitem/gehoorklachten 2 Omgevingsfactoren Fiche 9 - December 2014 F9 VERLICHTING De hoeveelheid licht die nodig is bij je werk is afhankelijk van het soort werk en de werkruimte. Met een goede verlichting vermijd je oogvermoeidheid. Een gebrek aan licht kan leiden tot gevaarlijke situaties. PREVENTIEMAATREGELEN ■■Kies zoveel mogelijk voor natuurlijk licht. ■■Stem de verlichtingssterkte af op het werk. Hoe preciezer en fijner je werk, hoe meer details je moet zien, en hoe sterker de verlichting moet zijn. ■■Vermijd zowel rechtstreeks licht (zonneschijn of lampen in je gezichtsveld) als onrechtstreeks (spiegels, blinkende oppervlakten) licht in je ogen. ■■Vermijd grote contrasten. Opteer voor een goede algemene verlichting, eventueel aangevuld met goed opgestelde plaatselijke verlichting. ■■Werken op beeldschermen: Vermijd rechtstreeks buitenlicht op het scherm en zet het beeldscherm niet te dicht bij het raam. Zet het scherm loodrecht op de richting van de buitenramen. • Zorg er steeds voor dat je voldoende ziet tijdens het werk. Maak gebruik van de aanwezige verlichting of maak gebruik van extra werkverlichting (draagbare lampen). • Verlichting kan bv. een probleem zijn in de podiumkunsten waar tijdens voorstellingen technici in het donker werken. • Zorg in dat geval dat je tijdens de repetities de werkruimten voldoende verkent zodat je tijdens voorstellingen makkelijker je weg vindt. ■■Zorg voor voldoende markering (witte tape) en verlichting (bv. ledstrips, lasermarkering) bij trappen, randen, etc. EEN COMFORTABEL WERKKLIMAAT De klimatologische omstandigheden op de werkplek hebben een belangrijke invloed op ons functioneren. Om comfortabel te kunnen werken, zijn deze factoren belangrijk: ■■de klimatologische omstandigheden van de werkplek: omgevingstemperatuur, stralingswarmte, luchtvochtigheid, luchtsnelheid; ■■de lichamelijke inspanning. Hoe zwaarder het werk, hoe groter de warmteproductie; ■■de kledij. PREVENTIEMAATREGELEN ■■Stem je werkkledij af op de omstandigheden en het type werk. ■■Zorg voor een goede ventilatie en verluchting, maar let erop dat er geen tocht ontstaat. Als je werkt met gevaarlijke stoffen, volstaat een gewone verluchting niet. Dan zijn er speciale ventilatoren of afzuigmachines nodig. ■■Een luchtvochtigheid tussen 40 en 60% is ideaal. 3 Omgevingsfactoren Fiche 9 - December 2014 F9 ■■Verminder de invloed van thermische straling (bv. zon, warmtebronnen zoals ovens) door het plaatsen van een scherm, het dragen van aangepaste lichtgekleurde kledij,... ■■Verminder de fysieke belasting bij afwijkende temperaturen (warmte) of beperk de blootstellingsduur (warmte en koude). Voorzie de nodige rustpauzes. Drink voldoende frisse dranken bij warmte en warme dranken bij koude. ■■Voorzie aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen (bv. weerkaatsende kleding bij stralingswarmte). ■■Een comfortabele temperatuur voor zittend werk schommelt tussen de 20 a 24 °C. WAT IS DE MINIMUM - EN MAXIMUMTEMPERATUUR OM TE WERKEN? De minimum luchttemperaturen in een koude omgeving zijn : voor zeer licht werk : 20°C voor licht werk : 18°C voor halfzwaar werk : 15°C voor zwaar werk : 12°C De maximumwaarde voor werken in de hitte worden bepaald op basis van de WBGT-index. Deze index houdt niet alleen rekening met de temperatuur maar ook met de vochtigheid, de thermische straling en de luchtsnelheid. Het wordt gemeten met een speciale thermometer. voor zeer licht werk : 30°C voor licht werk : 30°C voor halfzwaar werk : 26,7°C voor zwaar werk : 25°C 4 Omgevingsfactoren Fiche 9 - December 2014