Basisbegrippen project kunst Kunstschatten de schat de schatkist de tekening het (stand)beeld hetzelfde anders kijken de vorm de kunst de kunstnaar het kunstwerk de kunstschat echt net echt lijken op horen bij bij elkaar het materiaal mengen nat tekenen schilderen dun dik bouwen het ding lichter donkerder het bouwwerk bedenken het (stand)beeld zoeken neerzetten bewegen nadoen de knoop lang de bol Kunst maken samenwerken In de beeldentuin Toneelspelen doen alsof bewegen snel langzaam boos lachen zoeken zich voelen de stem bozer zuchten deftig het liedje de trommel aanwijzen hard (geluid) zacht (geluid) het instrument in de maat de muzikant het orkest de dirigent tegelijk door elkaar bewegen het ballet naar voren naar achteren naar boven naar beneden stilstaan de beweging draaien recht hoekig brutaal Muziek maken Dansen Spelen met taal het woord de letter goed fout de naam schrijven het boek het verhaal de pen het versje zich voelen de zin dezelfde letter hetzelfde klinken meten hetzelfde te groot te klein even groot lang kort even lang te lang te kort een twee drie vier vijf de liniaal grootst kleinst lang genoeg breed genoeg zes zeven acht negen tien meer minder eerste tweede derde vierde vijfde rijmen Passen en meten In de ruimte voor achter boven onder tussen samen de plaats klaar omdraaien de beweging in het midden dichtbij veraf even ver de machine Gewoon Fien (groep 1) leuk de spiegel de zolder saai de koningin de hoed de doos gebruiken knippen en plakken prachtig de kroon het schoolplein zelfgemaakt vastmaken de stoel schrikken vreselijk Trompet voor olifant (groep 2) de krokodil de olifant de buurman het instrument muziek maken in de maat de muzikant de viool de trompet blazen klinken kwaad hard (geluid) de hamer slaan de muur de vriend het applaus oefenen de herrie schreeuwen de trom de gitaar Rembrandt van Rijn “Nachtwacht”