IMMUNOLGIE Hoofdstuk 9 Biologie voor het MLO. Samen met de website van: Deze periode…… Hoofdstuk 9 Immunologie (Biologie voor het MLO 6de druk) • • • • http://www.sanquin.nl/onderwijs/scholieren/bloed-enafweer/lesmateriaal-havo-vwo/ Sanquin module afweer & immuniteit Sanquin: Module afweer & samenwerking Naslagwerk, hoofdstuk 3 & 4 (t/m 4.3) Lezing: Hoe versla jij elke dag 7 infecties en 10 tumoren? De geschiedenis van de immunologie Actief verworven immuniteit. (we hebben het overleefd!) Passief verworven immuniteit (dat heb ik van mijn moeder!) • Kunstmatig verworven immuniteit (de inenting) De geschiedenis van de immunologie Antilichaam, reactie op een antigeen Antigeen, lichaamsvreemde stof Opdracht: Benoem 5 lichaamsvreemde stoffen met de symptomen van de afweerreactie. Cellulaire immuniteit, uitschakelen (fagocyteren) van intracellulaire antigenen Humorale immuniteit, verdedigen tegen antigenen. Dit gebeurt door de antilichamen. Ziekteverwekkers Pathogene micro organismen. De ziekteveroorzakers! 1. 2. 3. 4. 5. Bacteriën, toxische stofwisselingsproducten. Virussen, hebben een gastheer nodig. Schimmels, saprofyten (leven van organisch afval). Protozoa, eencelligen met een kern. Platwormen, leeft in vochtige omgeving. Opdracht 1 t/m 3 blz. 170 Afweercellen en afweerorganen Witte bloedcellen (leukocyten). 1. Granulocyten, zitten vol met lysosomen. Hebben een fagocyterende werking. 2. Lymfocyten, T-cellen (cellulaire immuniteit) B-cellen (humorale immuniteit) 3. Monocyten, de stofzuigers van het lichaam. Buiten de bloedbaan noemen we dit macrofagen. Filmpje: Hoe werkt ons immuunsysteem? Ontwikkeling van het afweersysteem De organen van het immuunsysteem Lymfe Lymfe bevat: In opgeloste vorm *CO2 * Afvalstoffen *Hormonen * Antistoffen *Rest voedingsstoffen *Rest zuurstof • Witte bloedcellen Lymfevat In het lymfevat zitten kleppen waarlangs het lymfevocht en de witte bloedcellen kunnen binnen vloeien. Kleppen verhinderen de terugstroom van de lymfe. Lymfeknopen of Lymfeklieren Hals Oksels Liezen De lymfe wordt gezuiverd van ziekteverwekkers. Macrofagen starten de T-cel afweerreacties In geval van infectie zal een lymfeklier op gaan zetten (hals). Milt De milt heeft dezelfde functie als de lymfeklier, maar dan voor de bloedbaan. Opdracht 4 t/m 6 blz. 173 Algemene afweer De derde afweerlinie is de specifieke afweer. Uitleg splinter in hand Op de plaats van de wond, komen cytokinen vrij die de macrofagen maken. Hierdoor verwijderen de haarvaten, zodat de plaatselijke bloedstroom toeneemt. De haarvaten worden meer doorlaatbaar en weefselvocht met antimicrobiële stoffen stroomt naar binnen . Leukocyten worden naar de ontstekingsplaats gelokt. Leukocyten fagocyteren de ziekteverwekkers en ruimen beschadigd weefsel op. Hierna kan de wond genezen. Specifieke afweer Derde afweerlinie. Glycocalix Celmembraan 1=glycocalix 2=membraaneiwit 3=membraanporie 4=fosfolipidelaag 5=cholesterolmolecuul 6=lipide (hydrofoob) 7=fosfaatgroep (hydrofiel) dubbele fosfolipidelaag Antilichaam Antigeen, lichaamsvreemde stof, deze roept een immunologische reactie op. Tegen deze antigeen werkt één specifieke antilichaam. (epitoop, binding- of herkenning plaats) Een antilichaam is opgebouwd uit: 4 eiwitketen, (2 grote en 2 kleine). Aan deze keten bindt een antigeen. B-cel gebonden antilichaam 5 klassen antilichamen IgD (Delta) IgE (Epsilon) IgG (Gamma) IgA (Alfa) IgM (Mu) T-Cel In de thymus leert de T-cel receptor lichaamseigen en niet- lichaamseigen cellen te herkennen. Indien niet-lichaamseigen cellen worden herkent wordt het specifiek immuunsysteem actief. MHC, Major Histocompatibiliteits Complex. Dit erfelijk materiaal (een eiwit)) speelt een belangrijke rol bij de herkenning. Denk aan afstotingsreacties bij transplantaties De cellulaire afweerreactie HOE VERLOOPT EEN INFECTIE MET EEN PATHOGEEN? De fagocyten presenteren het antigeen aan het MHC molecuul. MHC molecuul koppelt aan de T-cel receptor. Deze fagocyten worden nu het antigeen presenterende cel (APC)genoemd. Een T-cel die op het APC reageert, start de afweerreactie. Er worden signaalstoffen uitgescheiden en de T-cel gaat zich delen, zodat er een kloon ontstaat. Cytotoxische cellen worden geactiveerd en ruimen alles op. Na de infectie blijven memory cellen aanwezig. Sanquin module afweer & samenwerking opdracht 1 en 2 De humorale afweerreactie Voor de afweer in de vochten wordt een passende B-cel geactiveerd die een kloon plasmacellen gaat vormen die antilichamen maken tegen het betreffende antigeen. Opdracht 7 t/m 12 blz. 178 T- en B-memory cells Vaccinatie Kunstmatige vaccinatie: (Zwakke ziekteverwekkers die nog net antigenen bevatten) Je krijgt een vaccin ingespoten, je afweersysteem reageert hierop, waarbij geheugencellen ontstaan die je immuun maken voor de ziekte. Rijksvaccinatie programma Sanquin module afweer & immuniteit opdracht 2 en 3 (opdracht 1 en 4 LTO41) Transplantatie Voorkomen van afstotingsreacties. Voor transplantatie moeten eerst de MHC moleculen getest worden. MHC donor verschil MHC acceptor MHC donor = MHC acceptor -> -> afstoting OK - Stamceltransplantatie - Nier en huid transplantatie - Xeno transplantatie (mens/dier? -> afstoting/ethiek?) Problemen afweersysteem Tumoren, ontregelde celdelingen (oncogen). Tumorimmunologie: Op dit moment bestaan er geen antigeen structuren die reageren op het membraan van een tumorcel. Daardoor zal ons immuunsystemen de tumorcellen als eigen cellen beschouwen. Problemen afweersysteem Overgevoeligheidsreacties, Type 1 en Type 4: Autoimmuniteit Type 1, allergieën veroorzaakt door een allergeen. - Voedselallergeen - Ademhalingsallergenen. - Contactallergenen. - Intoleranties - Overgevoeligheid. Problemen afweersysteem Type 4, vertraagde overgevoeligheid -> immuunreactie. De antigenen blijven als het ware gevangen. Bijvoorbeeld contact (latex) allergie in een laboratorium, die veroorzaakt eczeem. Problemen afweersysteem Auto immuniteit. Als lymfocyten geen goed onderscheid kunnen maken tussen lichaamseigen eiwitten en vreemde eiwitten, kan het gebeuren dat ze eigen/gezonde cellen gaan aanvallen. Er is iets mis gegaan in de thymus met de T-cellen Opdracht 13 t/m 17 blz. 183 Immunologische technieken Doel: Het opsporen van antigenen en identificeren. Agglutinatie: Een verschijnsel wat optreedt wanneer antistoffen en antigenen met elkaar reageren op het celmembraan. Door de reactie ontstaat er een binding en vervolgens samenklontering. Uitleg: Hoe zat het ook al weer met de bloedgroepen? Poly- en monoclonale antilichamen Proefdier -> inspuiten met pathogeen (antigeen)) -> maakt meerdere antilichamen. Op het epitoop binden meerdere antilichamen -> uit het serum van proefdier worden antilichamen geïsoleerd -> op het lab worden deze antilichamen gebruikt om het antigeen aan te tonen. 1 epitoop herkenning = monoclonaal antilichaam Meerdere eptitopen herkenning = polyclonaal antilichaam Labelen Op het lab worden deze antilichamen gebruikt om het antigeen aan te tonen. RIA: Radio Immuno Assay Dit wordt gebruikt om hormonen in het bloed aan te tonen. Bepalen van allergieën. FIA: Fluorescent Immuno Assay mbv een fluorescentiemicroscoop, dit wordt bijvoorbeeld gebruikt om auto-immuunziekten aan te tonen. • EIA: Enzym Immuno Assay Enzym kleuring (zie Elisa test). ELISA test ELISA: Enzym Linked Immuno Sorbent Assay Aantonen van virussen en bacteriën. Elisa is nog mogelijk als de ziekteverwekkers zijn verdwenen en kan dus het aanwezige antilichamen nog aantonen. Detecteert de antigeen- antistof binding dmv een kleurreactie Rol Enzym zorgt voor kleurreactie -> detectie Elisa test filmpje Toepassingen ELISA Ziekte detectie. Mensen, dieren en planten HIV testen. Detectie op HIV virus antigenen Zwangerschap testen. Detectie op zwangerschaps hormoon (hCG) Illegaal drugs gebruik. Etc.. ELISA test Opdracht: maak een blokschema van de Elisa test. Opdracht 18 t/m 20 blz. 189