Brochure Taal actief Werkwoordspelling

advertisement
aardappelen
Vroegtijdig starten
Vanaf groep 4 worden kinderen langzaam voorbereid op werkwoordspelling. De grammaticale begrippen en oriëntatie op de regels van
werkwoordspelling komen meerdere malen per jaargroep aan bod.
Vanaf eind groep 6 kunnen de kinderen werkwoordspelling echt
gaan toepassen.
hÿ schrÿft
rugzak
Veel oefenen en herhalen!
Taal actief besteedt veel aandacht aan het oefenen en herhalen van
de geleerde stof. De leerlijn is zo opgebouwd, dat regels en begrippen
meerdere keren per jaargroep aan de orde komen. Daarnaast zijn er
oefenbladen beschikbaar en kan er extra geoefend worden op drie
niveaus met de oefensoftware.
banaan
zÿ vindt
Werken op drie niveaus
Vanaf dag één worden de lessen werkwoordspelling op 3 niveaus
aangeboden. In de week na de toets wordt er tevens een plusniveau
aangeboden.
wÿ raadden
INFORMATIEBROCHURE
Werkwoordspelling
ISBN 978 90 345 3724 9
,s morgens
9 789034 537249
505295
549501
ik nies
lnhoud
Werkwoordspelling in Taal actief
• Zo zit dat!
2
• Organisatie
4
• Differentiatie
6
• Inhoud en didactiek
8
• Voorbeeldpagina’s
10
• Informatie
12
Werkwoordspelling in Taal actief
Zo zit dat!
Het goed leren vervoegen van werkwoorden is een van de uitdagingen in
de bovenbouw van het basisonderwijs.
Taal actief begint echter al vroeg met
voorbereidende activiteiten in het
taalprogramma. Vanaf eind groep 6
staan er wekelijks twee lessen werkwoordspelling op het programma en leert u
de kinderen om werkwoorden op de
juiste manier te vervoegen. De leerlijn
werkwoordspelling biedt veel herhaling,
oefening én differentiatie op drie niveaus.
Werkwoordspelling is een geïntegreerd
onderdeel van Taal actief Spelling en kost
u dus geen extra tijd.
Vroegtijdig starten
De methode Taal actief bestaat uit twee modules:
Taal actief Taal en Taal actief Spelling. De toepassing
van werkwoordspelling gebeurt vanaf eind groep
6. De voorbereiding gebeurt al eerder in het
taalonderdeel. Belangrijke grammaticale begrippen
en de regels voor werkwoordspelling komen al
vanaf groep 4 aan bod. In deze lessen verkent
u met de kinderen de begrippen en regels voor
werkwoordspelling die ze later vanaf eind groep 6
gaan toepassen in het spellingprogramma.
Zo bereidt u de kinderen goed voor op het correct
leren schrijven van de werkwoorden in een zin.
Aanbod van grammaticale begrippen en oriëntatie op
werkwoordspelling in het taalprogramma, per jaargroep:
groep 4
groep 5
groep 6
groep 7
groep 8
• werkwoord
• wie-deel
(onderwerp)
•
•
•
•
• werkwoord
• stam
• sterke en zwakke
werkwoorden
• ott en ovt
• het onderwerp
• de persoonvorm
(betekenis-, vraag-,
getals- en tijdproef)
• je/jij achter de
persoonsvorm
• gezegde
• persoonsvormen van
sterke en zwakke
werkwoorden
• 1e, 2e, 3e persoon
enkelvoud en
meervoud
• infinitief
• soorten onderwerpen
naar omvang
• zelfstandig
werkwoord en
hulpwerkwoord
• voltooid deelwoord
• hoofdvormen van het
werkwoord
• bijvoeglijk gebruikt
voltooid deelwoord
• gebiedende wijs
• bijvoeglijk
gebruikt voltooid
deelwoord (h)
• voltooid
deelwoord (h)
• tegenwoordig
deelwoord
• incongruentie
onderwerp
persoonsvorm
werkwoord
hele werkwoord
stam
regelmatige en
onregelmatige
werkwoorden
(hebben, zijn)
in de tegenwoordige tijd
• enkelvoud en
meervoud
2 • lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling
Les Taal verkennen groep 6. De kinderen maken in
het taalprogramma eerst stapsgewijs kennis met
de vervoegingsregel verleden tijd: ze schrijven de
stam + uitgang op. Als vervolgens de regel in het
spellingprogramma aan de orde komt, wordt op deze
kennis teruggegrepen.
Y
E
! C
Eerst proberen
Schrijf de stam van de persoonsvorm op en
schrijf de uitgang erachter.
1 Mijn zus raadde mij dit boek aan over
Romulus en Remus.
Doe het zo:
¡ raad + de
2 Deze broers stichtten een stad.
3 Ik vermoedde dat al.
Heb je een fout? Begin bij
Heb je alles goed? Begin bij
1 Schrijf de stam van het gekleurde woord
(de persoonsvorm) op.
Onderstreep de laatste letter.
Tip: de stam is de ik-vorm in de tegenwoordige tijd.
1
De familie Van Luid vierde feest in de garage.
Doe het zo:
2
3
4
5
6
¡ vier
De garage barstte bijna uit zijn voegen.
De gasten feestten tot diep in de nacht.
Hun buren klaagden over het lawaai.
Ze verwachtten dat het wel rustig zou worden.
Maar de herrie duurde tot in de ochtend.
taal verkennen
Dit ga je leren
Je leert hoe het komt dat je in de verleden tijd de
persoonsvorm soms met -dd of -tt schrijft.
Dit moet je weten
In de verleden tijd is de regel voor zelfdeklankwerkwoorden stam + de(n) of stam + te(n).
Dus als de stam eindigt op een -d of -t krijg je
-dd of -tt.
stam + de/den
ik, … jij?
jij, u, hij, zij, het
wij, jullie, zij
stam + te/ten
ik, … jij?
jij, u, hij, zij, het
wij, jullie, zij
kleur + de
raad + de
kleur + den
raad + den
fiets + te
praat + te
fiets + ten
praat + ten
2 a Schrijf de stam van de persoonsvorm op en schrijf de uitgang erachter.
Pas op voor oplichters!
1 De politie meldde het volgende.
Doe het zo:
2
3
4
5
6
Ik ben erg duizelig geworden.
Heeft u een glaasje water voor mij?
Een oplichtster verleidde de mensen de deur te openen.
Ze gebruikte geloofwaardige smoezen.
Je verwachtte dat niet van zo’n vrouw.
De politie raadde mensen aan niet open te doen.
De mensen volgden de aanbeveling: deuren dicht.
b Kijk naar je antwoorden van opdracht 2a.
Wanneer komt -tt en -dd in werkwoorden voor?
3 Schrijf de persoonsvorm op. Schrijf de stam erachter.
Schrijf dan de persoonsvorm(en) in de verleden tijd.
Let op: in zin 5 staan twee persoonsvormen.
Aankondiging
1 Kinderen voeren samen met muzikanten een toneelstuk op.
Doe het zo:
2
3
4
5
6
78
¡ meld + de
de smoes
Wat je verzint om je uit een
vervelende situatie te redden.
¡ voeren, voer, voerden
Echte toneelspelers begeleiden de jonge spelers.
Ze spelen de legende van Koning Midas.
Deze koning wenst rijk te worden.
Alles wat hij aanraakt, verandert in goud.
De schouwburg barst bijna uit zijn voegen.
de
Wanneer komt in
een
persoonsvorm van
ord
zelfde-klankwerkwo
-dd voor?
79
lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling • 3
Werkwoordspelling in Taal actief
Organisatie
Werkwoordspelling vanaf eind groep 6
Elke basisweek staat één spellingcategorie
Na de voorbereiding kunnen de kinderen werk-
werkwoorden centraal. Maar tijdens de instructie
woordspelling echt gaan toepassen vanaf thema 7
en het oefendictee worden ook eerder geleerde
in groep 6. De helft van de spellinglessen per thema
spellingcategorieën herhaald. De lessen werkwoord-
gaat over het correct spellen van werkwoorden. Dit
spelling hebben dezelfde stapsgewijze opbouw
zijn de lessen op donderdag en vrijdag.
volgens het IGDI-model als de spellinglessen
onveranderlijke woorden.
4 • lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling
Organisatie per thema
Elk thema in Taal actief bestaat uit vier weken,
waarvan de eerste drie weken basislessen zijn. Week
4 begint op maandag met een (werk)woordendictee
en daarna drie differentiatielessen. U sluit het thema
af met een zinnendictee. De organisatie van de drie
basisweken ziet er per week als volgt uit.
Organisatie week 1-3:
Inhoud: spellen van
soort les
lesduur
materiaal
maandag
-
dinsdag
onveranderlijke
woorden
instructie
20 min.
werkboek
woensdag
onveranderlijke
woorden
zelfstandig
20 min.
werken
werkboek
donderdag
werkwoorden
instructie
20 min.
werkboek
vrijdag
werkwoorden
zelfstandig
20 min.
werken
werkboek
lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling • 5
Werkwoordspelling in Taal actief
Differentiatie
Standaard differentiëren op 3 niveaus
Met Taal actief differentieert u standaard op 3
niveaus, en dat gebeurt dus ook in de leerlijn
werkwoordspelling. Elke instructieles eindigt met
een oefendictee voor werkwoorden. Dit is het
onderdeel ‘Eerst proberen’. De resultaten hiervan
bepalen op welk niveau elk kind start tijdens de
lessen zelfstandig werken. Elke zelfstandig werkenles heeft verwerkingsopdrachten op 3 niveaus:
drempelniveau (minimumniveau)
basisniveau
verrijkingsniveau
De kinderen die het oefendictee niet goed hebben
gemaakt krijgen verlengde instructie. Daarna gaan ze
aan de slag op niveau
naar niveau
met de
en gaan vervolgens door
. De andere kinderen beginnen direct
-opdrachten en maken daarna de
-
opdrachten.
In week 4 werkt het iets anders. Aan het begin van
die week maken de kinderen een werkwoordendictee. De individuele score bepaalt of een kind in
aanmerking komt voor instructie en op welk niveau
het kan beginnen. Ook hier worden oefeningen
aangeboden op drie niveaus.
6 • lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling
Weet wat je leert!
Spellingcategorieën
Kinderen begrijpen de stof beter en zijn meer
De werkwoordsvormen worden aangeboden aan
gemotiveerd als ze weten wat ze leren. Taal actief
de hand van 10 voorbeeldwerkwoorden. Hiermee
besteedt hier veel aandacht aan. Elke les start
wordt in de instructie en het instapkaartje
met een instapkaartje. Hierin staat een duidelijke
(werkwoordschema) de werkwoordsvervoeging
beschrijving van het leerdoel (‘Dit ga je leren’) en
voorgedaan en uitgelegd.
een uitleg in begrijpelijke taal (‘Dit moet je weten’).
De voorbeeldwoorden zijn: kleuren,
raden, proeven, reizen, fietsen,
praten, roepen, vinden, fluiten,
schrijven, kiezen en zoeken.
Op bijna elk instapkaartje staat
een werkwoordschema.
lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling • 7
Werkwoordspelling in Taal actief
Inhoud en didactiek
Spellinghulp persoonsvorm
Regelstrategie
Achterin het werkboek staat de spellinghulp
Voor de spelling van werkwoordsvormen is veel
‘Persoonsvorm’. Hierin komen alle persoonsvormen
grammaticale kennis nodig om de spellingregels
samen in één denkstappenschema.
te kunnen begrijpen. Daarom komen de begrippen
en regels vanaf groep 4 verkennend aan bod in
de lessen taal verkennen van de module Taal
actief Taal. Als de kinderen de geleerde stof
vanaf eind groep 6 gaan toepassen in de leerlijn
werkwoordspelling van Taal actief Spelling, dan
gebruiken zij de zogenaamde ‘regelstrategie’: pas de
regel toe die bij dit probleem hoort.
Spellinghulp persoonsvorm groep 7
Pe r so o n sv o rm
tegenwoordige tijd
ik, …jij?
enkelvoud
stam
kleur, vind
fluit
jij, hij
enkelvoud
stam +t
kleurt, vindt
fluit
meervoud
hele werkwoord
kleuren, vinden
fluiten
enkelvoud
stam +de
stam
+te
st
kleurde, raadde
fietste, praatte
meervoud
stam
+den
st
stam +ten
kleurden, raadden
fietsten, praatten
maak meervoud,
dan hoor je d of t
floot
vond
schrijf wat je hoort
riep
schrijf wat je hoort
floten
vonden
verleden tijd
zelfde klank
enkelvoud
eindigt op
verleden tijd
andere klank
t
enkelvoud
eindigt niet op
meervoud
t
8 • lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling
Opbouw leerlijn
Aansluiting bij Cito
De leerlijn werkwoordspelling is als volgt opgebouwd:
Alle spellingproblemen die door Cito worden getoetst
groep 6
groep 7
• tegenwoordige • tegenwoordige
tijd
tijd
• verleden tijd
• voltooid
deelwoord
• gebiedende
wijs
zijn vóór het moment van afname opgenomen in de
groep 8
leerlijn werkwoordspelling van Taal actief Spelling.
• tegenwoordige
tijd
• verleden tijd
• voltooid
deelwoord
• bijvoeglijk
gebruikt
voltooid
deelwoord
• tegenwoordig
deelwoord
Veel oefenen en herhalen
Taal actief besteedt veel aandacht aan het oefenen
en herhalen van de geleerde stof. Deze wordt op
verschillende manieren aangeboden.
- Systematisch herhalen van moeilijkere
spellingcategorieën binnen de leerlijn.
- In elke instructieles wordt een eerdere categorie
werkwoordspelling opgefrist.
- Bij elke instructieles werkwoordspelling is een
extra oefenblad beschikbaar voor kinderen die
meer herhaling nodig hebben. Op dit oefenblad
staan het instapkaartje, een oefening op
niveau en een oefening op
-
-niveau.
- Voor elke basisweek is 15 minuten oefensoftware
voor werkwoordspelling beschikbaar per leerling op
niveau
,
en
.
- Voor spellingzwakke kinderen is er de map
Speciale spellingbegeleiding. De map biedt handreikingen en oefenmateriaal om deze kinderen
extra te begeleiden en te laten oefenen (preteaching) of om een individuele leerroute samen
te stellen.
lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling • 9
Voorbeeldpagina’s
Werkwoordspelling groep 6
Y
! E
werkwoordspelling
Dit ga je leren
Je leert hoe je werkwoorden in
de tegenwoordige tijd schrijft.
Y
Dit moet je weten
De stam eindigt op f: schrijf.
ik
tegenwoordige tijd
ik, …jij?
stam
schrijf
jij, u, hij, zij, het
stam +t
schrijft
wij, jullie, zij
hele werkwoord
schrijven
mijn neef
1 geef
geeft
2
leeft
Werkwoorden als schrijven
onderwerp
erven
Geld of dingen krijgen van
iemand die net overleden is.
2 Vul de goede vorm van het werkwoord in.
mijn ouders
geven
op planeet Aarde.
3
zwerven
4 surf
tegen de hond.
6
drijven
7 schroef
● 5 Ik
● 2 Je
■ 6
we
■ 3 Hij
■ 7
we
● 8
we
■ 4
Ik heb
hij
3 Schijf het tegendeel op.
fout.
Ik begin bij
Ik begin bij
op een vlot.
de dop er weer op.
erft
8
● 1 Onze wandelende tak
door de straten.
op het internet.
blaft
5
Eerst proberen
de jarige een cadeau.
een beetje geld van oma.
sterft
De freule leeft.
De freule
Wij gaan weg.
Wij
Ik lees een boek.
Ik
De juf krijgt les.
De juf
Het bootje zinkt.
Het bootje
.
hier.
een boek.
les.
.
4 Vul de goede vorm van het werkwoord in.
H
Tip: kijk naar het groene woord.
rft
1 Vul de goede vorm van het werkwoord in.
Kies uit: blijf
sterft
1 Een zwerver zwe
proeven
hoeven
durft
zwerf zwerven schrijven
2 Bij een aardbeving bee
3 In de herfst stui
5 Als handhaver han
Een echte kunstenaar
2 sterven
Voordat hij
3 zwerven
Daarom
durft
7 De gasten ver
8 Ik sch
door de lucht.
ik de wet.
6 Wie een belofte doet, bel
te leven!
, wil hij de hele wereld hebben gezien.
de aarde.
de stuifzwammen.
4 Het zweefvliegtuig zwe
1 durven
door de stad.
iets.
in het gastenverblijf.
de schroeven in de plank.
sommige kunstenaars van stad naar stad.
4 proeven
Ze
5 schrijven
Over hun avonturen
van alle gerechten.
6 hoeven
Maar niet alle kunstenaars
7 blijven
Daarom
8 zwerven
Ik
ze verhalen.
dat te doen.
ik lekker zitten voor de televisie.
jou past.
Kruis aan wat bij
ik een werk woord
Ik weet wanneer
ijven.
schr
t
moe
v
of
met f
v
woorden met f of
Ik schrijf werk
.
eerd
verk
nog
s
som
over de wereld vanuit mijn luie stoel.
46
10 • lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling
47
H
! E
werkwoordspelling
Dit ga je leren
Je leert hoe je werkwoorden in
de tegenwoordige tijd schrijft.
Y
Werkwoorden als vinden.
Dit moet je weten
De stam eindigt op d: vind.
In de ik-vorm hoor je
t ,
maar je schrijft d.
In de hij-vorm hoor je
t ,
maar je schrijft dt.
bieden
Zeggen hoeveel geld je
ergens voor wilt geven.
2 Vul de goede vorm van het werkwoord in.
1 Wie biedt er meer dan vijftig euro?
Jij
biedt
maar de helft!
jullie niet meer?
€
€
veertig euro.
€
Achmed
2002
tegenwoordige tijd
stam
vind
jij, u, hij, zij, het
stam +t
vindt
wij, jullie, zij
hele werkwoord
vinden
O BCE
ik, …jij?
ECB
EZB
EKT
EKP
onderwerp
Zijn vrienden
niet meer.
2 Ik wed om tien euro dat het lukt.
Jij
niet mee.
Jullie
Eerst proberen
toch wel mee?
Wendy
● 1
● 5
■ 2
■ 6
● 3
● 7
■ 4
■ 8
in ieder geval mee.
Alleen Victor
eigenlijk nooit.
3 Wij baden ons graag met warm water.
Ik
Paul
warm water.
Ik heb
fout.
Jij
Jullie
zich graag met
John en Ger
met warm water.
Ik begin bij
Ik begin bij
4 Raad jij waar ik heen ga?
me graag met warm water.
Jij
zich graag
Aisha
heen ga.
je ook graag met warm water.
nooit waar ik heen ga.
niet waar ik heen ga.
vast wel waar ik
Wie
er waar ik heen ga?
zijn kruiwagen
vol met bladeren
H
3 Vul de goede vorm van het werkwoord in.
1 Vul de goede vorm van het werkwoord in.
Kies uit: biedt
vinden
melden
meldt
word
Maak dan de zin af.
vindt
vindt
Lisette
een portemonnee op straat.
Ze brengt hem naar het politiebureau.
Ze
het op het politiebureau.
1 laden
De tuinman
2 redden
Ik
laadt
het niet om
3 schudden Waarom
4 leiden
De scheidsrechter
5 weten
Wie
6 rijden
Herman
jij
?
waarom
?
.
.
64
bieden
De politieagent
worden
Ik
haar een beloning aan.
er helemaal verlegen van, zegt Lisette.
7 lijden
.
.
Ik
.
geleerd met een
Je hebt werk woorden
.
aan wat bij jou past
stam op d. Kruis
elijk hoe het zit met
Nu snap ik eind
die dt.
goed wanneer je
Ik snap nog niet
dt schrijft.
65
lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling • 11
lnformatie
Meer weten over Taal actief?
Wilt u graag meer informatie over Taal actief?
De specialisten van Malmberg helpen u graag
met al uw vragen. Maar ook bieden zij ondersteuning wanneer u op uw school start met Taal
actief.
lnternet
Op www.taalactief.nl vindt u informatie over de
methode, de materialen, referentiescholen en nog
veel meer.
Bestellen en prijzen
Zichtzending
Voor meer informatie over prijzen en bestellingen
Vraag een gratis zichtzending aan van Taal actief.
kunt u contact opnemen met uw schoolleverancier of
Met deze zichtzending kunt u de lesmaterialen
met de afdeling Klantenservice van Malmberg via het
geheel vrijblijvend vier maanden op school
telefoonnummer (073) 628 87 22.
uitproberen.
E-mail: [email protected]
Telefoon
De Malmberg-methodespecialisten hebben ruime
ervaring in het onderwijs en beantwoorden graag
uw vragen. U kunt ze rechtstreeks bellen op
telefoonnummer (073) 628 87 22. U kunt ook mailen
naar [email protected].
Uitgeverij Malmberg
Magistratenlaan 138
Postbus 233
5201 AE ’s-Hertogenbosch
12 • lnformatiebrochure Taal actief Werkwoordspelling
aardappelen
Vroegtijdig starten
Vanaf groep 4 worden kinderen langzaam voorbereid op werkwoordspelling. De grammaticale begrippen en oriëntatie op de regels van
werkwoordspelling komen meerdere malen per jaargroep aan bod.
Vanaf eind groep 6 kunnen de kinderen werkwoordspelling echt
gaan toepassen.
hÿ schrÿft
rugzak
Veel oefenen en herhalen!
Taal actief besteedt veel aandacht aan het oefenen en herhalen van
de geleerde stof. De leerlijn is zo opgebouwd, dat regels en begrippen
meerdere keren per jaargroep aan de orde komen. Daarnaast zijn er
oefenbladen beschikbaar en kan er extra geoefend worden op drie
niveaus met de oefensoftware.
banaan
zÿ vindt
Werken op drie niveaus
Vanaf dag één worden de lessen werkwoordspelling op 3 niveaus
aangeboden. In de week na de toets wordt er tevens een plusniveau
aangeboden.
wÿ raadden
INFORMATIEBROCHURE
Werkwoordspelling
ISBN 978 90 345 3724 9
,s morgens
9 789034 537249
505295
549501
ik nies
Download