G11 Kommagetallen Op verkenning zeer slecht a Een breuk omzetten in een kommagetal Een goede manier om je fysieke conditie te testen is de 12-minutentest of de Coopertest. Met het aantal meter dat je in een bepaalde tijd aflegt, kun je berekenen hoe het is gesteld met je conditie. Hieronder zie je de tabel met de resultaten van Bram, Ellie, Joannes, Kristine en Rachid. Ze deden de test op verschillende looppistes. V • 0 − 1500 m slecht M 1600 − 2000 m redelijk M 2000 − 2400 m V V goed zeer goed Lengte van de piste Bram 2800 400 2800 _ Breuk (deling om het aantal ronden te berekenen) Ellie 2540 400 2540 _ Joannes 2540 300 2540 _ Kristine 2380 330 2380 _ Rachid 3130 270 3130 _ 400 400 300 330 270 2200 − 2700 m 2700 − 3100 m M 3200 − 3600 m V Aantal gelopen meter 1800 − 2200 m M 2800 − 3200 m V Vul de tabel aan. 1500 − 1800 m M 2400 − 2800 m V uitstekend • M 0 − 1600 m 3100 − 3500 m Aantal ronden Aantal cijfers na de komma Soort getal 7 geen geheel getal 6,35 2 kommagetal 8,4666... oneindig kommagetal 7,21212... oneindig kommagetal 11,592592... oneindig kommagetal Bekijk de cijfers na de komma. Wat merk je op bij het aantal gelopen ronden bij Kristine, Joannes en Rachid? 8,466666... 7,21212... 11,59259259... .Een . . . . . . . . . . . .groepje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .cijfers . . . . . . . . . . . . . . . . . wordt . . . . . . . . . . . . . . . . . . .herhaald. . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................................................................... . . . . . . Wiskundetaal – begrippen Als je bij een breuk de teller deelt door de noemer bekom je: • een geheel getal als de teller een veelvoud is van de noemer 4=2 _ 2 • een begrensd kommagetal Als je een decimale breuk (een breuk met als noemer 10, 100, 1000 …) schrijft als een kommagetal, schrijf je het kommagetal met evenveel cijfers na de komma als er nullen staan in de noemer. Je bekomt een getal met een eindig aantal cijfers na de komma. 7 = 0,07 _ 100 3 _ 75 _ = = 0,75 4 100 Sommige breuken kun je gemakkelijk schrijven als een decimale breuk. • een onbegrensd kommagetal Als je een breuk niet kunt schrijven als een decimale breuk, deel je de teller door de noemer. Je bekomt dan een getal met een oneindig aantal cijfers na de komma. Deze cijfers zijn altijd repeterend. Het repeterend deel noem je de periode. 46 Wandelen door de soorten getallen 7 = 0, 63 6363… _ 11 periode CONTROLE 13 Schrijf elke breuk als een kommagetal en duid de periode aan. 18 = 0,162162162162... 2 = . .0,18181818... _ _ . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................... 11 111 b 4 = .............................................. . . . . . . _ 3 1,3333333... Gehele getallen en kommagetallen omzetten in een breuk • • • 5 _ Schrijf 5 als een basisbreuk. – Welk getal plaats je in de teller? 1................................................................... 5.................................................................. – Welk getal plaats je in de noemer? 1.................................................................. 53 _ .................................................................. Schrijf 0,53 als een breuk. – Welk getal plaats je in de teller? 100 53 .................................................................. – Welk getal plaats je in de noemer? 100 .................................................................. 3587 _ .................................................................. Schrijf 3,587 als een breuk. – Welk getal plaats je in de teller? 1000 3587 .................................................................. – Welk getal plaats je in de noemer? 1000 .................................................................. Rekenregel – een getal schrijven als een breuk 7 7=_ 1 Een geheel getal noteer je als een breuk door in de noemer een 1 te schrijven. Ook een begrensd kommagetal kun je als een breuk schrijven. • Schrijf in de teller het getal zonder een komma. 3805 761 3,805 = _ = _ 1000 200 • Schrijf in de noemer een 1 met evenveel nullen als er cijfers na de komma staan in het kommagetal. 7 0,07 = _ 100 • Schrijf de breuk als een basisbreuk. CONTROLE 14 Schrijf als een breuk. .234 . . . . . . . . . . . . . .= . . . . . ._ . .117 ................................ 2,34 = ._ 100 c 50 5 = _ 1 _ 0,005 = ..................................................... 1000 200 1252 = _ 626 . . . . . _ 125,2 = ................................................ 10 5 Kommagetallen afronden Enkele klassen gaan met een bus op uitstap. De bus kost € 350. Wat kost de bus per leerling als er 47 leerlingen meegaan? En als er 55 leerlingen meegaan? Aantal leerlingen 47 leerlingen 55 leerlingen Bereken de prijs met je rekenmachine Rond af tot 2 cijfers na de komma 7,4468085... 6,36363636... 7,45 6,36 26 jongeren worden in de jeugdbeweging in drie groepen verdeeld. Hoeveel jongeren zitten in elke groep? • Bereken het aantal met je rekenmachine. • Rond het resultaat zinvol af en formuleer een antwoord. 8,6666... ..................................................................................... . . . . . 9..................................................................................... In twee groepen zitten 9 . . . . . jongeren en in 1 groep 8. ............................................................................ ..... 47 G11 Kommagetallen (vervolg) Wiskundetaal – begrippen Afronden betekent dat je het aantal beduidende cijfers vermindert. • Volgt op het laatste cijfer dat blijft staan een 0, 1, 2, 3 of 4 dan blijft het laatste cijfer staan. • Volgt op het laatste cijfer dat blijft staan een 5, 6, 7, 8 of 9, dan moet je het laatste cijfer met 1 verhogen. 3,1242879035287… ≈ 3,124 Zorg ervoor dat je zinvol afrondt. Kijk daarom steeds naar de context. Het gemeentebestuur berekende dat er 17,7 auto’s kunnen staan op de nieuwe parking. 17,7 wordt 17 auto’s. Lees 712,15878787878… ≈ 712,16 als 712,15878787878… is ongeveer gelijk aan 712,16 CONTROLE 15 Rond af tot twee cijfers na de komma. 0,018954 ≈ . . .0,02 ..................................... d 98,56 98,555555 ≈ ...................................... 1,21 1,21156 ≈ ........................................... Rationale getallen op de getallenas plaatsen • Plaats het kommagetal op de getallenas. 5,3 ligt tussen 5 en 6 5,3 5 6 5,36 ligt tussen 5,3 en 5,4 5,36 5,3 5,4 5,337 ligt tussen 5,33 en 5,34 5,337 5,33 5,34 Op dezelfde manier kun je ook een breuk een plaats geven op de getallenas. • • Je deelt de teller door de noemer. Hoe kun je een breuk omzetten in een kommagetal? ............................................................................................................. ..... 5 5 Tussen welke twee getallen ligt _ op de getallenas? _ = 0,625 . . . . . . . . . . Dit getal ligt tussen0,62 . . . . . . . . . . en 0,63 ........... 8 8 Handig rekenen Als je een breuk op de getallenas plaatst, 26 = 5,2 _ zet je de breuk eerst om in een 5 kommagetal. 6 5,2 5 Oefeningen WEER? 44 Schrijf deze breuken als een kommagetal. 115 • Is het kommagetal begrensd of onbegrensd? • Plaats een kruisje in de juiste kolom. • Duid de periode aan waar er een is. KOMMAGETAL BEGRENSD ONBEGRENSD 48 3 _ 5 _ 4 _ 5 _ 5 _ 3 _ 4 _ 12 _ 8 7 11 4 6 6 25 64 0,16 0,1875 X X 0,375 0,714285714… 0,3636… 1,25 X 0,8333… 0,5 X X Wandelen door de soorten getallen X X X 45 Schrijf deze kommagetallen als een basisbreuk. = . . . . . . . . . . ._ . .8 . . . . . . .= . . . . ._ .4 ........... a 0,8 b 5629 _ 45,032 = .45 . . . . . . . .032 . . . . . . . . . . . .= . . . . ._ .......... c 5 10 1000 125 0,008 = . . . ._ . . . . . .8 . . . . . . . . . .= . . . . . ._ . . . .1 ....... 1000 125 d 4 4 _ = ..................................... g 17 333 . . . . . _ 17,333 = ................................ e 7,1 71 _ = ..................................... h 375 = _ 3 ..... _ 0,375 = ................................ f 5 =_ 1 _ 0,05 = ..................................... i 32 = _ 4 ..... _ 0,032 = ................................ 1 10 100 20 WEER? 116 117 1000 1000 1000 8 125 46 Los op. a b c In de zomervakantie helpt Guy een ijsjesventer aan de kust. Hij krijgt een vast percentage van de opbrengst van de verkochte ijsjes. Op een zonnige zaterdag verdient Guy 76 euro op acht uur tijd. De volgende dag verdient hij 85 euro op negen uur. Op welke dag verdiende Guy het meeste per uur? Op een authentieke kaasmarkt in Gouda wil Bram een stuk jonge kaas kopen. Een hele bol kost 135 euro. Hij laat de bol halveren, maar ook dat stuk is nog te groot. Hij koopt uiteindelijk de helft van dat stuk. Hoeveel moet Bram betalen? 76 = 9,5 _ 85 = 9,44444444 _ ..................................................................... . . . . . 8 9 Guy verdiende op zaterdag het meeste per uur. ..................................................................... ..... 135 _ = 33,75 ..................................................................... ..... 4 Bram moet 33,75 euro betalen. ..................................................................... ..... ..................................................................... . . . . . 77 = 3,5 _ ..................................................................... . . . . . 22 Iedere leerling krijgt gemiddeld 3,5 pannenkoeken. ..................................................................... ..... De leerlingen van Ina’s klas houden een klasfeestje. Als traktatie wil Ina voor de hele klas (Ina heeft 21 klasgenoten) pannenkoeken bakken. Ina bakt in totaal 77 pannenkoeken. Hoeveel pannenkoeken krijgt iedere leerling gemiddeld? 2,02 0 b 2,2 0,222 ..................................................................... . . . . . WEER? 121 2 1 _ 0,2 2 _ 7 _ 3 9 6 0,10 0 d 1 _ 9 0,71 4 8 8 _1 0,9 0,8 1 5 _ 9 _ < 3 < _7 < _ ................................................................................................... . . . . 10 3 _ 7 _ 9 _ 4 8 10 8 2 6 3 ................................................................................................... . . . . 9 _ 5 _ 9 0,10 < 0,71 < 0,8 < 0,9 0,9 0,71 5 _ 2<_ 1<_ 7 _ 7 _ 6 1 0,10 7 _ 4 8 8 10 1 1. 48 Omcirkel de getallen die groter zijn dan _ 4 0,12 0,8 0,34 MEER? 122 ................................................................................................... . . . . 3 3 _ 2,2 2,02 2 _ 0,8 ................................................................................................... . . . . 0,222 0 c 0,2 < 0,222 < 2,02 < 2,2 0,2 MEER? 120 ..................................................................... . . . . . 47 Rangschik de getallen van klein naar groot. Plaats de getallen op de getallenas. a WEER? 118 119 0,26 WEER? 123 0,4 49 Welk van deze tussendoortjes is het zoetst? 5 _ 1 0,2 _ . . Crispy . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Choc . . . . . . . . . . . . . . . .reep: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .= . . . . . . . . . . .= . . . . . . . . . . . . . . . .... Crispy Choc reep hoeveelheid suiker hele gewicht 5 gram 25 gram 8 gram 20 gram MEER? 124 Graan−fruit biscuits 25 5 12 gram 40 gram 8 _ 2 0,4 Happers reep _ . . Graan-fruit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .biscuits: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .= . . . . . . . . . . .= . . . . . . . .... 20 5 3 12 _ _ . . Happers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .reep: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .= . . . . . . . .= . . . . . .0,3 . . . . . . . . . . . . . . . ...................................................................................................................................... . . . . . . . 40 . . . . . .10 .De . . . . . . . . . graan-fruit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .biscuits . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .zijn . . . . . . . . . . .het . . . . . . . . . . zoetst. . . ...................................................................................................................................... . . . . . . . Wat moet je kunnen? een breuk noteren als een kommagetal een kommagetal noteren als een basisbreuk kommagetallen en breuken rangschikken kommagetallen en breuken op de getallenas plaatsen 49