Kennisportfolio H1 vakken: Bedrijfseconomie Engels Management

advertisement
Kennisportfolio H1
vakken:
- Bedrijfseconomie
- Engels
- Management: structuur
- Marketing
- Marketingcommunicatie
- Recht
Bedrijfseconomie
Perioderesultaat op verschillende manieren
- AC methode klassiek
- AC methode geanalyseerd
- DC methode
Break even punt met verschillende producten.
Formules:
Integrale kostprijs: (vaste kosten bij normale productie / normale productie) + (variabele kosten bij
normale productie / verwachte productie)
Integrale kostprijs bij proportioneel variabele kosten: (vaste kosten bij normale productie / normale
productie) + (variabele kosten bij begrote werkelijke productie / begrote werkelijke productie)
Bezettingsresultaat: (werkelijke productie – normale productie) X (standaard vaste kosten / normale
productie)
Transactieresultaat: verkoopprijs excl. Btw. – integrale kostprijs.
Standaardkostprijs: (variabele kosten bij normale productie + vaste kosten bij normale producten) /
normale productie.
Prijsverschil: (standaardprijs – werkelijk betaalde prijs) X werkelijke hoeveelheid verbruikte
productiemiddelen.
Efficiencyverschil: (standaardhoeveelheid – werkelijke hoeveelheid verbruikte productiemiddelen) X
standaardprijs.
Begrote klassieke resultatenrekening.
Opbrengst (afzet x verkoopprijs)
Minus: Kosten:
- Productie (vast + Variabel)
- Verkoop (vast + variabel)
Plus: Voorraadmutatie (afzet – productie) x fabricage kostprijs
bedrijfsresultaat
begrote geanalyseerde resultatenrekening.
Opbrengst (afzet x verkoopprijs)
Minus: kostprijs vd omzet (Afzet x commerciële kostprijs)
Verkoopresultaat
Plus: Bezettingsresultaat
- Productie.
- Verkoop.
Bedrijfsresultaat
Werkelijke klassieke resultatenrekening, zelfde als de begrote alleen dan met de werkelijke
resultaten i.p.v. de begrote.
Werkelijke geanalyseerde resultatenrekening.
Opbrengst (afzet x verkoopprijs)
Minus: kostprijs vd omzet (Afzet x commerciële kostprijs)
Verkoopresultaat
Plus: kosten
- Productie.
 Variabel
 Prijsverschil
 Hoeveelheidsverschil
 Vast
 Bezettingsresultaat
 Budgetresultaat
- Verkoop.
 Variabel.
 Prijsverschil
 Hoeveelheidsverschil
 Vast
 Bezettingsresultaat
 Budgetresultaat
Bedrijfsresultaat
Periode resultaat DC
Opbrengst (afzet x verkoopprijs)
Variabele kosten (afzet x variabele kosten per product)
Dekkingsbijdrage/contributiemarge
Vaste kosten
Perioderesultaat.
-
BEP = constante kosten / (prijs – variabele kosten per product)
Veiligheidsmarge = (Begrote afzet – breakevenafzet) / begrote afzet x 100%
BEP bij meerdere producten = constante kosten / dekkingsbijdrage pakketje.
Ter controle: aantal te verkopen producten x dekkingsbijdrage.
Engels
E-mail schrijven en press conference houden.
Management: structuur
De eenvoudige structuur
Primair coördinatiemechanisme:
Voornaamste deel van de organisatie:
Belangrijkste ontwerpparameters:
Situationele factoren:
De machine bureaucratie:
Primaire coördinatiemechanisme:
Voornaamste deel van de organisatie:
Belangrijkste ontwerpparameters:
Situationele factoren:
De professionele bureaucratie:
Primaire coördinatiemechanisme:
Voornaamste deel van de organisatie:
Belangrijkste ontwerpparameters:
Situationele factoren:
De divisiestructuur:
Primaire coördinatiemechanisme:
Voornaamste deel van de organisatie:
Belangrijkste ontwerpparameters:
Direct toezicht
Strategische top
Centralisatie,
Organische structuur
Jong, klein;
niet-hoogwaardig technisch systeem;
eenvoudige, dynamische omgeving;
hevige turbulentie en sterke behoefte aan
macht bij de topmanager;
niet onderhevig aan mode
Standaardisatie van werkprocessen
Technostructuur
Formalisatie van gedrag,
Verticale en horizontale taakspecialisatie,
Meestal groepering naar functie
Grote uitvoerende eenheden,
Verticale centralisatie en beperkte horizontale
decentralisatie,
Actieplanning
Oud, groot;
Regulerend, niet –geautomatiseerd technisch
systeem;
Eenvoudige, stabiele omgeving;
Externe controle;
Niet aan mode onderheving
Standaardisatie van vaardigheden
Uitvoerende kern
Training,
Horizontale taakspecialisatie,
Verticale en horizontale decentralisatie
Ingewikkelde, stabiele omgeving;
Niet-regulerend,
Niet-hoogwaardig technisch systeem;
Onderhevig aan mode
Standaardisatie van output
Middenkader
Groepering naar markt,
Systemen voor controle van resultaten,
Beperkte verticale decentralisatie
Situationele factoren:
Adhocratie:
Primaire coördinatiemechanisme:
Voornaamste deel van de organisatie:
Belangrijkste ontwerpparameters:
Situationele factoren:
Gediversifieerde markten (vooral producten en
diensten);
Oud, groot;
Behoefte aan macht van middenkadermanagers;
Aan mode onderhevig
Onderlinge aanpassing
Ondersteunende diensten (in de bestuurlijke
adhocratie;
de ondersteunende diensten samen met de
uitvoerende kern in de operationele adhocratie)
Verbindingsmiddelen,
Organische structuur,
Selectieve decentralisatie,
Horizontale taakspecialisatie,
Training,
Gecombineerde functionele en marktgerichte
groepering
Complexe, dynamische (soms turbulente)
omgeving;
Jong (vooral de operationele adhocratie);
Geavanceerde en vaak geautomatiseerde
technologie (in de bestuurlijke adhocratie);
Onderhevig aan mode
Marketing
Black box koper:
Pyramide van Maslow
(B) Besluitvormingsproces
adoptiecurve
Beïnvloedingsfactoren koopgedrag
Besluitvormingsproces
Perceived Value
marketingcommunicatie
Plaats marketingcommunicatie in een organisatie
Doelen van marketingcommunicatie:
Kennis: bekendheid/kennis creëren bij de doelgroep over organisatie, merk, onderwerp of probleem
Houding: attitude beinvloeden van de doelgroep tegenover de organisatie of het merk, interesse of
tevredenheid over de organisatie of het merk
Gedrag: de doelgroep aanzetten tot bepaald gedrag t.a.v. de organisatie, het merk of het probleem
Recht
overeenkomsten
- art 6:217 BW
- art. 3:33- 35- BW
consumentenkoop
- art. 7:5- 6-7-9-10-11-17-18-1 -21t/m24 BW
- 6:74 BW
privacy
- art 1- 10 GW
- art. 8- 10- 13-33- 34 wbp
ICT en recht/ reclame
- art. 6:230- 227-217- 231-233-234
- art. 3:15
- art. 11.7
- 6:193- 194
Download