De Naamloze Vennootschap

advertisement
De Industrie:
Naam:
Klas:
Docent:
Rick Hendriks
V6A
Mr. Dollenkamp
Hfst 1: Kosten:
§1.2: De categorische kostenindeling:
Bij de categorische kostenindeling wordt er een verdeling gemaakt naar:
1) kosten van vermogen
2) kosten van grond
3) kosten van arbeid
4) kosten van diensten van derden
5) inkoopwaarde van de verkochte producten
6) kosten van duurzame productiemiddelen
7) kostprijsverhogende belastingen
De inkoopwaarde van de verkochte producten komt niet voor bij een industrie, omdat zij
de producten zelf maken. Daarvoor geldt dan de inkoopwaarde van grondstoffen. Let
erop dat grondstoffen pas kosten zijn, wanneer de voorraden gebruikt zijn voor
productie.
Bij grondstofkosten horen ook:
 bewaarkosten:
o huur magazijn
o verzekeringskosten
 bestelkosten:
o telefoon-, fax- en portokosten
o kosten inkoopafdeling
§1.3: Constante en variabele kosten:
Omdat de totale variabele kosten erg variëren als de afzet verandert. Om de kostprijs te
berekenen geldt daarom de formule:
V = Verwachte toegestane Variabele Kosten
C = Verwachte toegestane Constante Kosten
Np = Normale productie
Bp = Begrote / verwachte productie
Kostprijs = V / Bp + C / Np
Bezettingsresultaat = (Bp – Np) * (C / Np)
Als de begrote productie groter is dan de normale productie, is er een positief
bezettingsresultaat. Er ontstaat overbezettingwinst.
Bij de voorcalculatie kun je het verwachte bedrijfsresultaat bereken op 2 manieren:
 verwacht bedrijfsresultaat = verwachte omzet – verwachte kosten
 verwacht bedrijfsresultaat = (afzet x verkoopprijs) – (afzet x kostprijs) verwacht bezettingsresultaat
Bij de nacalculatie ga je niet meer uit van de verwachte cijfers, maar de gerealiseerde
cijfers.
§1.4: De commerciële kostprijs:
Cf = Verwachte toegestane constante fabricagekosten
Cv = Verwachte toegestane constante verkoopkosten
C = Verwachte toegestane constante fabricage- en verkoopkosten
Vf = Verwachte toegestane variabele fabricagekosten
V = Verwachte toegestane variabele fabricage- en verkoopkosten
Np = Normale productie
Na = Normale afzet
Bp = Begrote productie
Ba = Begrote afzet
Fabricagekostprijs:
Cf / Np + Vf / Bp
Commerciële kostprijs:
C / Np + V / Bp
Verwacht bezettingsresultaat fabricageafdeling: (Bp – Np) * (Cf / Np)
Verwacht bezettingsresultaat verkoopafdeling: (Ba – Na) * (Cv/ Na)
§1.5: De break-evenanalyse bij een productieonderneming:
C = Constante Kosten
p = verkoopprijs
v = Variabele Kosten
X* - Break-evenafzet = C / (p-v)
Break-evenomzet = X* x p
De veiligheidsmarge is met hoeveel de omzet/afzet mag dalen totdat het breakevenpoint is bereikt.
Hfst 2: Massaproductie:
§2.1: Inleiding:
Als een bedrijf één product maakt, is er homogene massaproductie. Als er meerdere
verschillende producten worden gemaakt, is er heterogene massaproductie. Soms
wordt een product gemaakt, totdat er genoeg van is. Er wordt dan overgegaan op een
ander product. Dit heet seriemassaproductie.
De kostprijs kan een standaard kostprijs zijn. ‘Standaard’ betekent dat er normen zijn
opgezet waarbinnen het bedrijf moet blijven. Je moet hierbij uitgaan van toegestane
kosten.
§2.2: De nacalculatie:
Verschillen tussen de voor- en nacalculatie kunnen ontstaan door:
 Prijsverschillen: Verschil in prijs:
werkelijke hoeveelheid (standaard prijs – werkelijke prijs)
 Efficiëntieverschillen:Verschil in hoeveelheid:
Standaardprijs (standaard hoeveelheid – werkelijke
hoeveelheid)
 Afrondingsverschillen
Het totale budgetresultaat bestaat uit:
 Verschillen in variabele kosten
 Verschillen in constante kosten
= Prijs- + efficiencyverschil
= Bezettingsresultaat
§2.3: Het machine-uurtarief:
Cm = Constante machinekosten
Nu = normaal aantal machine-uren
Vm = Variabele machinekosten
Bu = Begrote aantal machine-uren
Machine-uurtarief / toegestane machinekosten: Cm / Nu + Vm / Bu
Fabricagekostprijs
=
toegestane grondstofkosten + toegestane
arbeidskosten + toegestane machinekosten
§2.4: Het budgetresultaat op de constante fabricagekosten:
su = standaardhoeveelheid machine-uren p.p.
Su = werkelijke productie x su = totale standaardhoeveelheid
Wu = werkelijke totale aantal uren
C = begrote constante kosten
Cw = Werkelijke constante kosten
C/Nu = standaard machine-uurtarief = standaardprijs = sp
Su x C/Nu = standaardkosten = begrote CK bij huidige productie
Efficiëntieverschil op constante kosten =
(Su – Wu) C / Nu
Bezettingsresultaat op constante kosten =
(Wu – Nu) C / Nu
Prijsverschil op constante kosten =
(C – Cw)
Budgetresultaat op constante kosten =
efficiëntieverschil + bezettingsresultaat + prijsverschil
Bedrijfsresultaat =
budgetresultaat op VK +
budgetresultaat op CK + verkoopresultaat
Download