Bedrijfseconomie portfolio periode 3 Les 1 Definitie opbrengsten: Opbrengsten zijn aan perioden, producten, etc. toegerekende geldontvangsten die verband houden met de verkoop van producten of levering van diensten Definitie kosten: Noodzakelijk opgeofferde productiemiddelen uitgedrukt in Euro’s (geld) Kostensoorten van: Grond- en hulpstoffen Arbeid Duurzame productiemiddelen Grond Diensten van derden Kostprijsverhogende belastingen Vermogen Afval, grondstoffen die vervallen tijdens het productie proces Uitval, producten die afvallen na het productieproces Les 2 Voorraadkosten Kosten van Grond- en hulpstoffen 1 Opslagkosten 2 Bestelkosten: Niet de formule van Camp 3 Kosten t.g.v. diverse risico’s Technische voorraad Economische voorraad= technische voorraad + voorinkopen - voorverkopen kosten van arbeid Verschillende beloningssystemen: • Stukloon • Tijdloon • Premieloonstelsel • Winstdelingsregeling • bonusregeling Afschrijvingen We beperken ons tot 2 methoden: 1 Afschrijven met een vast percentage van de aanschafwaarde (lineaire methode) 2 Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde Les 3 • • • • Kosten van grond Kosten van diensten van derden Kostprijsverhogende belastingen let op: belastingen kunnen we in 3 groepen verdelen 1. kostprijsverhogende belastingen Accijnzen Milieuheffingen Rioolbelasting Motorrijtuigenbelasting Onroerendezaakbelasting 2. BTW 3. belastingen over de winst Vennootschapsbelasting en Inkomensbelasting, Kosten van vermogen Variabele kosten (progressief, degressief, proportioneel) Vaste kosten Kosten berekening We gaan het maken Fabricage kostprijs verkoopkosten + We gaan het verkopen Commerciële kostprijs winstopslag + Met winst verkoopprijs exclusief BTW BTW opslag BTW bedrag + verkoopprijs inclusief BTW beide over de fiscale winst Fabricage kostprijs We nemen de variabele fabricagekosten en de constante kosten per product op in de kostprijs Formule Totale variabele fabricagekosten (Vp) + Constante fabricage kosten (Cp) Verwachte productie (Wp) Normale productie (Np) Commerciële kostprijs We nemen de variabele verkoopkosten en de constante verkoopkosten per product op in de kostprijs Formule Totale variabele verkoopkosten (Vv) + Constante verkoopkosten (Cv) Verwachte afzet (Wv) Normale afzet (Nv) Les 4 1. Klassieke Verlies en Winst rekening Begroot Opbrengst: afzet x verkoopprijs kosten: variabel ….. ….. vast ….. + …. ….. Voorraadmutatie: (afzet – productie)* fabr.Kp Perioderesultaat ….. + of ….. 2. Geanalyseerde Verlies en Winst rekening Begroot Omzet (Verwachte afzet * verkoopprijs) …… -/- Toegestane kosten (Verwachte afzet * commerciële kp) Verkoopresultaat of transactieresultaat of ruilwinst Verschillenanalyse: Variabel: (week 5 en 6) Constant: Bezettingsresultaat (W-N) * C/N Productie: (Wp – N) * Cp/N) Verkoop: (Wv - N) * (Cv/N) Perioderesultaat …… …… …… + of – …… + of – …… Bezettingsresultaat= Een resultaat (positief of negatief) dat ontstaat door afwijkingen van werkelijke bezetting t.o.v. de normale bezetting, voortkomend uit het meer of minder gedekt worden van de constante kosten Formule: (W – N) * C/N Les 5 en 6 Voorbeeld van een uitwerking van een variabele kostenanalyse De bakkerij heeft werkelijk 100.000 broden geproduceerd Hiervoor heeft zij werkelijk 21.000 kilo grondstof verbruikt. Dit kostte €42.840,€42.840/21.000 kilo = €2,04 per kilo De begrote kilo prijs is €2,00 per kilo Er zit dus een prijsverschil op een kilo grondstof! (Sp – Wp) * Wh = (2,00 – 2,04) * Wh die gebruikt is voor de 100.000 broden = (2,00 – 2,04) * 21.000 = -€840,- (NEGATIEF) De begrote kosten zijn dan: 100.000 * €0,40 = €40.000,Er zit dus een verschil tussen de werkelijke en de begrote kosten van €42.840 – €40.000 = €2.840,Hoe verklaren we dan nog het verschil van €2.000,Het hoeveelheidsverschil op grondstof! (Sh – Wh) * Sp = (Sh die gebruikt is voor de 100.000 broden – de werkelijke hoeveelheid die gebruikt is voor de 100.000 broden) * Sp ((100.000 * 0,2 kilo) – 21.000)) * €2,00 = -€2.000 (NEGATIEF) Geanalyseerde Verlies en Winst rekening Werkelijk Omzet ( Werkelijke afzet * verkoopprijs) …… -/- Toegestane kosten (Werkelijke afzet * commerciële kp) …… Verkoopresultaat of transactieresultaat of ruilwinst …… Verschillenanalyse: Variabel: Prijsverschil (op alle variabele kosten) Hoeveelheidsverschil (op alle variabelen kosten) Constant:Bezettingsresultaat (zowel op productie als verkoop) Budgetresultaat (zowel op productie als verkoop) Perioderesultaat …… …… ….. ….. …… + of -